DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
Product image DROPS Alaska yarn
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 1.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Around Town

Gebreide trui in DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Het werk wordt gebreid van onder naar boven met reliëfpatroon en dubbele halsrand. Maat XS – XXL.

Markeer maat:
DROPS 237-7

#aroundtownsweater

DROPS design: Patroon x-482
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS ALASKA van garnstudio (behoort tot garengroep C)
650-750-800-900-950-1050 g kleur 69, parelwit

Of gebruik:
DROPS BIG MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep C)
600-700-750-800-900-1000 g kleur nr 19, beige

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met reliëfpatroon = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 1.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor de hals):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
MINDER OP HET BEGIN VAN DE NAALD ALS VOLGT AAN DE GOEDE KANT:
Brei 2 steken in tricotsteek, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (1 steek geminderd).
MINDER ALS VOLGT AAN HET EINDE VAN DE NAALD AAN DE GOEDE KANT:
Brei tot er 4 steken over zijn, 2 recht samen en 2 steken in tricotsteek (1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor midden onder de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, recht/2 averecht samen afhankelijk van het patroon, markeerdraad, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek/2 averecht gedraaid samen afhankelijk van het patroon (2 steken geminderd).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het voor- en achterpand worden heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven tot de boordsteek is gebreid, breng dan het werk samen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald naar boven tot de armsgaten. Brei dan het achterpand en voorpand apart heen en weer op de rondbreinaald tot de gewenste afmetingen. Naai de schoudernaden samen. Neem de steken over de armsgaten op en brei de mouwen van boven naar beneden. Brei de mouwkop heen en weer gebreid op de rondbreinaald, brei de rest van mouw in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden. Eindig met een dubbele halsrand.

ACHTERPAND:
Zet 110-118-126-138-150-162 steken op rondbreinaald 3.5 mm met DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 2 steken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en eindig met 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 7 cm – pas aan na een naald op de verkeerde kant.
Leg het werk terzijde en brei het voorpand.

VOORPAND:
Zet hetzelfde aantal steken op als op het achterpand en brei het werk op dezelfde manier als het achterpand tot het werk 7 cm meet - eindig na een naald op de verkeerde kant.

LIJF:
Breng het werk samen als volgt: Brei de steken van het voorpand recht en minder tegelijkertijd 26-28-30-32-34-36 steken verdeeld, brei recht over de steken van het achterpand en minder tegelijkertijd 26-28-30-32-34-36 steken verdeeld = 168-180-192-212-232-252 steken op de naald (84-90-96-106-116-126 steken op het voorpand en 84-90-96-106-116-126 steken op het achterpand).
Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht. Brei dan A.1 in de rondte op het lijf. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei bij een hoogte van 13-13-13-13-15-15 cm, A.2 in de rondte – pas TEGELIJKERTIJD het aantal steken aan naar 168-180-192-213-231-252 op de eerste naald.
Meerder op de laatste naald in A.2 0-4-0-3-1-4 steken verdeeld = 168-184-192-216-232-256 steken.
Als A.2 is gebreid, meet het werk ongeveer 22-22-22-23-25-25 cm vanaf de opzetrand op het voorpand/achterpand. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder in tricotsteek tot de juiste afmetingen.
Brei dan A.3 in de rondte op het lijf. Herhaal A.3 2-2-3-3-3-4 keer in totaal in de hoogte. Als A.3 is gebreid, meet het werk ongeveer 27-27-30-31-33-35 cm vanaf de opzetrand. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder tot de juiste afmetingen.
Brei 1 naald recht en minder 0-4-0-4-0-4 steken verdeeld = 168-180-192-212-232-252 steken.
Voeg 1 markeerdraad in midden voor en 1 markeerdraad midden achter, voeg daarnaast 1 markeerdraad in aan elke kant op het lijf - dit wordt als volgt gedaan: Voeg 1 markeerdraad in aan het begin van de naald, tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek (midden voor), tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek, tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek (midden achter). Er zijn 42-45-48-53-58-63 steken over op de naald na de laatste markeerdraad.
Brei A.4 als volgt: Tel uit vanaf het symbool dat het midden van het telpatroon aangeeft en de markeerdraad in het midden vanaf waar het patroon moet beginnen in de zijkant, brei A.4 tot zover u kunt richting de markeerdraad in de zijkant (de markeerdraad midden voor moet overeenkomen met het symbool voor het midden in A.4), begin dan weer met A.4 op dezelfde manier als op het begin van de naald en brei A.4 tot zover u kunt tot de markeerdraad op het begin van de naald (de markeerdraad midden achter moet overeen komen met het symbool voor het midden in A.4). Ga zo verder in patroon en kant af voor de armsgaten zoals uitgelegd hieronder.

