DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Pink Petals

Gebreid vest en broek in DROPS BabyMerino. Het vest wordt van boven naar beneden gebreid met bladpatroon, ronde pas en A-lijn. De broek wordt gebreid van boven naar beneden met kantpatroon. Maat: Prematuur - 2 jaar.

DROPS Baby 33-13
DROPS design: Patroon nr. bm-111-by
Garengroep A
----------------------------------------------------------

VOOR DE HELE SET:

Maat: (<0) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2) jaar
De maat komt ongeveer overeen met de hoogte van het kind in cm:
(40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92)

MATERIAAL:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
(200) 200-250-300-300 (350) g kleur 26, licht oudroze

VEST:

MAAT:
(<0) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2) jaar
De maat komt ongeveer overeen met de hoogte van het kind in cm:
(40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92)

MATERIAAL:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
(150) 150-150-200-200 (200) g kleur 26, licht oudroze
STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.
24 steken in de breedte en 40 naalden in de hoogte met bladpatroon = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 40 en 60 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm: Voor de randen
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: Lengte 40 en 60 cm voor randen
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

DROPS PARELMOERKNOOP Bloem (rood), NR 617: (5) 5-6-6 7 (7) stuks.

BROEK:

MAAT:
(<0) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2) jaar
De maat komt ongeveer overeen met de hoogte van het kind in cm:
(40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92)

MATERIAAL:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
100-100-100-150-150-150 g kleur 26, licht oudroze
ACCESSOIRES: ongeveer 35-50 cm elastiek

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 40 en 60 cm.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

VEST:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 70 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 13) = 4.6.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend ongeveer iedere 4e en 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Meerder niet over de biezen.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

RAGLAN:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerdraden in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op iedere meerdernaald).
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor midden onder de mouw):
Begin 3 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies als het kledingstuk gedragen wordt: 1 knoopsgat = brei aan de goede kant tot er 3 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, brei 2 recht samen en eindig met 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Minder voor het eerste knoopsgat op de eerste naald aan de goede kant na A.1. Minder dan voor de volgende (4) 4-5-5-6 (6) knoopsgaten, ongeveer met 5 cm tussen elk.

BROEK:

PATROON:
Zie telpatroon A.4.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de spie midden voor en midden achter):
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek totdat ze weer in het patroon passen.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de binnenkant van de pijpen):
Begin 3 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

MINDERINGEN VOOR DE HIEL:
Wordt heen en weer gebreid in tricotsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 1 steek over is op de naald, keer het werk.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Haal de eerste steek averecht af, trek de draad aan en brei averecht tot er 1 steek over is op de naald, keer het werk.
NAALD 3 (= goede kant): Haal de eerste steek recht af, trek de draad aan en brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, keer het werk.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Haal de eerste steek averecht af, trek de draad aan en brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, keer het werk.
Ga verder met minderen op dezelfde manier tot er (7) 9-10-10-11 (12) steken over zijn in het midden van de naald. (Er is ongeveer 2, 5-3 cm over tot het werk klaar is.) Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek
Ga verder in tricotsteek heen en weer gebreid maar brei nu nog 1 steek iedere keer dat u het werk keert. LET OP! Om gaatjes te voorkomen bij het keren, tilt u het garen voor de steek die u gaat breien op en zet u deze gedraaid op de linker naald. Brei het gedraaide garen samen met de steek voordat u het werk keert. Ga zo verder tot alle hielsteken zijn gebreid.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET VEST HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:

Brei de pas en het lijf heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet (68) 70-78-82-86 (92) steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 2.5 mm met Baby Merino. Brei A.1 met 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven, aan elke kant richting midden voor. Als A.1 is gebreid, ga dan verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder (15) 13-17-19-21 (21) steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies - zie uitleg hierboven = (83) 83-95-101-107 (113) steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant aan de binnenkant van de 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant. Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder.

