Bharti schreef:
Hello I would like to know how do I avoid making holes when doing the cables. Thank you
17.06.2020 - 17:50DROPS Design antwoorde:
Dear Mrs Bharti, you can look at this video showing how to work a cable - make sure you keep correct tension, try to avoid a loose stitch when working the first stitch from cable needle/needle. You can work some cables on a swatch to train yourself - then even wash your swatch, blocking helps sometimes to fix some small "unevenesses". Happy knitting!
18.06.2020 - 09:31
Bharti schreef:
Hello At the beginning of instructions it says insert 1 marker thread in the middle of the round. How many stitches should I have knitted before I insert the marker and what is the marker for. Thank you for your assistance Bharti
12.06.2020 - 14:00DROPS Design antwoorde:
Dear Mrs Bharti, the marker is inserted to measure from, so just make sure you add it on a stitch in the middle of the row (divide your number of sts by 2 and insert the marker there to measure from). Happy knitting!
12.06.2020 - 15:05
Marta schreef:
Hello. I don’t understand this part: “ Then increase only on front and back piece (= 4 stitches increased) every other round 5-5-3-4-5-7 times = 238-266-286-306-330-350 stitches.” Where should I increase of 4 stitches ? Thanks.
21.04.2020 - 19:48DROPS Design antwoorde:
Dear Marta, these increases are done for the raglan on front and back piece only, this means you have to increase for raglan 5-5-3-4-5-7 more times on front and back piece (as before) but you won't increase for sleeve anymore (raglan increases on sleeves are done). Happy knitting!
22.04.2020 - 08:26
FRANCOISE schreef:
J'ai ENFIN compris, merci pour votre patience. Ce pull est magnifique!!
27.03.2020 - 20:00
FRANCOISE schreef:
Je repose cette question : Je comprends les 92m, je comprends les 10m de A2, je comprends les 144 mailles à faire avant et après chaque A1, mais où dois-je faire les 5 fois 4 augmentations (dos et devant seulement) puisque je fais déjà les augmentations des deux côtes des A1 qui les bordent? Le dos comprend 20 mailles au départ et le devant seulement 3 mailles? Mille excuses pour ces incompréhensions; Pouvez-vous m'indiquer un autre modèle que je peux faire avec cette laine? Merci
25.03.2020 - 12:42DROPS Design antwoorde:
Bonjour Françoise, quand vous aurez augmenté 18 fois 8 m pour le raglan, vous aurez 246 m mais l'empiècement ne sera pas terminé. Vous devez ensuite encore augmenter 5 fois 4 mailles (autrement dit, vous devez encore augmenter pour le devant et pour le dos = 1 m après A.1 au début du dos/devant + 1 m avant A.1 à la fin du dos/devant) mais plus pour les manches = 4 augmentations au lieu de 8) vous augmenterez ainsi 8 m = 246+20= vous aurez 266 m. Bon tricot!
25.03.2020 - 15:00
FRANCOISE schreef:
Je comprends les 92m, je comprends les 10m de A2, je comprends les 144 mailles à faire avant et après chaque A1, mais où dois-je faire les 5 fois 4 augmentations (dos et devant seulement) puisque je fais déjà les augmentations des deux côtes des A1 qui les bordent? Le dos comprend 20 mailles au départ et le devant seulement 3 mailles? Mille excuses pour ces incompréhensions
25.03.2020 - 10:37DROPS Design antwoorde:
Bonjour Françoise, la réponse précédente a-t-elle plu éclairer cette question? Vous augmentez pour le raglan 18 fois 8 mailles (= 2 m sur chaque manche + 2 m sur le devant + 2 m sur le dos), puis ensuite uniquement sur le devant et le dos, plus sur les manches. Est-ce que vous comprenez mieux ainsi?
25.03.2020 - 11:58
FRANCOISE schreef:
En fait, après réflexion, ce que je ne comprends pas c'est : - Comment faire les 10 augmentations dans A2 - Comment faire les "5 fois 4 augmentations (dos et devant seulement) Merci pour votre aide
25.03.2020 - 09:41DROPS Design antwoorde:
Bonjour Françoise, les 10 augmentations se font au 1er rang de A.2 (cf les 10 jetés) = on a ainsi 24 m pour A.X. Les 5 x 4 augmentations correspondent aux augmentations des raglans que l'on va ne faire que sur le devant et le dos: 1 m après le A.1 au début du devant/dos et 1 m avant le A.1 à la fin du devant/dos = 4 augmentations sur ces tours (aucune augmentation sur les manches). Bon tricot!
