DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.45 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.95€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Listen to Nature

Gebreide trui met ronde pas in DROPS Muskat. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met bladpatroon en kantpatroon. Maat: S - XXXL

DROPS 213-1
DROPS design: Patroon nr. r-755
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS MUSKAT van garnstudio (behoort tot garengroep B)
550-600-700-750-800-900 g kleur nr 82, zilvervos

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 40 en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.45 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.95€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de zijkanten van lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog steeds te strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek en kant af als normale steken.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de halsrand en de pas in de rondte op de rondbreinaald vanaf midden achter, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 96-96-102-114-114-120 steken op rondbreinaald 3 mm met Muskat. Brei 1 naald recht.
Brei boordsteek (= 2 averecht/1 recht).
Ga bij een hoogte van 3 cm, verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald midden achter, meet de pas vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei A.1 (= 6 steken) in de rondte over alle steken (= 16-16-17-19-19-20 keer in de breedte). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 288-320-340-380-418-440 steken op de naald.
Het werk meet nu 14-16-16-16-18-18 cm vanaf de markeerdraad. Brei in de rondte.
Bij een hoogte van 19-21-22-24-26-28 cm vanaf de markeerdraad, verdeelt u het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei de eerste 40-45-49-53-60-65 steken (= helft van het achterpand), zet de volgende 63-69-72-84-89-90 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 6-6-6-6-8-10 nieuwe steken op onder de mouw, brei de volgende 81-91-98-106-120-130 steken (= voorpand), zet de volgende 63-69-72-84-89-90 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 6-6-6-6-8-10 nieuwe steken op onder de mouw, brei de laatste 41-46-49-53-60-65 steken (= helft van het achterpand).

LIJF:
= 174-194-208-224-256-280 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-6-6-8-10 steken onder de mouw aan elke kant (= in de zijkanten van lijf). Er zijn 87-97-104-112-128-140 steken tussen de markeerdraden op het voor- en achterpand. Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt bij het meerderen in de zijkanten. Brei alle steken recht.
Bij een hoogte van 4 cm vanaf de scheiding, meerdert u 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd).
Meerder zo iedere 4 cm 5-4-4-5-5-5 keer in totaal = 194-210-224-244-276-300 steken.
Bij een hoogte van 28-28-29-29-29-29 cm vanaf de scheiding, meerdert u 13-12-13-14-15-15 steken verdeeld = 207-222-237-258-291-315 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei boordsteek (= 1 recht/2 averecht).
Kant af met recht als de boordsteek 4 cm meet - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. Het werk meet 32-32-33-33-33-33 cm vanaf waar het verdeeld was.

MOUWEN:
Zet de 63-69-72-84-89-90 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elke van de 6-6-6-6-8-10 nieuw opgezette steken onder de mouw = 69-75-78-90-97-100 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-6-6-8-10 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien. Minder later aan elke kant van deze markeerdraad.
Brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 2 cm, 1 steek aan elke kant van de markeerdraad- lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder zo iedere 3-2-2-1½-1-1 cm 11-13-14-19-21-22 keer in totaal = 47-49-50-52-55-56 steken.
Meerder bij een hoogte van 38-37-36-34-33-31 cm, 1-2-1-2-2-1 steken verdeeld op de volgende naald = 48-51-51-54-57-57 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei boordsteek in de rondte (= 1 recht/2 averecht). Als de boordsteek 4 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet 42-41-40-38-37-35 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 25.05.2020
Nieuw telpatroon A.1, maat M-L-XL (naald 18) en XXL-XXXL (naald 24+39+41).

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid in het patroon
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = brei 3 steken in dezelfde steek als volgt: Brei de steek recht, maar wacht met de steek van de naald af laten glijden, maak 1 omslag op de rechter naald en brei nog 1 keer recht = 3 steken
symbols = op de eerste herhaling van A.1 verplaatst u de naald 1 steek als volgt: Haal de eerste steek over de rechter naald zonder het te breien, brei dan A.1 in de rondte.
symbols = 2 averecht samen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Listen to Nature

Sif Andersen, Denmark

DROPS Listen to Nature

Monikajagerova, Czech Republic

Laat een opmerking achter voor DROPS 213-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (74)

country flag Sandra wrote:

When knitting the yoke, am I knitting A1, A2,A 1, A2…until A3, or A1, A2, A2, A2…..A3? I was doing A1, A 2, A1, A2…. and my stitches are not working out right when I get to the knit 2 together part of the pattern, around row17-18 of the diagram.

24.02.2024 - 21:36

DROPS Design answered:

Dear Sandra, for the jumper you only work A.1, for the jacket you will start the pattern with A.1 (after front band stitches), then repeat A.2 and end with A.3 before front band stitches. Which size are you working? This could help us checking the correct diagram. Happy knitting!

26.02.2024 - 08:41

country flag Elfi wrote:

Liebes Drops Team,in Reihe 19 sind die ersten 2 Maschen ein Überzug.Dadurch werden aus den 3 Maschen dann 2.In Reihe 20 sind es am Anfang wieder 3 rechts.Wo ist mein Fehler ich habe nach dem Überzug von Reihe 19 in Reihe 20 nur 2 Rechte Maschen.Vielen Dank im Voraus

23.02.2024 - 18:49

country flag Elfi wrote:

In Reihe 17 u. 33 ■ hier wird am Anfang der Runde die erste Masche versetzt. In der nächsten Runde muss man die Masche wieder auf die linke Nadeln legen und weitersricken,oder bleibt diese Masche auf der rechten Nadel? Vielen Dank für Ihre Hilfe.

