DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Petronella Top

Gebreide top met raglan en kantpatroon, wordt van boven naar beneden gebreid van DROPS Muskat. Maten S - XXXL.

DROPS 175-32
DROPS Design: Patroon nr. r-707
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MUSKAT van Garnstudio (hoort bij garengroep B)
300-350-400-400-450-500 gr. kleur 20, licht mintgroen

DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 60 of 80 cm) 4 MM – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden in tricotsteek is 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBEL/RIBBELSTEEK (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien.

RAGLAN:
Meerder elke 2e naald als volgt:
Meerder als volgt voor de markeerdraad:
Begin 1 steek voor de markeerdraad: naak 1 omslag, 1 recht, markeerdraad.
Meerder als volgt na de markeerdraad: markeerdraad, 1 recht, maak 1 omslag.
Brei op de volgende naald de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.

Meerder elke 4e naald als volgt:
Meerder als volgt voor de markeerdraad:
NAALD 1: begin 1 steek voor de markeerdraad: maak 1 omslag, 1 recht, markeerdraad.
NAALD 2: brei de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.
NAALD 3: begin 3 steken voor de markeerdraad: 2 recht samen, maak 1 omslag, 1 recht, markeerdraad. Er worden geen steken gemeerderd, maar zo loopt het gaatjespatroon door zoals eerder
NAALD 4: brei de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.

Meerder als volgt, na de markeerdraad:
NAALD 1: markeerdraad, 1 recht, maak 1 omslag.
NAALD 2: brei de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.
NAALD 3: markeerdraad, 1 recht, maak 1 omslag, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal afgehaalde steek over gebreide steek. Nr. meerder in steken, maar de naald van holes continues als hiervoor.
NAALD 4: brei de omslagen recht, zodat er gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Begin 3 steken voor de markeerdraad: 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad staat tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal afgehaalde steek over gebreide steek = 2 steken geminderd.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad. Maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad staat tussen deze 2 steken) en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen (de gemeerderd steken worden in tricotsteek gebreid).
---------------------------------------------------------

TOP:
Het werk wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald vanaf middenachter, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 80-84-88-92-96-100 steken op met rondbreinaald 4 mm en Muskat. Brei 2 RIBBELS – zie uitleg boven, meerder op de laatste naald van de ribbels 20 steken gelijkmatig verdeeld over de naald = 100-104-108-112-116-120 steken. Plaats 4 markeerdraden in het werk als volgt: eerste markeerdraad na 19-20-21-22-23-24 steken (= helft achterpand), tweede markeerdraad na 12 nieuwe steken (= mouw), derde markeerdraad na 38-40-42-44-46-48 nieuwe steken (= voorpand), vierde markeerdraad na 12 nieuwe steken (= mouw), dan zijn er 19-20-21-22-23-24 steken over op de naald na de laatste markeerdraad (= helft achterpand). Begin met meerderen voor de raglan zoals boven staat beschreven, brei tricotsteek over de steken op het achterpand en voorpand en A.1 over de mouwsteken. LEES HET HELE VOLGENDE DEEL EERST EEN KEER DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
De meerderingen zijn verschillend op het voorpand/achterpand en de mouwen, brei als volgt:

VOORPAND/ACHTERPAND:
Meerder elke 2e naald 12-15-17-25-30-35 keer, dan elke 4e naald 7-7-7-4-3-2 keer.

MOUWEN:
Meerder elke 2e naald 18-23-27-29-26-25 keer, dan elke 4e naald 4-3-2-2-5-7 keer.

Als A.1 een keer in hoogte is gebreid, herhaal dan A.2 in de hoogte. De gemeerderde steken op de mouwen worden gaandeweg in het patroon verwerkt. Ga na de een na laatste keer meerderen op de mouw (er zijn 4 naalden nog te breien) verder met ribbelsteek over de steken van elke mouw; ga over de steken op het voorpand/achterpand verder in tricotsteek als hiervoor. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Na alle meerderingen voor de raglan zijn er 264-296-320-352-372-396 steken op de naald.
Brei de volgende naald als volgt: brei 38-42-45-51-56-61 steken (= helft achterpand), kant de volgende 56-64-70-74-74-76 steken af, brei de volgende 76-84-90-102-112-122 steken (= voorpand), kant de volgende 56-64-70-74-74-76 steken af, brei de volgende 38-42-45-51-56-61 steken (= helft achterpand).

