DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Bay Shorts

Korte broek gebreid van boven naar beneden en met dubbele gerstekorrel in DROPS BabyAlpaca Silk of DROPS Safran. Voor baby en kinderen in de maten 0 - 6 jaar.

DROPS Children 28-5
DROPS Design: Patroon nr. bs-009-bn
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maten: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4 - 5/6 jaar)
Maten in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104 - 110/116)
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
100-100-100 (150-150-150) g kleur 6235, grijsblauw

Of gebruik:
DROPS SAFRAN van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-150-150 (200-200-200) g kleur nr 06, denimblauw

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 of 60 cm) 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in dubbele gerstekorrel (A.1) is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 of 60 cm) 2.5 MM – voor de randen.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

GAATJES VOOR DE STRIKBAND:
Begin midden achter, brei 54-58-62 (66-70-74) steken tricotsteek, hecht 2 steken af, brei 8 steken tricotsteek (= midden voor), hecht 2 steken af en brei 54-58-62 (66-70-74) steken tricotsteek. Op de volgende naald, zet 2 nieuwe steken op boven elk van de twee gaatjes waar de steken zijn afgehecht

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat alle naalden in het patroon aan de goede kant. Zowel de goede kant als de verkeerde kant van het werk zijn weergegeven.

VERHOGING VOOR DE ACHTERKANT:
Brei A.1 heen en weer gebreid als volgt: Begin midden achter en brei 5-5-5 (7-7-7) steken in patroon, keer het werk, trek de draad aan en brei 10-10-10 (14-14-14) steken terug in patroon. Keer het werk, trek de draad aan en brei 18-18-18 (24-24-24) steken in patroon (pas zo aan dat het patroon past aan elke kant van de achterkant, keer het werk, trek de draad aan en brei 26-26-26 (34-34-34) steken in patroon. Ga verder op deze manier brei er nog 8-8-8 (10-10-10) steken er bij elke keer als het werk wordt gekeerd in totaal 4 keer (= een totaal van 8 verkorte toeren). Keer dan het werk en brei in patroon aan de goede kant terug tot midden achter.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, ga verder in A.1 over de volgende 2 steken zoals hiervoor (= midden voor of midden achter), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te vermijden - de gemeerderde steken worden gaandeweg meegebreid in A.1.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de binnenkant van de pijp):
MINDER ALS VOLGT NA DE MARKEERDRAAD:
Als de eerste steek recht is: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
Als de eerste steek averecht is: 2 steken averecht gedraaid samen.
MINDER ALS VOLGT VOOR DE MARKEERDRAAD:
Als de laatste steek recht is: 2 recht samen.
Als de laatste steek averecht is: 2 averecht samen.
----------------------------------------------------------

KORTE BROEK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met rondbreinaald vanaf de taille naar beneden. De pijpen worden gebreid in de rondte met breinaalden zonder kop.
Zet 120-128-136 (144-152-160) steken op met rondbreinaald 2.5 mm en BabyAlpaca Silk of Safran. Het begin van de naald = midden achter. Brei tricotsteek over 3 cm. Brei 1 naald averecht voor de vouwrand – HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN. Brei tricotsteek over 1½ cm. Brei op de volgende 2 naalden GAATJES VOOR DE STRIKBANDEN – zie uitleg hierboven. Ga dan verder met tricotsteek tot het werk 3 cm meet vanaf de vouwrand. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei dan de VERHOGING VOOR DE ACHTERKANT – zie uitleg hierboven. Als de verhoging klaar is ga dan verder in A.1 in de rondte over alle de steken (zorg ervoor dat het patroon doorloopt over de verhoging wanneer u verder breit). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 10-12-14 (15-16-18) cm meet vanaf de vouwrand in de taille (gemeten midden voor) voeg dan 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 60-64-68 (72-76-80) steken (= midden voor en midden achter van de korte broek). Meerder op de volgende naald 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd – LET OP: De gemeerderde steken worden gaandeweg meegebreid in A.1). Meerder op deze manier iedere 4e naald in totaal 4 keer = 136-144-152 (160-168-176) steken. Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 14-16-18 (19-20-22) cm vanaf de taille (gemeten vanaf de vouwrand midden voor).

PIJPEN:
Begin midden achter en brei A.1 over de eerste 68-72-76 (80-84-88) steken zoals hiervoor. Plaats de overgebleven 68-72-76 (80-84-88) steken op een hulpdraad. Ga verder met breinaalden zonder kop maat 3 mm en ga verder in A.1 in de rondte. Voeg 1 markeerdraad in aan het begin van de naald = de binnenkant van de pijp. Als u 1-1-2 (2-2-2) cm hebt gebreid minder dan 1 steek aan elk kant van de markeerdraad – LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder op deze manier iedere 2e -2e -2e(3e-4e-4e) naald in totaal 4 keer in alle maten = 60-64-68 (72-76-80) steken. Ga verder met breinaalden zonder kop maat 2.5 mm als de pijp 3-4-5 (6-7-7) cm meet (de minderingen zouden nu klaar moeten zijn). Brei 4 naalden tricotsteek, 1 naald averecht voor de vouwrand en 4 naalden tricotsteek. Ga verder met breinaalden zonder kop maat 3 mm en kant dan losjes af. De pijp meet ongeveer 4-5-6 (7-8-8) cm vanaf de scheiding en naar beneden tot de vouwrand. Brei de andere pijp op dezelfde manier. De totale lengte van de korte broek is ongeveer 18-21-24 (26-28-30) cm vanaf de taille naar beneden (gemeten vanaf de vouwrand midden voor tot de vouwrand onderaan de pijpen).

