Pink Petals |
|||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
Gebreid vest en broek in DROPS BabyMerino. Het vest wordt van boven naar beneden gebreid met bladpatroon, ronde pas en A-lijn. De broek wordt gebreid van boven naar beneden met kantpatroon. Maat: Prematuur - 2 jaar.
DROPS Baby 33-13 |
|||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- VEST: RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = brei 1 naald recht en 1 naald averecht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 70 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 13) = 4.6. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend ongeveer iedere 4e en 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Meerder niet over de biezen. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. RAGLAN: Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerdraden in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op iedere meerdernaald). Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt! Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor midden onder de mouw): Begin 3 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies als het kledingstuk gedragen wordt: 1 knoopsgat = brei aan de goede kant tot er 3 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, brei 2 recht samen en eindig met 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Minder voor het eerste knoopsgat op de eerste naald aan de goede kant na A.1. Minder dan voor de volgende (4) 4-5-5-6 (6) knoopsgaten, ongeveer met 5 cm tussen elk. BROEK: PATROON: Zie telpatroon A.4. TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de spie midden voor en midden achter): Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek totdat ze weer in het patroon passen. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de binnenkant van de pijpen): Begin 3 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). MINDERINGEN VOOR DE HIEL: Wordt heen en weer gebreid in tricotsteek als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 1 steek over is op de naald, keer het werk. NAALD 2 (= verkeerde kant): Haal de eerste steek averecht af, trek de draad aan en brei averecht tot er 1 steek over is op de naald, keer het werk. NAALD 3 (= goede kant): Haal de eerste steek recht af, trek de draad aan en brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, keer het werk. NAALD 4 (= verkeerde kant): Haal de eerste steek averecht af, trek de draad aan en brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, keer het werk. Ga verder met minderen op dezelfde manier tot er (7) 9-10-10-11 (12) steken over zijn in het midden van de naald. (Er is ongeveer 2, 5-3 cm over tot het werk klaar is.) Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek Ga verder in tricotsteek heen en weer gebreid maar brei nu nog 1 steek iedere keer dat u het werk keert. LET OP! Om gaatjes te voorkomen bij het keren, tilt u het garen voor de steek die u gaat breien op en zet u deze gedraaid op de linker naald. Brei het gedraaide garen samen met de steek voordat u het werk keert. Ga zo verder tot alle hielsteken zijn gebreid. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET VEST HIER: ---------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei de pas en het lijf heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop, van boven naar beneden. HALSRAND: Zet (68) 70-78-82-86 (92) steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 2.5 mm met Baby Merino. Brei A.1 met 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven, aan elke kant richting midden voor. Als A.1 is gebreid, ga dan verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder (15) 13-17-19-21 (21) steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies - zie uitleg hierboven = (83) 83-95-101-107 (113) steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant aan de binnenkant van de 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant. Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.2 tot er 6 steken over zijn op de naald (= (12) 12-14-15-16 (17) herhalingen van 6 steken) en eindig met 1 steek in ribbelsteek (om het patroon hetzelfde te maken op het begin en het einde richting de biezen) en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon en meerder en minder zoals te zien is in het telpatroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Op de naald gemarkeerd met een pijl in A.2 past u het aantal steken aan naar (150) 174-182-194-202 (214). Voeg nu 4 markeerdraden in het werk (zonder de steken te breien): Voeg de eerste markeerdraad in na de eerste (26) 29-30-32-33 (35) steken (= voorpand), voeg de 2e markeerdraad in na de volgende (28) 34-36-38-40 (42) steken (= mouw), voeg de 3e markeerdraad in na de volgende (42) 48-50-54-56 (60) steken (= achterpand) en voeg de vierde markeerdraad in na de volgende (28) 34-36-38-40 (42) steken (= mouw). Er zijn (26) 29-30-32-33 (35) steken na de laatste markeerdraad op het voorpand. Brei dan in tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald (goede kant) voor de RAGLAN aan elke kant van de 4 markeerdraden - zie uitleg hierboven (= 8 steken gemeerderd). Meerder zo iedere andere naald (dus op iedere naald aan de goede kant) (3) 3-3-4-4 (4) keer in totaal. Na de laatste meerdering voor de raglan zijn er (174) 198-206-226-234 (246) steken op de naald. Brei tot het werk (10) 12-13-14-15 (16) cm meet vanaf de opzetrand midden voor. Brei de volgende naald als volgt op de verkeerde kant: Brei (29) 32-33-36-37 (39) zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende (34) 40-42-46-48 (50) steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet (4) 4-6-6-8 (8) nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei (48) 54-56-62-64 (68) steken averecht (= achterpand), zet de volgende (34) 40-42-46-48 (50) steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet (4) 4-6-6-8 (8) nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de laatste (29) 32-33-36-37 (39) steken zoals hiervoor (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = (114) 126-134-146-154 (162) steken. Voeg 1 markeerdraad in (31) 34-36-39-41 (43) steken in vanaf elke kant (= (52) 58-62-68-72 (76) steken tussen de markeerdraden op het achterpand) en neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien. Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.3A tot er (5) 9-9-5-5 (5) steken over zijn op de naald (= (13) 14-15-17-18 (19) herhalingen van 8 steken), brei A.3B over de volgende (0) 4-4-0-0 (0) steken en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon heen en weer gebreid. Meerder bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere (2) 2½-3-3½-4 (4½) cm 5 keer in totaal aan elke kant = (134) 146-154-166-174 (182) steken - LET OP: Brei de gemeerderde steken in tricotsteek zodat er meer steken tussen de gaatjes zijn aan elke kant van het lijf. Ga tegelijkertijd bij een hoogte van (10) 11-13-15-17 (19) cm, verder in tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Brei tot het werk (12) 13-15-17-19 (21) cm meet vanaf de scheiding. Brei 4 ribbels over alle steken. Kant af met een picot zoals uitgelegd hieronder. AFKANTRAND MET PICOT: Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei aan de goede kant als volgt: 1 recht, (* voeg de rechter naald in tussen de eerste 2 steken op de linker naald, dus tussen de steken op de naald, niet door de steken, maak 1 omslag op de rechter naald, haal de omslag naar voren tussen de steken door en zet de omslag op de linker naald *, herhaal van *-* 2 keer = 3 nieuwe steken op de linker naald. ** Brei de eerste steek op de linker naald recht, haal de eerste steek op de rechter naald over de laatst gebreide steek **), herhaal van **-** 5 keer in totaal en herhaal van (-) over de hele rand tot er 1 steek over is op de linker naald. Knip het garen af en haal het door de laatste steek. MOUW: Zet de (34) 40-42-46-48 (50) steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de (4) 4-6-6-8 (8) nieuw opgezette steken onder de mouw = (38) 44-48-52-56 (58) steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de (4) 4-6-6-8 (8) steken. Begin de naald bij de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere (2) 2-1½-1½-1½ (1½) cm (2) 4-6-7-9 (9) keer in totaal = (34) 36-36-38-38 (40) steken. Brei tot de mouw (5) 8-11-13-15 (18) cm meet vanaf de scheiding. Brei verder met naalden zonder knop 2.5 mm en brei in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Als de mouw (8) 11-14-16-18 (21) cm meet, kant dan af met een picot op dezelfde manier als op het lijf. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. ---------------------------------------------------------- BEGIN DE BROEK HIER: --------------------------------------------------------- BROEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden tot de scheiding voor de pijpen. Brei dan elke pijp in de rondte op breinaalden zonder knop van boven naar beneden tot de gewenste afmetingen. TAILLEBAND: Zet (88) 96-104-120-128 (136) steken op rondbreinaald 3 mm met Baby Merino. Brei 2 cm in tricotsteek voor de vouwrand. Brei de volgende naald als volgt: * 2 recht samen, maak 1 omslag*, brei van *-* de hele naald (= vouwrand). MEET HET WERK VANAF DE VOUWRAND! Brei 2 cm in tricotsteek. Voor een betere pasvorm kunt u een verhoging breien op de achterkant van de broek zoals uitgelegd hieronder. VERHOGING OP DE ACHTERKANT - ALLE MATEN: Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden achter. Brei aan de goede kant en brei 8 steken recht voorbij de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 16 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 24 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 32 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 40 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 48 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot midden achter. BROEK: Brei A.4 in de rondte over alle steken (= (11) 12-13-15-16 (17) herhalingen van 8 steken). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! LET OP! Op iedere naald gemarkeerd met een ster in A.4 verplaatst u het begin van de naald 1 steek naar links, dus haal de eerste steek af op de rechter naald zonder deze steek te breien, brei A.4 in de rondte. Brei de afgehaalde steek op de rechter naald in de laatste herhaling van A.4. Begin de volgende naald zoals hiervoor. Voeg bij een hoogte van (9) 11-12-15-16 (17) cm vanaf de vouwrand midden voor, 1 markeerdraad in midden voor, zodat er 1 markeerdraad is midden voor en 1 markeerdraad midden achter (= (44) 48-52-60-64 (68) steken aan elke kant tussen de markeerdraden). Ga verder A.4 in de rondte. Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere andere naald 8 keer in totaal = (120) 128-136-152-160 (168) steken. Ga verder met A.4 in de rondte tot het werk (15) 18-18-21-22 (23) cm meet vanaf de vouwrand midden voor. Kant nu 4 steken af midden voor en midden achter. Eindig elke pijp apart. Brei de rechter pijp zoals uitgelegd hieronder. RECHTER PIJP: = (56) 60-64-72-76 (80) steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Voeg 1 markeerdraad in aan de binnenkant van de pijp, en neem de markeerdraad in de hoogte mee tijdens het breien. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Begin de naald bij de markeerdraad en ga verder met A.4 in de rondte - brei in tricotsteek waar de herhaling niet past. Als er 2 naalden zijn gebreid, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad aan de binnenkant van de pijp – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder zo op iedere naald 6 keer in totaal en dan in iedere tweede naald 4 keer in totaal en tot slot iedere (5e) 6e-6e-6e-7e (7e) naald (4) 5-6-8-9 (10) keer in totaal = (28) 30-32-36-38 (40) steken. Brei tot het werk (13) 17-20-23-26 (31) cm meet vanaf de scheiding. Brei nu de voet zoals uitgelegd hieronder. VOET: = (28) 30-32-36-38 (40) steken. Houd de eerste (14) 15-16-18-19 (20) steken op de naald voor de hiel (het is belangrijk dat de hiel niet op het midden op de bovenkant van de voet komt), zet de overgebleven (14) 15-16-18-19 (20) steken op een hulpdraad (= midden op de bovenkant van de voet). Brei MINDERINGEN VOOR DE HIEL in tricotsteek - zie uitleg hierboven. Zet na de minderingen voor de hiel de (14) 15-16-18-19 (20) steken van de hulpdraad midden op de bovenkant van de voet terug op de naalden = (28) 30-32-36-38 (40) steken. Brei in tricotsteek in de rondte over alle steken. Als de voet (8) 9-10-11-12 (13) cm meet vanaf de markeerdraad op de hiel (er is ongeveer 2 cm over tot de gewenste afmetingen), verplaats dan de steken zodat er (14) 15-16-18-19 (20) steken zijn op zowel de bovenkant van de voet als onder de voet. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant. Brei in tricotsteek in de rondte over alle steken. Minder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo om de naald (4) 4-4-5-5 (5) keer in totaal = (12) 14-16-16-18 (20) steken over op de naalden. Knip het garen af zodat het lang genoeg is om het werk samen te naaien. Plaats het werk plat neer en naai de (6) 7-8-8-9 (10) steken op de bovenkant van de voet tegen de (6) 7-8-8-9 (10) steken onder voet met maassteken. De voet meet ongeveer (10) 11-12-13-14 (15) cm vanaf de markeerdraad op de hiel. Zet de (56) 60-64-72-76 (80) steken van de hulpdraad aan de andere kant van het werk terug op breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei de pijp en de voet op dezelfde manier, maar zorg ervoor dat de voet aan de juiste kant zit zodat de hiel niet op het midden van de bovenkant van de voet komt (zet de eerste (14) 15-16-18-19 (20) steken op een hulpdraad (= midden op de bovenkant van de voet), houd de laatste (14) 15-16-18-19 (20) steken op de naald voor de hiel). AFWERKING: Vouw de rand naar de verkeerde kant en naai netjes vast, laat een kleine opening over om het elastiek door te rijgen. Rijg het elastiek er door, en naai de opening dicht. Naai de 4 steken die afgekant zijn tussen de pijpen, dicht. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 33 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site Heeft u dit patroon gemaakt? |
Opmerkingen / Vragen (64)
Edith Fournier schreef:
Pour faire le rang 5 sur la fiche a2 pour l’age6/9il nous dise de faire un jete est ce que c’est à la 3ieme maille ou apre
13.11.2024 - 16:53Valentina schreef:
Buonasera sto lavorando il corpo con il modello A3.A bella taglia 6/9 mesi. Quando arrivo alle due maglie che vanno passate insieme per creare il buco, questo motivo viene a livello del segnapunti. Cioè dovrei passare insieme la maglia prima e la maglia dopo il segnapunti. Come posso fare?
21.06.2024 - 19:26Valentina schreef:
Buonasera sto seguendo il modello A.2 per il cardigan e non mi è chiaro come devo trattare l’ultima maglia lavorata a legaccio dopo le ripetizioni. Sul rovescio devo iniziare con una maglia a legaccio e poi con il modello A.2?
13.06.2024 - 19:56DROPS Design antwoorde:
Buonasera Valentina, sul rovescio deve lavorare 1 maglia a legaccio e continuare con A.2. Buon lavoro!
