DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 katoengarens de hele maand juli!

Extra Tips

We hebben video instructies voor handige tips, zoals hoe u het proeflapje opmeet, met kralen breit, steken op een houder zet, steekmarkeerders invoegt en nog veel meer om u te helpen uw vaardigheden te verbeteren.

Video's: 24
20:33
Hoe u een vest open knipt en 6 verschillende biezen

Veel mensen vinden het spannend om in een breiwerk te knippen, terwijl anderen er geen enkel probleem mee hebben of zelfs blij worden om te kunnen knippen zonder te hoeven naaien met een naaimachine, of een rand haken voordat er wordt geknipt. We raden u zeer aan om de tekst hieronder te lezen om de video beter te kunnen begrijpen. In deze DROPS video gebruiken we het garen DROPS Nepal en laten 3 verschillende manieren zien om draden af te hechten/naaien voordat u gaat knippen. We laten tevens 6 verschillende biezen zien. In deze video laten we niet zien hoe de biezen gebreid worden. De proeflapjes in de video hebben 7 knipsteken omdat we om en om met een andere kleur breien en de middelste steek wordt aangegeven met een contrasterende draad. U kunt meer of minder knipsteken hebben. Vaak wordt in een vestpatroon uitgelegd hoe u heen en weer breit, dus deze knipsteken worden niet uitgelegd in het patroon, maar u moet ze zelf toevoegen. Op proeflapje A en B wordt een naald met vasten gehaakt, terwijl op proeflapje C, D, E en F, een naaimachine gebruikt wordt voordat u gaat knippen. Op proeflapje A wordt de helft van de 3e en de helft van de 4e samengebreid, terwijl op proeflapje B de helft van de 4e en de helft van de 5e steken worden samengebreid. Er wordt een naaimachine met zigzagsteek gebruikt op proeflapje C en D en een zigzag steek + 1 rechte steek op proeflapje E en F. SAMENVATTING van de verschillend biezen: A) De kniprand wordt gehaakt met vasten met een dunnere draad dan het kledingstuk zelf (gebruik een dunnere draad met dezelfde samenstelling, indien mogelijk, in deze video gebruiken we DROPS Flora, kleur nr. 19 koraal). De voorbies is een lange losse strook, gebreid in ribbelsteken welke aan het kledingstuk genaaid wordt. Zorg ervoor dat de voorbies niet te lang of te kort is in verhouding tot het kledingstuk. De ruwe rand wordt rechtstreeks op het kledingstuk genaaid aan de verkeerde kant. B) De kniprand wordt gehaakt vasten met een dunnere draad dan het kledingstuk zelf (gebruik een dunnere draad met dezelfde samenstelling indien mogelijk. In deze video gebruiken we DROPS Flora, kleur nr. 19 koraal). De voorbies wordt in een stuk gebreid, de helft in boordsteek (1 recht, 1 averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek) en de helft in tricotsteek. De voorbies wordt aan het kledingstuk genaaid en het deel in tricotsteek wordt over de ruwe rand gelegd en aan de verkeerde kant genaaid. C) De kniprand wordt met zigzagsteken met een naaimachine afgewerkt, ongeveer 0,5-1,0 cm vanaf waar het is geknipt. Voor de voorbies worden steken opgenomen in de eerste steek in het kledingstuk zelf. Sla ongeveer iedere 4e steek over om te voorkomen dat de voorbies te lang wordt in relatie tot het kledingstuk. De voorbies wordt gebreid in ribbelsteek tot de gewenste afmeting en de ruwe rand wordt afgewerkt met een decoratief lint. D) De kniprand wordt met zigzagsteken met een naaimachine afgewerkt, ongeveer 0,5-1,0 cm vanaf waar het is geknipt. Voor de voorbies worden steken opgenomen in de eerste steek in het kledingstuk zelf. Sla ongeveer iedere 4e steek over om te voorkomen dat de voorbies te lang wordt in verhouding tot het kledingstuk. Brei de voorbies in tricotsteek tot de gewenste afmeting, brei dan 1 naald averecht (vouwrand) en dan tricotsteek. Het laatste deel in tricotsteek wordt over de ruw rand gelegd en vastgenaaid. E) De kniprand wordt vastgenaaid met een rechte steek over een zigzagnaad (= 2 naden) met een naaimachine, ongeveer 0,5 - 1,0 cm vanaf waar het is geknipt. Voor de voorbies worden steken opgenomen in de eerste steek in het kledingstuk zelf. Sla ongeveer iedere 4e steek over om te voorkomen dat de voorbies te lang wordt in verhouding tot het kledingstuk. De voorbies wordt gebreid in boordsteek, 2 recht, 2 averecht tot de gewenste afmeting en de ruwe rand wordt afgewerkt met een decoratief lint. F) De kniprand wordt vastgenaaid met een rechte naad over een zigzagnaad (= 2 naden) met een naaimachine, ongeveer 0,5 -1,0 cm vanaf waar het is geknipt. Voor de voorbies worden steken opgenomen in de eerste steek in het kledingstuk zelf. Sla ongeveer iedere 4e steek over om te voorkomen dat de voorbies te lang wordt in verhouding tot het kledingstuk. De voorbies wordt in boordsteek (2 recht, 2 averecht) gebreid tot de gewenste afmeting. Op de verkeerde kant neemt u dezelfde hoeveelheid steken op in dezelfde steek al de voorbies en brei een stuk (tricotsteek) om over de ruwe rand te leggen en naai het vast. In deze video gebruiken we het garen DROPS Nepal.