AFWERKING:
Vouw de rand op de bovenkant van de korte broek naar binnen aan de verkeerde kant van het werk en naai deze vast, zorg ervoor dat de naad niet te strak wordt.
Doe hetzelfde aan de onderkant van beide pijpen.

STRIKBAND IN PUNNIKRAND:
Zet 4 steken op met breinaalden zonder kop maat 2.5 mm en Baby Alpaca Silk of Safran. Brei dan als volgt: 4 recht, duw de steken naar het begin van de naald, trek de draad aan op de achterkant van het werk en brei 4 steken recht. Ga verder op deze manier (het werk wordt dus niet gekeerd) tot de strikband ongeveer 100-120 cm meet. Knip de draad af, haal deze door de 4 steken, trek de draad aan en hecht goed af. Begin midden voor en trek de strikband door de gaatjes in de taille van de korte broek.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 16.05.2022
Correctie bij VERHOGING ACHTERKANT + KORTE BROEK

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = breirichting
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 28-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (11)

country flag Brigitta wrote:

Guten Tag, mein Muster wird bei den Shorts, wenn A1 anfängt, schräg versetzt und nicht unterhalb. Woran liegt es? Zuerst habe ich mit Nadelspiel gestrickt, dann wieder neu angefangen mit Rundnadeln 3mm 60 cm. Beide Male erhalte ich ein schräges Muster, statt untereinander. VG

06.03.2024 - 10:17

DROPS Design answered:

Liebe Brigitta, A.1 wird insgesamt 30-32-34 (36-38-40) Mal in der Breite/in der Runde gestrickt, so sollte es passen. Beim Übergang zwischen Ende/Anfang von den Runden, versuchen Sie das Garn etwas fester zu ziehen, damit die erste und die letzte Masche etwas mehr nebeneinander leigen. Viel Spaß beim Stricken!

06.03.2024 - 11:50

country flag Lignon wrote:

Bonjour je cherche un modèle pour filles de 10 ans pour faire un short ou tricot. Merci d’avance.

06.12.2023 - 17:22

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lignon, retrouvez ici tous nos modèles de shorts et pantalons/leggins en 9/10 ans. Bon tricot!

07.12.2023 - 08:22

country flag Gabriele wrote:

Bei den Zunahmen vor der Teilung der Beine geht das Muster bei mir nicht auf! Bitte erklären sie mir doch die Strickweise. Dankeschön!!!

17.07.2022 - 23:33

DROPS Design answered:

Liebe Gabriele, bis alle Zunahmen gestrickt sind, wird das Muster nicht mehr passen, da es über 4 M gestrickt wird, aber wenn alle Zunahmen fertig sind, sollte dann das Muster anpassen. Viel Spaß beim stricken!

01.08.2022 - 10:37

country flag Jenni Virtanen wrote:

Tyhmä kysymys, mutta en millään ymmärrä miten saan helmineuleen jatkumaan lisättyjen silmukoiden jälkeen? 2 oikein ja 2 nurin menee väkisin sekaisin. Voisiko tätä vääntää rautalangasta?

22.04.2021 - 20:39

DROPS Design answered:

Hei, kun teet lisäyksen ole aina tarkkana, että neulot esim. 2 oikean silmukan viereen lisätyn silmukan nurin.

05.05.2021 - 16:57

country flag Chana wrote:

Hello, When you are measuring the moss stitch to get 18cm in the 5/6 size do you measure from the turning row or from the end of the stockinette? Is the waist band counted in the 18cm? Thank you.

19.12.2019 - 04:20

DROPS Design answered:

Dear Chana, you measure from the folding row (= the purled round after the first 3 cm stocking st); ie work A.1 when piece measures 3 cm from purled row (= 6 cm from cast on row), etc... Happy knitting!

19.12.2019 - 08:13

country flag Agathe Dufour wrote:

Est-ce que je peux faire ce modèle mais au point jersey?

06.06.2019 - 19:51

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Dufour. Bien sur, bon travail.

06.06.2019 - 20:09

country flag Gabriele wrote:

Hallo, meine Enkelin ist 3Jahre alt und hat einen Bauchumfang von 51 cm,( ist sogar eine Pummelfee). In ihrer Anleitung ist aber schon bei der kleinsten Größe,(1/3 Monate),ein Umfang von 50 cm angegeben. Kann das stimmen ? Liebe Grüße, Gabriele

16.05.2019 - 15:49

DROPS Design answered:

Liebe Gabriele, gerne können Sie eine ähnliche Kleidung messen, diese Maßen vergleichen Sie dann mit den in der Maßskizze um die passende Größe zu finden. Viel Spaß beim stricken!

20.05.2019 - 13:33

country flag Rie Dyrmose wrote:

Kan heller ikke få mønsteret til at passe ved forhøjning bagved, nogen der har løsningen her??

07.05.2019 - 18:09

DROPS Design answered:

Hej Rie, Vi skal prøve at få lavet en video som viser hvordan man kan gøre.

08.05.2019 - 09:33

country flag Jose Suntjens wrote:

Ik kom er niet aan uit hoe dat ik de verhoogde kant moet maken in de gerstekorrel, dan klopt het patroon niet meer kunt u me dat verduidelijken? Dank.

23.02.2019 - 17:16

country flag Liv Gravdal Malmhaug wrote:

Enig med Marianne. Umulig å få mønster til å stemme ved mønster A1 ved forhøyning bak. Her må det rettes i oppskriften. Velger å strikke glattstrikk til forhøyning er ferdig.

20.02.2018 - 14:05