DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Children 22-20
Gebreide DROPS tuniek van boven naar beneden gebreid van ”Karisma” met ronde pas en Noors patroon.
DROPS design: Model nr. U-048-bn
Garengroep B
--------------------------------------------------------
Maat: 3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
Maat in cm: 98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152
Materiaal: DROPS KARISMA van Garnstudio
350-400-450-500-550 gr. kleur 18, rood.
50-50-100-100-100 gr. kleur nr. 01, naturel.

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 60 cm) 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm. LET OP: Het is belangrijk dat de stekenverhouding in de hoogte klopt zodat de ronde pas de juiste vorm en hoogte krijgt.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 60 cm) x 3 mm - voor de boordsteek.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatroon M.1 tot en met M.5. Telpatronen M.1, M.2, M.4 en M.5 worden in tricotst gebreid. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
--------------------------------------------------------

TUNIEK:
Wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 84-88-92-96-100 st op met een korte rondbreinld 3 mm en rood, plaats een markeerder aan het begin van de nld (= middenachter). Brei 2-2-3-3-3 cm boordsteek = 2 st r/2 st av (= hals). Ga verder met een korte rondbreinld 4 mm. Brei 1 nld recht en pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 78-84-90-98-105. Brei dan een ronding op het achterpand in tricotst als volgt: brei 8 st voorbij de markeerder, keer het werk, trek de draad aan en brei 16 st av terug, keer, trek de draad aan en brei 24 st r, keer, ga verder en brei steeds 8 st meer elke keer dat u keert tot er in totaal 48-48-64-64-80 st zijn gebreid na het laatste keerpunt. Brei dan weer 1 nld recht tot de markeerder middenachter. Brei nu telpatroon M.1 – zie het telpatroon voor de juiste maat! Ga verder met een langere rondbreinld als er genoeg st zijn.

Als telpatroon M.1 gebreid is, staan er 208-224-240-252-270 st op de nld. Brei dan nog 0-0-1-0-1 cm met rood. Het werk meet nu ongeveer 14-15-16-17-18 cm middenvoor (gemeten zonder de boordsteek langs de hals). Brei met rood en in tricotst tot het werk klaar is. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 4-4-4-12-10 st gelijkmatig = 212-228-244-264-280 st. Brei de volgende nld als volgt: brei 31-33-35-37-39 st, zet de volgende 44-48-52-58-62 st op een hulpdraad voor de mouw (zonder de st eerst te breien), zet 6 nieuwe st op (plaats een markeerder in midden van deze st = zijkant), brei 62-66-70-74-78 st (= voorpand), zet de volgende 44-48-52-58-62 st op een hulpdraad voor de mouw (zonder ze eerst te breien), zet 6 nieuwe st op (plaats een markeerder in midden van deze st = andere zijkant) en brei 31-33-35-37-39 st.

LIJF:
= 136-144-152-160-168 st.
MEET NU HET WERK VANAF HIER! Ga verder in de rondte in tricotst. Meerder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan iedere kant van beide markeerders aan de zijkanten. Herhaal dit meerderen iedere 3-3-3½-4-4 cm in totaal 10 keer = 176-184-192-200-208 st. Ga bij een hoogte van 33-37-41-45-49 cm (vanaf waar de st op hulpdraden zijn gezet voor de mouwen) verder met rondbreinld 3 mm. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 36-36-36-40-40 st gelijkmatig = 212-220-228-240-248 st. Brei dan telpatroon M.3. Als telpatroon M.3 is gebreid, staan er 424-440-456-480-496 st op de nld. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

MOUW:
Zet de st van een hulpdraad terug op breinld zonder knop 4 mm en zet dan 6 st extra op midden onder de mouw (plaats een markeerder in het midden van deze st) = 50-54-58-64-68 st. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei in tricotst in de rondte met rood. Minder als de mouw 2 cm meet 1 st aan iedere kant van de markeerder. Herhaal dit minderen iedere 4½-3½-4-3-3½ cm in totaal 5-7-7-10-10 keer = 40-40-44-44-48 st. Brei als de mouw 20-24-28-31-35 cm meet telpatroon M.2, ga dan verder met breinld zonder knop 3 mm. Brei 3 cm boordsteek = 2 st r/2 st av en kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht.

ZAK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet 23-23-23-27-27 st op met nld 4 mm en rood. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Ga verder als volgt: 1 st in ribbelst, telpatroon M.4 over de volgende 21-21-21-25-25 st (brei de laatste st als de eerste st in het telpatroon) en 1 st in ribbelst. Brei telpatroon M.4 tot er 5-5-6-6-6 stipjes in de hoogte zijn gebreid, brei dan telpatroon M.5 nog een keer in de hoogte boven telpatroon M.4. Brei nog 4 nld recht (= 2 ribbels) met rood en kant dan alle st af. Brei nog een zak.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen samen. Plaats de zakken op het voorpand, ongeveer 8-8-9-9-10 cm vanaf de onderkant en met ongeveer 10-11-12-14-15 cm tussen de twee zakken (de afkantrand komt boven). Zet de zakken vast met nette, kleine st in de ribbelst.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 31.01.2013
PAS
...Brei de volgende nld als volgt: Brei 31-33-35-37-39 st, zet de volgende 44-48-52-58-62 st op een hulpdraad voor de mouw (zonder de st eerst te breien), zet 6 nieuwe st op (plaats een markeerder in midden van deze st = zijkant), brei 62-66-70-74-78 st (= voorpand), zet de volgende 44-48-52-58-62 st op een hulpdraad voor de mouw (zonder ze eerst te breien), zet 6 nieuwe st op (plaats een markeerder in midden van deze st = andere zijkant) en brei 31-33-35-37-39 st....

