DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Springs Surrender Jacket

Gebreid vest met raglan in DROPS Alpaca. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon en korte mouwen. Maat: S - XXXL

DROPS 212-39
DROPS design: Patroon z-887
Garengroep A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
200-200-200-250-250-300 g kleur 3112, zacht roze

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: Lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR 521: 6-6-6-6-7-7 stuks

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (geldt voor de raglan):
Alle meerderingen worden op een naald aan de goede kant gemaakt.
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden op een naald aan de goede kant gemaakt.
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de zijkant op het lijf en de mouwen):
Alle minderingen worden op een naald aan de goede kant gemaakt.
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

AANTAL STEKEN:
Omdat er zowel meerderingen als minderingen worden gemaakt in A.1a, A.2a, A.3a en A.4a, varieert het aantal steken, afhankelijk van op welke naald u ze telt (afhankelijk van of meerdert of mindert in het patroon).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een maat groter gebruiken. Als het nog steeds te strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek en kant deze af als normale steken.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen, brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken.
Minder voor het eerste knoopsgat als de halsrand ongeveer 1½-2 cm meet. Minder dan voor de volgende 5-5-5-5-6-6 met ongeveer 8-8½-8½-9-8-8 cm uit elkaar.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de halsrand en de pas heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf heen en weer op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 119-131-137-143-146-155 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 2.5 mm met Alpaca. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, * 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn, 1 recht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Minder voor de knoopsgaten - lees uitleg hierboven.
Ga zo verder met boordsteek voor 2 cm.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald midden voor, meet de pas vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei nu als volgt aan de goede kant:
Linker voorpand: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, 6-9-9-9-9-12 steken in tricotsteek, A.1 (= 7 steken).
Linker mouw: Brei 2 steken in tricotsteek, A.2 (= 4 steken), A.3a (= 17-17-17-23-23-23 steken), A.4 (= 4 steken), 2 steken in tricotsteek.
Achterpand: Brei A.1 over 7 steken, 11-17-23-17-20-23 steken in tricotsteek, A.1 over 7 steken.
Rechter mouw: Brei 2 steken in tricotsteek, A.2 over 4 steken, A.3a over 17-17-17-23-23-23 steken, A.4 over 4 steken, 2 steken in tricotsteek.
Rechter voorpand: Brei A.1 over 7 steken, 6-9-9-9-9-12 steken in tricotsteek en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Meerder op de volgende naald aan de goede kant voor de raglan aan elke kant van iedere A.1 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (= 8 steken gemeerderd). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder zo iedere andere naald 22-24-28-33-37-40 keer in totaal.
Als de eerste 3 naalden in patroon A.1a, A.2a en A.4a in de hoogte zijn gebreid, hehaal dan A.1a, A.2a en A.4a in de hoogte.
Als A.3a een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.3b (= 29-29-29-35-35-35 steken) over A.3a.
Als het meerderen voor de raglan klaar is, zijn er 335-363-401-447-482-515 steken op de naald – lees AANTAL STEKEN.
Brei verder in het ontstane patroon tot het werk 18-20-21-23-25-27 cm meet vanaf de markeerdraad.
Pas zo aan dat de volgende naald een naald is met een totaal aantal steken (dus 335-363-401-447-482-515 steken), dit omdat het aantal steken kan variëren vanwege de minderingen/meerderingen in de telpatronen. Op de volgende naald verdeelt u het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei over de eerste 50-55-59-66-72-77 steken zoals hiervoor, zet de volgende 73-77-87-97-101-107 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8 steken op onder de mouw, brei over de volgende 89-99-109-121-136-147 steken, zet de volgende 73-77-87-97-101-107 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8 steken op onder de mouw en brei de laatste 50-55-59-66-72-77 steken.

LIJF:
= 205-225-243-269-296-317 steken. Voeg 1 markeerdraad in na 54-59-63-70-76-81 steken vanaf elke kant (= in de zijkant van het lijf). Er zijn 97-107-117-129-144-155 steken tussen de markeerdraden op het achterpand. Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt voor het meerderen en minderen in de zijkanten.
Als de laatste herhaling van A.1a vanaf de pas in de hoogte is gebreid, brei dan A.1b over iedere A.1a. Als A.1b een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 201-221-239-265-292-313 steken op de naald.
Brei in tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant.
Bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding, mindert u 1 steek aan elke kant van de markeerdraad aan elke kant - lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 2 cm 4 keer in totaal = 185-205-223-249-276-297 steken.
Meerder bij een hoogte van 10 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van de markeerdraden in de zijkanten - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere cm 9 keer in totaal = 221-241-259-285-312-333 steken.
Meerder bij een hoogte van 21-21-22-22-22-22 cm vanaf de scheiding, 12-13-13-14-14-14 steken verdeeld = 233-254-272-299-326-347 steken. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei aan de goede kant als volgt: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 6 steken over zijn, eindig met 1 recht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Kant bij een hoogte van 24-24-25-25-25-25 cm vanaf de scheiding, alle steken af met recht aan de goede kant - lees TIP VOOR HET AFKANTEN.

