DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Belle yarn
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.68 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.12€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
Markeer maat:
DROPS Extra 0-1131
DROPS design: Model nr. vs-004
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BELLE van Garnstudio
450-550-600-650-750-800 gr. kleur nr. 09, beige

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 3,5 mm - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.68 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.12€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan door een omsl te maken aan elke kant van A.1 in elke raglan. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st voor de markeerder als volgt: brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder 1 st na de markeerder als volgt: 2 r samen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.
Zet 114-117-120-123-126-129 st op met rondbreinld 3,5 mm en Belle. Brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek (= 1 r/2 av). Ga bij een hoogte van 2 cm verder met rondbreinld 4 mm. Ga nu verder in tricotst en minder in de eerste nld 18-17-16-15-14-13 st gelijkmatig = 96-100-104-108-112-116 st (zo valt de trui straks mooier). Meerder in de volgende nld 24-26-30-40-48-70 st gelijkmatig = 120-126-134-148-160-186 st.
Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld = middenachter. Brei in de volgende nld als volgt vanaf middenachter: 17-18-20-24-27-33 r (= helft van het achterpand), A.1, 6 r, A.1 (= einde mouw), 34-37-41-48-54-67 r (= voorpand), A.1, 6 r, A.1 (= mouw ), 17-19-21-24-27-34 r (= helft achterpand). Ga zo verder in patroon en brei TEGELIJKERTIJD een ronding op het achterpand als volgt: brei 8 st voorbij de markeerder, keer, trek de draad aan en brei 16 st terug, keer, trek de draad aan en brei 24 st, keer, ga verder en brei 8 st meer elke keer voor u keert tot er totaal 64 st zijn gebreid na het laatste keerpunt, keer en brei 1 nld over alle st tot u weer bij middenachter aankomt. Begin in de volgende nld met meerderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven - LET OP: er wordt verschillend gemeerderd op het lijf en de mouwen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

RAGLAN LIJF:
Meerder elke nld 0-4-4-4-4-4 keer in totaal, dan om de nld 28-27-29-30-32-33 keer. Er zijn 90-99-107-116-126-141 st op het voorpand en achterpand.

RAGLAN MOUW:
Meerder om de nld 16-19-21-22-24-27 keer, dan elke 4e nld 6-5-5-5-5-4 keer. Er zijn 70-74-78-80-84-88 st voor elke mouw.

Als alle meerderen gedaan is, staan er 320-346-370-392-420-458 st op de nld. Brei de volgende nld als volgt: 45-49-53-58-63-70 r, zet de volgende 70-74-78-80-84-88 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 nieuwe st op onder de mouw (plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st), 90-99-107-116-126-141 r, zet de volgende 70-74-78-80-84-88 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 nieuwe st op onder de mouw (plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st), 45-50-54-58-63-71 r = 196-214-230-248-268-298 st. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerders aan de zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 14-14-14-30-30-30 cm nog 2-2-2-1-1-1 keer = 184-202-218-240-260-290 st. Brei bij een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 20-17-16-15-16-13 st gelijkmatig = 204-219-234-255-276-303 st. Ga verder met rondbreinld 3,5 mm. Brei boordsteek = 1 r/2 av. Kant als de boordsteek 4 cm meet losjes af recht boven recht en averecht boven averecht.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet de 70-74-78-80-84-88 st van de hulpdraad terug op de breinld zonder knop 4 mm. Zet 8 nieuwe st op onder de mouw, plaats 1 markeerder in het midden tussen deze nieuwe st = 78-82-86-88-92-96 st. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei in tricotst en ga TEGELIJKERTIJD verder in A.1 als volgt: meerder door 1 omsl te maken voor A.1 richting het midden van de mouw, 2 r samen na A.1 richting de onderkantmouw (dus de 8 nieuwe st onder de mouw). Zo zal A.1 uiteindelijk midden onder de mouw bij elkaar komen en verdwijnen; herhaal dit minderen om de nld tot alle st in beide herhalingen van A.1 zijn verdwenen. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerder - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 3½-3½-3-3-2½-2½ cm nog 11-12-13-13-14-15 keer = 54-56-58-60-62-64 st.

