DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Sky yarn
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.81€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Little Fox

Gebreide trui met raglan voor baby’s en kinderen in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met vospatroon. Maten 1 maand – 8 jaar.

DROPS Baby 36-14

#littlefoxsweater

DROPS Design: Patroon nr. sk-001-by
Garengroep B
-----------------------------------------------------------

MATEN:
1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4 - 5/6 - 7/8) jaar
De maat staat gelijk aan de hoogte van het kind in cm:
56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104 - 110/116 - 122/128)

MATERIAAL:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
100-100-100 (150-150-150-150) g kleur 11, hazelnoot
50-50-50 (50-50-50-50) g kleur 03, lichtbeige
Een restant van kleur 05, zwart voor de ogen

STEKENVERHOUDING:
20 steken in de breedte en 26 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm, 60 cm of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 40 cm, 60 cm of 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS KNOPEN, Cedar NR 513: 4 stuks in alle maten.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.81€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Telpatronen A.1 tot A.3 – kies het telpatroon voor uw maat.
Telpatroon A.1 wordt helemaal in tricotsteek gebreid. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
Als u met 2 kleuren breit, brei dan met nog 1 draad van elke kleur om lange draden op de verkeerde kant te voorkomen. U kunt de draad vanaf zowel de binnenkant als de buitenkant van de bol gebruiken. Dus het eerste deel van A.1 wordt met 5 draden gebreid (1 draad hazelnoot, 1 draad lichtbeige, 1 draad hazelnoot, 1 draad lichtbeige, 1 draad hazelnoot), de rest van A.1 wordt met 3 draden gebreid (1 draad hazelnoot, 1 draad lichtbeige, 1 draad hazelnoot)
LET OP: Om gaatjes te voorkomen bij het wisselen van kleur, draait u de 2 draden samen.
Telpatronen A.2 en A.3 laten zien hoe de oren worden genaaid met dubbele steken.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Meerder 1 steek na markeerdraad 1, brei tot er 1 steek over is voor markeerdraden 2, 3 en 4, 1 omslag, brei 2 steken (de markeerdraden zitten tussen deze 2 steken), 1 omslag en meerder 1 steek voor markeerdraad 5 (= 8 steken gemeerderd).
Meerder door 1 omslag te maken, welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant en de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. De pas wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, voordat het verdeeld wordt voor de mouwen en het lijf. Het lijf wordt verder heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop.

PAS:
Zet 56-60-60 (68-72-72-76) steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 3.5 mm en hazelnoot. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan boordsteek als volgt: Brei 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Als de boordsteek 1½ tot 2 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 4.5 mm.
Voeg 5 markeerdraden in het werk en meerder verdeeld aan de goede kant als volgt:
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, voeg markeerdraad 1 in, brei 7 recht en meerder 2-4-2 (2-2-2-2) steken verdeeld, voeg markeerdraad in 2 (= linker mouw), 21-23-23 (27-29-29-31) recht en meerder 2-2-2 (1-1-2-1) steken verdeeld, voeg markeerdraad 3 in (= achterpand), brei 8 recht en meerder 2-4-2 (2-2-2-2) steken verdeeld, voeg markeerdraad 4 in (= rechter mouw), brei 16-18-18 (22-24-24-26) recht en meerder 2-2-2 (1-1-2-1) steken verdeeld, voeg markeerdraad 5 in, 1 recht en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek = 64-72-68 (74-78-80-82) steken.
Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant en meerder voor de raglan op elke naald aan de goede kant als volgt:
Meerder bij elke markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN, in totaal 13-14-15 (16-17-18-19) keer = 168-184-188 (202-214-224-234) steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei tot het werk 12-13-15 (16-17-18-19) cm meet vanaf de opzetrand. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald aan de goede kant als volgt:
Brei 1 steek in ribbelsteek, plaats de volgende 36-40-40 (42-44-46-48) steken op 1 hulpdraad voor de mouw en zet 4-4-6 (6-6-6-6) steken op onder de mouw, brei 49-53-55 (60-64-67-70) steken recht (= achterpand), plaats de volgende 36-40-40 (42-44-46-48) steken op 1 hulpdraad voor de mouw en zet 4-4-6 (6-6-6-6) steken op onder de mouw, 45-49-51 (56-60-63-66) steken, brei 1 steek in ribbelsteek en zet 4-4-4 (4-4-4-5) steken op aan het einde van de naald = 108-116-124 (134-142-148-155) steken.

