DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Air yarn
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 3.92 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.76€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
DROPS 253-28

#swansembraceshawl

DROPS Design: Patroon ai-509
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MAAT:
Hoogte: In het midden = ongeveer 30 cm.
Breedte: Vanaf zijkant naar zijkant = ongeveer 164 cm.

GAREN:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
150 g kleur 33, zandroos

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 80 cm.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte, met tricotsteek op de naald 5 mm = 10 x 10 cm.
17 steken in de breedte en 33 naalden in de hoogte, met ribbelsteek op de naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 3.92 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.76€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

2 RANDSTEKEN IN PUNNIKRAND:
BEGIN VAN DE NAALD:
Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
EINDE VAN DE NAALD:
Brei tot er 2 steken over zijn op de naald, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
Herhaal aan zowel de goede als de verkeerde kant.

PATROON:
Zie telpatroon A.1.
Het telpatroon toont alle naalden aan de goede kant.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant.
1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Meerder 1 steek door 1 omslag te breien, welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET BREIEN:
Bij het breien van verkorte toeren ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat u het werk keert. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt:
Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samengebreid op de volgende naald.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van de ene naar de andere zijkant.

BEGIN VAN DE OMSLAGDOEK:
Zet 7 steken op met rondbreinaald 5 mm en DROPS Air.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant.
Ga verder heen en weer gebreid met tricotsteek en meerder als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 2 KANTSTEKEN IN PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven, maak 1 omslag – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (1 gemeerderde steek), brei recht tot er 2 steken over zijn, brei 2 randsteken in PUNNIKRAND.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei de omslag gedraaid averecht, 2 kantsteken zoals hiervoor.
Brei NAALDEN 1 en 2 tot er 20 steken op de naald zijn. Denk om de stekenverhouding.

Voeg aan de goede kant 1 markeerdraad in na de 3e steek, met 17 steken na de draad. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte, altijd met 17 steken na de draad aan de linker kant, gezien aan de goede kant.

DEEL 1:
Brei nu in patroon en RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven en meerder als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, maak 1 omslag – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN (1 steek gemeerderd), brei ribbelsteek tot de markeerdraad, A.1 over 15 steken, 2 kantsteken zoals hiervoor.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, brei A.1, ribbelsteek (de omslag wordt gedraaid gebreid) tot er 2 steken over zijn, 2 kantsteken zoals hiervoor.
NAALD 3 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, ribbelsteek tot de markeerdraad, brei A.1 over 15 steken, 2 kantsteken zoals hiervoor.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, A.1, ribbelsteken tot er 2 steken over zijn, 2 kantsteken zoals hiervoor.
NAALD 5 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, ribbelsteek tot de markeerdraad, keer het werk, dit is een verkorte naald – lees TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 6 (verkeerde kant): Brei ribbelsteek tot er 2 steken over zijn, 2 kantsteken zoals hiervoor.

Herhaal NAALDEN 1 tot 6 tot er 60 steken op de naald zijn.

MIDDELSTE DEEL:
Nu ga verder in patroon en ribbelsteek zonder te meerderen als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, ribbelsteek tot de markeerdraad, brei A.1, 2 randsteken zoals hiervoor.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, A.1, ribbelsteek tot er 2 steken over zijn, 2 randsteken zoals hiervoor.
NAALD 3 (goede kant): Brei 2 rand-steken zoals hiervoor, ribbelsteek tot de markeerdraad, brei A.1, 2 rand-steken zoals hiervoor.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, A.1, ribbelsteek tot er 2 steken over zijn, 2 randsteken zoals hiervoor.
NAALD 5 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, ribbelsteek tot de markeerdraad, keer het werk; dit is een verkorte naald – denk om TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 6 (verkeerde kant): Brei ribbelsteek tot er 2 steken over zijn, 2 randsteken zoals hiervoor.
Het werk meet ongeveer 82 cm vanaf de opzetrand (helft van de breedte) en 30 cm in de hoogte.
Brei NAALDEN 1 tot 6 een keer.

DEEL 2:
Ga nu verder in patroon en ribbelsteek en minder als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, 2 recht samen (1 steek geminderd), ribbelsteek tot de markeerdraad, brei A.1 over 15 steken, 2 randsteken zoals hiervoor.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, A.1, ribbelsteek tot er 2 steken over zijn, 2 randsteken zoals hiervoor.
NAALD 3 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, ribbelsteek tot de markeerdraad, brei A.1 over 15 steken, 2 randsteken zoals hiervoor.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, A.1, ribbelsteek tot er 2 steken over zijn, 2 randsteken zoals hiervoor.
NAALD 5 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, ribbelsteek tot de markeerdraad, keer het werk; dit is een verkorte naald – denk om TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 6 (verkeerde kant): Brei ribbelsteek tot er 2 steken over zijn, brei 2 randsteken zoals hiervoor.

