DROPS Belle uni colour 53% katoen, 33% viscose, 14% linnen |
2.19 € /50g |
Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
DROPS Belle uni colour 53% katoen, 33% viscose, 14% linnen 2.19 € /50g Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant |
|
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant |
|
= 2 r samen |
|
= 1 r afh, 1 r, afgeh st overh |
|
= 1 omsl tussen 2 st, brei de omsl in de volgende nld av zodat een gaatje ontstaat |
|
= 1 omsl tussen 2 st, brei de omsl gedraaid av in de volgende nld, er moet NIET een gaatje ontstaan |
|
= 1 omsl tussen 2 st, brei de omsl in de volgende nld r zodat een gaatje ontstaat |
|
= haal 2 st samen recht af, 1 r, haal de 2 afgehaalde st over de gebreide st |
|
= zet st op - zie patroon |
|
= breirichting |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Butterfly Heart |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreide DROPS trui met kantpatroon en V-hals van ”Belle”. Wordt van boven naar beneden. Maat: S - XXXL.
DROPS 170-3 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
RIBBELST (heen en weer gebreid): Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot en met A.13. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Kies het telpatroon voor de juiste maat. VERKORTE TOEREN: Als u keert bij het breien van verkorte toeren, haal de eerste st dan recht af. Trek de draad aan voor u verder breit om te voorkomen dat er grote gaatjes ontstaan. TIP VOOR HET MEERDEREN: Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Meerder 1 st door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN: Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Minder 1 st aan het begin van de nld als volgt: 1 r, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. Minder 1 st aan het einde van de nld als volgt: brei tot er 3 st over zijn (incl. de 2 nieuwe st die voor de eerste keer gebreid worden), 2 r samen. ---------------------------------------------------------- TRUI: Brei vanuit het midden van de V-hals naar buiten toe in 3 driehoeken op het voorpand en 4 driehoeken op het achterpand en brei dan verder naar beneden. VOORPAND: Brei heen en weer gebreid vanuit de hals. Zet 8 st op met rondbreinld 4 mm en Belle. Brei 1 nld recht. Meerder in de volgende nld als volgt: * 1 r, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft en eindig met 1 r = 15 st op de nld. Brei de volgende nld als volgt (aan de goede kant): brei omsl van vorige nld gedraaid, er moeten geen gaatjes ontstaan. Brei 3 st in RIBBELST - zie uitleg boven, A.1, plaats 1e markeerder, A.1, plaats 2e markeerder, A.1 (= herhaal A.1 3 keer in totaal op de nld) en eindig met 3 st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 123-123-123-123-129-129 st op de nld. Het werk meet ongeveer 11-11-11-11-12-12 cm vanaf de opzetrand. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: brei A.2 over de eerste 42-42-42-42-44-44 st, A.3 over de volgende 39-39-39-39-41-41 st en A.4 over de laatste 42-42-42-42-44-44 st, zet na A.4 8 st op aan het einde van de nld voor de schouder (zie telpatroon). Brei A.4 tot en met A.2 in de volgende nld, zet na A.2 8 st op aan het einde van de nld voor de schouder (zie telpatroon). Als A.2 tot en met A.4 een keer in de hoogte zijn gebreid, staan er 165-165-183-183-193-193 st op de nld. Het werk meet ongeveer 15-15-17-17-19-19 cm vanaf de opzetrand. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT! BREI IN PATROON ALS HIERVOOR EN BREI TEGELIJKERTIJD VERKORTE TOEREN AAN ELKE KANT VAN HET WERK. PATROON: Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: brei 1 st in ribbelst, 48-48-52-52-55-55 st in tricotst, brei A.5 over de volgende 6 st, (markeerder), A.6 over de volgende 6 st, 43-43-53-53-57-57 st in tricotst, A.7 over de volgende 6 st, (markeerder), A.8 over de volgende 6 st, 48-48-52-52-55-55 st in tricotst, eindig met 1 st in ribbelst. Herhaal A.5 tot en met 0A.8 over de 6 st aan elke kant van elke markeerder 2-3-2-3-4-5 keer in totaal, herhaal dan de eerste 0-0-6-4-4-4 nld van A.5 tot en met A.8 nog 1 