PAS:
Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.2 tot er 6 steken over zijn op de naald (= (12) 12-14-15-16 (17) herhalingen van 6 steken) en eindig met 1 steek in ribbelsteek (om het patroon hetzelfde te maken op het begin en het einde richting de biezen) en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon en meerder en minder zoals te zien is in het telpatroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Op de naald gemarkeerd met een pijl in A.2 past u het aantal steken aan naar (150) 174-182-194-202 (214). Voeg nu 4 markeerdraden in het werk (zonder de steken te breien): Voeg de eerste markeerdraad in na de eerste (26) 29-30-32-33 (35) steken (= voorpand), voeg de 2e markeerdraad in na de volgende (28) 34-36-38-40 (42) steken (= mouw), voeg de 3e markeerdraad in na de volgende (42) 48-50-54-56 (60) steken (= achterpand) en voeg de vierde markeerdraad in na de volgende (28) 34-36-38-40 (42) steken (= mouw). Er zijn (26) 29-30-32-33 (35) steken na de laatste markeerdraad op het voorpand.
Brei dan in tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald (goede kant) voor de RAGLAN aan elke kant van de 4 markeerdraden - zie uitleg hierboven (= 8 steken gemeerderd). Meerder zo iedere andere naald (dus op iedere naald aan de goede kant) (3) 3-3-4-4 (4) keer in totaal. Na de laatste meerdering voor de raglan zijn er (174) 198-206-226-234 (246) steken op de naald. Brei tot het werk (10) 12-13-14-15 (16) cm meet vanaf de opzetrand midden voor. Brei de volgende naald als volgt op de verkeerde kant: Brei (29) 32-33-36-37 (39) zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende (34) 40-42-46-48 (50) steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet (4) 4-6-6-8 (8) nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei (48) 54-56-62-64 (68) steken averecht (= achterpand), zet de volgende (34) 40-42-46-48 (50) steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet (4) 4-6-6-8 (8) nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de laatste (29) 32-33-36-37 (39) steken zoals hiervoor (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= (114) 126-134-146-154 (162) steken. Voeg 1 markeerdraad in (31) 34-36-39-41 (43) steken in vanaf elke kant (= (52) 58-62-68-72 (76) steken tussen de markeerdraden op het achterpand) en neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien.
Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.3A tot er (5) 9-9-5-5 (5) steken over zijn op de naald (= (13) 14-15-17-18 (19) herhalingen van 8 steken), brei A.3B over de volgende (0) 4-4-0-0 (0) steken en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon heen en weer gebreid.
Meerder bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere (2) 2½-3-3½-4 (4½) cm 5 keer in totaal aan elke kant = (134) 146-154-166-174 (182) steken - LET OP: Brei de gemeerderde steken in tricotsteek zodat er meer steken tussen de gaatjes zijn aan elke kant van het lijf. Ga tegelijkertijd bij een hoogte van (10) 11-13-15-17 (19) cm, verder in tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Brei tot het werk (12) 13-15-17-19 (21) cm meet vanaf de scheiding.
Brei 4 ribbels over alle steken. Kant af met een picot zoals uitgelegd hieronder.

AFKANTRAND MET PICOT:
Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei aan de goede kant als volgt: 1 recht, (* voeg de rechter naald in tussen de eerste 2 steken op de linker naald, dus tussen de steken op de naald, niet door de steken, maak 1 omslag op de rechter naald, haal de omslag naar voren tussen de steken door en zet de omslag op de linker naald *, herhaal van *-* 2 keer = 3 nieuwe steken op de linker naald. ** Brei de eerste steek op de linker naald recht, haal de eerste steek op de rechter naald over de laatst gebreide steek **), herhaal van **-** 5 keer in totaal en herhaal van (-) over de hele rand tot er 1 steek over is op de linker naald. Knip het garen af en haal het door de laatste steek.

