DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
Product image DROPS Merino Extra Fine yarn
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Baby 19-10

#snugglybunnybuntingbag

DROPS design: Model nr. ME-042-by
--------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 50/56- 62/68- 74/80 (86/92-98/104)
Materiaal: DROPS MERINO EXTRA FINE
450-500-550 (650-700) gr. kleur nr. 01, naturel

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HOUTEN KNOOP GEBRAND, nr. 511: 10-10-10 (12-12) stuks.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TRAPPELZAK:

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatroon M.1 tot en met M.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Eerste nld in M.2 en M.3 = goede kant.
OPENING VOOR VEILIGHEIDSGORDEL IN AUTOZITJE:
U kunt een opening maken op het voorpand en achterpand voor de veiligheidsriem in de auto. Maak de opening bij een hoogte van ongeveer 16-20-23 (28-33) cm (of op de gewenste hoogte) door de middelste 10 st op de nld af te kanten. Zet in de volgende nld 10 nieuwe st op boven de afgekante st en ga verder als hiervoor.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de 2e en 3e st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat 1/3 maanden: 25, 30, 35, 40, 45 en 50 cm.
Maat 6/9 maanden: 28, 34, 41, 47, 54 en 60 cm.
Maat 12/18 maanden: 30, 38, 46, 54, 62 en 70 cm.
Maat 2 jaar: 37, 44, 51, 58, 65, 72 en 79 cm.
Maat 3/4 jaar: 40, 48, 57, 65, 74, 82 en 91 cm.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------
TRAPPELZAK:
De zak wordt in 2 delen gebreid van onderen naar boven en later samengenaaid. Brei ieder deel heen en weer op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.
LET OP: kijk of u een opening wilt breien voor de veiligheidsgordel in de auto – zie boven.

ACHTERPAND:
Zet 68-74-82 (86-94) st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met rondbreinld 4 mm en Merino Extra Fine. Brei 4-4-4 (5-5) cm RIBBELST - zie boven –pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en ga verder in M.1 met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant (begin met 1 st recht na de kant st). Zet bij een hoogte van 44-53-62 (71-82) cm nieuwe st op voor de mouwen aan iedere kant. Zet op aan het einde van iedere nld als volgt: 2-2-3 (3-3) x 4 st, 1-1-1 (1-3) x 8 st, 1-1-1 (2-1) x 10 st en 1 x 12-14-15 (15-16) st = 144-154-172 (196-218) st op de nld – LET OP: verwerk de gemeerderde st gaandeweg in M.1 – ga als alle st zijn opgezet verder in M.1, maar met 10 st aan iedere kant in ribbelst (= onderkant van de mouwen). Kant bij een hoogte van 54-64-74 (84-96) cm de middelste 16-18-22 (24-24) st af voor de hals en brei iedere schouder/mouw apart verder. Kant 1 st af langs de hals in de volgende nld = 63-67-74 (85-96) st over op de nld (= schouder en mouw). Kant af bij een hoogte van 56-66-76 (86-98) cm. Herhaal aan de andere kant.

VOORPAND:
Zet 68-74-82 (86-94) st op en brei 2-2-2 (2.5-2.5) cm ribbelst, brei dan de volgende nld als volgt aan de goede kant: 12-13-14 (14-16) st recht, * 2 st recht samen, 1 omsl, 12-13-15 (12-13) st recht *, herhaal van *-* in totaal 3-3-3 (4-4) keer, 2 st recht samen, 1 omsl en eindig met 12-14-15 (14-16) st recht (= 4-4-4 (5-5) knoopsgaten). Ga verder in ribbelst tot de rand 4-4-4 (5-5) cm meet – pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is - brei 1 nld av aan de verkeerde kant, meerder TEGELIJKERTIJD 22 st gelijkmatig = 90-96-104 (108-116) st. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 1 kant st, M.1 over de eerste 5-8-12 (14-18) st (begin met 1 st recht aan de zijkant zodat het patroon aansluit bij het achterpand), M.2 (= 32 st), 14 st av, M.3 (= 32 st), M.1 over de volgende 5-8-12 (14-18) st (pas zo aan dat M.1 eindigt met 1 st av aan de zijkant voor de kant st zodat het patroon gelijk is aan het achterpand) en eindig met 1 kant st. Ga zo verder in patroon met M.1, M.2 en M.3 en 14 st in averechte tricotst middenvoor. Zet bij een hoogte van 23-25-28 (33-37) cm de eerste 42-45-49 (51-55) st op een hulpdraad = 48-51-55 (57-61) st over op de nld.

