DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Little Mate

Gebreide spencer / slip-over met strepen in DROPS BabyMerino of DROPS Safran. Voor baby en kinderen in de maten 0 - 6 jaar.

DROPS Children 28-3
DROPS Design: Patroon nr. bm-008-bn
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maten: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4 - 5/6 jaar)
Maten in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104 - 110/116)
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
50 g voor alle maten in elk van de kleuren:
02, naturel
43, licht zeegroen

Of gebruik:
DROPS Safran van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
100 g voor alle maten in elk van de kleuren:
18, naturel
50, mint

DROPS RONDBREINAALD (40 of 60 cm) 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS RONDBREINAALD (40 of 60 cm) 2.5 MM – voor de randen in ribbelsteek.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 521: 3 stuks voor alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

STREPEN:
Zie telpatroon A.1. De strepen worden gebreid in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de armsgaten):
Alle minderingen worden gebreid aan de goede kant! Minder 1 steek aan de binnenkant van de 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant.
Minder als volgt na de 4 kantsteken in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
Minder als volgt voor de 4 kantsteken in ribbelsteek: Brei tot er 6 steken over zijn op de naald, 2 recht samen en brei dan de 4 kantsteken in ribbelsteek (= 1 steek geminderd).

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de linker voorbies aan de achterkant (als het kledingstuk gedragen wordt). 1 knoopsgat = begin aan de goede kant, 1 recht, 2 recht samen, maak 1 omslag en brei de laatste voorbiessteek recht. Brei op de volgende naald, de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat
Maak de knoopsgaten bij een hoogte van:
1/3 maanden: 20, 22 en 24 cm.
6/9 maanden: 22, 24 en 26 cm.
12/18 maanden: 24, 26 en 28 cm.
2 jaar: 25, 28 en 31 cm.
3/4 jaar: 28, 31 en 34 cm.
5/6 jaar: 32, 35 en 38 cm.
----------------------------------------------------------

TOP:
Het werk wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald tot de armsgaten, brei dan de voor- en achterpanden apart verder, heen en weer op de rondbreinaald tot de gewenste lengte.

LIJF:
Zet losjes 100-108-120 (128-140-148) steken op met rondbreinaald 2.5 mm en Baby Merino licht zeegroen of Safran mint. Brei 3 RIBBELS – zie uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei tricotsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 7-8-9 (10-12-14) cm meet, brei dan STREPEN – zie uitleg hierboven. Herhaal A.1 in de hoogte. Als het werk ongeveer 15- 16-17 (19-21-24) cm meet, brei dan verder in naturel tot de gewenste lengte. Voeg TEGELIJKERTIJD op de eerste naald na de strepen, 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 50-54-60 (64-70-74) steken (= in de zijkanten – neem de markeerdraden gaandeweg mee tijdens het breien). Als het werk 16-17-18 (20-22-25) cm meet, brei dan 2 ribbels over 14 steken aan elke kant (dat wil zeggen 7 steken aan elke kant van beide markeerdraden – de andere steken worden in tricotsteek verder gebreid). Na de 2 ribbels aan elke kant, breit u de volgende naald als volgt: Hecht 3 steken af voor het armsgat, 44-48-54 (58-64-68) steken recht (= voorpand), hecht 6 steken af voor het armsgat, 44-48-54 (58-64-68) steken recht (= achterpand) en hecht de laatste 3 steken af voor het armsgat. Knip de draad af. De voor- en achterpanden worden nu apart verder gebreid.