1:15
Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Op deze DROPS video laten wij zien hoe u een proeflapje kunt breien om uw stekenverhouding te meten. De stekenverhouding verwijst naar het aantal steken dat gebreid wordt in de breedte en het aantal naalden in de hoogte om een bepaalde maat te bereiken. Dit hangt af van welk stekenpatroon u breit, de dikte van de naalden of de haaknaald en uw eigen spanning (dus hoe vast of hoe los u breit). De spanning kan aangepast worden om de juiste stekenverhouding te bereiken die in het patroon genoemd wordt door de naalddikte aan te passen. Met een grotere maat breinaald krijgt u een kleinere stekenverhouding (minder steken per 10 cm) en een kleinere maat breinaald leidt tot een grotere stekenverhouding (meer steken per 10 cm). Boordsteek en kabels trekken het werk in elkaar en geven een grotere stekenverhouding dan bijvoorbeeld ribbelsteek, tricotsteek of gerstekorrel. En in ribbelsteek en gerstekorrel moeten meer naalden gebreid worden dan in tricotsteek om dezelfde stekenverhouding in de hoogte te bereiken. Met dikker garen krijgt u grotere steken (dus het aantal steken dat u nodig heeft om een bepaald formaat te breien wordt kleiner). Uw stekenverhouding kan ook wisselen tijdens het breien (dit komt vooral veel voor bij beginnenden breiers) en als u een nieuw stekenpatroon eenmaal in de vingers heeft, kunt u eventueel losser of strakker gaan breien. Het is heel belangrijk dat u uw stekenverhouding goed controleert voor u begint met breien zodat de afmetingen van het kledingstuk klopppen. Een proeflapje wordt gemaakt in het stekenpatroon waarin u zult gaan breien. De randen van een proeflapje zijn vaak anders dan het middengedeelte, zodat u het proeflapje minstens 15 bij 15 cm groot dient te maken om de stekenverhouding over 10 x 10 cm betrouwbaar te meten. Als u een nieuw steekpatroon gaat breien, raakt u hier tijdens het breien van het proeflapje ook aan gewend; de kans dat uw stekenverhouding dan nog wisselt tijdens het breien van uw kledingstuk wordt dan ook kleiner.