RECHTER VOORPAND:
= 48-51-55 (57-61) st. Ga verder in patroon als hiervoor, maar brei de 6 st middenvoor in ribbelst voor de voorbies - DENK OM DE KNOOPSGATEN - zie boven! Zet bij een hoogte van 44-53-62 (71-82) cm nieuwe st op voor de mouwen aan het einde van iedere nld richting de zijkant als beschreven voor het achterpand = 86-91-100 (112-123) st. Ga als alle st zijn opgezet verder in patroon als hiervoor, maar brei de 10 st aan de zijkanten in ribbelsteek voor de mouwranden. Minder als er nog 1 nld te breien is voor het werk 51-61-71 (80-92) cm meet – pas zo aan dat dit een nld is aan de verkeerde kant - 4 st over de kabel middenvoor (dus minder 2 st over kabel en 1 st aan iedere kant van de kabel). Zet in de volgende nld aan de goede kant 6-7-8 (9-9) st middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Kant af voor de hals aan het begin van iedere nld vanaf middenvoor: 2 x 2 st en 2-2-3 (3-3) x 1 st = 70-74-81 (92-103) st over op de nld (= schouder en mouw). Ga verder in patroon als hiervoor. Minder als er nog 1 nld te breien is voor het werk 56-66-76 (86-98) cm meet 7 st gelijkmatig over de st in de kabels in M.3 = 63-67-74 (85-96) st. Kant in de volgende nld alle st af.

LINKER VOORPAND:
Zet de st van de hulpdraad terug op de nld en neem 6 st op achter de 6 ribbelst op de rechter voorbies = 48-51-55 (57-61) st. Ga verder als beschreven voor het rechter voorpand maar in spiegelbeeld – LET OP: maak geen knoopsgaten op de voorbies.

AFWERKING:
Naai de schouder/bovenarm naden dicht. Naai de naad onder de mouwen en naar beneden langs de zijkant dicht naast de kant st. Vouw 5 cm van elke mouwrand om naar de goede kant en zet vast met een paar steekjes. Naai 4-4-4 (5-5) knopen aan op de onderkant van de trappelzak en naai de overgebleven knopen op de linker voorbies.

CAPUCHON:
Neem aan de goede kant ongeveer 58 tot 78 st op rond de hals (inclusief de st van de hulpdraden aan het voorpand) met rondbreinld 4 mm en Merino Extra Fine. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant, brei dan 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig naar 85-89-93 (97-101) st. Ga verder in M.1 met 6 ribbelst aan iedere kant – zet TEGELIJKERTIJD 6 nieuwe st op aan het einde van de volgende 2 nld voor de vouwrand = 97-101-105 (109-113) st – brei deze st in ribbelst. Ga verder in M.1 met 12 ribbelst aan iedere kant tot de capuchon 21-23-25 (27-28) cm meet en kant alle st af. Vouw de capuchon dubbel en naai hem dicht aan de bovenkant. Vouw een rand van 6 ribbelst breed rond de opening van de capuchon om naar de goede kant en zet vast tot de hals met kleine, nette st.

Telpatroon

Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant<br />
= Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant<br />
= Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Zet 3 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld<br />
= Zet 3 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld
Zet 3 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld<br />
= Zet 3 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld
Zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld<br />
= Zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld
Zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld<br />
= Zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld
Diagram for DROPS Baby 19-10
Diagram for DROPS Baby 19-10
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 19-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (301)

MJ McConnell schreef:

How do I know how much yarn to buy and is there a video for this pattern? I made one similar to this for our daughter 35 years ago and am so excited to find this one as she is having twins this fall Thank you

06.09.2015 - 16:42

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs McConnell, please click here to find a DROPS retailer - you will find at the right side of the picture all related videos under tab "videos". Happy knitting!

07.09.2015 - 13:26

country flag Amanda schreef:

I was able to see the charts finally, but I had to use an android device. My safari still won't display the charts. But I have another question, when working the second row of the charts, the WS row, do I repeat the order and work M1, M2, purl 14, M3, M1 in that order? Or do I work it backwards with the WS M1, M3, purl 14, M2, M1, and so forth.

20.08.2015 - 20:05

DROPS Design antwoorde:

Dear Amanda, it may be a matter of settings in your safari (it works on mine). When working from RS as follows: M.1, M.2, P 14 sts, M.3, M.1, work from WS as follows: M.1, M.3, P14, M.2, M.1 - read more about diagrams here. Happy knitting!

21.08.2015 - 09:07

country flag Amanda schreef:

I am in the middle of this pattern and am at the point where I need to start working on the M.2 and M.3 diagrams.. But suddenly the diagrams are not viewable in the pattern directions anymore. Under the diagram heading there are no charts, only a Twitter symbol. There were charts there a few days ago. But the disappeared. There has to be a glitch in the web code. Can you please email me the charts for M.2 and M.3? Thanks.

20.08.2015 - 18:10

DROPS Design antwoorde:

Dear Amanda, diagrams should be there, just above the measurement chart - refresh the page may be helpful. Happy knitting!