VOORPAND:
= 44-48-54 (58-64-68) steken. Brei tricotsteek heen en weer met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant (de eerste naald wordt gebreid aan de verkeerde kant). Als u 3 naalden heen en weer hebt gebreid (dus de laatste naald was gebreid aan de verkeerde kant) minder dan voor de armsgaten aan elke kant – LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder op deze manier iedere 4e naald (dus iedere andere naald aan de goede kant) in totaal 4 keer aan elke kant = 36-40-46 (50-56-60) steken. Ga verder met tricotsteek en 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 23-24-26 (28-30-33) cm meet. Plaats nu de middelste 14-16-16 (16-18-20) steken op een hulpdraad voor de hals en brei elk schouder apart verder. Hecht af voor de hals op het begin van elke naald van de hals als volgt: 1 keer 2 steken in alle maten en dan 2-2-2 (3-3-4) keer 1 steek = 7-8-11 (12-14-14) steken over op de schouder. Brei verder tot er 1 naald over is voordat het werk 26-28-30 (33-36-40) cm meet (pas zo aan dat de volgende naald aan de verkeerde kant wordt gebreid). Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant en hecht dan af in recht aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

ACHTERPAND:
= 44-48-54 (58-64-68) steken. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 22-24-27 (29-32-34) steken (= midden achter). Brei verder op dezelfde manier zoals voor het voorpand en minder voor de armsgaten iedere 4e naald aan elke kant. Plaats TEGELIJKERTIJD als het werk 18-20-22 (23-26-30) cm meet, de steken aan de rechterkant van het werk (aan de goede kant gezien) tot de markeerdraad op een hulpdraad.

LINKER ACHTERPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Brei tricotsteek heen en weer zoals hiervoor met 4 kantsteken in ribbelsteek aan de kant van het armsgat en zet daarnaast 2 nieuwe steken op aan het einde van de eerste naald aan de verkeerde kant midden achter. Ga verder met tricotsteek, 4 kantsteken in ribbelsteek midden achter en 4 kantsteken in ribbelsteek aan de kant van het armsgat – denk om de minderingen voor het armsgat en de KNOOPSGATEN op de voorbies – zie uitleg hierboven.
Als u 1 naald hebt gebreid na het laatste knoopsgat, hecht dan de eerste 11-12-12 (13-14-16) steken van midden achter af voor de hals. Ga verder met het afkanten van 2 steken op de volgende naald van de hals = 7-8-11 (12-14-14) steken over op de schouder. Brei verder tot er 1 naald over is voordat het werk 26-28-30 (33-36-40) cm meet – pas aan zodat het met het voorpand overeen komt, 1 naald recht aan de verkeerde kant en hecht dan af in recht aan de goede kant.

RECHTER ACHTERPAND:
Plaats de steken van de draad terug op rondbreinaald 3 mm, zet daarnaast 2 nieuwe steken op aan het einde van de eerste naald aan de goede kant richting midden achter. Brei verder zoals voor het linker achterpand, maar met de minderingen aan de tegenovergestelde kant (Maak geen knoopsgaten op de rechter voorbies).

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen in de afkantrand.

HALS:
Begin midden achter en brei aan de goede kant ongeveer 60-66-66 (74-82-90) steken om de hals (inclusief de steken op de hulpdraad op de voorkant) met rondbreinaald 2.5 mm en naturel. 1 naald recht aan de verkeerde kant, 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht aan de verkeerde kant. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant.

AFWERKING:
Naai de knopen op de rechter voorbies aan de achterkant.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 11.06.2021
Correctie ACHTERPAND (tekst en getallen verwijderd): RECHTER ACHTERPAND:
Plaats de 22-24-27 (29-32-34) steken van de draad terug op rondbreinaald 3 mm, zet daarnaast 2 nieuwe steken op aan het einde van de eerste naald aan de goede kant richting midden achter = 24-26-29 (31-34-36) steken op de naald. Brei verder zoals voor het linker achterpand, maar met de minderingen aan de tegenovergestelde kant (Maak geen knoopsgaten op de rechter voorbies).

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = licht zeegroen
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Little Mate

Eva, Denmark

Little Mate

Nanna, Denmark

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 28-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Corina wrote:

Guten Tag Ich habe zwei Fragen zum Rückenteil. Was ist mit "Vorderseite" gemeint? Die Vorderseite der Arbeit oder des Oberteils? Und wo genau müssen die 2 M angeschlagen werden? Vor dem Kraus-Rechts-Rand? Ich finde, ab dieser Stelle ist die Anleitung leider nicht mehr ohne Weiteres zu verstehen. Ich komme nicht weiter :( Danke für Ihre Hilfe!