13.06.2024 - 22:31Josiane schreef:
Bonjour. Gilet taille 2 ans. Sur A2 je tombe bien jusqu au rang 23. Mais au 24 il me manque 1 m de chaque côté de la m centrale soit 2 par motif.\r\nJ ai vérifié j\'ai bien mes 9 trous en hauteur\r\nPouvez vous m\'aider. J\'ai cherché dans les commentaires en français et je n\'ai pas trouvé\r\nMerci
13.04.2024 - 13:49DROPS Design antwoorde:
Bonjour Josiane, au 24ème rang, vous devez avoir 15 mailles dans chaque A.2: 2 m env, 11 m end, 2 m env. Au tour précédent, vous devez avoir 1 jeté pour chacune des 2 diminutions pour ne pas changer le nombre de mailles. Au 25ème rang, vous diminuez 1 maille au début de chaque A.2, puis au 27ème rang vous diminuez 1 m à la fin de chaque A.2 et enfin au 37ème rang vous diminuez 1 m au début de chaque A.2 - il reste 12 m dans chaque A.2. En espérant que cela puisse vous aider. Bon tricot!
15.04.2024 - 07:12Carmen Arteaga schreef:
Hola estoy tejiendo la chaqueta del patron pink petals en talla
14.02.2024 - 19:10DROPS Design antwoorde:
Hola Carmen, ¿puedes concretar tu pregunta y la talla que estás trabajando?
18.02.2024 - 20:00Ana schreef:
Lo siento pero sigue sin cuadrarme el gráfico. Si solo se muestran las las líneas del derecho ,las del revés serán como se presentan,o punto bobo. Si la tercera línea es del revés, no puede quedar entre las hojas ni punto bobo ni punto revés. Me rindo. Gracias
11.09.2023 - 16:22Ana schreef:
Estoy intentando hacer la talla dos años. Entre hoja y hoja hay , creo, puntos de separación de revés o punto bobo, pero en el gráfico no los veo. Qué hago mal?. Gracias
06.09.2023 - 22:35DROPS Design antwoorde:
Hola Ana, los símbolos del cuadrado blanco y el cuadrado con la raya serían los puntos de derecho o revés que separan las hojas. No hay más puntos aparte de estos.
10.09.2023 - 19:35Johanna schreef:
Jag färstår inte förskjutningen. "På varje varv markerat med stjärna i A.4 förskjuts varvets början 1 maska till vänster, dvs lyft över första maskan på höger sticka utan att sticka maskan, sticka A.4 runt. Maskan som lyftes över på höger sticka kommer att stickas i sista repetitionen med A.4. Nästa varv börjar som förut." Så var 16e varv kommer starten på varvet vara en maska till vänster? Hur blir det då med avmaskningen mitt fram och bak??
17.04.2023 - 22:20DROPS Design antwoorde:
Hei Johanna. Du har et merke på begynnelsen av omgangen (midt bak). Og når du har strikket 13. og 14. rad, skal midt bak være på det samme stedet som tidligere (ved merket) . mvh DROPS Design
24.04.2023 - 07:34Cessateur schreef:
Bonjour, je voulais commencer le petit gilet. Je ne comprend pas les explications pour le col. J'ai deux questions, la première les mailles pour le col l'empiècement et le dos/devant sont bien tricotés en aller retour ? Et les manches seulement en rond? Pour la 2eme question, concernant le motif A1, pour la taille 6/9, j'ai monté 82 mailles, fini le motif A1 ( 4 augmentations), puis il faut augmenter 19m, je me retrouve avec 105m au lieu de 101 comment cela se fait?
28.03.2023 - 20:55DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Cessateur, effectivement, le col et l'empiècement se tricotent en allers et retours, on divise ensuite pour les manches (qui se tricoteront en rond) et on termine le bas du gilet en allers et retours. On ne doit pas augmenter dans A.1, le 3ème rang de A.1 se tricote ainsi (1 jeté, 2 m ens à l'end) entre les mailles de bordure devant (rang ajouré); donc vous avez toujours bien 82 m après A.1 + 19 = 101 m. Bon tricot!
29.03.2023 - 10:11Elena schreef:
Salve, devo lavorare il sesto giro del diagramma A2 per la taglia 2 anni ma all inizio del giro il diagramma mi da 2 m. (rov dal diritto del lav., diritto dal rov. del lavoro) ma per seguire il disegno io devo lavorare 3 maglie come scritto nelle parentesi e poi mi trovo con il diagramma. Ho sbagliato io qualcosa? Grazie
16.02.2023 - 20:31DROPS Design antwoorde:
Buonasera Elena, la maglia in più è data dall'aumento nel ferro precedente. Buon lavoro!
09.03.2023 - 23:00