Elaine schreef:
I am working the body section, size medium., using diagrams A.1, A.6, A.7 and A.8, per the paragraph labeled BODY. In the section INCREASE IN PURL SECTIONS, it indicates to increase 1 stitch in every purl section marked by the arrow. The arrow appears in only diagrams A.1 and A.6. Are these the only places where an increase is made? How are the 12 stitches counted? Within a row? Vertically? The comment about “all purl sections except....” seems to contradict the diagram arrows.
31.08.2020 - 01:38DROPS Design antwoorde:
Dear Elaine, you increase 1 stitch in every Purl section on the needle except in the first P-section and in the Last P-section, ie in A.1 and A.6 increase only in the P-section with the arrow. Happy knitting!
31.08.2020 - 10:13
Elaine schreef:
Let me ask the question another way. I am knitting the pattern for size medium. On row 1, RS, right side, there are yarn overs before and after each A.3. On row 2, WS, wrong side, do I also include these same yarn overs before and after each A.3?
20.08.2020 - 20:24DROPS Design antwoorde:
Dear Elaine, the yarn overs described on row 1 under yoke worked on each side of A.3 are for the raglan, these yarn overs are worked only on every right side rows, ie from WS these yarn overs won't be worked. Hope I properly answered your question now, let us know if it is still not the case. Happy knitting!
21.08.2020 - 07:55
Elaine schreef:
I am working the pattern for side medium. For the yoke, the number of stitches after the first row is 129. How many stitches should there be after row 2 and row 3? Are the yarn overs around the sleeve cap made on each row?
19.08.2020 - 19:42DROPS Design antwoorde:
Dear Elaine, you will increase for the raglan on every row from RS, this means you increase 8 sts on every row from RS - the number of stitches will then vary depending on the row worked in A.3 - A.1 and A.6 (if you are working a row with yarn over and K3 between purl sts (= as on row 1 and 2 for ex.) or if you decreased (as on row 3 and 4 for ex) - you will then increase 2 sts in A.5, A.2 and A.4 on row 5 - see diagram. You should have 269 or 275 sts after all increases are done and depending on which row you worked. Happy knitting!
20.08.2020 - 10:01
Hege Etterlid schreef:
Strikker denne i str M og har lagt opp 102 masker, deretter økt 13 masker = 115 masker. Deretter 5 stolpemasker, A1 (7 masker), A2 (10 masker), 1 kast, A3 (8 masker), 1 kast, 2 masker glattstrikk, 1 kast, A3, 1 kast, A4 (35 masker) 1 kast, A3, 1 kast, 2 m glattstrikk, 1 kast, A3, 1 kast, A5 og A6, 5 stolpemasker. Her er det 8 kast og masketallet skulle bli 123, men i oppskriften står 129. Hva er rett? Hvor mange masker skal det være etter 18 raglanøkninger i str M?
11.07.2020 - 00:04DROPS Design antwoorde:
Hej Hege, således tæller du: 5 +7+10, 1 kast +8, 1 kast+ 2, 1 kast, +8, 1 kast, 35, lag 1 kast, 8, lag 1 kast, 2, lag 1 kast, 8, lag 1 kast 10+ 7+5 (+ 6 kast i A.1/A.3/A.6) = 129 masker
28.07.2020 - 13:47
Nina schreef:
Jeg har samme problem Kathryn, får ikke mønsteret til å stemme. Jeg strikker str S, og har 129 m etter første runde inkl alle kast og stolper. Men rad 2 fra vrangen er i følge mønsteret 125 m (A1=8m, A2=11m, A3=9m, 2m, A3=9m, A4=37m, A3=9m, 2m, A3=9m, A5=11m og A6=8m +10 stolpemasker). Det betyr at jeg har 4m til overs som ikke står i mønsteret. Hvor skal de være??
02.07.2020 - 19:25DROPS Design antwoorde:
Hej Nina, Kastene i diagrammerne strikkes ifølge diagrammerne og kastene på hver side af A.3 strikkes i glatstrik på ærmerne og ifølge diagram på for og bagstykket. God fornøjelse!
