Remmie |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||
De set bestaat uit: Gebreid lijf en sloffen met kantpatroon en ribbelsteek voor baby’s. Maat = prematuur - 4 jaar De set wordt gebreid in DROPS BabyMerino.
DROPS Baby 31-14 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
INFORMATIE VOOR HET PATROON: RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht. RIBBELSTEEK (in de rondte – geldt voor de sloffen): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. TIP VOOR HET BREIEN (geldt voor het lijf): 4 STEKEN GEDRAAID RECHT SAMEN ALS VOLGT: 4 recht, haal de een na laatst gebreide steek over de laatste, zodat deze steek om de laatste steek zit, herhaal tot alle 3 steken overgehaald zijn (= 3 steken geminderd). 4 STEKEN RECHT SAMEN ALS VOLGT: 4 recht, zet ze terug op de linker naald, haal de een na laatst gebreide steek over de laatste zodat deze steek om de laatste steek ligt, herhaal tot alle 3 steken overgehaald zijn (= 3 steken geminderd), zet de laatst gebreide steek terug op de rechter naald. 5 STEKEN GEDRAAID RECHT SAMEN ALS VOLGT: 5 recht, haal de een na laatst gebreide steek over de laatste, zodat deze steek om de laatste steek zit, herhaal tot alle 4 steken overgehaald zijn (= 4 steken geminderd). 5 STEKEN RECHT SAMEN ALS VOLGT: 5 recht, zet ze terug op de linker naald, haal de een na laatst gebreide steek over de laatste zodat deze steek om de laatste steek ligt, herhaal tot alle 4 steken overgehaald zijn (= 4 steken geminderd), zet de laatst gebreide steek terug op de rechter naald. PATROON: Lijf: Zie telpatroon A.1. Zie telpatroon voor de juiste maat. Sloffen: Zie telpatroon A.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder aan de binnenkant van de 3 steken in ribbelsteek aan elke kant van het werk. Meerder 1 steek door 1 omslag tussen 2 steken te maken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor het lijf): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt. Minder als volgt voor de 3 steken in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd). Minder als volgt na de 3 steken in ribbelsteek: 2 recht samen (= 1 steek geminderd). KNOOPSGATEN (geldt voor het lijf): Minder voor de knoopsgaten op het voorpand. 1 KNOOPSGAT = brei de derde en vierde steek vanaf de kant samen en maak 1 omslag. Minder voor het knoopsgat aan beide kanten van het werk. Brei op de volgende naald de omslag recht = gaatje. Minder voor de knoopsgaten bij een hoogte van in totaal: <0: 3, 9 en 15 cm 0/1 MONTH: 3, 8, 13 en 19 cm 1/3 MAANDEN: 4, 10, 16 en 23 cm 6/9 MAANDEN: 4, 9, 14, 19 en 25 cm. 12/18 MAANDEN: 5, 10, 15, 21 en 27 cm. 2 JAAR: 6, 12, 18, 24 en 30 cm. 3/4 JAAR: 4, 10, 16, 22, 28 en 34 cm. ---------------------------------------------------------- LIJF: Wordt heen en weer gebreid. Brei eerst het voorpand vanaf de bovenkant en naar beneden tot het kruis, brei dan het achterpand vanaf de onderkant en naar boven en brei de bandjes. Brei alles uit één stuk VOORPAND: Zet (28) 34-38-44-48 (52-58) steken op de naalden maat 3 mm met BabyMerino. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Meerder op de laatste naald 1 steek = (29) 35-39-45-49 (53-59) steken. Brei dan de volgende naald aan de goede kant als volgt: Brei (6) 9-11-12-14 (16-19) steken in ribbelsteek, A.1 over de volgende (17) 17-17-21-21 (21-21) steken, eindig met (6) 9-11-12-14 (16-19) steken in ribbelsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder bij een hoogte van 1 cm, voor 2 knoopsgaten verdeeld over de (6) 9-11-12-14 (16-19) steken aan elke kant van het werk (= 4 knoopsgaten in totaal). 1 knoopsgat = 2 recht samen en maak 1 omslag. Knoop de bandjes hier later vast. Herhaal A.1 en ribbelsteek in de hoogte. Minder bij een hoogte van (3) 3-4-4-5 (6-4) cm, voor de knoopsgaten aan elke kant van het werk – lees KNOOPSGATEN! Minder bij een hoogte van (17) 21-25-27-29 (32-36) cm, voor het kruis als volgt – lees TIP VOOR HET MINDEREN: (LET OP: Ga verder met A.1 tot het aantal steken niet langer in het patroon past, brei dan averecht over averecht en recht over recht over de steken in A.1). Minder 1 steek aan de binnenkant van de 3 steken in ribbelsteek aan elke kant van het werk (= 2 steken geminderd) iedere 4e naald (5) 4-5-4-6 (6-5) keer in totaal, dan iedere andere naald (2) 6-7-11-10 (12-16) keer in totaal. Minder TEGELIJKERTIJD op de laatste naald 1 steek = (14) 14-14-14-16 (16-16) steken. Het werk meet nu ongeveer. (22) 27-32-35-38 (42-47) cm. Voeg 1 markeerdraad in het werk. Het voorpand is nu klaar. MEET NU HET WERK VANAF HIER! ACHTERPAND: Brei nu het werk in ribbelsteek