Mc schreef:
Le point qui forme A3 est le point que l'on glisse à l'envers (comme au premier rang) ?
23.07.2019 - 16:10DROPS Design antwoorde:
Bonjour! A.1/A.3 montre la couleur utilisée sur le rang. Pour tous les rangs qui commencent et se terminent par un carré noir dans A.1/A.3 (coloris B), tricoter à l'endroit toutes les mailles avec le coloris B et glisser toutes les mailles du coloris A. Pour tous les rangs qui commencent et terminent par un carré blanc dans A.1/A.3 (coloris A), tricoter à l'endroit toutes les mailles avec le coloris A et glisser toutes les mailles en coloris B. Bon tricot!
23.07.2019 - 19:39
Mc schreef:
Bonjour, Le point mosaïque démarre sur un rang "envers" ou "endroit" ?
22.07.2019 - 15:45DROPS Design antwoorde:
Bonjour! Il demarre sur le rang endroit. Bon tricot!
22.07.2019 - 16:18
Jennie Lee schreef:
Good afternoon. I left a question on Monday 15th July and I have not received a response. Please could you find time to investigate as I would love to progress to the next section with certainty. Many thanks.Jennie
18.07.2019 - 16:20DROPS Design antwoorde:
Dear Jennie, see the answer below: you'll have to work diagrams twice and increase 48 sts. Happy knitting!
19.08.2019 - 18:07
Jennie Lee schreef:
Please re look at your reply to my enquiry. In your own words you say that every 2 rows you increase 1 stitch, BUT you state that over 24 rows you increase 24 stitches, you are openly contradicting yourself, WHAT ABOUT THE DECREASE ELEMENT to keep the shaping? You state 1 increase every 2 rows but you are also saying 24 rows 24 increases. PLEASE decide which it should be and then amend the pattern. It is SO SO frustrating. Many thanks
15.07.2019 - 14:36DROPS Design antwoorde:
Dear Jennie, every time you work the diagrams, you'll increase 24 sts. So, the first time you'll obtain 141 sts, and after the second repetition you'll obtain 165 stitches. Happy knitting!
19.08.2019 - 18:06
Jennie Lee schreef:
I have the same problem as Mrs Beardwell. 4.3.19.At the start of section 5 I have the correct number of stitches. I have continued the shaping with a net increase of 1 stitch every 2 rows, this has worked through sections 1-4. Section 5 is 48 rows therefor a gain of 24 stitches.117 plus 24 =141 but your pattern says that there should be 165. it has not allowed for the decreases. Please clarify.
12.07.2019 - 23:56DROPS Design antwoorde:
Dear Jennie Lee, you continue increasing and decreasing as before, after 2 rows you have increased 1 stitch, after the 24 rows in diagrams you have increased 24 stitches (= 141 sts), then repeat the diagrams one more time in height the same way, you increase 24 stitches = 165 stitches. Happy knitting!
15.07.2019 - 08:58
Maria schreef:
Dónde está la segunda parte del vídeo ?????????
06.07.2019 - 22:52
Mc schreef:
Puis je encore vous soumettre une question ? (toujours pour le point mosaïque) J'ai bien compris que le carré de départ du rang, donne la couleur à tricoter à l'endroit et à l'envers on est bien obligé de garder la même couleur, ou faut il couper le fil pour démarrer sur un autre coloris ?
20.06.2019 - 11:12DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mc, on ne coupe pas le fil, on tricote d'abord le rang sur l'endroit (= ex. rang 1: on lit les diagrammes de droite à gauche), puis on tourne et on tricote le rang sur l'envers (= ex. rang 2: on lit les diagrammes de gauche à droite). On tourne, on change de couleur et on répète ces 2 rangs (à suivre dans cet exemple le rang 3 (= de droite à gauche) et le rang 4 (= de gauche à droite)). Bon tricot!
20.06.2019 - 14:14
Mc schreef:
Merci pour votre patience et votre sens de la pédagogie ! Je veux réaliser un échantillon parfait avant de me lancer. Les vidéos sont très explicites et aident à la compréhension.