Brei in tricotst tot het werk 51-50-50-50-49-49 cm meet. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 6-4-5-3-4-2 st gelijkmatig = 60-60-63-63-66-66 st. Ga verder met breinld zonder knop 3,5 mm en brei boordsteek = 1 r/2 av. Kant af bij een hoogte van 55-54-54-54-53-53 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Brei de andere mouw op dezelfde manier.

ZAK:
Zet 23 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met breinld zonder knop 4 mm en Belle. Ga verder in tricotst heen en weer met 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven - aan elke kant van het werk. Meerder bij een hoogte van 8 cm - pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is - 4 st gelijkmatig aan de verkeerde kant = 27 st. Ga verder met breinld zonder knop 3,5 mm en brei als volgt aan de goede kant: 1 kant st in ribbelst, boordsteek = 1 r/2 av tot er 2 st over zijn en eindig met 1 r en 1 kant st in ribbelst. Kant bij een hoogte van 10 cm af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de zak op de linkermouw, ongeveer 45 cm vanaf de afkantrand.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant<br />
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Diagram for DROPS Extra 0-1131
Diagram for DROPS Extra 0-1131
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1131

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (65)

country flag Marija schreef:

Beidseitig jedes A.1 (= Raglanlinie) 1 M zunehmen, indem je 1 Umschlag gearb wird. In der nächsten Rd die Umschläge re verschränkt str, um Löcher zu vermeiden. Hallo liebes Drops Team! Sorry, aber ich verstehe den Teil oben nicht. Wo genau wird der Umschlag im Diagramm gemacht? In der Mitte? Jeweils eins vor und eins nach dem Diagramm? lg Marija

21.03.2016 - 13:53

DROPS Design antwoorde:

Liebe Marija, Sie sehen die 10 Maschen des Rapports A1 unten neben der Schnittzeichnung. Es wird beidseitig neben dem Diagramm zugenommen, vielleicht haben Sie das Wort «indem» falsch interpretiert? Es wird nicht in dem Diagramm zugenommen, sondern indem man einen Umschlag macht.

21.03.2016 - 17:30

country flag Ellen Merethe Rove schreef:

En fantastisk genser som jeg skal strikke et par stk av. Har allerede kjøpt Belle garn. Skjønner ikke bæret av oppskriften, ønsker meg oppskrift på denne strikket nedenfra og opp. Vedder på at mange flere ville strikket den da.

17.02.2016 - 17:05

country flag Annamaria schreef:

La ringrazio per la cortesia, buona serata.

15.12.2015 - 17:50

country flag Annamaria schreef:

Buona sera,questo modello mi piace molto e vorrei provare a farlo ;ho bisogno di sapere quale video mi può aiutare per iniziare e gli aumenti nel miglior modo possibile, grazie per la gentile disponibilità.

14.12.2015 - 21:54

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno AnnaMaria. Sulla striscia grigia vicino alla fotografia, cliccando sulla scritta Video, trova tutti i video che possono aiutarla a realizzare correttamente il modello. In particolare, per questo modello, per l’avvio viene proposto il metodo continental e per gli aumenti, l’aumento con m gettata. Buon lavoro!

15.12.2015 - 09:51

country flag Linda Fischer schreef:

Hallo liebes Drops-Team, ich bin nun bei den Ärmeln angekommen und verstehe leider die Sache mit den Zunahmen und Abnahmen nicht. Da steht beide Raglanmuster im Ärmel also A1 sollen sich dadurch unter dem Arm treffen? Wie geht das, wenn ich ja gleichzeitig vor A1 anschlage und nach A1 abnehme...? Wie oft muss ich das machen? Ich hoffe das ist irgendwie verstänldich. Danke für die Hilfe. LG

13.12.2015 - 13:59

DROPS Design antwoorde:

Unter dem Arm machen Sie ja nur die Abnahmen, also jeweils neben A.1, es sind die 8 angeschlagenen M, die Sie nach und nach abnehmen, die Zunahmen machen Sie oben auf dem Arm. Dadurch werden es unter dem Arm immer weniger M und oben auf dem Arm mehr.