over alle steken tot de gewenste afmetingen. Meerder nu als volgt - lees TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder 1 steek aan de binnenkant van de 3 steken in ribbelsteek aan elke kant van het werk (= 2 steken gemeerderd) iedere andere naald (12) 15-17-20-21 (23-26) keer in totaal = (38) 44-48-54-58 (62-68) steken. Het werk meet nu (5) 6-7-8-9 (10-11) cm vanaf de markeerdraad. Zet dan 11 nieuwe steken op aan elke kant van het werk aan het einde van de volgende 2 naalden = (60) 66-70-76-80 (84-90) steken. Kant bij een hoogte van (19) 24-28-30-33 (37-41) cm, 16 steken af voor de armsgaten op het begin van de volgende 2 naalden (dus aan elke kant van het werk) = (28) 34-38-44-48 (52-58) steken. Brei bij een hoogte van (23) 28-33-36-40 (44-49) cm vanaf de markeerdraad, de eerste (6) 9-11-12-14 (16-19) steken recht (= 1 bandje), zet ze dan op een hulpdraad, kant de volgende (16) 16-16-20-20 (20-20) steken voor de hals af, brei de laatste (6) 9-11-12-14 (16-19) steken (= 1 bandje). Ga verder in ribbelsteek over de (6) 9-11-12-14 (16-19) steken tot het werk (29) 34-39-42-47 (51-56) cm meet vanaf de markeerdraad (het bandje meet ongeveer. (6) 6-6-6-7 (7-7) cm). Kant af. Brei het andere bandje op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de knopen op de bandjes. Naai de knopen in het midden van de 6 buitenste steken aan elke kant van het achterpand (= voorbies). ---------------------------------------------------------- SLOFFEN: Brei in de rondte op naalden zonder knop. Zet 51-51-51 (51-68) steken op breinaalden zonder knop maat 2.5 mm met BabyMerino. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei dan A.2 (= 17 steken) over alle steken (= 3-3-3 (3-4) keer in de breedte). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.2 3-4-4 (5-5) keer in de hoogte is gebreid meet het werk ongeveer. 4-5-5 (6-6) cm. Brei 1 naald in tricotsteek terwijl u het aantal steken aanpast naar 40-44-48 (52-56). Brei 2 cm boordsteek = 1 recht/1 averecht. Brei dan de volgende naald als volgt: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-*. Zet op de volgende naald de eerste 15-17-18 (20-21) steken op 1 hulpdraad, houd de volgende 10-10-12 (12-14) steken op de naald en zet de laatste 15-17-18 (20-21) steken op 1 hulpdraad. Brei nu heen en weer. Brei in RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven - over de steken op de naald voor 3½-4-5 (6-7) cm (= over het werk). Neem 9-11-13 (15-18) steken op aan elke kant van de bovenkant van de voet en zet de steken van de hulpdraden terug op de naalden = 58-66-74 (82-92) steken. Voeg een markeerdraad in na 29-33-37 (41-46) steken (= midden van het werk). Brei in ribbelsteek heen en weer gebreid vanaf midden achter – minder TEGELIJKERTIJD na 2-2½-3 (3½-4) cm als volgt: 2 recht samen op het begin en aan het einde van de naald en op elke zijkant van de middelste 2 steken, herhaal dit minderen om de naald tot het deel in ribbelsteek 3-4-5 (5-6) cm meet. Kant af en naai de slof samen midden onder de voet en ga verder tot de gaatjes midden achter – naai in de voorste lussen van de steken om een rechte naad te krijgen. Brei een andere slof op dezelfde manier. Maak 2 koorden om door de naald met gaatjes te rijgen op elke slof indien gewenst, als volgt: KOORDEN: Knip 3 lengtes van ongeveer 1 meter, draai ze stevig samen, vouw ze dubbel zodat ze opnieuw gaan draaien, maak een knoop in ieder einde. Rijg het koord naar binnen en buiten door de gaatjes op de sloffen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (2)
María wrote:
Hola. Estoy haciendo el diagrama A1 pero sólo muestra las vueltas del derecho. ¿Qué tengo que hacer, por ejemplo, cuando termine la vuelta de las lazadas y puntos juntos y me toque la vuelta del revés? Gracias.
21.12.2019 - 19:47DROPS Design answered:
Hola Maria. Todos los diagramas de DROPS muestran todas las filas del patrón vistas por el lado derecho. Lee nuestra lección sobre cómo leer los diagramas: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=68&cid=23
31.12.2019 - 18:13Marie wrote:
Hvor på arbejdet skal det måles? Er det midt, langs retstrik eller der hvor det måler længst? Jeg får nemlig tre forskellige mål da arbejdet buer pga. mønstret.
06.09.2018 - 07:41DROPS Design answered:
Hei Maria. Hullmønsteret blir nok såvidt litt løsere enn rillestrikken, det kan man også se på bildet. Du kan måle i rillestrikken: fra oppleggskanten til der du er kommet. Arbeidet vil etterhvert gå over til kun rillestrikk så dette vil stramme inn hullmønsteret litt i forhold til lengde. God fornøyelse.
06.09.2018 - 10:35