DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Nepal yarn
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
Markeer maat:
DROPS 156-55

#celticdancerslippers

DROPS design: Model nr. ne-162
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: 35/37-38/40-41/43
Voor een voetlengte van: 22-24-27 cm
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
150 gr voor alle maten in kleur nr. 4311, grijs/paars

DROPS RECHTE BREINLD EN BREINLD ZONDER KNOP 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st keer 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP 4 mm – voor de boordsteek ----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.3. De telpatronen geven de goede kant van het patroon weer. De patronen worden in de rondte gebreid.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st voor de markeerder als volgt: 2 r samen.
Minder 1 st na de markeerder als volgt: 2 gedraaid r samen.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

GERSTEKORREL:
Nld 1: * 1 r, 1 av *, herhaal van *-*.
Nld 2: recht boven av en av boven recht.
Herhaal steeds de 2e nld.

TIP VOOR HET METEN:
Meet in het midden van de kabel in A.1/A.3.
----------------------------------------------------------

SLOF:
Wordt heen en weer gebreid vanaf middenachter.
Zet 33-33-35 st op met nld 5 mm en Nepal (houd een draadeinde van ongeveer 20 cm en gebruik dit later voor de afwerking). Brei 1 ribbel in RIBBELST - zie uitleg boven – en meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld 4 st gelijkmatig = 37-37-39 st. Brei dan als volgt aan de goede kant: 4 av, A.3 (= 8 st), 13-13-15 st GERSTEKORREL – zie uitleg boven, A.1 (= 8 st) en eindig met 4 av. Ga zo verder in patroon, brei de av st r aan de verkeerde kant. Herhaal A.1 en A.3 tot het werk klaar is. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei bij een hoogte van 10½-11½-13 cm – zie TIP VOOR HET METEN boven – als volgt aan de goede kant: 4 av, A.3, 13-13-15 st gerstekorrel, A.1, 4 av, zet 4 nieuwe st op, brei de eerste 4 st, de nld begint hier = 41-41-43 st. Brei het werk nu verder in de rondte op de breinld zonder knop. Brei in patroon als hiervoor maar brei nu A.2 (= 12 st) over de 4 av st aan elke kant van het werk en de 4 nieuwe st. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.a tot het werk 17-19-22 cm meet. Brei in tricotst over de st in A.a of begin iets eerder met tricotst. Ga verder in A.1 en A.3 tot het werk klaar is. Plaats nu 4 markeerders in het werk als volgt: brei A.3 maar plaats de 1e markeerder tussen de 1e en 2e st en de 2e markeerder tussen de 7e en 8e st in A.3, brei in gerstekorrel als hiervoor, brei A.1 maar plaats de 3e markeerder tussen de 1e en 2e st en de 4e markeerder tussen de 7e en 8e st in A.1, brei de overgebleven st r (= 14 st op de bovenkant van de voet, 15-15-17 st op de onderkant van de voet en 6 st aan elke zijkant van het werk).

Minder nu voor de teen in de volgende nld als volgt: minder 1 st na de 2e markeerder en 1 st voor de 3e markeerder op de onderkant van de voet 0-0-1 keer in totaal – LEES TIP VOOR HET MINDEREN boven, brei de overgebleven st = 14 st op de bovenkant van de voet en 15 st op de onderkant van de voet (= 41 st in totaal). Minder in de volgende nld als volgt: minder 1 st voor de 1e en 3e markeerder en 1 st na de 2e en 4e markeerder (= 4 st geminderd in totaal). Herhaal dit minderen elke nld 6 keer in totaal en minder de laatste keer TEGELIJKERTIJD de kabel st in A.1 en A.3 als volgt: 2 st gedraaid r samen, 2 r samen. Als alle minderingen gedaan zijn, staan er nog 13 st op de nld. Het werk meet ongeveer 20-22-25 cm. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

AFWERKING:
Vouw de opzetrand dubbel (= middenachter), gebruik het draadeinde van de opzet en naai hiermee de slof netjes dicht middenachter.

RAND:
Brei een rand in de rondte op breinld zonder knop langs de opening van de slof. Neem 50-50-54 st op met breinld zonder knop 4 mm en Nepal. Brei 1 nld av. Brei dan 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 10 st gelijkmatig = 60-60-64 st. Brei boordsteek = 2 r/2 av tot het werk ongeveer 12-13-14 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de rand dubbel.

Brei nog een slof.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant<br />
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant<br />
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 1 av/r van de kabelnld<br />
= zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 1 av/r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 av/r, 2 r van de kabelnld<br />
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 av/r, 2 r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld<br />
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld<br />
= zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
Diagram for DROPS 156-55
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 156-55

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (171)

country flag Marie-Audrey Nadeau Fortin schreef:

Bonjour, Lorsqu'il faut réaliser A2, doit-on débuter par le bas du diagramme puis continuer chaque rangée vers le haut ou l'inverse (de haut en bas)? Aussi, lorsqu'il faut réaliser les torsades dans A2, que signifie le symbole "/"? Par exemple, lorsqu'il est écrit "reprendre la m en attente et la tricoter à l'env/à l'end ", que dois-je faire? Dois-je tricoter la maille en attente à l'endroit ou à l'envers? Merci beaucoup!