25.03.2020 - 10:16
FRANCOISE schreef:
Je viens de terminer la première augmentation du raglan. Je dois continuer en répétant A1 ET AX (sur 24 mailles) et augmenter 18 fois (je fais le modèle M) au total tous les deux tours. Je ne comprends pas où augmenter et quand. Dois-je reprendre 18 fois les 8 augmentations du montage du raglan mais je n'aurai que 8 fois 18 augmentations soit 74 mailles + les 92 du col je n'arrive pas à 246 mailles à la fin de l'empiècement. Je suis perdue!! Merci
24.03.2020 - 15:42DROPS Design antwoorde:
Bonjour Françoise, pour A.2 vous allez tricoter uniquement A.X (= les torsades et plus les 2 premiers rangs), A.1 va se tricoter comme avant. Vous continuez ensuite donc en suivant A.1, A.2 et en jersey comme avant en augmentant cf RAGLAN de chaque côté de A.1 (= 1 jeté avant chaque A.1 + 1 jeté après chaque A.1) = 8 augmentations par tour, soit: 92 m + 10 augm dans A.2 + 18 fois 8 augmentations + 5 fois 4 augmentations (= dos et devant seulement) = 92+10+144+20=266 m en taille M. Bon tricot!
24.03.2020 - 17:07
Valérie schreef:
Il est magnifique, serait il possible d’avoir les explications de bas en haut avec des aiguilles droites svp, j ai du mal avec des aiguilles circulaires ... Merci par avance.
02.02.2020 - 22:46DROPS Design antwoorde:
Bonjour Valérie, vous trouverez ici comment adapter un modèle pour des aiguilles droites. Bon tricot!
03.02.2020 - 10:28
Maria Luisa Cevolani schreef:
I have finished your maple wood ,M size. Altogether it is a very pretty sweater, but the raglans done with your explanations don't look so nice, with the 2 series of different increases, If I do Maple Wood again, I'll do something different at the raglans, in a way that they are and look continuous
13.01.2020 - 14:48
Maple Wood#maplewoodsweater |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Alpaca en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met kabel, strepen en valse patentsteek. Maat: S - XXXL
DROPS 206-50 |
|||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden, dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 73 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 15) = 4.9. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. STREPEN: LET OP! Brei alle strepen in 1 draad Alpaca (A) en 1 draad Kid-Silk (KS) = 2 draden. STREEP 1: 6-6-6½-6½-7-7 cm met naturel (A) en lichtbeige(KS). STREEP 2: 2 naalden met licht noga (A) en naturel (KS). STREEP 3: 2 naalden met naturel (A) en lichtbeige(KS). STREEP 4: 6-6-6½-6½-7-7 cm met licht noga (A) en naturel (KS). STREEP 5: 2 naalden met licht noga (A) en lichtbeige(KS). STREEP 6: 2 naalden licht noga (A) en naturel (KS). STREEP 7: 6-6-6½-6½-7-7 cm met licht noga (A) en lichtbeige(KS). STREEP 8: 2 naalden met licht noga (A) en beige (KS). STREEP 9: 2 naalden met licht noga (A) en lichtbeige(KS). STREEP 10: 6-6-6½-6½-7-7 cm met licht noga (A) en beige (KS). STREEP 11: 2 naalden met noga (A) en lichtbeige(KS). STREEP 12: 2 naalden met licht noga (A) en beige (KS). STREEP 13: 6-6-6½-6½-7-7 cm met noga (A) en lichtbeige(KS). STREEP 14: 2 naalden met noga (A) en beige (KS). STREEP 15: 2 naalden met noga (A) en lichtbeige(KS). STREEP 16: 6-6-6½-6½-7-7 cm met noga (A) en beige (KS). STREEP 17: 2 naalden met lichtbruin mix (A) en lichtbeige(KS). STREEP 18: 2 naalden met noga (A) en beige (KS). STREEP 19: Brei met lichtbruin mix (A) en lichtbeige(KS) tot de gewenste afmetingen. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. RAGLAN: Meerder 1 steek aan elke kant van A.1 in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op de naald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De halsrand en de pas worden in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden. HALSRAND: Zet 73-77-81-87-91-93 steken op rondbreinaald 5 mm met 1 draad wit Alpaca en 1 draad lichtbeige Kid-Silk (= 2 draden). Brei de eerste rolrand, dus brei 3 naalden recht. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht en meerder 15-15-15-17-25-27 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 88-92-96-104-116-120 steken. Brei 1 naald recht. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald - MEET NU HET WERK VANAF HIER! PAS: Brei nu STREPEN – lees uitleg hierboven, en patroon als volgt: Brei A.1 (= 11 steken), maak 1 omslag (= meerdering), brei 4 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag (= meerdering), brei A.1 (= 11 steken), maak 1 omslag (= meerdering), brei 2-3-4-6-9-10 steken in tricotsteek, brei A.2 (= 14 steken die gemeerderd worden naar 24 steken), brei 2-3-4-6-9-10 steken in tricotsteek (= voorpand), maak 1 omslag (= meerdering), brei A.1 (= 11 steken), maak 1 omslag (= meerdering), brei 4 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag (= meerdering), brei A.1 (= 11 steken), maak 1 omslag (= meerder), brei in tricotsteek over de overgebleven 18-20-22-26-32-34 steken (= achterpand), en maak 1 omslag (= meerdering). De eerste meerdering voor de AGLAN - lees uitleg hierboven, is nu klaar. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in patroon in de rondte (herhaal A.1 en A.X in de hoogte), en meerder om de naald 15-18-21-22-23-24 keer in totaal (inclusief de eerste meerdering zoals uitgelegd hierboven) = 218-246-274-290-310-322 steken. Meerder dan alleen op het voor- en achterpand (= 4 steken gemeerderd) iedere andere naald 5-5-3-4-5-7 keer = 238-266-286-306-330-350 steken. Brei zonder meerderingen tot het werk 20-22-24-26-28-30 cm meet vanaf de markeerdraad. Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen, dus brei de laatste naald als volgt: Brei de eerste 5 steken (= op het achterpand) zoals hiervoor, zet de volgende 46-52-58-60-62-64 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 78-86-90-98-108-116 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 46-52-58-60-62-64 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw). en brei de overgebleven 63-71-75-83-93-101 steken (= op het achterpand). Knip het garen af. Brei dan het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 158-174-186-202-226-246 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van elke zijkant, in het midden van de 6-6-8-8-10-12 steken die opgezet zijn onder de mouwen. Er zijn nu 84-92-98-106-118-128 steken op het voorpand en 74-82-88-96-108-118 steken op het achterpand. Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt voor het meerderen in de zijkanten op het lijf. Begin de naald in de zijkant en begin met het voorpand. Brei dan in patroon als volgt: Brei 3-3-4-4-5-6 steken in tricotsteek (= in de zijkant), brei A.3 (= 5 steken), brei in tricotsteek en A.2 over de volgende 68-76-80-88-98-106 steken zoals hiervoor, brei A.3 (= 5 steken), brei 6-6-8-8-10-12 steken in tricotsteek (= in de zijkant), brei A.3 (= 5 steken), brei in tricotsteek over de volgende 58-66-70-78-88-96 steken zoals hiervoor, brei A.3 (= 5 steken), en eindig met 3-3-4-4-5-6 steken in tricotsteek (= in de zijkant). Als het lijf 5 cm meet vanaf de scheiding in alle maten, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 6 cm 4 keer in totaal aan elke kant = 174-190-202-218-242-262 steken. Brei tot het lijf ongeveer 29 cm meet vanaf de scheiding in alle maten - pas aan na de 6e of 12e naald in A.X (er is ongeveer 2 cm over tot de gewenste afmetingen, pas de trui en brei tot de gewenste lengte). Brei 1 naald op de verkeerde kant en meerder tegelijkertijd 10-10-10-14-14-14 steken verdeeld (meerder niet over de kabel) = 184-200-212-232-256-276 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 ribbels. Ga weer verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 2 naalden tricotsteek over alle steken. Kant af - zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is. De trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Zet de 46-52-58-60-62-64 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-12 opgezette steken onder de mouw = 52-58-66-68-72-76 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw, neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien; het wordt gebruikt voor het minderen midden onder de mouw. Begin de naald op de markeerdraad en brei tricotsteek en strepen op dezelfde manier als op het lijf. Als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 4½-3½-2½-2-1½-1½ cm 8-10-13-14-15-16 keer in totaal = 36-38-40-40-42-44 steken. Brei tot de mouw 40-39-37-35-34-32 cm meet vanaf de scheiding (er is ongeveer 2 cm over tot de gewenste afmetingen, pas de trui en brei tot de gewenste lengte). LET OP: Minder voor de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas. Brei 1 naald en meerder 6 steken verdeeld = 42-44-46-46-48-50 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Brei 2 naalden in tricotsteek. Kant af - zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #maplewoodsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 28 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 206-50
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.