Herhaal NAALDEN 1 tot 6 tot er 20 steken op de naald zijn. Verwijder de markeerdraad en ga verder met tricotsteek als volgt (A.1 is klaar).

EINDE VAN DE OMSLAGDOEK:
Brei tricotsteek en minder als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, 2 recht samen (1 geminderd steek), recht tot er 2 steken over zijn, 2 randsteken zoals hiervoor.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 randsteken zoals hiervoor, averecht tot er 2 steken over zijn, 2 randsteken zoals hiervoor.

Brei NAALDEN 1 en 2 tot er 7 steken over zijn. Kant af.
Het werk meet ongeveer 164 cm vanaf de opzetrand.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
plaats 5 steken op een kabelnaald achter het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald = plaats 5 steken op een kabelnaald achter het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald
plaats 5 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald = plaats 5 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 253-28
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #swansembraceshawl of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 253-28

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (20)

country flag Sylwia schreef:

Dzień dobry:) Przepiękny wzór.:) Jestem bardzo początkująca w pracach z drutami i mam pytanie odnośnie warkocza (A1). Nie jasne jest dla mnie co mam zrobić w rzędzie 5 w sekcji 1. Jak przepracować warkocz kiedy wymagane jest obrócenie robótki zaraz przed warkoczem? Z góry dziękuję i pozdrawiam!:)

12.11.2024 - 23:30

DROPS Design antwoorde:

Witaj Sylwio, warkocz wykonasz w następnym rzędzie na prawej stronie robótki, ten rząd już nie będzie rzędem skróconym, ale będzie przerabiany w całości. Pozdrawiamy!

14.11.2024 - 16:03

country flag Laurence schreef:

L’aiguille circulaire est elle nécessaire ? Ne peut on pas le faire avec des aiguilles droites ?

01.11.2024 - 09:17

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Laurence, on utilise souvent des aiguilles circulaires pour tricoter en allers et retours, c'est ainsi plus confortable pour le nombre de mailles, mais dans ces cas-là, vous pouvez effectivement tricoter sur aiguilles droites. Retrouvez plus d'infos sur les aiguilles circulaires ici. Bon tricot!

01.11.2024 - 10:03

country flag Majbritt schreef:

Når jeg når op på 60 masker måler mit tørklæde kun 54 cm. Jeg skiftede fra pind 5 til 5,5. Burde jeg skifte til pind 6? Og er det korrekt at A1 strikkes over rækkerne 1-4 og at 5 og 6 udelukkende er forkortede rækker?

22.10.2024 - 22:30

DROPS Design antwoorde:

Hej Majbritt, Strikker du i DROPS Air og har du 33 pinde retstrik i højden på 10 cm - det skal du have for at få målene i opskriften :)

23.10.2024 - 15:28

country flag Maria schreef:

Hallo, wenn ich das richtig verstehe, ist im Teil 1 jede 5. Reihe eine verkürzte - allerdings ist laut Muster in der gleichen Runde die Verzopfung angezeigt. Man kommt aber gar nicht bis zum Muster, da verkürzte Reihe. Oder verstehe ich da etwas falsch? Vielen Dank!

19.10.2024 - 20:40

DROPS Design antwoorde:

Liebe Maria, so ist es richtig, die verkürzten Reihen werden nur im Krausrechts gestrickt, A.1 wird gestrickt, nur wenn man alle Maschen strickt (Reihe 1 bis 4). Viel Spaß beim Stricken!

21.10.2024 - 08:39

country flag Anouk schreef:

Hello, from what I understand, during the 6 rows pattern repeat, A1/the cable pattern is only worked for the 4 first rows, is that right?

25.09.2024 - 12:06

DROPS Design antwoorde:

Dear Anouk, when you work part-1 you work A.1 at the same time, this means you repeat diagram from the first to the last row; not only the first 4rows; when the first 6 rows are done, repeat from row 1 but at the same time continue A.1 as before. Happy knitting!

26.09.2024 - 07:50

country flag Carole Landau schreef:

Why is not the cable stitch stated in the instructions. Where does it start and how many stitches in. Thank you

20.09.2024 - 19:59

DROPS Design antwoorde:

Dear Carole, the cable stitch is chart A.1 and it's explained in the chart after the pattern instructions. Whenever A.1 is mentioned in the text you will work the cable. You can also read the following lesson on how to interpret our knitting charts: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=68&cid=19. Happy knitting!

23.09.2024 - 00:11

country flag Lena schreef:

Braided necklace

10.08.2024 - 11:09

country flag Osanna Cremonesi schreef:

Viva le trecce

09.08.2024 - 09:41

country flag Patricia schreef:

Es maravilloso, quiero tejerlo ahora

08.08.2024 - 17:45

country flag Patricia schreef:

Mi Trenza

08.08.2024 - 17:44