ARMSGAT:
Kant bij een hoogte van 29-30-31-32-33-34 cm, af voor de armsgaten als volgt: Begin 3-2-5-6-7-8 voor de markeerder op het begin van de naald, kant 6-4-10-12-14-16 steken af voor het armsgat, brei zoals hiervoor tot er 3-2-5-6-7-8 steken over zijn voor de markeerdraad aan de andere kant, kant 6-4-10-12-14-16 steken af voor het armsgat, brei zoals hiervoor over de rest van de naald.
Eindig het achterpand en voorpand apart.

ACHTERPAND:
= 78-86-86-94-102-110 steken. Begin op de verkeerde kant en ga verder A.4 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Meerder op laatste naald aan de goede kant 2 steken verdeeld in alle maten = 80-88-88-96-104-112 steken.
Als A.4 is gebreid, brei dan A.1 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Herhaal A.1 in de hoogte tot de gewenste afmetingen.
Kant dan af voor de diagonale schouder en hals zoals uitgelegd hieronder.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm, de steken op een hulpdraad aan elke kant voor de diagonale schouder (om te voorkomen dat u de draad af moet knippen, breit u de steken voordat u ze op de hulpdraad zet):
Zet de steken op een hulpdraad vanaf de zijkant als volgt: 4 keer 4-4-4-5-5-6 steken en dan de laatste de laatste 10-12-12-12-14-14 steken richting de hals.
Als alle steken op de hulpdraad staan, zet de steken dan terug op naald 5 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant (om te voorkomen dat er een gaatje ontstaat in de overgang waar steken op de hulpdraad zijn gezet, neemt u de draad tussen 2 steken op en brei deze gedraaid averecht samen met de eerste steek op de linker naald). Kant af met recht aan de goede kant.

HALS:
Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 49-51-53-55-57-59 cm, de middelste 24-28-28-28-32-32 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart.
Ga verder met A.1, ga verder met steken op de hulpdraad te zetten voor de diagonale schouder en brei daarnaast de 3 steken richting de hals in tricotsteek.
Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant, 1 steek voor de hals - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo op iedere naald aan de goede kant 2 keer in totaal.
Als alle steken afgekant zijn, meet het werk ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden. Herhaal op de andere schouder.

VOORPAND:
= 78-86-86-94-102-110 steken. Zet op en brei in patroon op dezelfde manier als op het achterpand. Minder daarnaast voor de hals en diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder.

HALS:
Zet bij een hoogte van 46-48-49-51-52-54 cm, de middelste 20-24-24-24-26-26 steken op een hulpdraad voor de hals en eindig elk schouder apart.
Ga verder met A.1 maar brei de buitenste 3 steken richting de hals in tricotsteek.
Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant 1 steek voor de hals - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo op iedere naald aan de goede kant 4-4-4-4-5-5 keer in totaal.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm, steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op het achterpand, dus zet 4 keer 4-4-4-5-5-6 steken op een hulpdraad en zet dan de laatste 10-12-12-12-14-14 steken richting de hals op een hulpdraad.
Als alle steken op een hulpdraad zijn gezet, brei dan 1 naald averecht op de verkeerde kant zoals op het achterpand voordat u afkant met recht aan de goede kant. Herhaal op de andere schouder.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

MOUWEN:
Gebruik rondbreinaald 5 mm en DROPS Alaska of DROPS Big Merino, neem aan de goede kant 32-34-36-37-39-41 steken op vanaf de onderkant van het armsgat naar boven tot de schouder en 32-34-36-37-39-41 steken van de schouder en naar beneden tot de onderkant van het armsgat op de andere kant = 64-68-72-74-78-82 steken langs het armsgat. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald – meet de mouw vanaf deze markeerdraad en gebruik de markeerdraad bij het tellen waar het patroon moet beginnen.
Begin op de verkeerde kant en brei A.5 als volgt: Tel uit vanaf het symbool dat het midden markeert in het telpatroon en de markeerdraad op de mouw waar het patroon moet beginnen en brei A.5 heen en weer gebreid met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant.
Als de mouw 2-1-3-4-4-5 cm meet vanaf waar de markeerdraad was ingevoegd, breng dan het werk samen op een korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 5 mm – brei de rest van de mouw in de rondte.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (midden onder de mouw). Neem de markeerdraad mee in de hoogte mee tijdens het breien.
Begin de naald midden onder de mouw en ga verder in patroon in de rondte (het symbool voor het midden in het telpatroon moet overeenkomen met de markeerdraad midden op de bovenkant van de mouw – het patroon past niet midden onder de mouw).
Bij een hoogte van 5-4-6-7-7-8 cm vanaf waar de markeerdraad ingevoegd was op de bovenkant van de mouw, mindert u 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 4-4-3½-3-2½-2 cm 8-9-10-11-12-13 keer in totaal = 48-50-52-52-54-56 steken.
Als A.5 in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 in de rondte.
Brei tot de mouw 39-38-39-38-36-35 cm meet vanaf de markeerdraad. Er is 10 cm over tot de gewenste afmetingen. Pas de trui en brei tot de gewenste lengte voor de boordsteek.
Brei 1 naald recht en meerder 12-14-12-16-18-16 steken verdeeld = 60-64-64-68-72-72 steken.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei boordsteek (2 recht/2 averecht) voor 10 cm. Kant dan losjes af. De mouw meet ongeveer 49-48-49-48-46-45 cm vanaf de markeerdraad in het midden op de bovenkant van de mouw. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.
Naai de onderkant van de armsgaten dicht - zie tekening.

