DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 4.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Lucky Ducky

Trui met korte mouwen, raglan en zak van boven naar beneden gebreid in DROPS Belle. Voor baby en kinderen in de maten 0 tot 6 jaar.

DROPS Children 28-6
DROPS Design: Patroon nr. vs-004-bn
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maten: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4 - 5/6 jaar)
Maten in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104 - 110/116)
Materiaal:
DROPS BELLE van Garnstudio (behoort tot garengroep B)
150-150-150 (200-200-200) g kleur 04, paardenbloem

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 of 60 cm) MAAT 3.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 22 steken x 30 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 of 60 cm) MAAT 3 MM – voor de randen in ribbelsteek.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) Nr. 521: 4 stuks in alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 4.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat alle de naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Om uit te rekenen hoe u verdeeld over de naald meerdert, telt u het totaal aantal steken op de naald (dus 62 steken), minus de biezen (dus 8 steken) en deelt u de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 14) = 3.9. In dit voorbeeld, meerdert u na ongeveer elk 4e steek en meerdert u niet over de biezen. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, op de volgende naald breit u de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te vermijden.

RAGLAN:
Alle meerderingen worden gebreid aan de goede kant! Meerder 1 steek aan elke kant van A.1 in elk overgang tussen het lijf en de mouwen. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken (= 2 steken gemeerderd in iedere raglanlijn). Op de volgende naald breit u de omslagen gedraaid om gaatjes te vermijden – de gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). 1 knoopsgat = Brei aan de goede kant tot er 3 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, brei 2 recht samen en eindig met 1 recht. Brei op de volgende toer de omslagen recht zodat er gaatjes ontstaan. Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald aan de goede kant gemaakt na de rand in ribbelsteek op de hals. Brei dan de volgende 3 knoopsgaten met ongeveer 2-2-2-3-3-3 cm tussen elk knoopsgat.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw):
Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken in), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. Brei heen en weer met rondbreinaald vanaf midden voor tot de voorbies met knoopsgaten klaar is, brei dan de rest van het lijf in de rondte met de rondbreinaald. De mouwen worden gebreid in de rondte met breinaalden zonder knop.

PAS:
Zet 62-66-66 (66-70-70) steken op (inclusief 4 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) met rondbreinaald 3 mm en Belle. Brei 2 RIBBELS – zie uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 14 steken verdeeld op de naald meerdert in alle maten – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN en denk om het KNOOPSGAT op de voorbies – zie uitleg hierboven = 76-80-80 (80-84-84) steken.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant: 4 voorbiessteken in ribbelsteek, 5-6-6 (6-7-7) steken averecht (= rechter voorpand), A.1 (= 8 steken), 6 steken averecht (= rechter mouw), A.1 (= 8 steken), 14-16-16 (16-18-18) steken averecht (= achterpand), A.1 (= 8 steken), 6 steken averecht (= linker mouw), A.1 (= 8 steken), 5-6-6 (6-7-7) steken averecht en 4 voorbies steken in ribbelsteek (= linker voorpand). Ga verder en brei tricotsteek met 4 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor en A.1 in elke overgang tussen het lijf en de mouwen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Begin TEGELIJKERTIJD op de eerste naald aan de goede kant, met de meerderingen voor de raglan – zie uitleg hierboven (= 8 steken gemeerderd). Meerder voor de raglan iedere 2e naald in totaal 12-14-16 (18-18-20) keer.
TEGELIJKERTIJD als het werk 8-9-10 (11-12-13) cm meet vanaf de opzetrand midden voor (het werk meet ongeveer 12-13-14 (15-16-17) cm vanaf de schouder naar beneden) houdt de knoopsgatbies op. Voeg een markeerdraad in het midden van A.1 in de overgang tussen het linker voorpand en de linker mouw (aan de goede kant gezien in breirichting) en brei dan als volgt aan de goede kant: Hecht de eerste 4 steken op het begin van de naald af. Brei nu in tricotsteek in de rondte over alle steken en A.1 in elke raglanlijn zoals hiervoor (de meerderingen voor de raglan gaan verder op iedere 2e naald zoals hiervoor en de 4 afgekante steken zijn onder de voorbies).

Na de laatste meerderingen voor de raglan zijn er 168-188-204 (220-224-240) steken op de naald en meet het werk ongeveer 9-10-11 (13-13-14) cm vanaf de opzetrand midden voor.

