SWer schreef:
Hallo, Ich stricke gerade diesen Pullover in Größe L und bin beim Muster A2 und frage mich ob das Muster nicht wie folgt lauten müsste: g,f,c,f,d,e,d,e,d,b,c,b,a und nicht wie folgt in der Anleitung geschrieben: a,b,c,b,d,e,d,e,d,f,c,f,g ?! Freue mich auf eine schnelle Antwort. Viele Grüße!
05.12.2017 - 21:32DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Swer, die Diagramme sind so richtig, Sie stricken von oben nach unten und von der Mitte am Rückenteil, so beginnt man mit a (Mitte am Ruckenteil) bis g (Mitte am Vorderteil) und noch einmal wiederholen von a bis g wie geschrieben. Viel Spaß beim stricken!
06.12.2017 - 09:30
Season Greetings#seasongreetingssweater |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Gebreide trui / kersttrui met ronde pas en veelkleurig Scandinavisch patroon, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Karisma.
DROPS 183-5 |
||||||||||||||||
|
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. Het hele patroon wordt gebreid in tricotsteek. TIP VOOR HET MEERDEREN /MINDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert/mindert, tel het totaal aantal steken op de naald (dus 148 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 16) = 9.3. In dit voorbeeld meerdert u na ongeveer iedere 9e steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Bij het minderen breit u ongeveer iedere 8e en 9e steek samen. TIP VOOR HET BREIEN: Om te voorkomen dat de stekenverhouding te strak wordt wanneer u in patroon breit, is het belangrijk dat de draden op de achterkant van het werk niet trekken. U kunt een grotere naald gebruiken wanneer u in patroon breit als dit een probleem is. TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw): Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). ---------------------------------------------------------- TRUI: De trui wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. U kunt een verhoging breien aan de achterkant van de hals voor een betere pasvorm, zodat de pas een klein beetje hoger is op de achterkant. U kunt de verhoging ook weg laten, de hals is dan hetzelfde op de voorkant en achterkant – zie beschrijving voor verhoging verder naar beneden in het patroon. Na de pas breit u het lijf in de rondte met de rondbreinaald. Het lijf wordt verdeeld op de split, dan breit u heen en weer verder. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop, van boven naar beneden. HALS: Zet 148-148-152-156-160-164 steken op met korte rondbreinaald 3.5 mm en met rood. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden achter). Brei 1 naald recht. Brei dan 6 cm boordsteek (= 2 recht / 2 averecht). Ga verder met korte rondbreinaald 4.5 mm en brei 1 naald recht terwijl u 16-20-20-22-24-26 steken verdeeld op de naald meerdert - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 164-168-172-178-184-190 steken. Brei nu een verhoging aan de achterkant van de hals of ga gelijk verder met de pas indien u geen verhoging wilt. VERHOGING IN ACHTERKANT VAN DE HALS: Sla dit deel over als u geen verhoging wilt. Brei 13-13-14-14-15-15 steken recht voorbij de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 26-26-28-28-30-30 steken averecht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei 39-39-42-42-45-45 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 52-52-56-56-60-60 steken averecht terug. Ga verder met breien over 13-13-14-14-15-15 meer steken elke keer dat u het werk keert, totdat u in totaal over 104-104-112-112-120-120 steken heeft gebreid, keer het werk en brei recht tot midden achter. PAS: = 164-168-172-178-184-190 steken. Ga verder in patroon in de rondte volgens telpatroon A.1 en meerder verdeeld op elke naald gemarkeerd met een pijl in het telpatroon zoals beschreven hieronder - lees PATROON, DENK OM DE STEKENVERHOUDING! PIJL-1: Meerder 28-28-32-34-40-44 steken = 192-196-204-212-224-234 steken. PIJL-2: Meerder 24-28-32-32-40-42 steken = 216-224-236-244-264-276 steken. PIJL-3: Meerder 20-24-28-34-36-40 steken = 236-248-264-278-300-316 steken. PIJL-4: Meerder 20-24-24-26-36-36 steken = 256-272-288-304-336-352 steken. PIJL-5: Meerder 28-28-24-20-24-20 steken = 284-300-312-324-360-372 steken. PIJL-6: Meerder 22-24-18-24-18-18 steken = 306-324-330-348-378-390 steken. MATEN S - M: Ga naar ALLE MATEN. MATEN L - XL: PIJL-7: Meerder 12-18 steken = 342-366 steken. MAAT XXL: PIJL-7: Meerder 18 steken = 396 steken. PIJL-8: Meerder 12 steken = 408 steken. MAAT XXXL: PIJL-7: Meerder 18 steken = 408 steken. PIJL-8: Meerder 18 steken = 426 steken. PIJL-9: Meerder 14 steken = 440 steken. ALLE MATEN: Brei tot en met de laatste naald voor uw maat. Het werk meet ongeveer 24-25-26-28-30-32 cm vanaf de opzetrand (als u deze afmeting nog niet heeft bereikt, ga dan verder zonder meerderingen tot de juiste afmeting - maar niet verder dan de volgende tot laatste naald in A.1 - pas zo aan dat de volgende naald, nadat u de juiste afmeting heeft bereikt, een naald is in alleen 1 kleur). Brei de volgende naald in A.1 als volgt: Brei 47-48-50-56-63-68 steken (= helft van het achterpand), plaats de volgende 60-66-72-72-78-84 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 