07.07.2020 - 10:03
Paméla schreef:
Bonjour, finalement j'me suis débrouillée, j'ai fait de moi même des diminutions, parce que attendre après votre réponse, je ne pourrais plus m'avancer dans mon tricot. Cordialement.
29.04.2020 - 18:59
Paméla schreef:
Bonjour, je viens de finir les augmentations du raglan, donc cela me fait 8 fois 24 mailles plus les mailles des diagrammes avec les augmentations qui ont été faites jusqu'au bout, mais quand je compte toutes mes mailles, ça m'en fait 389 au lieu de 327,je comprends pas pourquoi parce que j'ai bien suivi toutes les instructions. Du coup pour faire la séparation des manches y'a rien qui correspond, vous pouvez m'aider et m'expliquer pourquoi j'ai 62 mailles de trop. Merci d'avance.
23.04.2020 - 16:20
Paméla schreef:
Bonjour, je dois continuer les augmentations du raglan en taille XXL, mais je ne comprends pas comment je dois continuer après avoir fait tous les rangs des diagrammes A2, A4 et A5. Je continue en point fantaisie ? Sans augmenter dans les cessions envers ? Et ça veut dire quoi "mais tricoter en Jersey les augmentations suivantes de chaque côté de A3"? Merci d'avance pour votre aide et bonne journée à vous.
21.04.2020 - 10:10DROPS Design antwoorde:
Bonjour Paméla, vous continuez à augmenter pour le raglan jusqu'à ce que les 26 augmentations aient été faites de chaque côté de A.3, ces augmentations après les diagrammes se tricotent en jersey endroit, en même temps, vous continuez à répéter les points ajourés en hauteur comme avant, autrement dit, le point ajouré n'augmente plus en largeur et les augmentations des raglans que vous ferez à partir de la fin des diagrammes se tricotent en jersey endroit. Bon tricot!
21.04.2020 - 10:15
Century schreef:
Bonjour, Je suis rendu au rang 2 (rang envers) de l'empiècement (taille XL). Dois-je tricoter les motifs comme ils viennent (A6 - A5 - A3 - 2 mailles jersey - A3 - A4 - A3 - 2 mailles jersey - A3 - A2 - A1) sans refaire de jetés? Je ne suis pas bien sûr de comprendre les instructions. Pourriez-vous m'indiquer par exemple le nombre de mailles après le 2ème rang de l'empiècement (ou mieux, la manière de réaliser ce rang)? Je vous remercie.
17.04.2020 - 01:05DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Century, tout à fait, sur l'envers vous tricotez le rang suivant des diagrammes en les lisant de gauche à droite, sur l'envers vous n'aurez ni diminutions, ni jeté, vous tricoterez donc les mailles soit à l'envers soit à l'endroit en fonction des diagrammes. Tricotez les jetés des raglans à l'envers. Vous augmentez pour les raglans 8 m tous les rangs = 1 m pour chaque devant, 2 m pour le dos et 2 m pour chaque manche. (attention à votre nombre de mailles en fonction de A.3, il peut varier d'1 m pour chaque A.3). Bon tricot!
17.04.2020 - 09:07
Anna schreef:
Witam, ten model bardzo mi się podoba lecz nigdy nie robiłam techniką na okrągło jak również od góry do dołu ani reglanu. Czy można zrobić ten model od dołu do góry? Jeśli tak to czy wystarczy odwrócić schemat "do góry nogami" i przerabiać według niego? Czy znajdę u Was kurs reglanu od dołu? Pozdrawiam serdecznie Anna
15.04.2020 - 12:01DROPS Design antwoorde:
Witaj Aniu! Jest to bardzo proste i zawsze musi być ten pierwszy raz:) Ten sweterek będzie przerabiany w tę i z powrotem tylko na drutach z żyłką, jak to się robi znajdziesz TUTAJ. TUTAJ znajdziesz cały kurs, jak krok po kroku przerabiać sweterek od góry do dołu. Czekamy na efekty na naszej grupie DROPS Workshop na facebooku. Pozdrawiamy!
15.04.2020 - 17:12
Belle Époque#belleepoquecardigan |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
Aansluitend vest met kantpatroon, raglan en ¾ mouwen, gebreid van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Paris.