20.12.2015 - 10:39

country flag Katharina Ejem schreef:

Was ich nicht verstehe: wann genau und wie oft werden die verkürzten Reihen am Rücken gestrickt? Gleich nach dem "Bündchen" am Hals, also vor allen zunahmen? Und dann nur einmal? Danke für eine schnelle Antwort

08.12.2015 - 12:31

DROPS Design antwoorde:

Die verkürzten R stricken Sie, nachdem Sie die erste R mit der Mustereinteilung gestrickt haben. Sie stricken die verkürzten R so lange, bis Sie über insgesamt 64 M gestrickt haben. Dann stricken Sie normal weiter und beginnen mit den Raglanzunahmen.

12.12.2015 - 21:05

country flag Jonatan M schreef:

Har gjort om denna nu flera gånger - men blir aldrig riktigt nöjd. När jag ökar varje varv under de första 4 varven blir det alltid stora hål, oavsett hur hårt jag håller. Tips på hur man kan få bort detta? (händer vid maskorna där omslag + föregående omslag stickas vriden efter varandra)

11.10.2015 - 16:22

DROPS Design antwoorde:

Hej Jonatan, vi ökar med omslag och stickar omslagen vriden på nästa varv. Blir du inte nöjd går det även att öka vid att sticka 2 m i én där du skall öka. Lycka till!

12.10.2015 - 11:34

country flag Jenny schreef:

Hallo :), nach anfänglicher Zuversicht verzweifle ich nun schon beim zweiten Absatz ...: Ich habe jetzt 148 (Größe XL) Maschen auf meiner Nadel, Halsrand ist fertig gestrickt. Und ab dann verstehe ich nichts mehr. Werden die Zunahmen für Rumpf und Arm gleichzeitig gemacht und in der ersten Runde 4 Zunahmen, dann 30 Zunahmen in der nächsten Runde. Wie viele Runden muss ich stricken bis ich auf das Endergebnis von 392 Maschen komme? :( Liebe Grüße Jenny

26.09.2015 - 02:51

DROPS Design antwoorde:

Die Zunahmen für Rumpf und Ärmel laufen gleichzeitig. Anfänglich müssen Sie beachten, dass Sie in der ersten Zunahme-Rd nur am Rumpf zunehmen (d.h. 4 M zugenommen), dann kommen in der nächsten Runde die Zunahmen für die Ärmel hinzu (dann haben Sie in dieser Rd 8 Zunahmen gemacht). In der nächsten Rd sind es wieder nur die Zunahmen am Rumpfteil, denn Sie nehmen ja am Anfang 4x in JEDER Runde am Rumpf zu, aber bei den Ärmeln nur in jeder 2. Rd. Anschließend nehmen Sie an Rumpf und Ärmeln in jeder 2. Rd zu, dabei bedeutet 30 x, dass es 30 Zunahme-Rd sind. Sie nehmen in jeder Zunahme-Rd nur 8 M zu, an jedem Markierer 2.

10.10.2015 - 09:41

country flag Jiyan schreef:

Hallo, wie viel Garn benötigt man in etwa für Größe L von 'Belle' ? Danke und viele Grüße

20.09.2015 - 02:36

DROPS Design antwoorde:

Die Garnmenge finden Sie im Kopf neben dem Foto unter Material (das steht unter Größe). Für Größe L sind es demnach 600 g. Die Mengenangaben sind durch Gedankenstriche in der gleichen Reihenfolge wie die Größenangaben angegeben, gleiches gilt für die M-Zahlen und die cm-Angaben in der Anleitung.

20.09.2015 - 12:48

country flag Daniel schreef:

Hi I'm a bit confused for the decrease on the first few rounds of the sleeve. Is the YO to be done just the once after the first A1 or is it done before the second as well (i.e. two increases on the main section of the sleeve)? And is the decrease similarly done twice, on either side of the 8 new stitches at the underarm? It seems with the way it is written one side is only being decreased and this could lead to a twist in the pattern.

14.09.2015 - 09:48

DROPS Design antwoorde:

Dear Daniel, you will work as follows on mid underarm: work to A.1, 1 YO, work A.1, then work the 8 sts cast on mid underarm as follows: K2 tog, K until 2 sts remain before next A.1 (= work the sts mid under arm), K2 tog, A.1, 1YO. Repeat until both A.1 has disappeared and you have only stocking sts around. Happy knitting!

14.09.2015 - 14:04