Brigitte schreef:
Würde ich gerne arbeiten.
16.01.2020 - 21:41
Gabriele schreef:
WOW!Die Jacke möchte ich gerne nacharbeiten!
07.01.2020 - 12:04
Gunnel Benesch schreef:
Precis vad jag söker!
03.01.2020 - 19:13
Heidi schreef:
Das Modell strahlt schon absolutes Wohlfühlen aus
03.01.2020 - 16:58
Johanna schreef:
Love this design! I hope it makes the collection =)
19.12.2019 - 12:57
Summer Promise#summerpromisewrap |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Gebreid overslagvest met raglan in DROPS BabyAlpaca Silk en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid met kantpatroon en ¾ mouwen. Maat: S - XXXL
DROPS 213-24 |
||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = brei 2 recht naalden. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 261 steken), minus de biezen (dus 22 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken minderingen (dus 34) = ongeveer 7. In dit voorbeeld mindert u door ongeveer iedere 6e en 7e steek samen te breien en minder niet in de buitenste 11 steken aan elke kant. TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de zijkanten op de voorpanden): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Minder aan de zijkant op het rechter en linker voorpand (= 2 steken geminderd op de naald) als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad in de overgang tussen het rechter voorpand en het achterpand, 2 recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht tot de markeerdraad in de overgang tussen het achterpand en het linker voorpand, haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd). Als er nog niet genoeg steken zijn om zowel de omslag als de mindering in het patroon te maken (dus de 2e en 3e steek in A.2 en 5e en 6e steek in A.4), brei dan recht over deze 2 steken totdat ze geminderd zijn. RAGLAN: Minder 1 steek voor de markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, brei de volgende 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd). Minder 1 steek na de markeerdraad als volgt: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd). Minder 2 steken voor de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, brei de volgende 3 steken recht samen (= 2 steken geminderd). Minder 2 steken na de markeerdraad als volgt: 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken (= 2 steken geminderd). ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- OVERSLAGVEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei het lijf heen en weer op de rondbreinaald tot de armsgaten. Brei de mouwen in de rondte op de rondbreinaald tot de armsgaten. Zet dan de mouwen op dezelfde rondbreinaald als het lijf, en brei de pas heen en weer. Eindig dan de rechter en linker voorbies voordat u ze samennaait aan de achterkant van de hals. LIJF: Zet 261-285-309-317-349-381 steken op rondbreinaald 4 mm (inclusief 11 voorbiessteken aan elke kant) met 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 1 recht, 1 averecht *, herhaal van *-* tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 recht en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder met boordsteek voor 4 cm, pas zo aan dat de volgende naald aan de goede kant wordt gebreid. Als de boordsteek klaar is, brei dan de volgende naald als volgt: A.1 over de eerste 11 steken (= voorbies), brei de volgende 239-263-287-295-327-359 steken recht (dus tot er 11 steken over zijn op de naald), Minder tegelijkertijd 34-37-40-41-45-49 steken verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1, A.3 over de laatste 11 steken (= voorbies) = 227-248-269-276-304-332 steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in na 69-76-83-83-90-97 steken vanaf elke kant (= in de zijkant van het lijf). Er zijn 89-96-103-110-124-138 steken tussen de markeerdraden op het achterpand. Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt voor het minderen op de voorpanden. Brei nu in patroon en verkorte toeren op de voorpanden, begin aan de goede kant. NAALD 1 (= goede kant): Brei A.1 over de eerste 11 steken (het patroon moet passen met recht boven recht en averecht boven averecht), haal de volgende steek averecht af, plaats het garen naar de goede kant van het werk, zet de buitenste steek op de rechter naald terug op de linker naald, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 2: Brei terug in patroon. NAALD 3: Brei A.1 over de eerste 11 steken, A.2 over de volgende 7 steken, haal de volgende steek averecht af, plaats het garen naar de goede kant van het werk, zet de buitenste steek op de rechter naald terug op de linker naald, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 4: Brei terug in patroon. Ga zo verder heen en weer gebreid, en brei een nieuwe herhaling van A.2 over de volgende 7 steken op de naald iedere keer dat er een naald aan de goede kant wordt gebreid – pas aan op het begin afwisselend op de 1e en 3e naald in patroon iedere keer dat er een nieuwe herhaling van A.2 is begonnen, zodat het kantpatroon (mindering + omslag) op dezelfde manier wordt gebreid in de verschillende herhalingen op de naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als er verkorte toeren en 8-9-10-10-11-12 herhalingen met A.2 in de breedte zijn gebreid (er zijn 2 steken over voor de markeerdraad in de zijkant), brei dan in patroon aan de goede kant over de overgebleven steken op de naald als volgt: 1 averecht, 1 recht, de markeerdraad is hier, 1 averecht, A.4 over de volgende 84-91-98-105-119-133 steken (= 12-13-14-15-17-19 herhalingen van 7 steken), 1 averecht, 1 recht, 2 averecht, de markeerdraad is hier, 1 recht, 1 averecht, A.4 over de volgende 56-63-70-70-77-84 steken, A.3 over de laatste 11 steken. Brei nu verkorte toeren op dezelfde manier als op het rechter voorpand als volgt: NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei A.3 over de eerste 11 steken (het patroon moet passen met recht boven recht en averecht boven averecht), haal de volgende steek averecht af, plaats het garen naar de verkeerde kant van het werk, zet de buitenste steek op de rechter naald terug op de linker naald, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 2: Brei terug in patroon. NAALD 3: Brei A.3 over de eerste 11 steken, A.4 over de volgende 7 steken, haal de volgende steek averecht af, plaats het garen op de verkeerde kant van het werk, zet de buitenste steek op de rechter naald terug op de linker naald, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 4: Brei terug in patroon. Ga zo verder heen en weer gebreid, en brei een nieuwe herhaling van A.4 over de volgende 7 steken op de naald iedere keer dat er een naald op de verkeerde kant wordt gebreid – pas aan zodat u afwisselend op de 1e en de 3e naald in patroon begint op de volgende naald aan de goede kant iedere keer dat er een nieuwe herhaling van A.4 begonnen is, zodat het kantpatroon (mindering + omslag) op dezelfde manier wordt gebreid in de verschillende herhalingen op de naald. Als er verkorte toeren en 8-9-10-10-11-12 herhalingen met A.4 in de breedte zijn gebreid (er zijn 2 steken over voor de markeerdraad in de zijkant), brei dan in patroon op de verkeerde kant over de overgebleven steken op de naald. De verkorte toeren zijn nu klaar. Ga verder heen en weer gebreid met patroon zoals hiervoor. Bij een hoogte van 6 cm vanaf de opzetrand en over de markeerdraad in de zijkant, begint u met minderen in de zijkant op de voorpanden – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo ongeveer iedere 2 cm 9 keer in totaal (= 18 steken geminderd in totaal) = 209-230-251-258-286-314 steken. Kant bij een hoogte van 24-24-25-25-25-25 cm vanaf de opzetrand (over de markeerdraad in de zijkant), 3-4-5-5-6-7 steken af voor het armsgat aan elke kant van de markeerdraad in de zijkanten op de volgende naald op de verkeerde kant. Er zijn nu 83-88-93-100-112-124 steken op het achterpand, en 57-63-69-69-75-81 steken op elk voorpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen. MOUWEN: Zet 110-112-116-118-120-122 steken op rondbreinaald 4 mm met 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 naald recht. Brei dan 4 cm boordsteek (= 1 recht/1 averecht) in de rondte. Brei 1 naald recht en minder 14-14-16-16-16-16 steken verdeeld - denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1 = 96-98-100-102-104-106 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 24-23-22-21-20-19 cm meet, kant dan 6-8-10-10-12-14 steken af onder de mouw = 90-90-90-92-92-92 steken. Leg het werk terzijde en brei een andere mouw op dezelfde