MOUW:
Zet de (34) 40-42-46-48 (50) steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de (4) 4-6-6-8 (8) nieuw opgezette steken onder de mouw = (38) 44-48-52-56 (58) steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de (4) 4-6-6-8 (8) steken. Begin de naald bij de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere (2) 2-1½-1½-1½ (1½) cm (2) 4-6-7-9 (9) keer in totaal = (34) 36-36-38-38 (40) steken. Brei tot de mouw (5) 8-11-13-15 (18) cm meet vanaf de scheiding. Brei verder met naalden zonder knop 2.5 mm en brei in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Als de mouw (8) 11-14-16-18 (21) cm meet, kant dan af met een picot op dezelfde manier als op het lijf. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

----------------------------------------------------------
BEGIN DE BROEK HIER:
---------------------------------------------------------

BROEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden tot de scheiding voor de pijpen. Brei dan elke pijp in de rondte op breinaalden zonder knop van boven naar beneden tot de gewenste afmetingen.

TAILLEBAND:
Zet (88) 96-104-120-128 (136) steken op rondbreinaald 3 mm met Baby Merino. Brei 2 cm in tricotsteek voor de vouwrand. Brei de volgende naald als volgt: * 2 recht samen, maak 1 omslag*, brei van *-* de hele naald (= vouwrand). MEET HET WERK VANAF DE VOUWRAND!
Brei 2 cm in tricotsteek. Voor een betere pasvorm kunt u een verhoging breien op de achterkant van de broek zoals uitgelegd hieronder.

VERHOGING OP DE ACHTERKANT - ALLE MATEN:
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden achter. Brei aan de goede kant en brei 8 steken recht voorbij de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 16 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 24 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 32 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 40 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 48 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot midden achter.

BROEK:
Brei A.4 in de rondte over alle steken (= (11) 12-13-15-16 (17) herhalingen van 8 steken). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! LET OP! Op iedere naald gemarkeerd met een ster in A.4 verplaatst u het begin van de naald 1 steek naar links, dus haal de eerste steek af op de rechter naald zonder deze steek te breien, brei A.4 in de rondte. Brei de afgehaalde steek op de rechter naald in de laatste herhaling van A.4. Begin de volgende naald zoals hiervoor.
Voeg bij een hoogte van (9) 11-12-15-16 (17) cm vanaf de vouwrand midden voor, 1 markeerdraad in midden voor, zodat er 1 markeerdraad is midden voor en 1 markeerdraad midden achter (= (44) 48-52-60-64 (68) steken aan elke kant tussen de markeerdraden).
Ga verder A.4 in de rondte. Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere andere naald 8 keer in totaal = (120) 128-136-152-160 (168) steken. Ga verder met A.4 in de rondte tot het werk (15) 18-18-21-22 (23) cm meet vanaf de vouwrand midden voor. Kant nu 4 steken af midden voor en midden achter. Eindig elke pijp apart. Brei de rechter pijp zoals uitgelegd hieronder.

RECHTER PIJP:
= (56) 60-64-72-76 (80) steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Voeg 1 markeerdraad in aan de binnenkant van de pijp, en neem de markeerdraad in de hoogte mee tijdens het breien. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Begin de naald bij de markeerdraad en ga verder met A.4 in de rondte - brei in tricotsteek waar de herhaling niet past. Als er 2 naalden zijn gebreid, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad aan de binnenkant van de pijp – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder zo op iedere naald 6 keer in totaal en dan in iedere tweede naald 4 keer in totaal en tot slot iedere (5e) 6e-6e-6e-7e (7e) naald (4) 5-6-8-9 (10) keer in totaal = (28) 30-32-36-38 (40) steken. Brei tot het werk (13) 17-20-23-26 (31) cm meet vanaf de scheiding. Brei nu de voet zoals uitgelegd hieronder.

