DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Sky yarn
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Blue Nostalgia

Gebreide trui met raglan in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon op de mouwen. Maten S – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 199-3

#bluenostalgiasweater

DROPS Design: Patroon nr. sk-026
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-250-300-300-350-400 g kleur 13, licht denimblauw

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: lengte 40 cm en 80 voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 40 en 80 cm voor de randen in ribbelsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 100 steken), en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 10) = 10.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na elke 10e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. Vind uw maat in de telpatronen (geldt voor A.3 tot A.5). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten van het lijf en mouwen):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De pas en het lijf worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald vanaf midden achter, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid met een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 100-106-110-116-120-126 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en Sky. Brei 2 RIBBELS – lees beschrijving hierboven. Brei 1 naald recht terwijl u 10-8-8-10-10-8 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 110-114-118-126-130-134 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald recht.
Brei de volgende naald als volgt: Brei tricotsteek over de eerste 15-16-17-19-20-21 steken (= helft van het achterpand), 1 omslag, 2 steken in tricotsteek, brei A.1 over 21 steken (= mouw), 2 steken in tricotsteek, 1 omslag, brei 30-32-34-38-40-42 steken in tricotsteek (= voorpand), 1 omslag, 2 steken tricotsteek, brei A.1 over 21 steken (= mouw), 2 steken in tricotsteek, 1 omslag, brei tricotsteek over de laatste 15-16-17-19-20-21 steken (= helft van het achterpand). Er zijn nu 118-122-126-134-138-142 steken op de naald.
Ga zo verder met dit patroon; dus op de mouwen meerdert u aan elke kant zoals te zien is in A.1. Brei op de volgende naald de omslagen recht (= gaatjes) en de gemeerderde steken worden gaandeweg in het patroon gebreid zoals te zien is in A.1. Op de voor- en achterpanden meerdert u met omslagen voor/na de 2 steken in tricotsteek aan elke kant (er komen 2 steken tricotsteek tussen elke raglanmeerdering). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht (= geen gaatjes) en de gemeerderde steken worden in tricotsteek gebreid. Meerder zo iedere 2e naald. U meerdert in totaal 8 steken op elke meerdernaald (= 4 omslagen + 4 steken gemeerderd in A.1). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 1 keer in de hoogte is gebreid zijn er 230-234-238-246-250-254 steken op de naald.
Ga zo verder met dit patroon, dus de patroonherhalingen zelf zoals te zien is in A.1. Elke keer dat u 20 naalden heeft gebreid is er ruimte voor nog 1 herhaling van het kantpatroon in de breedte op elke mouw.
Als u in totaal 24-27-29-32-34-38 keer op elke kant van A.1 heeft gemeerderd, zijn er 302-330-350-382-402-438 steken op de naald en meet het werk 18-20-22-24-25-28 cm vanaf de opzetrand midden voor.
Ga verder met tricotsteek en patroon zoals hiervoor, maar zonder te meerderen; dus de 69-75-79-85-89-97 steken in A.1 worden als volgt gebreid: Brei A.2 (= 2 steken), 2-0-2-0-2-1 steken in tricotsteek, beginnend op de naald gemarkeerd met een pijl voor uw maat, brei A.3 (= 10 steken), A.4 over de volgende 40-50-50-60-60-70 steken (= 4-5-5-6-6-7 herhalingen van 10 steken), A.5 (= 11 steken), 2-0-2-0-2-1 steken in tricotsteek en A.6 (= 2 steken).
Ga verder tot het werk ongeveer 23-25-26-28-30-32 cm meet vanaf de opzetrand midden voor.
Brei de volgende naald als volgt: Brei 41-45-49-54-59-65 steken in tricotsteek (= helft van het achterpand), plaats de volgende 69-75-77-83-83-89 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 82-90-98-108-118-130 steken tricotsteek (= voorpand), plaats de volgende 69-75-77-83-83-89 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 41-45-49-54-59-65 steken in tricotsteek (= helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 184-200-220-240-264-288 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant in het midden van de 10-10-12-12-14-14 opgezette steken onder elke mouw. Neem ze mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden even later gebruikt bij het minderen/meerderen. Brei tricotsteek. Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN = 4 steken geminderd. Minder zo iedere 3 cm in totaal 4 keer = 168-184-204-224-248-272 steken. Brei verder tot het werk 14 cm meet vanaf de scheiding. Meerder nu 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 4 steken gemeerderd. Meerder zo iedere 2 cm in totaal 7 keer = 196-212-232-252-276-300 steken. Brei verder tot het werk 30-30-31-31-31-31 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei 2 ribbels. Kant dan losjes af, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met naald 4 mm. De trui meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 69-75-77-83-83-89 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-14 opgezette steken onder de mouw = 79-85-89-95-97-103 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-12-12-14-14 opgezette steken onder de mouw en neem deze mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt even later gebruikt bij het minderen. Begin de naald bij de markeerdraad. Begin op de juiste naald in de telpatronen zodat het patroon verder gaat vanaf de pas en brei dan als volgt: Brei 4-2-4-2-3-1 steken in tricotsteek, A.3 (= 10 steken), A.4 over de volgende 50-60-60-70-70-80 steken (= 5-6-6-7-7-8 herhalingen van 10 steken), A.5 (= 11 steken) en 4-2-4-2-3-1 steken in tricotsteek. Ga verder met dit patroon. Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw – denk om TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3e-3e-3e-2e-2e-2e naald in totaal 14-15-15-16-15-16 keer = 51-55-59-63-67-71 steken. De steken die niet in het patroon passen wanneer u mindert worden in tricotsteek gebreid, maar zorg ervoor dat als de minderingen in het patroon worden gemaakt u ook een omslag maakt. Brei verder tot het werk 21-19-19-17-15-14 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een langere pas). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei 2 ribbels. Kant dan losjes af, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met naald 4 mm. De mouw meet ongeveer 22-20-20-18-16-15 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

