Karine schreef:
J'ai trouvé il ne faut pas retirer les 4 mailles demandé plus haut et là le dessin est bien centré
09.11.2022 - 15:58
Karine schreef:
Ça fonctionne avec 160 ou 192 mailles mais pas avec les 180 m de la taille S 🤷
09.11.2022 - 15:39DROPS Design antwoorde:
Bonjour Karine, commencez par tricoter les 3 dernières mailles de A.4 (3 m point mousse), répétez 5 fois les 8 mailes de A.4, tricotez le A.4 suivant (le marqueur est après la 2ème de ces 8 mailles), tricotez 4 fois les 8 mailles de A.4, et terminez par les 7 premières mailles de A.4 (vous terminez par 3 m point mousse) - soit: 3+40+8+32+7= 90 m, vous répétez encore une fois = vous avez bien 180 mailles. Bon tricot!
09.11.2022 - 16:44
Karine schreef:
Re bonjour C'est ce que j'ai fait mais rien a faire ça ne correspond pas 🤷
09.11.2022 - 15:35DROPS Design antwoorde:
Bonjour Karine, indiquez-nous quelle taille vous tricotez, nous vous expliquerons comment vous devez faire =)
09.11.2022 - 16:32
Karine schreef:
Bonjour Je n'arrive pas à faire A4 , je commence par 2 mailles endroit au niveau du symbole de la grille et au marqueur du milieu du devant mais ça ne fonctionne pas je ne tombe pas juste à la fin du tour pourtant j'ai le bon nombre de mailles. Pourriez vous m'aider merci
09.11.2022 - 12:36DROPS Design antwoorde:
Bonjour Karine, comme vous centrez le motif A.4 au milieu devant et au milieu dos (le fil marqueur doit être au niveau du triangle), le motif sera automatiquement symétrique de chaque côté (début/fin de la partie devant/dos). Cette leçon explique comment centrer un diagramme et devrait ainsi vous aider. Bon tricot!
09.11.2022 - 14:06
Eannette schreef:
Kan ik de juiste tekening krijgen bij de trui around town?
09.11.2022 - 10:32
Jeannette schreef:
Kan ik de juiste tekening met maten krijgen?
09.11.2022 - 10:31
Becque schreef:
Bonjour Pour l'échantillon, il est noté de faire le point relief, pourriez vous me dire quel diagramme je dois prendre ? Cordialement
03.11.2022 - 12:55DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Becque, vous devez avoir les 17 m x 28 rangs = 10 x10 cm dans tous les points fantaisie, A.1 à A.5 pour conserver les bonnes mesures. Bon tricot!
03.11.2022 - 14:01
Anna Marie schreef:
Meget rodet og forvirrende fremgangsmåde.
30.10.2022 - 09:39
Dagmar schreef:
Alaska Sweater
08.08.2022 - 09:40
Karin schreef:
Wird beim Stricken nicht langweilig.
07.08.2022 - 20:39
Around Town#aroundtownsweater |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Het werk wordt gebreid van onder naar boven met reliëfpatroon en dubbele halsrand. Maat XS – XXL.
DROPS 237-7 |
|||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = brei 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor de hals): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! MINDER OP HET BEGIN VAN DE NAALD ALS VOLGT AAN DE GOEDE KANT: Brei 2 steken in tricotsteek, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (1 steek geminderd). MINDER ALS VOLGT AAN HET EINDE VAN DE NAALD AAN DE GOEDE KANT: Brei tot er 4 steken over zijn, 2 recht samen en 2 steken in tricotsteek (1 steek geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor midden onder de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, recht/2 averecht samen afhankelijk van het patroon, markeerdraad, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek/2 averecht gedraaid samen afhankelijk van het patroon (2 steken geminderd). ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het voor- en achterpand worden heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven tot de boordsteek is gebreid, breng dan het werk samen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald naar boven tot de armsgaten. Brei dan het achterpand en voorpand apart heen en weer op de rondbreinaald tot de gewenste afmetingen. Naai de schoudernaden samen. Neem de steken over de armsgaten op en brei de mouwen van boven naar beneden. Brei de mouwkop heen en weer gebreid op de rondbreinaald, brei de rest van mouw in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden. Eindig met een dubbele halsrand. ACHTERPAND: Zet 110-118-126-138-150-162 steken op rondbreinaald 3.5 mm met DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 2 steken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en eindig met 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 7 cm – pas aan na een naald op de verkeerde kant. Leg het werk terzijde en brei het voorpand. VOORPAND: Zet hetzelfde aantal steken op als op het achterpand en brei het werk op dezelfde manier als het achterpand tot het werk 7 cm meet - eindig na een naald op de verkeerde kant. LIJF: Breng het werk samen als volgt: Brei de steken van het voorpand recht en minder tegelijkertijd 26-28-30-32-34-36 steken verdeeld, brei recht over de steken van het achterpand en minder tegelijkertijd 26-28-30-32-34-36 steken verdeeld = 168-180-192-212-232-252 steken op de naald (84-90-96-106-116-126 steken op het voorpand en 84-90-96-106-116-126 steken op het achterpand). Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht. Brei dan A.1 in de rondte op het lijf. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei bij een hoogte van 13-13-13-13-15-15 cm, A.2 in de rondte – pas TEGELIJKERTIJD het aantal steken aan naar 168-180-192-213-231-252 op de eerste naald. Meerder op de laatste naald in A.2 0-4-0-3-1-4 steken verdeeld = 168-184-192-216-232-256 steken. Als A.2 is gebreid, meet het werk ongeveer 22-22-22-23-25-25 cm vanaf de opzetrand op het voorpand/achterpand. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder in tricotsteek tot de juiste afmetingen. Brei dan A.3 in de rondte op het lijf. Herhaal A.3 2-2-3-3-3-4 keer in totaal in de hoogte. Als A.3 is gebreid, meet het werk ongeveer 27-27-30-31-33-35 cm vanaf de opzetrand. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder tot de juiste afmetingen. Brei 1 naald recht en minder 0-4-0-4-0-4 steken verdeeld = 168-180-192-212-232-252 steken. Voeg 1 markeerdraad in midden voor en 1 markeerdraad midden achter, voeg daarnaast 1 markeerdraad in aan elke kant op het lijf - dit wordt als volgt gedaan: Voeg 1 markeerdraad in aan het begin van de naald, tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek (midden voor), tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek, tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek (midden achter). Er zijn 42-45-48-53-58-63 steken over op de naald na de laatste markeerdraad. Brei A.4 als volgt: Tel uit vanaf het symbool dat het midden van het telpatroon aangeeft en de markeerdraad in het midden vanaf waar het patroon moet beginnen in de zijkant, brei A.4 tot zover u kunt richting de markeerdraad in de zijkant (de markeerdraad midden voor moet overeenkomen met het symbool voor het midden in A.4), begin dan weer met A.4 op dezelfde manier als op het begin van de naald en brei A.4 tot zover u kunt tot de markeerdraad op het begin van de naald (de markeerdraad midden achter moet overeen komen met het symbool voor het midden in A.4). Ga zo verder in patroon en kant af voor de armsgaten zoals uitgelegd hieronder. ARMSGAT: Kant bij een hoogte van 29-30-31-32-33-34 cm, af voor de armsgaten als volgt: Begin 3-2-5-6-7-8 voor de markeerder op het begin van de naald, kant 6-4-10-12-14-16 steken af voor het armsgat, brei zoals hiervoor tot er 3-2-5-6-7-8 steken over zijn voor de markeerdraad aan de andere kant, kant 6-4-10-12-14-16 steken af voor het armsgat, brei zoals hiervoor over de rest van de naald. Eindig het achterpand en voorpand apart. ACHTERPAND: = 78-86-86-94-102-110 steken. Begin op de verkeerde kant en ga verder A.4 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Meerder op laatste naald aan de goede kant 2 steken verdeeld in alle maten = 80-88-88-96-104-112 steken. Als A.4 is gebreid, brei dan A.1 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Herhaal A.1 in de hoogte tot de gewenste afmetingen. Kant dan af voor de diagonale schouder en hals zoals uitgelegd hieronder. DIAGONALE SCHOUDER: Zet bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm, de steken op een hulpdraad aan elke kant voor de diagonale schouder (om te voorkomen dat u de draad af moet knippen, breit u de steken voordat u ze op de hulpdraad zet): Zet de steken op een hulpdraad vanaf de zijkant als volgt: 4 keer 4-4-4-5-5-6 steken en dan de laatste de laatste 10-12-12-12-14-14 steken richting de hals. Als alle steken op de hulpdraad staan, zet de steken dan terug op naald 5 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant (om te voorkomen dat er een gaatje ontstaat in de overgang waar steken op de hulpdraad zijn gezet, neemt u de draad tussen 2 steken op en brei deze gedraaid averecht samen met de eerste steek op de linker naald). Kant af met recht aan de goede kant. HALS: Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 49-51-53-55-57-59 cm, de middelste 24-28-28-28-32-32 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder met A.1, ga verder met steken op de hulpdraad te zetten voor de diagonale schouder en brei daarnaast de 3 steken richting de hals in tricotsteek. Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant, 1 steek voor de hals - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo op iedere naald aan de goede kant 2 keer in totaal. Als alle steken afgekant zijn, meet het werk ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden. Herhaal op de andere schouder. VOORPAND: = 78-86-86-94-102-110 steken. Zet op en brei in patroon op dezelfde manier als op het achterpand. Minder daarnaast voor de hals en diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder. HALS: Zet bij een hoogte van 46-48-49-51-52-54 cm, de middelste 20-24-24-24-26-26 steken op een hulpdraad voor de hals en eindig elk schouder apart. Ga verder met A.1 maar brei de buitenste 3 steken richting de hals in tricotsteek. Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant 1 steek voor de hals - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo op iedere naald aan de goede kant 4-4-4-4-5-5 keer in totaal. DIAGONALE SCHOUDER: Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm, steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op het achterpand, dus zet 4 keer 4-4-4-5-5-6 steken op een hulpdraad en zet dan de laatste 10-12-12-12-14-14 steken richting de hals op een hulpdraad. Als alle steken op een hulpdraad zijn gezet, brei dan 1 naald averecht op de verkeerde kant zoals op het achterpand voordat u afkant met recht aan de goede kant. Herhaal op de andere schouder. AFWERKING: Naai de schoudernaden samen. MOUWEN: Gebruik rondbreinaald 5 mm en DROPS Alaska of DROPS Big Merino, neem aan de goede kant 32-34-36-37-39-41 steken op vanaf de onderkant van het armsgat naar boven tot de schouder en 32-34-36-37-39-41 steken van de schouder en naar beneden tot de onderkant van het armsgat op de andere kant = 64-68-72-74-78-82 steken langs het armsgat. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald – meet de mouw vanaf deze markeerdraad en gebruik de markeerdraad bij het tellen waar het patroon moet beginnen. Begin op de verkeerde kant en brei A.5 als volgt: Tel uit vanaf het symbool dat het midden markeert in het telpatroon en de markeerdraad op de mouw waar het patroon moet beginnen en brei A.5 heen en weer gebreid met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Als de mouw 2-1-3-4-4-5 cm meet vanaf waar de markeerdraad was ingevoegd, breng dan het werk samen op een korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 5 mm – brei de rest van de mouw in de rondte. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (midden onder de mouw). Neem de markeerdraad mee in de hoogte mee tijdens het breien. Begin de naald midden onder de mouw en ga verder in patroon in de rondte (het symbool voor het midden in het telpatroon moet overeenkomen met de markeerdraad midden op de bovenkant van de mouw – het patroon past niet midden onder de mouw). Bij een hoogte van 5-4-6-7-7-8 cm vanaf waar de markeerdraad ingevoegd was op de bovenkant van de mouw, mindert u 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 4-4-3½-3-2½-2 cm 8-9-10-11-12-13 keer in totaal = 48-50-52-52-54-56 steken. Als A.5 in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 in de rondte. Brei tot de mouw 39-38-39-38-36-35 cm meet vanaf de markeerdraad. Er is 10 cm over tot de gewenste afmetingen. Pas de trui en brei tot de gewenste lengte voor de boordsteek. Brei 1 naald recht en meerder 12-14-12-16-18-16 steken verdeeld = 60-64-64-68-72-72 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei boordsteek (2 recht/2 averecht) voor 10 cm. Kant dan losjes af. De mouw meet ongeveer 49-48-49-48-46-45 cm vanaf de markeerdraad in het midden op de bovenkant van de mouw. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. Naai de onderkant van de armsgaten dicht - zie tekening. DUBBELE HALSRAND: Begin op een schouder, gebruik een korte rondbreinaald 3.5 mm en neem ongeveer 80-96-96-104-112-112 steken op rondom de hals aan de binnenkant van 1 steek (inclusief de steken op de hulpdraad). Brei boordsteek in de rondte (4 recht/4 averecht - pas het begin van de boordsteek zo aan, zodat er 4 averechte steken of 4 rechte steken op midden voor zijn). Voeg 1 markeerdraad in op de naald als de boordsteek 4 cm meet, gebruik de markeerdraad voor de afmetingen. Brei dan 2 recht/2 averecht over alle steken. Als de boordsteek 9-9-9-11-11-11 cm meet vanaf de markeerdraad, brei dan verder met een korte rondbreinaald 5 mm. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de boordsteek (2 recht/2 averecht) naar beneden naar de binnenkant van het kledingstuk. Hecht de boordsteek af om een dubbele halsrand van ongeveer 4-4-4-5-5-5 cm te maken. Om te voorkomen dat de halsrand te strak wordt en naar buiten krult, is het belangrijk dat de naad elastisch is. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #aroundtownsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 31 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 237-7
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.