18.06.2019 - 18:30
Mc schreef:
Bjr, Merci pour votre aide. Je rencontre beaucoup de difficultés ! Pour le diagramme A1 et A3 vous dites : lorsque le rang commence par un carré noir, tricotez avec le coloris B et inversement pour la case blanche. Doit on respecter ceci pour les autres diagrammes : A6, A5 et A3 ,
18.06.2019 - 11:27DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mc, c'est la maille de A.1 et de A.3 qui va déterminer la couleur des mailles à tricoter sur ce rang, ainsi, les 2 premiers rangs de A.3 (et des autres diagrammes du même rang) vont se tricoter en coloris A (on glisse alors les autres mailles sans les tricoter), aux 2 rangs suivants, on tricote en coloris B (on glisse alors les autres mailles sans les tricoter) et ainsi de suite. Avez-vous regardé la vidéo? Elle montre comment tricoter A.1 et A.2 (ce sera la même chose ensuite, juste avec des diagrammes différents: A.3 pour commencer au lieu de A.1). Bon tricot!
18.06.2019 - 13:51
Mc schreef:
Bonjour, Je suis en train de tricoter un échantillon du point mosaique avant de me lancer dans le tricotage du châle. Petit souci, lorsque sur un rang pair, je tricote à l'endroit les mailles glissées précédemment , ave le fil devant, je me retrouve, au rang suivant, avec un jeté ! Qu'est ce que je n'ai pas compris ?
16.06.2019 - 18:24DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mc, quand vous tricotez le rang sur l'endroit, gardez le fil de pelote derrière quand vous glissez les mailles, et quand vous tricotez le rang sur l'envers, passez le fil devant avant de glisser les mailles non tricotées, il doit être également sur l'envers. cette vidéo montre comment tricoter le diagramme A.2 de ce châle. Bon tricot!
17.06.2019 - 08:15
Purple Way#purplewayshawl |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||
Gebreide muts in DROPS Alpaca met mozaiekpatroon en ribbelsteek. Gebreide omslagdoek in DROPS Alpaca met mozaiekpatroon, ribbelsteek en strepen.
DROPS 197-29 |
|||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Muts: Zie telpatronen A.1 en A.2. Kies het telpatroon voor uw maat. Omslagdoek: Zie telpatronen A.3 tot A.6. MOZAIEKPATROON: Zie telpatroon A.1 en A.2 voor de muts en A.3 tot A.6 voor de omslagdoek en lees uitleg voor de techniek hieronder. Op alle naalden aan de goede kant, houdt u het garen achter het werk (dus op de verkeerde kant van het werk) wanneer u een steek afhaalt. Op alle naalden op de verkeerde kant, houd u het garen aan de voorkant van het werk (dus naar u toe en nog steeds op de verkeerde kant van het werk) wanneer u een steek afhaalt. Zorg ervoor dat het garen niet te strak is op de verkeerde kant van het werk! Om overzicht te houden over het patroon voegt u een markeerdraad in tussen iedere patroonherhaling. Brei het patroon in ribbelsteek. A.1/A.3 laat zien welke kleur u moet gebruiken op de naald. Op iedere patroonnaald die begint en eindigt met een zwart vierkant in A.1/A.3 (kleur B), breit u alle steken met kleur B recht en sla alle steken met kleur A over. Op iedere patroonnaald die begint en eindigt met een leeg vierkant in A.1/A.3 (kleur A), breit u alle steken met kleur A recht en slaat u alle steken met kleur B over. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de muts): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 122 steken), minus de kantsteken (2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken minderingen (dus 12) = 10. In dit voorbeeld breit u ongeveer iedere 9e en 10e steek recht samen. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- MUTS - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei het werk heen en weer op de rondbreinaald. MUTS: Zet 112-122 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant van het werk) op rondbreinaald 3 mm met oudroze. Brei 4 ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei in patroon - lees MOZAIEKPATROON, als volgt: Brei A.1 (= 1 steek), brei A.2 (= 11-12 steken) over de volgende 110-120 steken (= 10-10 keer in de breedte) en A.1 over laatste steek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in patroon tot het werk 17-18 cm meet. Brei dan het werk in ribbelsteek met oudroze. Minder dan als volgt: Minder 11-12 steken verdeeld 9 keer in totaal op iedere 4e naald - lees TIP VOOR HET MINDEREN = 13-14 steken. Knip het garen af en haal het door de overgebleven steken, trek samen en hecht af. De muts meet ongeveer 25-26 cm. Naai de muts samen aan de binnenkant van de 1 kantsteek met oudroze. ---------------------------------------------------------- OMSLAGDOEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, diagonaal van hoek tot hoek in delen met ribbelsteek, strepen en mozaiekpatroon. OMSLAGDOEK: Zet 3 steken op rondbreinaald 3.5 mm met licht camel. Brei 1 ribbel in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. DEEL-1 (ribbelsteek in licht camel): NAALD 1 (= goede kant): 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd). NAALD 2 (= verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht (= 1 steek gemeerderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd). Herhaal de 1e en 2e naald tot er 63 steken op de naald zijn (= 61 ribbels in totaal). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Het werk meet ongeveer 56 cm gemeten over de eerste steek aan de goede kant. DEEL-2 (strepen): Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu strepen als volgt: Knip het garen af als meer dan 2 ribbels over zijn voordat dezelfde kleur opnieuw gebruikt wordt. Brei * 1 ribbel in donkerroze, 2 ribbels met licht camel *, brei van *-* 3 keer in totaal (= 9 ribbels) = 72 steken op de naald. Brei dan strepen als volgt: * Brei 1 ribbel met donkerroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met donkerroze, 1 ribbel met oudroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met oudroze, 2 ribbels met licht camel *, brei van *-* 2 keer in totaal (= 20 ribbels) = 92 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 88 cm, gemeten over de eerste steek aan de goede kant. DEEL-3 (mozaiekpatroon met donkerroze en licht camel): Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu in patroon als volgt: Brei 1 ribbel met donkerroze = 93 steken. Brei dan MOZAIEKPATROON - lees uitleg hierboven, met donkerroze en licht camel als volgt: Brei A.3 (= 1 steek), A.4 (= 18 steken), brei A.5 (= 12 steken) over de volgende 72 steken (= 6 keer in de breedte), A.6 (= 1 steek) en A.3 over laatste steek (dit is de steek waarin u 2 steken breit aan de goede kant. Op de verkeerde kant breit u de eerste steek zoals A.3 en brei de 2e steek in patroon A.6). De lussen die tussen 2 steken op iedere naald op de verkeerde kant opgenomen zijn, worden in A.6 gebreid. Als A.3 tot A.6 een keer in de hoogte zijn gebreid (= 12 ribbels), zijn er 105 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 100 cm gemeten over de eerste steek aan de goede kant. DEEL-4 (strepen): Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu strepen als volgt: Brei 1 ribbel met donkerroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met donkerroze, 1 ribbel met oudroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met oudroze, 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met oudroze (= 11 ribbels) = 116 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 110 cm gemeten over eerste steek aan de goede kant. DEEL-5 (mozaiekpatroon met oudroze en naturel): Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu in patroon als volgt: Brei 1 ribbel met oudroze = 117 steken. Brei dan mozaiekpatroon met oudroze en naturel als volgt: Brei A.3 over de eerste steek, A.4 over de volgende 18 steken, brei A.5 over de volgende 96 steken (= 8 keer in de breedte), A.6 over 1 steek en A.1 over laatste steek (dit is de steek waarin 2 steken gebreid worden aan de goede kant. Op de verkeerde kant brei de eerste steek zoals A.3 en brei de 2e steek in patroon A.6 De lussen die tussen 2 steken op iedere naald op de verkeerde kant opgenomen zijn, worden in A.6 gebreid. Als A.3 tot A.6 een keer in de hoogte zijn gebreid, herhaal dan het patroon in de hoogte en iedere keer dat het patroon herhaald wordt breit u nog 1 herhaling meer van A.5 in de breedte. Als A.3 tot A.6 2 keer in de hoogte zijn gebreid (= 48 ribbels), zijn er 165 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 135 cm gemeten over de eerste steek aan de goede kant (er is ongeveer 3 cm over). Als u een grotere omslagdoek wilt, herhaal dan A.3 en A.6 in de hoogte tot de gewenste afmetingen. DEEL-6 (strepen): Ga verder met meerderen en minderen zoals hiervoor maar brei nu strepen als volgt: Brei 2 ribbels met licht camel, 1 ribbel met donkerroze, 1 ribbel met oudroze en kant dan af met oudroze. Zorg ervoor dat u een strakke afkantrand voorkomt, kant, indien nodig, af met een naald in een grotere maat. |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
![]() |
|||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #purplewayshawl of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 14 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 197-29
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.