LIJF:
Ga verder als volgt: brei de helft van het achterpand, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op, brei het voorpand, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op, brei de helft van het achterpand. Er zijn nu 168-184-200-224-248-272 steken op het lijf. Plaats een markeerdraad aan elke zijkant, in het midden van de nieuwe steken die u hebt opgezet. MEET HET WERK NU VANAF HIER. Ga verder in tricotsteek over alle steken. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 steek aan elke kant van de markeerdraden (= 4 steken geminderd), minder elke 3 cm in totaal 4 keer – LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 152-168-184-208-232-256 steken. Meerder bij een hoogte van 19-19-19-18-18-19 cm 1 steek aan elke kant van de markeerdraden (= 4 steken gemeerderd), meerder elke 2 cm in totaal 6 keer – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN = 176-192-208-232-256-280 steken. Brei bij een hoogte van 32-32-32-33-33-32 cm A.3 over alle steken. Kant dan af met rechte steken, het werk heeft ongeveer een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Petronella Top

Veerle, Belgium

Petronella Top

Magda, Italy

Laat een opmerking achter voor DROPS 175-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (96)

country flag Rocio wrote:

Podrían aclararme a que medidas de la prenda terminada corresponde cada talla? Gracias

13.03.2021 - 10:42

DROPS Design answered:

Hola Rocio, mira la leccion DROPS AQUI. Buen trabajo!

13.03.2021 - 18:45

country flag Stefania wrote:

Nochmals Hallo, Jetzt habe ich die Anleitung verstanden! Der Absatz: in jeder 4. Runde wie folgt zunehmen etc. kommt erst nach den 15 x Raglanzunahmen in jeder 2. Runde zur Anwendung (Größe M) Können Sie mir dies bitte bestätigen? Ein herzliches Dankeschön

21.10.2020 - 22:55

DROPS Design answered:

Liebe Stefania, also bei der Grösse M nehmen Sie zuerst beim Vorder-/Rückenteil 15 Mal in jeder 2. Runde (= siehe In jeder 2. Runde wie folgt zunehmen) dann 7 Mal in jeder 4. Runde (= wie unter In jeder 4. Runde wie folgt zunehmen) und bei den Ärmeln: 23 Mal in jede 2. Runde (= siehe In jeder 2. Runde wie folgt zunehmen) und 3 Mal in jeder 4. Runde (= wie unter In jeder 4. Runde wie folgt zunehmen). Viel Spaß beim stricken!

22.10.2020 - 10:25

country flag Stefania wrote:

Hallo Ich möchte sicher sein, dass ich diese Anleitung richtig verstehe Raglanzunahme: In der zweiten, vierten, achten, zehnten, vierzehnten, sechzehnten etc. Runde wird zugenommen, in der sechsten, zwölften, achtzehnten also in jeder sechsten Runde wird nur der Lochstreifen fortgesetzt ohne Zunahme. Habe ich das richtig verstanden? Vielen Dank für ihre Hilfe Stefania

21.10.2020 - 18:48

DROPS Design answered:

Liebe Stefania, es wird nach einem unterschiedlichen Rythmus beim Vorder- und Rückenteil und bei den Ärmeln zugenommen, dh es wird entweder 8 Maschen pro Runde (= überall) oder nur 4 Maschen (nur bei den Ärmeln oder nur beim Vorder-/Rückenteil, je nach der Größe) zugenommen - siehe RAGLANZUNAHMEN um zu wissen, wie man die Löcher in jede 2. Runde arbeitet muss, wenn man in jede 4. Runde zunimmt. Viel Spaß beim stricken!

22.10.2020 - 10:06

country flag Annemarie wrote:

Er staan 3 verschillende stukjes over meerderen? Wat moet ik wanneer doen?

19.07.2020 - 22:43

DROPS Design answered:

Dag Annemarie,

Eerst gaat het over het meerderen bij de raglan en ho je dit op elke 2e naald doet (dus zonder gaatjes te maken) en hoe je dit voor en na de markeerdraad doet. Dan staat er ook omschreven hoe je voor de raglan meerdert op elke 4e naald (waarbij je gaatjes maakt) en hoe je dit voor en na de markeerdraad doet. Tot slot staat een algemene tip voor het meerderen (na de tip voor het minderen) en deze is voor de mouwen.

20.07.2020 - 08:25

country flag Bente Arlo Schønemann wrote:

Ser nå at mitt problem er; 2 og 4 omgang hvor det bare står at kastene strikkes rett, det skal bli hull.. Såpass forstår jeg, men skal det felles/økes på disse omgangene også? Det vanlige er at det strikkes "glattstrikk" på "vrangen" og mønster på alle oddetall. Men da får jeg ikke omgang 3 til å gå opp med felling/ økning til raglan , omgang nr.2. Aldri hatt sånne problemer før, nettopp strikket og heklet 2 modeller fra dere.

14.06.2020 - 15:50

DROPS Design answered:

Hej Bente, I og med du strikker rundt, strikkes hver pind i diagrammet fra retsiden. Hulmønsteret i diagrammet strikkes 2 ret sammen, 1 kast det vil sige at du har samme antal masker efter mønsterpinden ifølge diagrammet. Raglan udtagningerne sker udover udtagningerne i diagrammet, så dem strikker du først på hver 2.omgang og senere på hver 4.omgang. God fornøjelse!