01.11.2014 - 03:20

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Nadeau, les diagrammes se lisent en commençant en bas à droite vers la gauche les rangs sur l'end (et tous les tours quand on tricote en rond) (voir ici.) Dans les symboles 3 et 4 du diag, tricotez la m à l'end ou à l'env en fonction du motif. Bon tricot!

01.11.2014 - 10:30

country flag Nikoline Pilgaard Larsen schreef:

Er der ikke en fejl i A2? Linje tre fra neden eksempelvis: der er kun tre masker til at sætte to masker på hj.pind og strikke to ret, og derefter strikke de to masker.

27.10.2014 - 19:25

DROPS Design antwoorde:

Hej Nikoline, ifølge diagramforklaringen sætter du kun 1 m på hj.p. God fornøjelse!

28.10.2014 - 08:26

country flag Fran Hoffman schreef:

Seed stitch directions say: Row/round 1: * K 1, P 1 *, repeat from *-*. Row/round 2: K over P and P over K. Repeat 2nd row/round. I don't understand what it means to repeat round 2 - when? Where?

23.10.2014 - 02:14

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Hoffman, you work in seed st over the 13-15 sts (see size) for under foot. When you have done the 1st row in seed st, continue always working K over P and P over K over these sts. Happy knitting!

23.10.2014 - 10:32

Debbie schreef:

I understand where the markers are placed but what I don't understand is how you can knit 2 tog. when there is only one stitch before the marker because this is the beginning of the round

21.10.2014 - 16:07

DROPS Design antwoorde:

Dear Debbie, to decrease 1 st before marker, work until 2 sts remain before marker and work K2 tog, so that you will work last st on round tog with 1st st next round at the beg of round. Happy knitting!

21.10.2014 - 17:07

Debbie schreef:

My problem is with the decrease round. You say to decrease 1 stitch before the first marker by knitting 2 together but the 1st stitch before the marker is the beginning of the round (beginning ofA3 pattern). I am not sure how I should be decreasing.

20.10.2014 - 22:17

DROPS Design antwoorde:

Dear Debbie, markers are place here to work the dec for toe, 1st marker will be between 1st and 2nd st in A.3, and you will dec 1st before 1st marker (see next paragraph where decreases are explained). Happy knitting!

21.10.2014 - 09:58

country flag Bev schreef:

What is meant by A.a in the pattern. It is mentioned after working in the round after A.2 has ben worked 1 time vertically. " work A.a until piece measures 61/2/ 71/2, 81/2 inches. I have read over this pattern multiple times and I cannot find what this refers to. Please respond as I am at that point in the construction

20.10.2014 - 02:56

DROPS Design antwoorde:

Dear Bev, when you have worked diagram A.2 1 time vertically (all rows in diagram), start again on 2nd row in A.2 working the A.a part (framed on the side). Happy knitting!

20.10.2014 - 10:37

country flag Barb schreef:

I am having trouble going from straight to in the round. Could you tell me exactly where in the pattern Is the first stitch in the beginning of the round and are the 12 stitches in chart A2 all worked together? Sorry if this is obvious but I just can't get my head around this.

14.10.2014 - 18:04

DROPS Design antwoorde:

Dear Barb, when working straight, row from RS starts and ends with P4, join in the round on a RS row casting on 4 sts between the first and last P4 = you get P12 for the upper foot. Rounds will then start there (after cast on), continue then in the round in pattern as before and work A.2 over the P12 (end of round). Happy knitting!

15.10.2014 - 08:33

country flag Debbie schreef:

Do you have a video for this slipper?

14.10.2014 - 16:31

DROPS Design antwoorde:

Dear Debbie, you will find all relevant videos to these slippers under the tab "videos" at the right side of the picture. Remember you can ask any question here or contact your DROPS store for any individual assistance. Happy knitting!

14.10.2014 - 16:57

country flag Debbie schreef:

What do you mean by work one row vertically?

12.10.2014 - 19:58

DROPS Design antwoorde:

Dear Debbie, when it says "When A.2 has been worked 1 time vertically" it means you have to work 1 time in height all rows of diagram A.2. Happy knitting!

13.10.2014 - 10:12

country flag Debbie Clarke schreef:

When you say to cast on 4 stitches and then work them, are the purled or knitted? Also I am not sure where you should join for in the round. Is the start of the round before or after the 4 stitches?

12.10.2014 - 17:27

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Clarke, the 4 sts are cast on at the end of a row from RS and then continue in the round - beg of round will be then after the new 4 sts. Happy knitting!

13.10.2014 - 10:03