20.08.2015 - 18:26

country flag Maria schreef:

Ich verstehe leider nicht, wie man die Maschen für den Ärmel aufnehmen soll. 4 M. 2-2-3 (3-3) Mal, 8 M. 1-1-1 (1-3) Mal, 10 M. 1-1-1 (2-1) Mal und 12-14-15 (15-16) M. 1 Mal = 144-154-172 (196-218) M. Ich stricke die 2. angegebene größe. Soll ich 2mal 4 Maschen, 1mal 8 Maschen,1mal 10 Maschen und 1mal 14 Maschen anschlagen? (insgesamt 40 Mx2?) Warum ist es so kompliziert angegeben? Welchen Sinn hat es?

16.08.2015 - 18:03

DROPS Design antwoorde:

Das ist die einfachste und ganz übliche Methode, um alle Größen auf einen Blick unterzubekommen. Sie orientieren sich immer an der 2. Zahl. Die Zunahmen gelten für das Ende jeder R, Sie müssen dabei beachten, die Zunahmen beidseitig zu machen. Also: Am Ende der Hin-R 4 M + am Ende der Rück-R 4 M, dann nochmals am Ende der Hin-R + am Ende der Rück-R je 4 M (= 4 M 2 x), dann am Ende der nächsten Hin-R und am Ende der nächsten Rück-R je 8 M (= 8 M 1 x) usw. Sie haben dann beidseitig je 40 M zugenommen, wie Sie geschrieben haben.

16.08.2015 - 18:22

Illi schreef:

Ho ancora una domanda: come faccio le diminuzione di 7 maglie sulle trecce di M3? Lavoro per 6 volte 2 maglie assieme nella treccia grande in mezzo e 1 volta 2 maglie assieme nella treccia piccola laterale (totale 7 maglie)? Inoltre non capisco il senso di mettere le maglie in attesa... Grazie per i chiarimenti :)

29.07.2015 - 12:11

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Illi. Per diminuire le m potrebbe p.es lavorare insieme la seconda e la terza m di ogni treccia piccola, la seconda e la terza m delle m lavorata a maglia rasata rovescia, e la terza e la quarta m, e la terzultima e la quartultima m della treccia grande. Le m messe in attesa verranno riprese in un secondo momento per il cappuccio. Buon lavoro!

30.07.2015 - 13:46

Illi schreef:

Capito! Grazie per la spiegazione, molto chiara. :)

23.07.2015 - 09:39

Illi schreef:

Capito! Grazie per la spiegazione, molto chiara. :)

21.07.2015 - 21:56

Illi schreef:

Ho notato che nel mio lavoro le due doppie trecce sono convergenti mentre nella foto del modello sono divergenti, eppure ho seguito il diagramma: la doppia treccia si forma mettendo prima le tre maglie DAVANTI il lavoro e dopo tre maglie DIETRO il lavoro... oppure ho sbagliato qualcosa? Grazie per il vostro aiuto.

21.07.2015 - 12:12

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Illi. I diagrammi si leggono dal basso verso l'alto e da destra verso sinistra. In questo modo mette le tre maglie prima sul dietro del lavoro e poi sul davanti, così la treccia risulta come nella fotografia. Ci riscriva se non è chiaro. Buon lavoro!

21.07.2015 - 19:29

Illi schreef:

Ho cominciato la parte davanti del lavoro interpretando il diagramma M2 e M3 in questo modo: il 5º e 6º ferro della parte centrale li ho lavorati prima di proseguire con il 4º ferro, cioè le dodici maglie centrali ripetute indietro e poi di nuovo avanti per tornare al punto dove poter proseguire con il 4º ferro. Ottengo in questo modo un risultato diverso da quello da voi proposto?

21.07.2015 - 12:07

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Illi. I diag.M.2 e M.3 vengono lavorati come segue: le trecce laterali si lavorano su quattro righe; quella centrale su 6. Quindi, dopo le prime 4 righe, per le trecce laterali riprende dalla prima riga, per quella centrale continua con la quinta e la sesta riga. I diagrammi si leggono dal basso verso l'alto e da destra verso sinistra. Ci riscriva se non è chiaro. Buon lavoro!

21.07.2015 - 19:28

country flag Henriette Blik schreef:

Nogen, der har strikket denne kørepose med hul til barnevognssele? Vil gerne strikke en i str 6/9mdr men kan ikke helt regne ud, hvor langt oppe hullet skal være for at passe til barnevognsselen.

20.05.2015 - 13:25

DROPS Design antwoorde:

Hej Henriette, jo men det har vi regnet ud: HUL TIL SIKKERHEDSSELE I BILSTOL: Hvis man ønsker kan der strikkes et hul på for- og rygstk til at putte sikkerhedsselen på en bilstol igennem. Luk af til hul når arb måler ca 16-20-23 (28-33) cm, evt ved ønsket mål ved at lukke de midterste 10 m af på p. På næste p slåes der 10 nye m op over de aflukkede og mønsteret fortsættes som før.

20.05.2015 - 15:03