25.06.2020 - 08:07

country flag Catriona Graham wrote:

Thank you for your reply. I love Drops patterns, getting brilliant results but think some things do get lost in translation! Where A3 fits in is not explained anywhere in the pattern though perhaps it is a convention well understood in Norway so can I confirm the sleeve pattern? The yoke has a total of 52 rows, and I have tried to work out how that translates into the A1/A2/A3 pattern. Is A2 the repeat one? A1, A2x5,A3?

12.06.2020 - 14:03

DROPS Design answered:

Dear Mrs Graham, A.3(= 6 rows) is worked at the very end of body see: When the piece measures 32-32-32-33-33-32 cm work A.3 across all stitches. Then cast off ... - diagrams A.1 and A.2 are worked on yoke: you first work A.1 (= 6 rows), then repeat A.2 (=8 rows) while increasing for raglan as explained in the writte pattern (see RAGLAN)- read more here about diagrams. Happy knitting!

12.06.2020 - 15:12

country flag Catriona wrote:

I am not clear about the sleeves. The diagram shows A1, A2 and A3 but there is no mention of A3 though it implies there are 6 rounds. Is the sequence A1, A2, A3, A1, A2, A3?

12.06.2020 - 10:36

DROPS Design answered:

Dear Catriona, A.3 is worked at the very end of the body, just before casting off the stitches. Happy knitting!

12.06.2020 - 12:24

country flag Bente Arlo Schønemann wrote:

Jeg sliter også med å forstå økningene på erm/bol. Raglan er jo 4 ganger(8) mellom bol og ermer. Armene er jo mellom forstykket og bakstykket. Kommer dette i tillegg til raglanfellingen?

11.06.2020 - 20:35

DROPS Design answered:

Hei Bente. Denne toppen strikkes ovenfra og ned, (raglansøkninger, ikke fellinger). Det økes forskjellig på for-bakstykket og på ermene. For-bakstykket økes det på hver 2.omgang 12-15-17-25-30-35 ganger, deretter på hver 4.omgang 7-7-7-4-3-2 ganger. På ermene økes det (samtidig som for-bakstykket) på hver 2.omgang 18-23-27-29-26-25 ganger, deretter på hver 4.omgang 4-3-2-2-5-7 ganger. I str S vil man øke til både for-bakstykke og ermene på hver 2. omgang 12 ganger, deretter på for-bakstykke øke på hver 4. omgang 7 ganger, samtidig som det ved ermene fortsettes å økes på 2. omgang 6 ganger og deretter på hver 4. omgang 4 ganger. God Fornøyelse!

15.06.2020 - 10:26

country flag Fabienne wrote:

Rebonjour, j'ai bien avancé mais j'ai besoin d'une confirmation. Est-ce juste qu'après avoir augmenté 15x tous les 2 tours sur le dos/devant, on ne le fait plus et donc on a plus les trous du raglan sur le dos/devant alors que l'on continue sur les manches encore 8x ? (Ça ne se voit pas sur l'image!) Taille M

16.05.2020 - 15:40

DROPS Design answered:

Bonjour Fabienne, vous devez avoir des trous tous les 2 tours comme avant - quand vous commencez à diminuer tous les 4 tours, tricotez comme indiqué sous Augmenter tous les 4 tours ainsi: ... avant le fil marqueur... après le fil marqueur. En tricotant les 4 tours décrits, vous augmentez au 1er tour, et au 3ème tour, vous tricotez le motif ajouré (= 1 jeté et 1 diminution pour compenser le jeté). Bon tricot!

18.05.2020 - 08:01

country flag Fabienne wrote:

Bonjour, je vois que pas mal de questions sont au sujet du raglan et des manches. J'ai déjà lu les réponses mais j'ai encore besoin d'une précision. Quand on commence le raglan doit-on faire successivement les augmentations des 2 tours puis ceux des 4 tours ou tous les 4 tours on additionne les augmentations. Dit autrement, est-ce que le Tour 1 correspond à l'augmentation faite tous les deux tours ? J'espère me faire comprendre ;-)

12.05.2020 - 13:58

DROPS Design answered:

Bonjour Fabienne, les augmentations du dos/du devant et des manches se font en même temps mais à un rythme différent, autrement dit vous allez d'abord augmenter 8 mailles tous les 2 tours (dos, devant et manches), puis soit 4 mailles (manches seulement ou dos/devant seulement en fonction de la taille) soit 8 mailles (partout). Vous augmentez donc d'abord tous les 2 tours, puis tous les 4 tours. En espérant répondre à votre question. Bon tricot!

12.05.2020 - 14:28