LIJF:
Ga verder heen en weer gebreid met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 0-0-0 (0-1-2-3) cm meet vanaf de scheiding. Brei nu A.1 op het voorpand als volgt:
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, tricotsteek over 62-68-72 (76-82-84-89) steken, A.1 (= 35-35-39 (46-46-51-51) steken), tricotsteek over 9-11-11 (10-12-11-13) steken en 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met dit patroon. Als A.1 1 keer in de hoogte is gebreid, eindig dan het werk met hazelnoot. Brei tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 13-14-15 (17-20-23-26) cm meet vanaf de scheiding.
Meerder op de volgende naald aan de goede kant 2-2-2 (0-0-2-3) steken verdeeld = 110-118-126 (134-142-150-158) steken.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei op de volgende naald aan de goede kant boordsteek als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 1 steek over is en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Kant af met recht aan de goede kant als de boordsteek 3 cm meet – lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De trui meet ongeveer 28-30-33 (36-40-44-48) cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 36-40-40 (42-44-46-48) steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 4-4-6 (6-6-6-6) opgezette steken onder de mouw = 40-44-46 (48-50-52-54) steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 4-4-6 (6-6-6-6) steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte.
Als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Minder zo iedere 2-2-1½ (2½-3½-4-5) cm in totaal 3-4-5 (5-5-5-5) keer = 34-36-36 (38-40-42-44) steken. Als de mouw 10-12-13 (16-21-25-28) cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2-0-0 (2-0-2-0) steken verdeeld = 32-36-36 (36-40-40-44) steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek (= 2 recht, 2 averecht). Kant af met recht als de boordsteek 3 cm meet. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

RAGLAN-VOORBIES:
Neem aan de goede kant ongeveer 28 tot 36 steken op (deelbaar door 4) aan de binnenkant van de 1 kantsteek langs de opening van de raglan van de mouw met rondbreinaald 3.5 mm en hazelnoot.
Brei boordsteek (= 2 recht, 2 averecht) met 1 kantsteek in ribbelsteek en 2 rechte steken aan elke kant (aan de goede kant gezien).
Als de voorbies 2 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Herhaal over de raglanopening op het voorpand maar als de voorbies 1 cm meet, brei dan 4 knoopsgaten verdeeld. 1 knoopsgat = 2 averecht samen in het averechte deel, (aan de goede kant gezien) en maak 1 omslag.

AFWERKING:
Naai de zijnaad aan de binnenkant van de 1 kantsteek dicht.
Borduur de ogen en de neus van de vos op het voorpand met zwart.
De oren worden genaaid met dubbele steken en lichtbeige, volgens telpatronen A.2 en A.3.
De steken worden genaaid van boven naar beneden. De steek met de pijl en een ster in telpatronen A.2 en A.3, wordt ongeveer 2 naalden boven de steek met de pijl en een ster in A.1 genaaid.
Naai de biezen aan de onderkant van de raglanopeningen (dit is waar het lijf begint) – de voorbies op het voorpand moet over de voorbies op de mouw liggen. Naai knopen op de voorbies op de mouw.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 09.03.2023
LIJF:..Ga verder met dit patroon. Als A.1 1 keer in de hoogte is gebreid, eindig dan het werk met hazelnoot. Brei tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 13-14-15 (17-20-23-26) cm meet vanaf de scheiding.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met lichtbeige = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met lichtbeige
recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met hazelnoot = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met hazelnoot
deze steek wordt met dubbele steken genaaid voor het oor met lichtbeige = deze steek wordt met dubbele steken genaaid voor het oor met lichtbeige
de pijlen geven aan waar de oren zitten in relatie tot het patroon = de pijlen geven aan waar de oren zitten in relatie tot het patroon
Diagram for DROPS Baby 36-14
Diagram for DROPS Baby 36-14
Diagram for DROPS Baby 36-14
Diagram for DROPS Baby 36-14
Diagram for DROPS Baby 36-14
Diagram for DROPS Baby 36-14

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 36-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (88)

country flag Peuvergne schreef:

Bonjour aurait il pas une erreur pour les augmentations car vous commencez par7 mailles première manche et 8 deuxième manche merci pour votre réponse. Evelyne15

15.05.2025 - 20:58

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Peuvergne, tout à fait, mais, lorsque vous allez augmenter pour le raglan, vous augmentez après le marqueur-1 et 1 maille avant le marqueur -2 = soit de part et d'autre des 6 mailles de la manche (6 m entre les marqueurs + 1 maille avant le marqueur); de même pour l'autre manche, vous augmentez 1 m après le marqueur et 1 m avant le marqueur suivant, ainsi vous avez bien 6 m aussi entre les augmentations (au 1er rang, par la suite, vous avez plus de mailles bien sûr, mais le même nombre pour les 2 manches). Bon tricot_

16.05.2025 - 08:21

country flag Renna Barbara schreef:

Buon giorno vorrei sapere se gli aumenti nello sprone vanno fatti ad ogni giro sempre sul dritto. Grazie e buona sera

06.05.2025 - 19:17

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Barbara, gli aumenti sono lavorati sul diritto del lavoro. Buon lavoro!