MOUWEN:
Zet de 73-77-87-97-101-107 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem 1 nieuwe steek op in elke van de 8 opgezette steken onder de mouw = 81-85-95-105-109-115 steken – denk om het aantal steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8 nieuwe steken. Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien; het wordt later gebruikt voor het minderen midden onder de mouw.
LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
Brei patroon en minder steken midden onder de mouw als volgt:
Brei A.2a, A.3b en A.4a over de middelste steken, brei de overgebleven steken recht.
Als A.3b is gebreid, brei dan A.3c over A.3b.
Als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad (= 2 steken geminderd). Minder zo iedere cm 3-3-3-3-5-5 keer in totaal, minder dan om de cm 2-2-2-2-0-0 keer in totaal = 71-75-85-95-99-105 steken.
Op de laatste naald in A.3c meerdert u 0-1-2-0-1-1 steken voor het patroon, en 2-0-1-2-0-0 steken na het patroon = 73-76-88-97-100-106 steken.
Als A.3c een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 14-12-11-10-8-6 cm vanaf de scheiding. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm.
Brei de volgende naald als volgt:
* 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de eerste 15-18-24-24-27-30 steken, A.2b over A.2a, ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht over de steken in A.3c, A.4b over A.4a, * 2 averecht, 1 recht *, brei van *-* over 15-15-21-24-24-27 steken en eindig met 2 averecht = 75-78-90-99-102-108 steken.
Ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht tot het werk 17-15-14-13-11-9 cm meet vanaf de scheiding, kant dan af met recht.
Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de knopen aan de linker voorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 04.06.2020
Correctie: Er zijn wijzigingen gedaan in telpatroon A.4 Als aanvulling op het geschreven patroon is er meer informatie toegevoegd over hoe u de telpatronen A.1a, A.2a and A.4a herhaalt.
Gewijzigd online: 26.02.2021
Correctie: Aanpassingen gemaakt in telpatroon A.4 (naald 6), maten XL-XXL-XXXL.
Gewijzigd online: 28.09.2023
Correctie in telpatroon A.4b.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = brei 3 steken in de steek als volgt: Brei de steek recht maar wacht met de steek van de naald af te laten glijden, maak 1 omslag op de rechter naald en brei de steek 1 keer recht, laat dan de steken van de naald af glijden = 3 steken (= 2 steken gemeerderd).
symbols = dit vierkant is geen steek omdat de steek eerder was geminderd, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
symbols = 3 recht, haal de eerste steek over de andere 2 zodat deze steek om de andere 2 steken ligt (= 1 steek geminderd).
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Springs Surrender Jacket

Valeria, Italy

Laat een opmerking achter voor DROPS 212-39

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (68)

country flag Franziska wrote:

Guten Tag, In der passe stebt, nach a3 kommt A380. Dann x Maschen auf der Nadel und im Muster wie zuvor weiterstricken, bis die Arbeit eine Länge von 18cm hat. Welches Muster ist denn nun hier gemeint? A3a und a3b sind doch nun fertig… Und mir ist ein Fehler unterlaufen.. ich habe beim ersten Mal a1b, a2b und a4b direkt raufgesetzt. Kann ich nun wie beschrieben nur a1a etc stricken oder fällt der Fehler zu sehr auf und ich muss meine Arbeit neu machen? Was meinen Sie?

18.03.2024 - 20:55

DROPS Design answered:

Liebe Franziska, Diagramme A.1a, A.2a und A.4a werden in der Höhe wiederholt, dann wenn A.3a gestrickt wird, wird man A.3b stricken und wiederholen, A.1b, A.2b und A.4b wird man erst nach der Verteilung stricken. Viel Spaß beim Stricken!

19.03.2024 - 11:06

country flag Cait wrote:

Thank you so much for your prompt reply. It is much appreciated 😊

05.03.2024 - 09:30

country flag Cait wrote:

When working from diagram, e.g. A1, k1, p2, inc., p2, k1. This is row 1. Is the next row on the diagram row 2, wrong side, the return row or row 3, the right side?

05.03.2024 - 08:26

DROPS Design answered:

Dear Cait, diagrams show all rows, the RS and the WS rows; rows from WS are read from the left towards the right, so that, on row 2 in A.1 work; P1, K2, P3, K2, P1. Happy knitting!