DROPS 186-7 |
||||||||||||||||||||||||||||
INFORMATIE VOOR HET PATROON: RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1: Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 98 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 17) = 5.2. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 5e steek (meerder niet over de biezen). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.9. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2, A.4, A.5, A.7 en A.8). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. RAGLAN: Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder voor de raglan aan elke kant van A.3 in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op iedere meerdernaald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen averecht zodat er gaatjes ontstaan. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek op de mouwen en volgens het telpatroon op het voor- en achterpand. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de zijkanten op het lijf en midden onder de mouwen): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Begin 4 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de averechte delen op het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder 1 steek in iedere averecht deel door 1 omslag te maken voor alle 2 averechte steken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen. Op de volgende meerdering maakt u 1 omslag na iedere 3 steken averecht. Ga verder met meerderen door afwisselend te meerderen op het begin en einde van het averechte deel. TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Begin 3 steken voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 6 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-4 (geldt voor de delen in tricotsteek over A.7/A.8 op het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Als A.7/A.8 klaar is, brei dan in tricotsteek over de 9-9-9-11-11-11 steken met kantpatroon. Meerder over deze 9-9-9-11-11-11 steken als volgt: Brei 1 steek in tricotsteek, maak 1 omslag, brei in tricotsteek tot er 1 steek in tricotsteek over is, maak 1 omslag, brei 1 steek in tricotsteek. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). 1 knoopsgat = brei aan de goede kant tot er 3 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, brei 2 recht samen en eindig met 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Minder voor het eerste knoopsgat op de eerste naald aan de goede kant na de rand in ribbelsteek in de hals. Minder dan de volgende 6-6-6-7-7-7 knoopsgaten, ongeveer 7-7-7½-7-7½-7½ cm tussen elk. ---------------------------------------------------------- VEST: Brei heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden. HALSRAND: Zet 98-102-106-110-114-118 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 4 mm met Paris. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 17-13-9-15-11-7 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies - zie uitleg hierboven = 115-115-115-125-125-125 steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant aan de binnenkant van de 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1 (= 7 steken), A.2 (= 10-10-10-12-12-12 steken), maak 1 omslag, brei A.3 (= 8 steken), maak 1 omslag, brei 2 steken in tricotsteek (= mouwkop), maak 1 omslag, brei A.3, maak 1 omslag, brei A.4 (= 35-35-35-41-41-41 steken), maak 1 omslag, brei A.3, maak 1 omslag, brei 2 steken in tricotsteek (= mouwkop), maak 1 omslag, brei A.3, maak 1 omslag, brei A.5 (= 10-10-10-12-12-12 steken), brei A.6 (= 7 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor = 129-129-129-139-139-139 steken (inclusief de omslagen in A.1/A.3/A.6). Ga zo verder in patroon. Meerder TEGELIJKERTIJD op iedere naald aan de goede kant voor de RAGLAN - zie uitleg hierboven, totdat het meerderen 14-18-20-21-24-26 keer aan elke kant van A.3 is gedaan (inclusief de meerderingen op de eerste naald aan de goede kant na de halsrand). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! LET OP! Als A.2/A.4/A.5 is gebreid, ga dan verder in patroon op dezelfde manier, maar brei de volgende gemeerderde steken aan elke kant van A.3 in tricotsteek. In maat S zijn de meerderingen voor de raglan klaar als er 3 naalden over zijn in A.2/A.4/A.5, ga dan verder in patroon zonder meerderingen zoals uitgelegd hieronder. Na de laatste meerderingen voor de raglan zijn er 237-269-285-303-327-343 steken op de naald als het op een naald is met 7/8/7 steken in A.1/A.3/A.6 of 243-275-291-309-333-349 steken als het op een naald is met 8/9/8 steken in A.1/A.3/A.6. Ga verder in patroon zoals hiervoor zonder meerderingen voor de raglan tot het werk 17-19-21-23-25-27 cm meet vanaf de opzetrand midden voor, maar eindig zo, dat de laatste naald een naald met 7/8/7 steken in A.1/A.3/A.6 is. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Ga verder met de voorbies, patroon en in tricotsteek zoals hiervoor over de eerste 37-41-43-47-51-55 steken (= voorpand), zet de volgende 49-57-61-62-66-66 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in de kant onder de mouw), ga verder in tricotsteek en patroon zoals hiervoor over de volgende 65-73-77-85-93-101 steken (= achterpand), zet de volgende 49-57-61-62-66-66 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en ga verder in tricotsteek, patroon en voorbies over de overgebleven 37-41-43-47-51-55 steken (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 153-169-181-197-217-237 steken (inclusief omslagen in A.1/A.6). Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-12 opgezette steken onder de mouw aan elke kant en neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien. Begin op de verkeerde kant en brei 1 naald met ribbelsteek over ribbelsteek, averecht over averecht, recht over recht. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, ga verder met A.1 (= 7 of 8 steken), brei A.7 over de volgende 22-22-22-26-26-26 steken (= 2 herhalingen van 11-11-11-13-13-13 steken, ga verder op de juiste naald in het telpatroon, waar het patroon geëindigd is bij de scheiding), brei in tricotsteek over de volgende 13-21-27-26-36-46 steken, A.8 over de volgende 55-55-55-65-65-65 steken (= 5 herhalingen van 11-11-11-13-13-13 steken, ga verder met het juiste telpatroon), 2 averecht, 13-21-27-26-36-46 steken in tricotsteek, A.8 over de volgende 22-22-22-26-26-26 steken (= 2 herhalingen van 11-11-11-13-13-13 steken, ga verder op de juiste naald in het telpatroon), ga verder met A.6 (= 7 of 8 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor. Ga zo verder in patroon– LEES DE REST VAN HET LIJF VOORDAT U VERDER GAAT! MINDEREN IN DE ZIJKANTEN: Minder bij een hoogte van 1 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere andere naald (dus iedere naald aan de goede kant) 5 keer in totaal aan elke kant = 131-147-159-175-195-215 steken (zonder de omslagen in A.1/A.6). MEERDEREN IN DE AVERECHTE DELEN: Meerder bij een hoogte van 6 cm vanaf de scheiding, 1 steek in ieder averecht deel gemarkeerd met een pijl in telpatroon (dus meerder in alle averechte delen behalve het ene averechte deel het dichtst bij midden voor aan elke kant = 12 steken gemeerderd) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 5 cm 6 keer in totaal in ieder averecht deel (er zijn nu 8 steken in elk van deze averechte delen). MEERDEREN IN DE ZIJKANTEN: Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 7 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 6 cm 3 keer in totaal aan elke kant. MEERDEREN IN TRICOTSTEEKDELEN: Tegelijkertijd bij een hoogte van ongeveer 15 cm vanaf de scheiding, eindigt u A.7 en A.8 na een hele herhaling in de hoogte. Brei dan recht boven recht en averecht boven averecht over deze steken. Meerder op de volgende naald aan de goede kant 2 steken in elk tricotsteekdeel over A.7/A.8 - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-4 (= 18 steken gemeerderd). Herhaal dit meerderen na 2 cm (= 18 steken gemeerderd). Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 251-267-279-295-315-335 steken op de naald (zonder de omslagen in A.1/A.6). Ga verder met ribbelsteek boven ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht tot het werk ongeveer 59-61-63-65-67-69 cm meet vanaf de schouder naar beneden, maar pas zo aan dat de volgende naald aan de goede kant wordt gebreid. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei 2 ribbels heen en weer over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en kant losjes af met recht aan de goede kant. Het vest meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Zet de 49-57-61-62-66-66 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken die opgezet zijn onder de mouw = 55-63-69-70-76-78 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-12 steken onder de mouw en begin de naald hier. Brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 2-2-2-2-3-3 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3½-2½-2-1½-1-1 cm 7-10-12-12-14-14 keer in totaal = 41-43-45-46-48-50 steken. Ga verder tot de mouw 26-25-24-21-20-19 cm meet (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas). Brei 1 naald recht terwijl u het aantal steken aanpast naar 40-40-40-48-48-48. Brei A.9 in de rondte (= 5-5-5-6-6-6 herhalingen van 8 steken). Als A.9 is gebreid, brei dan verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 2 ribbels in de rondte. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm en kant af met recht. De mouw meet ongeveer 30-29-28-25-24-23 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #belleepoquecardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 186-7
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.