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = rood
symbols = 1 omsl, brei in de volgende nld de
omsl gedraaid recht om gaatjes te voorkomen
(dus brei achter in de st in plaats van voor in de st)
symbols = averecht
symbols = recht
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 22-20

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (15)

country flag Kay Fleming wrote:

Lovely designs

15.02.2023 - 08:06

country flag Synnøve Jacobsen wrote:

Hei. Når jeg skriver ut oppskrifter fra nettsiden deres, får jeg ikke med diagrammene som skal være med. Hvorfor ikke? Det har vært sånn lenge og begynner å irritere meg. Vær så snill å fiks det. Mvh Synnøve J.

07.02.2020 - 14:08

DROPS Design answered:

Hei Synnøve. Husk bare å klikke på "Skriv ut" ikonet på oppskriftssiden og ikke File-Print/eller hurtigtast Ctrl+P. Evnt må du ta en titt på dine innstillinger til skriveren din. Vi har ingen problemer med å skrive ut oppskriften. mvh DROPS design

10.02.2020 - 15:07

country flag Karin Brinch-Nielsen wrote:

Jeg er meget glad for svaret.\r\nMvh Karin Brinch-Nielsen

14.10.2019 - 14:55

country flag Karin Brinch-Nielsen wrote:

Jeg har et barnebarn, der er ekstremt følsomt overfor uldgarn. Jeg påtænker at strikke modellen “Selina”. Tror du det kan gå an ? Hvis nej, kunne du anbefale et andet garn, der kunne bruges til opskriften ?

13.10.2019 - 16:55

DROPS Design answered:

Hej Karin, vi har et meget blødt garn som består af både bomuld og den blødeste merinould. DROPS Cotton Merino. Hvis hun slet ikke kan tåle uld, så har vi DROPS Cotton Light og DROPS Muskat som kan strikkes med samme strikkefasthed som der står i opskriften. God fornøjelse!

14.10.2019 - 08:31

country flag Barbara Rose wrote:

The diagram for Selina Tunic. On Diagram 3 can you tell me when I make the increases, what colour do I use to increase on. The diagram shows the increase stitch ok, but what colour do I use for the next stitch, regards Barbara

14.12.2017 - 14:49

DROPS Design answered:

Dear Barbara, diagram M.3 is worked with the background colour, ie all sts and increases will be worked with the same colour. In diagram M.1 (yoke), work the YO's (= increases) in the background colour (= ex round 1 = red, round 2 = off white). Happy knitting!

14.12.2017 - 16:57

country flag Alexandra Gallo wrote:

Kann ich fäden gleich mit einweben oder lieber locker hinter der Arbeit mit führen

11.03.2016 - 17:09

DROPS Design answered:

Liebe Alexandra, wir haben gestern gleich geantwortet, siehe dort.

12.03.2016 - 14:22

country flag Alexandra Gallo wrote:

Kann ich fäden gleich mit einweben oder lieber locker hinter der Arbeit mit führen

11.03.2016 - 13:58

DROPS Design answered:

Liebe Alexandra, eine Faustregel ist, dass man die Fäden über bis zu Maschen ohne Verkreuzen mitführen kann, ab dieser Mschenzahl sollte man die Fäden verkreuzen.

11.03.2016 - 14:32

country flag Alexandra Gallo wrote:

Fange ich mit der Muster Einteilung in der hinteren Mitte an da wo der anfangsfaden ist

02.03.2016 - 15:26

DROPS Design answered:

Ja, Sie beginnen in der markierten hinteren Mitte (=Rundenanfang).

02.03.2016 - 16:33

country flag Alexandra Gallo wrote:

Mache ich in der ersten Runde erst einen Umschlag und stricke dann 6 maschen usw und in der zweiten Reihe dann 7 maschen stricken und einen umschlag

24.02.2016 - 20:01

DROPS Design answered:

Liebe Alexandra, ich vermute, Ihre Frage bezieht sich auf die ersten Reihen in einem der beiden kleineren Diagramme von M.1. Wenn dies so ist, ist es korrekt.

02.03.2016 - 14:03

country flag Alexandra Gallo wrote:

Verstehe das mit den zunahmen nicht gibt es darüber auch ein video

23.02.2016 - 21:16

DROPS Design answered:

Was genau verstehen Sie nicht, an welcher Stelle kommen Sie mit den Zunahmen nicht klar?

24.02.2016 - 18:55