27.05.2025 - 21:38

country flag Lilianne schreef:

Hello,i don’t understand the first increases,are they not increased before and after the markers? It only says evenly, am Making the 2nd smallest Size so the 1st marker then inc. by 4sts evenly in the 7 sts ?

02.05.2025 - 20:14

DROPS Design antwoorde:

Dear Lilianne, the first increases are not for the raglan, only to adjust the number of stitches for working in stocking stitch with a larger needle and getting the correct measurements. You increase stitches evenly in the knit sections (for example, increase 4 sts evenly in the 7 knit stitches or knit 23 stitches and increase 2 stitches evenly). After adjusting the number of stitches for the raglan you will then start with raglan increases, where you will increase on the sides of the markers as explained in the INCREASE TIP! Happy knitting!

03.05.2025 - 20:25

country flag Andrea schreef:

Autant pour moi j'étais sur l'envers... Désolée.!

20.02.2025 - 22:59

country flag Andrea schreef:

Bonjour, j'ai un petit problème de compréhension pour le dos & devant taille 12/18 mois. Au moment de commencer le diagramme c'est écrit : 1m lisière, 72m en jersey (dos ?), A1, 11m, 1m lisière mais en faisant ainsi le dessin se retrouve sur le dos puisque l'ouverture de l'encolure raglan se trouve au niveau des premières mailles ? Merci de votre aide

20.02.2025 - 22:48

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Andrea, ce pull se tricote de haut en bas, donc lorsque l'on divise l'empiècement, on commence par le côté gauche du pull, on tricote le dos et on termine par le devant. Les 72 mailles jersey sont non seulement les mailles du dos mais aussi celles du côté pour que le diagramme soit centré au milieu du devant. Bon tricot!

21.02.2025 - 08:41

country flag Therese Gallati schreef:

Beim Rumpfteil ist der Satz verwirrlich. Der Satz lautet Nun A.1 am Vorderteil wie folgt stricken 1 Rand masche ,(glatt re über 62 68 72 76 82 84 89 maschen ) , A1 und so weiter. Der Satz in der Klammer sollte gelöscht werden.

05.02.2025 - 23:06

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Galati, so stimmt es aber, A.1 wird hier nur beim Vorderteil gestrickt und nicht beim Rückenteil. Viel Spaß beim Stricken!

06.02.2025 - 09:32

country flag Birgit schreef:

Wenn ich die Arbeit von oben nach unten stricke, muss ich doch erst A2 und A3 stricken und danach A1? Das steht in der Anleitung umgekehrt.

22.11.2024 - 06:21

DROPS Design antwoorde:

Liebe Birgit, der Pullover wird von oben nach unten gestrickt - A.2 und A.3 werden nicht eingestrickt sondern aufgestrickt. So kommt A.2 über das schwarze Sternchen und A.3 über das weisse Sternchen. Viel Spaß beim Stricken!

22.11.2024 - 10:05

country flag Ira schreef:

Hallo, verstehe ich das richtig, dass es nur eine Seitennaht gibt? Vielen Dank im Voraus

09.11.2024 - 14:41

DROPS Design antwoorde:

Liebe Ira, ja richtig. Viel Spaß beim Stricken!

11.11.2024 - 08:34

country flag Marjan schreef:

Brei je als je de steken voor de mouwen op een hulpnaald heb gezet voor en achterkant in 1x met de rondbreinaald. Dus zonder naden.

09.11.2024 - 09:41

DROPS Design antwoorde:

Dag Marjan,

Nee, het voorpand en achterpand wordt wel in een stuk gebreid, maar heen en weer, waarbij de ene zijnaad steeds het begin en einde is. (De andere zijnaad zit dus halverwege de naald).

10.11.2024 - 13:21

country flag Monica Alvarez schreef:

No entiendo lo de los aumentos dice que después del marcador tejer dos puntos y luego lazada

22.06.2024 - 03:42

DROPS Design antwoorde:

Hola Monica, trabaja como sigue: trabajar normal hasta el marcapuntos 1, hacer 1 lazada después del marcapuntos 1, *trabajar hasta que quede 1 punto antes del marcapuntos, 1 lazada, 1 punto, (marcapuntos), 1 punto, 1 lazada,* repetir esto para los marcapuntos 3 y 4, hacer 1 lazada justo antes del marcapuntos 5.

23.06.2024 - 18:48