19.02.2024 - 16:59

DROPS Design answered:

Liebe Elfi, am Anfang dieser beiden Runden wird die erste Masche vom 1. Rapport am Ende der Runde gestrickt: die letzte Masche vom jeden Rapport wird zusammen mit der 1. Masche vom nächsten Rapport gestrickt, der Umschlag wird dann die 1. Masche von den nächsten Rapport; genauso am Ende der Runde: die letzte Masche vom letzten Rapport stricken Sie zusammen mit der 1. Masche der Runde, der Umschlag ist dann die 1. Masche der Runde. Viel Spaß beim stricken!

20.02.2024 - 07:46

country flag Cristina wrote:

Hola. El símbolo cuadradito negro, que indicáis "en la primera repeticion de A.1 desplazar la vuelta un punto, solo hay que hacerlo una vez al inicio de la vuelta, o hay que hacerlo durante las 17 repeticiones dentro de la misma vuelta? Solo una vez, o al principio de los 17 grupos? Gracias!!!!!!!!!

20.07.2023 - 08:43

DROPS Design answered:

Hola Cristina, se desplaza el pt solo en la primera repetición de A.1. Cómo puedes ver, al final de la repetición tienes una disminución, que coge el último punto de la repetición y el 1º punto de la siguiente repetición, por lo que el primer punto de cada una de las siguientes repeticiones ya se habrá trabajado con la disminución y puedes ignorar el cuadrado negro. Al final de la última repetición, disminuirás el último punto con el primer punto de la vuelta, efectivamente desplazando 1 punto el inicio de la vuelta.

20.07.2023 - 11:39

country flag Cristina wrote:

124 no perdón, quería decir 14 puntos derecho

27.06.2023 - 08:23

country flag Cristina wrote:

Hola podríais aclarar estos puntos sueltos de la izquierda del patrón a.1 M que son? No puedo adjuntar foto, pero es la columna de 124puntos derecho y una hebra, que quedan separados del resto del diagrama. Hay que ir tejiéndolos? No entiendo cómo van gracias.

27.06.2023 - 08:22

DROPS Design answered:

Hola Cristina, no son puntos sueltos. Esos puntos forman parte de la fila, pero por la forma en la que se trabaja vas a ir aumentando en el resto de puntos de la fila, mientras que estos se trabajan siempre de derecho. Por eso, el resto de puntos parece como si fueran formando un pico, mientras que este se mantiene en forma de línea recta. Es una manera de intentar representar el diagrama de forma 3D, donde hemos dejado espacio desde el principio para que se vaya ampliando el diagrama a medida que aumentamos puntos. A la hora de trabajar, ignora estos espacios; simplemente ve trabajando el siguiente símbolo en el diagrama, independientemente de si hay espacio blanco entre ellos o no.

30.06.2023 - 20:37

country flag Anna wrote:

Uppskrift 213-1, stærð M. Í umferð 27 fæ ég ekki mynstrið til að stemma. Ég byrja umferðina á 2 sl lykkjum, prjóna svo 2 saman og slæ upp á en þá er eins og mig vanti eina lykkju inn á milli til að ég geti prjónað aftur 2 saman. Þetta er eins út alla umferðina, alls staðar er eins og vanti lykkju til að ég nái að taka tvær saman tvisvar sinnum. Getur verið að það vanti í mynstrið uppslátt á milli laufblaðanna í umferð 25? Með fyrirfram þökk.

15.03.2023 - 23:04

DROPS Design answered:

Blessuð Anna. Jafnmörgum lykkjum er aukið út og fækkað í mynstureiningunni. Það á að vera sami lykkjufjöldi í umferð 25 og 27 í hverri mynstureiningu. Gangi þér vel.

14.04.2023 - 17:10

country flag Gerda Højer wrote:

Har valgt tyndere garn til str. large, dvs jeg har 144 masker, men hvilket mønster skal jeg vælge vedr. A1, da der er forskellige udtagninger, enten man strikker str. S M L XL XXl XXXl.

06.03.2023 - 11:55

DROPS Design answered:

Hej Gerda, hvis du følger størrelse L med antal masker, så skal du også vælge diagrammet ifølge størrelse L :)

08.03.2023 - 09:37

country flag Val Ludgate wrote:

The solid black square at the beginning of round 17 states “ symbols = on first repetition of A.1 displace round 1 stitch as follows: Pass the first stitch over right needle without working it, then work A.1 in the round.”. Does this mean slip the first stitch of the round? If so what do I do with it on the next round?

06.01.2023 - 09:36

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ludgate, yes you will slip the first stitch of the round in first A.1 and this stitch will be worked together with the last stitch on last repeat of the round = this is now the new first stitch of the round/repeat. Happy knitting!

06.01.2023 - 11:43

country flag Martine Berlan wrote:

Bonjour Je tricote le modèle listen to nature et au rang 17 vous décaler le tour d une maille Est-ce que le premier motif où dans les 16 motifs? Merci pour votre réponse Cdt Martine

03.10.2022 - 13:35

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Berlan, au début de ce tour, glissez la 1ère maille sans la tricoter et continuez le diagramme, à la fin du diagramme, tricotez la dernière maille avec la 1ère du motif suivant (cette maille est désormais la 1ère maille du motif suivant) et continuez ainsi tout le tour; à la fin du tour, vous tricoterez la dernière maille du dernier A.1 avec la 1ère maille du tour (celle que vous avez glissé), cette maille est maintenant la 1ère maille du tour. Bon tricot!

03.10.2022 - 15:21