Brei de volgende naald als volgt: Brei tot de markeerdraad, plaats de volgende 38-42-46 (50-50-54) steken op een hulpdraad (= linker mouw), zet 6-6-6 (6-8-8) nieuwe steken op de naald (= aan de zijkant onder de mouw), brei 46-52-56 (60-62-66) steken tricotsteek (= achterpand), plaats de volgende 38-42-46 (50-50-54) steken op een hulpdraad (= rechter mouw), zet 6-6-6 (6-8-8) nieuwe steken op de naald (= aan de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 46-52-56(60-62-66) steken in tricotsteek (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 104-116-124 (132-140-148) steken. Brei in tricotsteek in de rondte tot het werk 12-13-14 (15-18-21) cm meet vanaf de scheiding, dus ongeveer 24-26-28 (31-34-38) cm vanaf de schouder naar beneden. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei 4 RIBBELS – zie uitleg hierboven. Ga weer verder met rondbreinaald 3.5 mm en kant dan losjes af in recht. Het werk meet ongeveer 26-28-30 (33-36-40) cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 38-42-46 (50-50-54) steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem daarnaast nog 1 steek op in elk van de 6-6-6 (6-8-8) opgezette steken onder de mouw = 44-48-52 (56-58-62) steken op de naald. Voeg 1 markeerdraad in het midden van de 6-6-6 (6-8-8) nieuwe steken (= midden onder de mouw). Brei in tricotsteek in de rondte. Als het werk 1-1-2 (2-2-2) cm meet vanaf de scheiding minder dan 2 steken midden onder de mouw – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Minder op deze manier iedere 4e-4e-4e (6e-4e-5e) naald in totaal 2-2-2 (2-3-3) keer = 40-44-48 (52-52-56) steken. Als het werk 3-3-4 (5-6-7) cm meet ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 1 naald recht terwijl u 2-2-2 (4-4-4) steken verdeeld over de naald mindert = 38-42-46 (48-48-52) steken. Brei 1 naald averecht, brei 1 naald recht en 1 naald averecht. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en hecht af in recht. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Leg de linker voorbies met knoopsgaten onder de rechter en naai netjes samen op de onderkant van de biezen. Naai de knopen op de linker voorbies.

ZAK:
Zet 14-16-16 (16-18-18) steken op met naald 3.5 mm en brei tricotsteek heen en weer met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als de zak 6-7-7 (7-8-8) cm meet ga dan verder met naald 3 mm. Brei 2 ribbels en hecht af in recht. De zak meet ongeveer 7-8-8 (8-9-9) cm.
Plaats de zak op de linkerkant van het voorpand (zie foto). Naai de zak met kleine steken aan de binnenkant van de 1 kantsteek.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = breirichting
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 28-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (6)

country flag Ana Lucia Oliveira wrote:

Os nomes dos pontos, linguagem difícil

01.09.2020 - 22:30

DROPS Design answered:

Relembramos que as receitas são escritas em português de Portugal. Confira as equivalências aqui: -------------------------------------------------------- NOTA: Existem termos diferentes de tricô e croché em português de Portugal e do Brasil. TRICÔ : Malha = Ponto Canelado = Barra Ponto Jarreteira = Cordões de Tricô Ponto Liga = Ponto Tricô CROCHÉ : mpa – meio ponto alto pa – ponto alto pad – ponto alto duplo pat – ponto alto triplo pb – ponto baixo pbx – ponto baixíssimo pc – ponto corrente Bons tricôs!

02.09.2020 - 12:11

country flag Hanny wrote:

Voor maat 80/86 heb ik het lijf 5 cm. langer gebreid. Dat was echt nodig!

29.03.2020 - 20:24

country flag Hanny wrote:

Echt een heel leuk patroon!

29.03.2020 - 14:02

country flag Kaia wrote:

Jeg kan ikke få oppskriften til å stemme. Hvordan kan jeg få 46 masker til bakstykket? Oppskrift Lucky Du ky modell vs-004-bn Hilsen Kaia

27.02.2020 - 22:49

DROPS Design answered:

Hei Kaia. Litt usikker på hva du mener og hvor det går galt hos deg. Om du strikker str. 1/3 mnd skal du ha 168 masker etter alle raglans økningene og så skal det strikkes frem til merketråden, sett 38 masker på 1 tråd (venstre erme), legg opp 6 nye masker og strikk 46 masker glattstrikk til BAKSTYKKET, sett de neste 38 maskene på 1 tråd (høyre erme), legg opp 6 nye masker og strikk 46 masker glattstrikk til forstykket. Om du fremdeles ikke får 46 masker til bakstykket, skrive en bedre beskrivelse på hva du mener er feil eller hvor det blir feil for deg, så skal vi prøve å hjelpe deg så godt vi kan. God Fornøyelse!

02.03.2020 - 10:35

country flag Françoise wrote:

Bonjour je ne comprends pas comment on obtient une différence entre le devant et le dos en nombre de centimètres : "quand l'ouvrage mesure 8-9-10 (11-12-13) cm au milieu devant depuis le rang de montage (l'ouvrage mesure environ 12-13-14 (15-16-17) cm de hauteur totale depuis l'épaule), les bordures de boutonnage sont terminées. " ? Merci

14.03.2019 - 21:13

DROPS Design answered:

Bonjour Françoise, quand on tricote de haut en bas, le rang de montage correspond aussi bien à l'encolure devant/dos qu'aux épaules, l'ouvrage sera plié ensuite en double au niveau des épaules, et on aura donc une différence entre la hauteur tricotée et celle depuis l'épaule. Bon tricot!

15.03.2019 - 08:47

country flag Deborah wrote:

Salve! Per quanto riguarda le diminuzioni, ogni 4 giri significa che devo farle tra la fine del quarto e l’inizio del quinto, o tra il quinto e il sesto, visto che sono a cavallo del segnapunti di inizio giro?

21.04.2018 - 00:49

DROPS Design answered:

Buongiorno Deborah. Aumenta all'inizio e alla fine del primo giro, lavora tre giri senza aumentare (secondo, terzo e quarto giro), aumenta all'inizio e alla fine del quinto giro. Buon lavoro!

21.04.2018 - 09:28