02.03.2023 - 14:50

DROPS Design answered:

Liebe Corina, hier ist es "Hinreihe" gemeint, also die Seite, die von der Vorderseite gestrickt wird. Die 2 Maschen am ende eine Hin-Reihe beim rechten Vorderteil anschlagen (Knopfleiste in der hinteren Mitte). Viel Spaß beim stricken!

02.03.2023 - 15:03

country flag Pia Poulsen wrote:

Kan jeg mon strikke denne uden knapper bagpå? Og i så fald kan barnet så få vesten over hovedet? venligst Pia

23.02.2023 - 23:12

DROPS Design answered:

Hej Pia, så skal du nok lave halsen lidt større... :)

24.02.2023 - 15:21

country flag Anette wrote:

Hei! Har dere forslag til hvordan jeg kan strikke bakstykket hvis jeg ikke ønsker å strikke stolper/knapphull? Vennlig hilsen Anette

02.02.2022 - 17:18

DROPS Design answered:

Hej Anette, så kan du strikke det som forstykket :)

04.02.2022 - 13:50

country flag Annika Schygge wrote:

Stickar st 2 år, står att det ska vara 29 m på hö bakstycke men efter avmaskningar för ärmhål är det bara 25 m som återstår på vardera bakstycke när det delas?

07.06.2021 - 18:51

DROPS Design answered:

Hej Annika. Du har rätt, det var fel tal som stod där och dessa har nu tagits bort. Du ska ha samma antal maskor som på framstycket efter avmaskningar precis som du skriver. Mvh DROPS Design

11.06.2021 - 10:20

country flag Marianne Pagh wrote:

Hvorfor ruller den underste kant op?

24.05.2021 - 14:24

DROPS Design answered:

Hei Marianne. Du kan evnt strikke 1 ekstra rille (2 pinner retstrikk) eller dampe kanten lett når vesten er ferdig. mvh DROPS design

26.05.2021 - 09:47

country flag Nanna Hansen wrote:

Jeg har strikket det meste af vesten i str. 3/4 år. Jeg er nået til bagstykket og er kommet i problemer. Jeg har 64 masker og arbejdet måler 24 cm. Hvis jeg tager ind til ærmegab på hver 4 pind, så har jeg ikke 32 masker tilbage når jeg når et punket om højre bagstykke. Jeg skal blot strikke videre 2cm med indtagninger og så se bort fra de 32 masker?

15.11.2020 - 17:32

DROPS Design answered:

Hej Nanna, du har 32 masker når du starter med bagstykket og efterhånden som du tager ind til ærmegab (som forstykket) så vil du få et færre antal masker. Du fortsætter på samme måde i den anden side. God fornøjelse!

24.11.2020 - 14:55

country flag Benthe Pretorius wrote:

Jeg har et garn med strikkefasthet 15-23 på pinne nr 5. hvilken oppskrift bør jeg velge? det er til barn.

25.03.2019 - 16:05

DROPS Design answered:

Hei Bente. Det kan høres ut som det tilsvarer en garngruppe D eller E, du kan filtrere etter det når du søker. Når det er sagt så er det DIN strikekfasthet som avgjør hvilke oppskrifter du kan velge, det er viktig at du har den samme strikkefastheten som angitt i oppskriften. Selvom det står pinne 5 på garnet betyr ikke det at du ikke kan bruke oppskrifter med andre pinnestørrelser, det er individuelt hvilke pinnenummer hver av oss må bruke for å oppnå en angitt strikkefasthet. Vi råder alltid kunder til å strikke en prøvelapp å se. God fornøyelse

02.04.2019 - 09:19

country flag Christine Giordano wrote:

Bonjour, J'aime bien ce petit modèle mais pour l'été j'aimerai le faire en coton plutôt qu'en laine qui me parait chaude, que me conseillez vous? Je vous remercie de votre réponse.

09.06.2017 - 21:49

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Giordano, vous trouverez ici la liste des qualités alternatives possibles et leur composition, retrouvez plus d'infos sur les alternatives et équivalences ici. Bon tricot!

12.06.2017 - 09:00