6-6-6-12-12-12 nieuwe steken op (= de kant), brei 93-96-99-111-126-136 steken (= voorpand), plaats de volgende 60-66-72-72-78-84 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 6-6-6-12-12-12 nieuwe steken op (= de zijkant) en brei de laatste 46-48-49-55-63-68 steken (= helft van het achterpand). Het lijf en mouwen worden nu apart verder gebreid. LIJF: = 198-204-210-246-276-296 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-6-12-12-12 nieuw opgezette steken aan elke kant (= 99-102-105-123-138-147 steken op het voor- en achterpand) - HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Brei tot en met de laatste naald in A.1 in alle maten. Als A.1 klaar is in de hoogte, brei dan 1 naald met rood terwijl u het aantal steken aanpast naar 196-206-216-246-272-292 steken. Brei dan in patroon in de rondte volgens telpatroon A.2 als volgt: ** Brei A.2a (= 5 steken), * A.2b (= 18 steken), A.2c (= 1 steek) *, brei van *-* in totaal 1-1-1-1-2-2 keer, brei A.2b (= 18 steken), brei * A.2d (= 5 steken), A.2e (= 5 steken) *, brei van *-* in totaal 1-2-2-4-1-2 keer, brei A.2d (= 5 steken) in totaal 1-0-1-0-1-1 keer, brei A.2f (= 18 steken), brei * A.2c (= 1 steek), A.2f (= 18 steken) *, brei van *-* in totaal 1-1-1-1-2-2 keer en brei A.2g (= 4 steken) **, herhaal van **-** 1 keer. Ga verder tot A.2 klaar is in de hoogte. Brei 1 naald met rood en pas het aantal steken aan naar 198-204-210-246-276-294 steken door verdeeld op de naald te meerderen/minderen. Brei dan in patroon in de rondte volgens telpatroon A.3 (= 33-34-35-41-46-49 herhalingen van 6 steken). Op de tour gemarkeerd met een pijl past u het aaneal steken aan naar 196-204-212-248-276-296. Ga verder tot A.3 klaar is in de hoogte. (= 49-51-53-62-69-74 herhalingen van 4 steken). Brei tricotsteek met rood vanaf hier. Als het werk 30-31-32-33-33-33 cm meet vanaf de markeerdraad, verdeel het werk dan aan de zijkanten voor de split en brei de voor- en achterpanden apart verder, heen en weer gebreid op de rondbreinaald. ACHTERPAND: = 99-102-105-123-138-147 steken. Brei verder in tricotsteek met 4 steken in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven, aan elke kant. Als het werk 40-41-42-43-43-43 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei 1 naald terwijl u 23-24-25-31-32-35 steken verdeeld op de naald meerdert = 122-126-130-154-170-182 steken. Brei dan als volgt aan de goede kant: Brei 4 steken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn op de naald, 2 recht en brei 4 steken ribbelsteek. Brei zo voor 2 cm. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Het werk meet ongeveer 42-43-44-45-45-45 cm. VOORPAND: = 99-102-105-123-138-147 steken. Brei op dezelfde manier als voor het achterpand. MOUW: De mouw wordt in de rondte gebreid. Plaats de steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4.5 mm, neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-6-12-12-12 nieuw opgezette steken onder de mouw (ga verder met telpatroon A.1 zoals hiervoor) = 66-72-78-84-90-96 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden onder de mouw (= in het midden van de 6-6-6-12-12-12 steken welke opgenomen zijn onder de mouw) - de volgende naald begint vanaf hier. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Als het werk 2 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder iedere 3-2½-2-2-1½-1½ cm in totaal 12-14-16-18-20-22 keer = 42-44-46-48-50-52 steken. Ga verder in de rondte volgens A.1 over alle steken tot het telpatroon klaar is in de hoogte. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden op de bovenkant van de mouw = midsteek. LET OP: Nu breit u telpatroon A.4, maar vanwege de minderingen midden onder de mouw, dient u dit aan te passen als volgt: Tel het aantal steken op elke kant van de midsteek op de bovenkant van de mouw en kijk hoeveel steken er zijn voor de eerste herhaling van A.4a op de naald en hoeveel steken er zijn voor de laatste herhaling van A.4c op de naald. Met andere woorden u breit in patroon als volgt: Brei het aantal steken waar ruimte voor is van A.4a, brei A.4a (= 19 steken), A.4b (= 9 steken, zie ster in het telpatroon = midsteek), A.4c (= 19 steken) en brei het aantal steken waar ruimte voor is van A.4c. Als A.4 klaar is, brei dan in patroon in de rondte volgens telpatroon A.3 - pas zo aan dat de eerste steek in het telpatroon op het midden is van de bovenkant van de mouw. Als A.3 klaar is in de hoogte, ga dan verder met tricotsteek en rood. Als het werk 38-38-38-37-35-34 cm meet vanaf de markeerdraad midden onder de mouw, ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei 1 naald recht terwijl u 6-4-6-4-6-4 steken verdeeld op de naald meerdert = 48-48-52-52-56-56 steken. Brei 4 cm boordsteek (= 2 recht / 2 averecht). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 42-42-42-41-39-38 cm. Brei de andere mouw op dezelfde manier. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #seasongreetingssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 32 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
||||||||||||||||
Laat een opmerking achter voor DROPS 183-5
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.