VOET:
= (28) 30-32-36-38 (40) steken. Houd de eerste (14) 15-16-18-19 (20) steken op de naald voor de hiel (het is belangrijk dat de hiel niet op het midden op de bovenkant van de voet komt), zet de overgebleven (14) 15-16-18-19 (20) steken op een hulpdraad (= midden op de bovenkant van de voet).
Brei MINDERINGEN VOOR DE HIEL in tricotsteek - zie uitleg hierboven.
Zet na de minderingen voor de hiel de (14) 15-16-18-19 (20) steken van de hulpdraad midden op de bovenkant van de voet terug op de naalden = (28) 30-32-36-38 (40) steken. Brei in tricotsteek in de rondte over alle steken. Als de voet (8) 9-10-11-12 (13) cm meet vanaf de markeerdraad op de hiel (er is ongeveer 2 cm over tot de gewenste afmetingen), verplaats dan de steken zodat er (14) 15-16-18-19 (20) steken zijn op zowel de bovenkant van de voet als onder de voet. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant. Brei in tricotsteek in de rondte over alle steken. Minder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo om de naald (4) 4-4-5-5 (5) keer in totaal = (12) 14-16-16-18 (20) steken over op de naalden. Knip het garen af zodat het lang genoeg is om het werk samen te naaien. Plaats het werk plat neer en naai de (6) 7-8-8-9 (10) steken op de bovenkant van de voet tegen de (6) 7-8-8-9 (10) steken onder voet met maassteken. De voet meet ongeveer (10) 11-12-13-14 (15) cm vanaf de markeerdraad op de hiel.
Zet de (56) 60-64-72-76 (80) steken van de hulpdraad aan de andere kant van het werk terug op breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei de pijp en de voet op dezelfde manier, maar zorg ervoor dat de voet aan de juiste kant zit zodat de hiel niet op het midden van de bovenkant van de voet komt (zet de eerste (14) 15-16-18-19 (20) steken op een hulpdraad (= midden op de bovenkant van de voet), houd de laatste (14) 15-16-18-19 (20) steken op de naald voor de hiel).


AFWERKING:
Vouw de rand naar de verkeerde kant en naai netjes vast, laat een kleine opening over om het elastiek door te rijgen. Rijg het elastiek er door, en naai de opening dicht. Naai de 4 steken die afgekant zijn tussen de pijpen, dicht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 21.10.2019
MINDERINGEN VOOR DE HIEL:...Ga verder met minderen op dezelfde manier tot er (7) 9-10-10-11 (12) steken over zijn in het midden van de naald. (Er is ongeveer 2, 5-3 cm over tot het werk klaar is.) Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek
Gewijzigd online: 11.11.2020
Correctie: Telpatroon A.3A en A.3B bijgewerkt

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = meerdernaald
symbols = verplaats het begin van de naald 1 steek naar links zoals uitgelegd in het patroon
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 33-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (64)

country flag Edith Fournier schreef:

Pour faire le rang 5 sur la fiche a2 pour l’age6/9il nous dise de faire un jete est ce que c’est à la 3ieme maille ou apre

13.11.2024 - 16:53

country flag Valentina schreef:

Buonasera sto lavorando il corpo con il modello A3.A bella taglia 6/9 mesi. Quando arrivo alle due maglie che vanno passate insieme per creare il buco, questo motivo viene a livello del segnapunti. Cioè dovrei passare insieme la maglia prima e la maglia dopo il segnapunti. Come posso fare?

21.06.2024 - 19:26

country flag Valentina schreef:

Buonasera sto seguendo il modello A.2 per il cardigan e non mi è chiaro come devo trattare l’ultima maglia lavorata a legaccio dopo le ripetizioni. Sul rovescio devo iniziare con una maglia a legaccio e poi con il modello A.2?

13.06.2024 - 19:56

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Valentina, sul rovescio deve lavorare 1 maglia a legaccio e continuare con A.2. Buon lavoro!

13.06.2024 - 22:31

country flag Josiane schreef:

Bonjour. Gilet taille 2 ans. Sur A2 je tombe bien jusqu au rang 23. Mais au 24 il me manque 1 m de chaque côté de la m centrale soit 2 par motif.\r\nJ ai vérifié j\'ai bien mes 9 trous en hauteur\r\nPouvez vous m\'aider. J\'ai cherché dans les commentaires en français et je n\'ai pas trouvé\r\nMerci

13.04.2024 - 13:49

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Josiane, au 24ème rang, vous devez avoir 15 mailles dans chaque A.2: 2 m env, 11 m end, 2 m env. Au tour précédent, vous devez avoir 1 jeté pour chacune des 2 diminutions pour ne pas changer le nombre de mailles. Au 25ème rang, vous diminuez 1 maille au début de chaque A.2, puis au 27ème rang vous diminuez 1 m à la fin de chaque A.2 et enfin au 37ème rang vous diminuez 1 m au début de chaque A.2 - il reste 12 m dans chaque A.2. En espérant que cela puisse vous aider. Bon tricot!