recht = recht
averecht = averecht
maak 1 omslag tussen 2 steken (= gaatje) = maak 1 omslag tussen 2 steken (= gaatje)
2 recht samen = 2 recht samen
1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
laat 1 herhaling in de hoogte zien en hoe de kantpatronen boven elkaar gepositioneerd worden = laat 1 herhaling in de hoogte zien en hoe de kantpatronen boven elkaar gepositioneerd worden
dit vierkant heeft geen steek; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon = dit vierkant heeft geen steek; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
Diagram for DROPS 199-3
Diagram for DROPS 199-3
Diagram for DROPS 199-3

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 199-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (134)

country flag Isabelle C schreef:

Bonjour, j arrive a la fin du diagramme, mais pas assez de longueur aussi dois je continuer. Mais je reprends a quelle ligne du diagramme : 1 ou a la fleche de ma taille ? Merci

27.01.2025 - 14:54

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Isabelle, notez le rang du diagramme où vous avez terminé les augmentations et continuez le point ajouré ainsi, tricotez en jersey les mailles que vous ne pouvez pas tricoter en point fantaisie, jusqu'à la hauteur indiquée - veillez à toujours bien avoir autant de diminutions que de jetés dans chaque motif du point ajouré. Bon tricot!

27.01.2025 - 17:57

country flag Elaine schreef:

Je reprends les 77 mailles en attente de ma manche elle se termine par 2 mailles jersey et une maille de A2ou A6. Alors lorsque que j’ai ajouté mes 12 mailles et que je débute au centre de ces 12 mailles par 4 mailles jerseys et A3( je dois faire le 3ieme rang du point fantaisie) tout est décalé . Est-ce que j’aurais du débuter avecA2 et 2 mailles jerseys avant A3? Je ne sais plus quoi faire, j’ai besoin d’aide svp.

27.08.2024 - 14:35

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Elaine, le plus simple est de simplement continuer le motif comme avant, tricotez les mailles du début/de la fin du tour en les ajustant sur le point ajouré et si vous ne pouvez pas les tricoter dans le point ajouré, tricotez-les en jersey. Bon tricot!

30.08.2024 - 14:10

country flag Ditte schreef:

Kan I mon hjælpe mig med at forstå mønsteret under ærmerne? Jeg strikker en XL. Ifølge opskriften skal jeg strikke 2 m glatstrik og derefter A3. Men da jeg jo kun har 5 masker (4 opsamlede + 1 raglanmaske fra wiren), mangler jeg jo 5 masker i at kunne strikke A3. Hvad skal jeg gøre?