DUBBELE HALSRAND:
Begin op een schouder, gebruik een korte rondbreinaald 3.5 mm en neem ongeveer 80-96-96-104-112-112 steken op rondom de hals aan de binnenkant van 1 steek (inclusief de steken op de hulpdraad).
Brei boordsteek in de rondte (4 recht/4 averecht - pas het begin van de boordsteek zo aan, zodat er 4 averechte steken of 4 rechte steken op midden voor zijn). Voeg 1 markeerdraad in op de naald als de boordsteek 4 cm meet, gebruik de markeerdraad voor de afmetingen.
Brei dan 2 recht/2 averecht over alle steken. Als de boordsteek 9-9-9-11-11-11 cm meet vanaf de markeerdraad, brei dan verder met een korte rondbreinaald 5 mm. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Vouw de boordsteek (2 recht/2 averecht) naar beneden naar de binnenkant van het kledingstuk. Hecht de boordsteek af om een dubbele halsrand van ongeveer 4-4-4-5-5-5 cm te maken. Om te voorkomen dat de halsrand te strak wordt en naar buiten krult, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
markeerdraad = markeerdraad
Naai de onderkant van het armsgat dicht als volgt: Naai b aan B = Naai de onderkant van het armsgat dicht als volgt: Naai b aan B
Diagram for DROPS 237-7
Diagram for DROPS 237-7
Diagram for DROPS 237-7

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 237-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (73)

country flag Régine LeBlanc schreef:

Bonsoir, Pour le DOS ( M) il est écrit de glisser en attente les 12 dernières mailles côté encolure en attente quand l’ouvrage mesure 52 cm. Puis dans ENCOLURE quand l’ouvrage mesure 53 cm rabattre le 28 mailles centrales. Si 12 dernières mailles ne sont plus tricotées pendant la fabrication de l’épaule comment le centre du dos atteint-il 53 cm. Si je voyais un schéma du dos ça m’aiderait. Merci

25.03.2023 - 02:30

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme LeBlanc, on tricote de rangs raccourcis pour les épaules: on glisse en attente 4 fois 4 mailles puis les 12 dernières mailles, en même temps on rabat les 12 m centrales + 1 m côté encolure = reprenez toutes les mailles de l'épaule (= soit 4 x 4 m + 12 m), tricotez 1 rang envers sur l'envers et rabattez les mailles à l'endroit sur l'endroit au rang suivant. Bon tricot!

27.03.2023 - 09:01

country flag Payton schreef:

I was wondered what pattern or stitches are used for the gauge swatch? It only states the "relief pattern" and there are multiple patterns. Thank you!

19.03.2023 - 20:13

DROPS Design antwoorde:

Dear Payton, the relief pattern is all of the charts. They should all be worked at the same gauge, so you could use any of them to measure the gauge. Happy knitting!

19.03.2023 - 23:06

country flag Elisabeth Strandgaard schreef:

Hej Jeg forstår ikke instruktionen til A4. Der står tæl ud fra symbolet som markerer midten i diagrammet. Menes der mærketråden? Og skal man begynde forfra v siden? I så fald passer mønstret ikke. Håber mit spørgsmål giver mening :-) Jeg strikker str S. Tusind tak.

20.01.2023 - 21:16

DROPS Design antwoorde:

Hei Elisabeth. Merket i diagrammet (sort trekant) viser midten av diagrammet og dette merket skal stemme med merketrådene du har satt i arbeidet (foran og bak). Du må derfor telle deg fra starten/siden i arbeidet slik at midtforan/midtbak stemmer med merket i diagrammet. Diagrammet vil ikke stemme i sidene, men strikk A.4 så langt det går mot merkene siden. mvh DROPS Design

23.01.2023 - 10:38

country flag Elizabeth schreef:

Bonjour, il est noté une fois A3 terminé l'ouvrage mesure 35 cm en taille XXL et commencer A4. Mais il est noté aussi de commencer les emmanchures à 34cm. Donc on doit commencer les emmanchures sur A3 finalement ? Merci de votre réponse. Cdt

09.01.2023 - 13:19

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Elizabeth, effectivement, en taille XXXL, on va former les emmanchures avant la fin de A.3. Bon tricot!