05.03.2024 - 09:23

country flag Cait wrote:

What does the symbol that looks like 0 between two squares mean

01.03.2024 - 12:57

DROPS Design answered:

Dear Cait, this symbol is for a yarn over, see 6th and 7th symbol under diagram text; the 6th symbol = white 0 will be worked in the front loop of stitch on next row to make a hole; the 7th symbol = black 0 will be worked twisted on next row to avoid a hole. Happy knitting!

01.03.2024 - 14:31

country flag Stefanie wrote:

Hallo, ich habe nun die Blende gestrickt und würde bei der passe anfangen, allerdings frage ich mich, wie die rückreihe geht. Ich bin in der ersten Reihe von A1, die Hin Reihe ist klar, aber stricke ich den Teil, wo ich die drei Maschen gestrickt habe und zwei zugenommen habe, in der Rückreihe rechts?

20.02.2024 - 10:30

DROPS Design answered:

Liebe Stefanie, die Rückreihe werden auch im Diagram gezeichnet, die lesen Sie aber links nach rechts, so bei der 2. Reihe A.1 stricken Sie: 1 M links, 2 M rechts, 3 M links, 2 M rechts, 1 M links. Viel Spaß beim stricken!

20.02.2024 - 15:39

country flag Diana wrote:

Hola, estoy haciendo un modelo talla L. No me queda claro cuántas veces hay que hacer los aumentos del raglán para llegar a los 401 puntos.

30.08.2023 - 04:11

DROPS Design answered:

Hola Diana, en la primera fila de los diagramas A.1, A.2 y A.4 aumentas 2 puntos en cada repetición. Por lo tanto, partes de 137+8 aumentos de A.1, 4 aumentos de A.2 y 4 aumentos de A.4 en total en la vuelta = 153 puntos. Aparte de esto, tienes 12 aumentos en el diagrama A.3a en total en cada repetición, a medida que vas trabajando el diagrama. Con esto tendrías: 153 + 24 = 177 puntos. A estos puntos les sumas las 28 filas con 8 aumentos para el raglán en cada (224). 224+ 177 = 401 puntos.

03.09.2023 - 19:13

country flag Bernadette Durandiere wrote:

Bonjour, n'y a-t-il pas un oubli de maille sur votre graphique A4 b ? il y a une augmentation à la 9ème ligne du diagramme mais elle n'apparaît pas au dessus contrairement au diag. A2 b en haut à gauche ? je ne suis pas encore arrivée à ce niveau (commencé avant-hier) mais je voudrais en avoir le coeur net. Merci

04.05.2023 - 16:21

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Durandiere, il semble effectivement qu'il manque une maille dans A.4b après l'augmentation - cette maille doit se tricoter à l'endroit, comme l'augmentation de A.2b, merci pour votre retour, nos stylistes vont vérifier et corriger cela le plus vite possible. Bon tricot!

05.05.2023 - 07:57

country flag Anni wrote:

200 g garn til str. L er for lidt. Jeg brugte 250 g.

28.03.2023 - 18:38

country flag Chantal Bonneton wrote:

Bonjour, J’ai une question concernant les augmentations du raglan : lorsque vous dites « augmenter 28 fois tous les 2 rangs » faut-il compter le rang envers - comme dans tous les tricots, et qui n’apparaît pas dans les diagrammes- où est-ce tous les 2 rangs endroit du diagramme. Et là, ce ne serait plus tous les 2 rangs, mais tous les 4 rangs ? Merci beaucoup pour votre réponse. Chantal

27.05.2022 - 09:17

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bonneton, quand on doit augmenter pour le raglan tous les 2 rangs, on augmente tous les rangs sur l'endroit (= 1 rang sur l'endroit avec augmentation, 1 rang sur l'envers sans augmentation, et on répète ces 2 rangs) ; quand on doit augmenter tous les 4 rangs, on augmente tous les 2 rangs sur l'endroit (=1 rang sur l'endroit avec augmentation, 1 rang sur l'envers+1 sur l'endroit+1 sur l'endroit sans augmenter à chacun de ces 3 rangs et on répète ces 4 rangs). Bon tricot!

27.05.2022 - 09:31

country flag Maria Teresa wrote:

Buongiorno di iniziato la maglia ma notò una differenza quando lavoro A1fino A1a lavorando conto 14ferri poi devo ripetere A1a x 24 volte ma se io guardo il disegno della maglia vedo che A1a inizia subito dopo qualche ferro il mio inizia dopo parecchio e non mi corrisponde come la foto dove sbaglio che non riesco a capire visto che i giri di ogni ferro corrispondo solo al diritto grazi x aiuto

22.04.2022 - 12:00

DROPS Design answered:

Buonasera Maria Teresa, i diagrammi mostrano tutti i ferri del lavoro: può spiegarci esattamente il suo problema? Buon lavoro!

01.05.2022 - 23:32