keer. VERKORTE TOEREN: Brei TEGELIJKERTIJD als er 2-6-0-2-0-6 nld van A.5 tot en met A.8 zijn gebreid VERKORTE TOEREN - zie uitleg boven - aan elke kant van het werk als volgt: brei tot er 26-26-24-23-18-18 st over zijn op de nld (brei A.5 tot en met A.8 als hiervoor), keer en brei tot er 26-26-24-23-18-18 st over zijn, keer het werk. Brei dan verkorte toeren voor de verschillende maten als volgt: MAAT M: Brei 6 st minder voor elk keerpunt 2 keer aan elke kant van het werk. MAAT L-XL: Brei 6 st minder voor elk keerpunt 1-2 keer aan elke kant van het werk, brei dan 4 st minder elke keer 3-2 keer aan elke kant van het werk. MAAT XXL-XXXL: Brei 6 st minder voor elk keerpunt 1-1 keer aan elke kant van het werk, brei dan 4 st minder voor elk keerpunt 4-4 keer aan elke kant van het werk, brei dan 2 st minder elke keer 4-5 keer aan elke kant van het werk. ALLE MATEN: Als de verkorte toeren klaar zijn, brei dan de laatste nld aan de verkeerde kant zodat de volgende nld begint bij de schouder. Brei dan over alle st aan de goede kant als volgt: brei in ribbelst over de eerste 42-44-46-48-50-52 st en meerder TEGELIJKERTIJD 0-2-4-4-6-6 st gelijkmatig, brei als hiervoor (dus A.5 tot en met A.8 en tricotst) tot er 42-44-46-48-50-52 st over zijn, brei in ribbelst over de laatste st en meerder TEGELIJKERTIJD 0-2-4-4-6-6 st gelijkmatig (= 42-46-50-52-56-58 st in ribbelst aan elke kant van het werk). Brei 3 nld in ribbelst over de buitenste 42-46-50-52-56-58 st in ribbelst aan elke kant van het werk en brei in patroon en tricotst over de overgebleven st. Brei in de volgende nld aan de verkeerde kant als volgt: brei de eerste 40-44-48-50-54-56 st recht en zet ze op een hulpdraad voor de mouw, brei 2 st in ribbelst, brei in tricotst en patroon als hiervoor tot er 42-46-50-52-56-58 st over zijn, 2 st in ribbelst, brei de volgende 40-44-48-50-54-56 st recht en zet ze dan op een hulpdraad voor de mouw. Knip de draad af. Er zijn 8-8-8-12-12-12 nld van A.5 tot en met A.8 over. Begin de volgende nld aan de goede kant. Ga verder en brei in ribbelst over de eerste en laatste 2 st aan elke kant van het werk. Als A.5 tot en met A.8 zijn gebreid, zijn er 23-25-26-27-32-34 st voor de 1e markeerder, 79-91-99-107-123-135 st tussen 1e en 2e markeerder en 23-25-26-27-32-34 st na 2e markeerder = 125-141-151-161-187-203 st in totaal op de nld. Het werk meet ongeveer 21-24-25-27-32-35 cm op het breedste deel gemeten vanaf de opzetrand. Plaats 1 markeerder in het werk, MEET NU HET WERK VANAF HIER. Kant in de volgende nld aan de goede kant losjes de eerste 22-24-25-26-31-33 st recht af, brei 1 kant st in ribbelst, (markeerder), brei A.9 over de eerste 6 st na de markeerder, tricotst over de volgende 67-79-87-95-111-123 st, A.10 over de laatste 6 st voor de tweede markeerder, (markeerder), 1 kant st in ribbelst, kant losjes de laatste 22-24-25-26-31-33 st recht af = 81-93-101-109-125-137 st over op de nld. Knip de draad af. Brei de volgende nld aan de verkeerde kant over de overgebleven st als volgt: 1 kant st in ribbelst, A.10 als hiervoor, tricotst over de volgende 67-79-87-95-111-123 st, A.9 als hiervoor, 1 kant st in ribbelst. Als A.9 en A.10 een keer in de hoogte zijn gebreid, ga dan verder in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan elke kant van het werk. Meerder bij een hoogte van 3 cm vanaf de markeerder 1 st aan elke kant van het werk naast de kant st (= 2 st gemeerderd) - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen elke 1½-1½-1½-1-1-1 cm 12-10-12-14-12-13 keer in totaal = 105-113-125-137-149-163 st op de nld. Brei tot een hoogte van 23-23-24-24-23-23 cm vanaf markeerder (het werk meet 53-55-57-59-61-63 cm in totaal vanaf de schouder), pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is en ga dan verder met rondbreinld 3,5 mm. Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: Brei 1 kant st in ribbelst, brei A.11 (= 2 st) tot er 2 st over zijn, brei eerste st in A.11, eindig met 1 kant st in ribbelst. Brei op een nld met gaatjes (dus 7e nld) de een na laatste st r. Kant af als A.11 een keer in de hoogte is gebreid. Het werk meet 56-58-60-62-64-66 cm in totaal vanaf de schouder. ACHTERPAND: Wordt eerst in de rondte gebreid en dan verder als het voorpand. Zet 6 st op met breinld zonder knop 4 mm en Belle, ga verder met de rondbreinld indien nodig. Brei 1 nld recht. Meerder in de volgende nld als volgt: * 1 r, 1 omsl *, herhaal van *-* = 12 st op de nld, brei de omsl gedraaid r in de volgende nld, er moeten geen gaatjes ontstaan. Brei A.1 4 keer in totaal, plaats 1 markeerder tussen elke herhaling van A.1 (= 4 markeerders). Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 156-156-156-156-164-164 st op de nld. Ga verder als volgt: A.12 over de eerste 39-39-39-39-41-41 st, brei A.3 over de volgende 39-39-39-39-41-41 st en A.13 over de laatste 39-39-39-39-41-41 st, zet de overgebleven st op een hulpdraad voor de halsrand (= 39-39-39-39-41-41 st), zet na A.13, 11 st op aan het einde van de nld voor de schouder (zie telpatroon). Brei dan heen en weer op de nld. Brei A.13/A.3/A.12 in de volgende nld, zet na A.12, 11 st op aan het einde van de nld voor de schouder (zie telpatroon). Als A.12/A.3/A.13 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 165-165-183-183-193-193 st op de nld. Het werk meet ongeveer 15-15-17-17-19-19 cm vanaf de opzetrand. Ga nu verder op het achterpand als op het voorpand. HALSRAND: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet de st van de hulpdraad voor de halsrand op het achterpand terug op de rondbreinld 3,5 mm. Brei 2 ribbels. Zet de ribbels vast waar st zijn opgezet voor de schouder. Hecht af. AFWERKING: Naai de zijnaden samen naast de kant st in ribbelst. Naai de schoudernaden samen naast de kant st in ribbelst. Sluit de opening in het midden (dus de opzetrand) op het voorpand en het achterpand. MOUW: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld in tricotst. Zet de st van de 2 hulpdraden (op het voorpand en achterpand) aan een kant van het werk terug op de rondbreinld 4 mm = 80-88-96-100-108-112 st. Brei verkorte toeren voor de mouwkop als volgt: begin met breien in de de 25e-29e-31e-35e-43e-45e st (dus 24-28-30-34-42-44 st aan een kant worden niet gebreid). Brei aan de goede kant 34-34-38-34-26-26 st in tricotst, keer het werk (= 22-26-28-32-40-42 st over op de nld). Brei in tricotst over de 36-36-40-36-28-28 st, keer het werk. Brei 2 st meer elke keer aan elke kant van het werk tot alle st zijn gebreid. Minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan elke kant van het werk (= 2 st geminderd), naast 1 st elke 4e-4e-2e-4e-4e-4e nld 4-6-8-8-10-10 keer in totaal – LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 72-76-80-84-88-92 st op de nld. Brei 8-8-8-12-12-12 nld in tricotst over alle st, Plaats 1 markeerder in het werk (naai de naad van de mouw later tot hier dicht). MEET NU HET WERK VAN HIER. Zet 1 kant st op aan het einde van de volgende 2 nld = 74-78-82-86-90-94 st. Brei de kant st in ribbelst tot het werk klaar is. Minder in de volgende nld aan de goede kant 1 st naast 2 st aan elke kant van het werk (= 2 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 2½-2-2-1½-1-1 cm nog 9-10-11-12-13-13 keer = 54-56-58-60-62-66 st op de nld. Als de mouw 31-30-29-27-24-23 cm meet, ga dan verder met rondbreinld 3,5 mm. Brei 2 ribbels. Kant alle st af. Zet de st van de hulpdraden aan de andere kant van het werk op de rondbreinld 4 mm en brei op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de mouwnaden dicht tot waar 1 kant st in ribbelst is opgezet aan elke kant van het werk. Naai de naden onder de armen dicht. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 309 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11530 boeken en 11237 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (154)
Bajka schreef:
Bardzo mi się podoba, chętnie zrobię tę bluzeczkę na lato
11.12.2015 - 15:32Eva Hessmo schreef:
Fin sommartröja med det lilla extra!
10.12.2015 - 16:17Doris schreef:
Raffiniert!
10.12.2015 - 13:59Lily Thijssen schreef:
Supermooi !!!
10.12.2015 - 13:35