09.01.2023 - 16:36

country flag Joke Boevé schreef:

Ik heb 5x de steken op hulp gezet van de schouder, moet je dan die steken breiend terug zetten. Omdat in het patroon staat 1nld averecht op verkeerde kant breien. Ik vind het patroon moeilijk te begrijpen is. Kunt u mij verder uitleggen wat de bedoeling is van de diagonale schouder breien. Ik hoop dat u mij kunt helpen

09.01.2023 - 10:47

DROPS Design antwoorde:

Dag Joke,

Als alle steken op een hulpdraad zijn gezet, dan zet je ze terug op een breinaald en daarna brei je 1 naald averecht op de verkeerde kant.

12.01.2023 - 20:11

country flag Oksana schreef:

Hello! Thank you for this pattern! I am confused about decreasing while knitting A.5. How am I going to knit A.3.-like pattern on a sleeve when few of sts needed will be missing? The pattern says that 5cm in knitting sleeve I should make decreases.

07.01.2023 - 17:37

DROPS Design antwoorde:

Dear Oksana, the first rows in A.5 are worked over 8 sts but then A.5 will be worked over 6 sts, this means there is no decraease in the number of stitches in the pattern, you just repeat A.5 over 6 sts instead of over 8 sts. When decreasing mid under sleeve, there will be just less stitches worked in the pattern at the beginning + at the end of the round (2 sts are decreased on every decrease round). Happy knitting!

09.01.2023 - 09:20

country flag Eva Mateos Milla schreef:

Este patrón se entiende muy mal. He llegado hasta el A.4 y ahí ya me he perdido. He seguido adelante, pero cuando he llegado a la explicación de la sisa no he entendido nada. ¿Hay que reducir los 7 puntos por cada lado cuando se lleven 33 cm y cuando empieza el patrón A.4 (talla XL)?

22.12.2022 - 01:28

DROPS Design antwoorde:

Hola Eva, en la sisa tienes un marcapuntos en cada lateral. Tienes que cerrar 7 pts a cada lado de cada marcapuntos, pero empiezas a cerrar 7 pts antes del marcapuntos del inicio de la vuelta (es decir, empieza a cerrar al final de la vuelta anterior). Se cierra cuando la labor mida 33 cm, independientemente de la fila de A.4 que estés trabajando.

26.12.2022 - 00:31

country flag Joke Boevé schreef:

Ik kom er niet uit met diagonale schouder rugpand moet je 4x 5steken op hulpnld zetten en tijdens breien ook aan de andere kant, en er staat in het patroon dan de laatste de laatste 14 steken richting hals. bij hals tegelijktijd de middelste 32st af ik vind het moeilijk om te volgen als het niet lukt dan brei ik gewoon een schouder afkanting

17.12.2022 - 20:55

DROPS Design antwoorde:

Dag Joke,

Je begint met 104 steken in totaal en je zet vanaf beide zijkanten 4 keer 5 steken op een hulpdraad. Je hebt dan nog 14 steken over aan beide kanten omdat je ondertussen bij een hoogte van 57cm de middelste 32 steken afkant voor de hals. Je kunt de 2 buitenste steken aan elke kant als extra kantsteek rekenen.

18.12.2022 - 15:17

country flag Roya schreef:

The instruction about diagonal should decrease is unclear. I tried to read comments but I don't understand the language used. Could you clarify the section about diagonal should decrease? Also I wonder if you could translate comments above to English. I know it is too much to ask. I thought I mention. Thank you

10.12.2022 - 18:30

DROPS Design antwoorde:

Dear Roya, the diagonal shoulder is worked like short rows, ie starting from armhole (eg from RS on right shoulder back piece and left shoulder front piece/ from WS on left shoulder back piece and right shoulde front piece), you work short rows working fthe first 4,5 or 6 sts (see size) then slip them on a thread, work to the end of the row, turn and work return row; repeat these 2 rows 3 more times, than slip the remaining sts on a thread, then work one row over all stitches and cast off. Hope it can help- Happy knitting!

12.12.2022 - 09:22

country flag Eef schreef:

Hoi, ik heb een vraag wat betreft het oppakken van steken voor de mouwen. Er staat geschreven dat je vanaf de onderkant van de mouw steken op dient te pakken. Is dit in het midden van de onderkant van het armsgat (de helft dus van de steken daar) of bedoeld men vanaf de zijkant. ( Waardoor je dus later een langer stuk van onderkant arm maast) alvast bedankt.

03.12.2022 - 07:38