15.04.2024 - 07:12

country flag Carmen Arteaga schreef:

Hola estoy tejiendo la chaqueta del patron pink petals en talla

14.02.2024 - 19:10

DROPS Design antwoorde:

Hola Carmen, ¿puedes concretar tu pregunta y la talla que estás trabajando?

18.02.2024 - 20:00

country flag Ana schreef:

Lo siento pero sigue sin cuadrarme el gráfico. Si solo se muestran las las líneas del derecho ,las del revés serán como se presentan,o punto bobo. Si la tercera línea es del revés, no puede quedar entre las hojas ni punto bobo ni punto revés. Me rindo. Gracias

11.09.2023 - 16:22

country flag Ana schreef:

Estoy intentando hacer la talla dos años. Entre hoja y hoja hay , creo, puntos de separación de revés o punto bobo, pero en el gráfico no los veo. Qué hago mal?. Gracias

06.09.2023 - 22:35

DROPS Design antwoorde:

Hola Ana, los símbolos del cuadrado blanco y el cuadrado con la raya serían los puntos de derecho o revés que separan las hojas. No hay más puntos aparte de estos.

10.09.2023 - 19:35

country flag Johanna schreef:

Jag färstår inte förskjutningen. "På varje varv markerat med stjärna i A.4 förskjuts varvets början 1 maska till vänster, dvs lyft över första maskan på höger sticka utan att sticka maskan, sticka A.4 runt. Maskan som lyftes över på höger sticka kommer att stickas i sista repetitionen med A.4. Nästa varv börjar som förut." Så var 16e varv kommer starten på varvet vara en maska till vänster? Hur blir det då med avmaskningen mitt fram och bak??

17.04.2023 - 22:20

DROPS Design antwoorde:

Hei Johanna. Du har et merke på begynnelsen av omgangen (midt bak). Og når du har strikket 13. og 14. rad, skal midt bak være på det samme stedet som tidligere (ved merket) . mvh DROPS Design

24.04.2023 - 07:34

country flag Cessateur schreef:

Bonjour, je voulais commencer le petit gilet. Je ne comprend pas les explications pour le col. J'ai deux questions, la première les mailles pour le col l'empiècement et le dos/devant sont bien tricotés en aller retour ? Et les manches seulement en rond? Pour la 2eme question, concernant le motif A1, pour la taille 6/9, j'ai monté 82 mailles, fini le motif A1 ( 4 augmentations), puis il faut augmenter 19m, je me retrouve avec 105m au lieu de 101 comment cela se fait?

28.03.2023 - 20:55

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Cessateur, effectivement, le col et l'empiècement se tricotent en allers et retours, on divise ensuite pour les manches (qui se tricoteront en rond) et on termine le bas du gilet en allers et retours. On ne doit pas augmenter dans A.1, le 3ème rang de A.1 se tricote ainsi (1 jeté, 2 m ens à l'end) entre les mailles de bordure devant (rang ajouré); donc vous avez toujours bien 82 m après A.1 + 19 = 101 m. Bon tricot!

29.03.2023 - 10:11

country flag Elena schreef:

Salve, devo lavorare il sesto giro del diagramma A2 per la taglia 2 anni ma all inizio del giro il diagramma mi da 2 m. (rov dal diritto del lav., diritto dal rov. del lavoro) ma per seguire il disegno io devo lavorare 3 maglie come scritto nelle parentesi e poi mi trovo con il diagramma. Ho sbagliato io qualcosa? Grazie

16.02.2023 - 20:31

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Elena, la maglia in più è data dall'aumento nel ferro precedente. Buon lavoro!

09.03.2023 - 23:00