manier. PAS: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinaald als het lijf waar de armsgaten afgekant zijn aan elke kant= 377-394-411-422-446-470 steken. Voeg een markeerdraad in, in alle overgangen tussen de mouwen en het lijf. Ga verder heen en weer gebreid met patroon zoals hiervoor op de voorpanden en het achterpand, en brei in tricotsteek over alle steken op de mouwen. Bij een hoogte van 2-1-0-2-1-0 cm, begint u met minderen voor de RAGLAN – lees uitleg hierboven. De minderingen op de voorpanden, het achterpand en de mouwen zijn verschillend. Rechter en linker voorpand: Minder 2 steken op iedere andere naald 23-26-29-29-32-35 keer in totaal (= 46-52-58-58-64-70 steken geminderd op elk voorpand). Achterpand: Minder 1 steek op iedere andere naald 23-26-29-29-32-35 keer in totaal (= totaal 46-52-58-58-64-70 steken geminderd op het achterpand). Mouw: Minder 1 steek iedere andere naald 10-14-18-21-25-29 keer in totaal, minder dan 2 steken iedere andere naald 15-13-11-10-8-6 keer (= 80-80-80-82-82-82 steken geminderd in totaal op elke mouw). Als alle minderingen voor de raglan klaar zijn, zijn er 79-78-77-84-90-96 steken over op de naald. Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: Brei A.1 over de eerste 11 steken, brei de volgende 10 steken recht, brei de volgende 37-36-35-42-48-54 steken en minder tegelijkertijd 3-2-0-6-11-17 steken verdeeld, brei de volgende 10 steken recht, A.3 zoals hiervoor over de laatste 11 steken = 76-76-77-78-79-79 steken. Brei de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: Brei de eerste 11 steken voordat u ze op een hulpdraad zet (= linker voorbies), kant de volgende 54-54-55-56-57-57 steken af, brei de laatste 11 steken (= rechter voorbies). RECHTER VOORBIES: Brei nu de voorbies heen en weer gebreid met recht over recht, averecht over averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als de voorbies 4 cm meet, brei dan verkorte toeren als volgt – begin aan de goede kant: NAALD 1 (= goede kant): Brei alle steken, keer het werk. NAALD 2: Brei de eerste 7 steken, keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3: Brei terug, keer het werk NAALD 4: Brei alle steken, keer het werk. Herhaal naald 1-4 1 keer (= 2 keer in totaal). Ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht tot de voorbies 15-15-15½-15½-16-16 cm meet over de langste kant. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. LINKER VOORBIES: Zet de steken van de hulpdraad terug op de naald en brei de voorbies heen en weer gebreid met recht over recht, averecht over averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als de voorbies 4 cm meet, brei dan verkorte toeren als volgt – begin op de verkeerde kant: NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken, keer het werk. NAALD 2: Brei de eerste 7 steken, keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3: Brei terug, keer het werk NAALD 4: Brei alle steken, keer het werk. Herhaal naald 1-4 1 keer (= 2 keer in totaal). Ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht tot de voorbies 15-15-15½-15½-16-16 cm meet over de langste kant. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai samen midden achter, en naai aan de hals op de achterkant van de hals. STRIKBAND EN BANDJES: Zet 5 steken op rondbreinaald 4 mm met 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei in tricotsteek heen en weer gebreid over de 5 steken. Als de strikband ongeveer 180 tot 250 cm meet – of de gewenste lengte, kant dan af. Hecht de draden aan in elk einde van de strikband. Haak een bandje aan elke kant over de rechte steek in de overgang tussen de voorpanden en het achterpand met 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden) met haaknaald 3 mm. Hecht de draden af met een halve vaste in de zijkant ongeveer 5 cm onder het afkanten voor de armsgaten, brei lossen voor ongeveer 4 cm. Hecht de draad af met 1 vaste ongeveer 4 cm onder waar het bandje is begonnen. Knip het garen af en hecht af. Herhaal aan de andere kant. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #summerpromisewrap of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 24 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 213-24
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.