30.07.2024 - 22:15

DROPS Design antwoorde:

Hej Ditte, du fortsætter over det allerede eksisterende mønster på ærmet, de masker som ikke går op under ærmet strikkes i glatstrik :)

06.08.2024 - 13:20

country flag Lucy schreef:

Bonjour équipe drops, J'ai aussi un souci concernant le passage de A2 à A6. Si je comprends bien en A2 je fais un jeter, et ensuite 2 mailles ensembles. Est-ce que les 2 mailles ensemble sont celles de la ligne de raglan? Ensuite je poursuit avec A3, A4, jusqu'à A6. Merci beaucoup. En attente de votre réponse pour pouvoir poursuivre.

29.07.2024 - 19:15

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Lucy, les diagrammes A.2 et A.6 permettent de continuer les jours (trous) le long des raglans sans augmenter; autrement dit, tricotez A.2 ainsi (1 jeté, glissez 1 m à l'end, 1 m end, passez la m glissée par-dessus la m tricotée) et A.6 ainsi (2 m ens à l'end, 1 jeté). Les jetés des diagrammes vont se placer au-dessus des jetés des augmentations des raglans mais en raison de la diminution après/avant le jeté, on ne va plus augmenter. Bon tricot!

30.07.2024 - 08:37

country flag Sylvie Nortier schreef:

C'est quoi un empiècement sur un tricot merci

22.05.2024 - 12:37

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Nortier, l'empiècement correspond à la partie qui va (dans ce modèle tricoté de haut en bas) du col jusqu'aux emmanchures, on a ici un raglan, mais dans cette vidéo, nous montrons un empiècement arrondi (même partie du vêtement, mais forme différente). Bon tricot!

22.05.2024 - 13:52

country flag Hélène schreef:

Je suis rendue a diviser les manches et le corps . J’ai 97 mailles pour les manches et je dois mettre en attente 89 mailles. Est-ce que je transfère A2 sur le devant et A6 sur le dos? Merci

16.12.2023 - 17:36

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Hélène, les 4 premières mailles de la manche et les 4 dernières mailles de la manche vont être attribuées au dos/devant et seront donc tricotées en jersey, ainsi, vous avez bien le bon nombre de mailles pour chaque pièce. Bon tricot!

18.12.2023 - 08:30

country flag Ulla Nieminen schreef:

Ohje on hankala ja monimutkainen. Kun olin neulonut A1 loppuun, muuttui ohje ihan käsittämättömäksi. Tein neuleen valmiiksi maalaisjärjelläni.

06.11.2023 - 15:51

country flag Ulla Nieminen schreef:

Olen nyt neulonut kertaalleen A1:n. Mutta en ymmärrä, mitä tarkoittaa, että jatka samaan tapaan, kunnes silmukoita on ( L- koko) 350. Mitä kohtaa katson kuviosta A1? Siinähän on alussa 21 silmukkaa ja olen nyt 51 silmukassa.

26.10.2023 - 15:56

DROPS Design antwoorde:

Hei, piirrosten A.1 mallikerrat neulotaan toistensa yläpuolella. Eli aloita 1.kerros piirroksen A.1 edellisen kerroksen yläpuolella ja neulo piirroksen mukaan kuten aiemmin. Kerroksen uudet mallikerrat ovat kerroksen alussa ja lopussa.

02.11.2023 - 17:24

country flag Lucie schreef:

Bonjour, merci pour votre réponse, mais ce n'est toujours pas clair pour moi. Vous décrivez comment commencer au marqueur mais quand je commence mon tricot je suis 5 mailles après puisque je viens de relever les mailles, je dois donc déduire ces 5 mailles de votre explication?

10.10.2023 - 10:47

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Lucie, relevez les mailles sans les tricoter, ce sera ainsi plus simple de commencer au milieu de ces 10 mailles. Bonne continuation!

10.10.2023 - 16:18

country flag Lucie schreef:

Bonsoir, j’en suis aux manches : je ne comprends pas comment commencer mon tour au fil marqueur au milieu des 10 mailles relevées , alors que je suis déjà 5 mailles après (puisque je viens de relever les 10 mailles). Pouvez-vous m’aider?

09.10.2023 - 22:18

DROPS Design antwoorde:

Bonjour, Il suffit de placer ce marqueur au milieu des 10 mailles relevées. Les noveaux tours commenceront au marqueur. Bon tricot!

10.10.2023 - 09:02