DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.37€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 171-20
DROPS design: Model nr. ne-212
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
650-700-800-850-950-1050 gr. kleur nr. 0501, grijs

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4,5 mm voor de boordsteek - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 st x 20 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS KABELNLD - voor kabels.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.37€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st aan elke kant van het deel in tricotst als volgt:
1 r, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, brei tot er 3 st over zijn, 2 r samen, 1 r.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder met 1 omsl naast eerste en laatste st in tricotst, brei de gemeerderde st gedraaid op de volgende nld om gaatjes te voorkomen.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.

LIJF:
Zet 222-238-254-286-302-318 st op met rondbreinld 4,5 mm en Nepal. Brei 1 nld recht, brei dan als volgt: * 1 av, boordsteek 2 r/2 av over de eerste 12-16-20-28-32-36 st, 2 r, A.1 (= 10 st) A.2 (= 15 st), 2 av, A.3 (= 27 st), 2 av, A.2, A.1, 2 r, boordsteek 2 av/2 r over de volgende 12-16-20-28-32-36 st, 1 av *, herhaal van *-* nog 1 keer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Herhaal de eerste 2 nld van A.1 - A.3 tot het werk 8 cm meet, brei dan de laatste 2 nld van A.1 - A.3 en minder TEGELIJKERTIJD 10-10-14-20-18-16 st gelijkmatig over de 30-38-46-62-70-78 st in boordsteek aan elke kant = 172-188-196-216-236-256 st. Ga verder met rondbreinld 5 mm.

Brei dan als volgt: * 10-14-16-21-26-31 r, 8 av, A.4 (= 12 st), 2 av, A.5 (= 22 st), 2 av, A.6 (= 12 m), 8 av, 10-14-16-21-26-31 r *, herhaal van *-* nog 1 keer.

Brei tot een hoogte van 10 cm, minder 1 st in elk av-deel met 8 av en minder 1 st aan elke kant van het deel in tricotst - LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 8 st geminderd), minder op dezelfde manier elke 4 cm, 6 keer in totaal, minder afwisselend links en rechts van de av-delen = 124-140-148-168-188-208 st. Brei tot een hoogte van 34 cm, meerder dan 1 st in elk av-deel waar geminderd is en 1 st in elk deel in tricotst (= 8 st gemeerderd) - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN, herhaal dit meerderen bij een hoogte van 46-47-48-49-50-51 cm = 140-156-164-184-204-224 st. Brei tot een hoogte van 50-51-52-53-54-55 cm, brei dan als volgt aan de goede kant: kant de eerste 2-3-3-3-3-3 st af, brei de volgende 66-72-76-86-96-106 st als hiervoor, kant de volgende 4-6-6-6-6-6 st af brei de volgende 66-72-76-86-96-106 st als hiervoor en kant de laatste 2-3-3-3-3-3 st af. Brei elk deel apart verder heen en weer op de rondbreinld

ACHTERPAND:
= 66-72-76-86-96-106 st.
Ga verder in patroon als hiervoor, ga TEGELIJKERTIJD verder met afkanten aan elke kant voor de armsgaten om de nld: 0-1-1-2-3-4 keer 2 st en 0-0-1-3-5-7 keer 1 st = 66-68-70-72-74-76 st. Ga zo verder in patroon als hiervoor. Brei tot een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm, kant dan de middelste 24-26-28-30-32-34 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant in de volgende nld 1 st af langs de hals = 20 st over op elke schouder. Kant af bij een hoogte van 68-70-72-74-76-78 cm.

VOORPAND:
= 66-72-76-86-96-106 st.
Ga verder in patroon als hiervoor en kant af voor de armsgaten als op het achterpand = 66-68-70-72-74-76 st. Ga zo verder in patroon. Brei tot een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm, zet dan de middelste 18-20-22-24-26-28 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant dan af elke nld langs de hals, 1 keer 2 st, 2 keer 1 st = 20 st over op de schouder. Brei de st die niet in het patroon passen in tricotst. Kant af bij een hoogte van 68-70-72-74-76-78 cm.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 45-45-50-50-50-50 st op met breinld zonder knop 4,5 mm en Alaska. Brei 1 nld recht, brei dan boordsteek = 2 r/3 av. Brei als de boordsteek 10 cm meet 1 nld recht en minder 11-9-12-10-10-8 st gelijkmatig = 34-36-38-40-40-42 st. Ga verder met breinld zonder knop 5 mm in tricotst. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld. Brei tot een hoogte van 11 cm, meerder 1 st aan elke kant van de markeerder, meerder elke 4-3½-3-2½-2-1½ cm in totaal 9-10-11-13-15-17 keer = 52-56-60-66-70-76 st.

Brei tot een hoogte van 47-47-47-46-45-44 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en kant dan 6 st af midden onder de mouw (= 3 st aan elke kant van de markeerder), eindig nu het werk heen en weer op de nld. Kant af voor de mouwkop aan het begin van elke nld aan elke kant als volgt: 3 keer 2 st en 0-1-1-2-3-5 keer 1 st, kant dan 2 st af aan elke kant van het werk tot het werk 53-53-54-54-54-55 cm meet, kant dan 3 st af aan elke kant en kant de overgebleven st af. Werk meet 54-54-55-55-55-56 cm in totaal.

HALSRAND:
Neem ongeveer 64 tot 86 st op langs de hals (incl. st op hulpdraad) met een korte rondbreinld 5 mm en Nepal. Brei 2 ribbels in RIBBELST – zie uitleg boven, kant dan alle st af.

LOSSE COL:
Zet 108 st met een korte rondbreinld 4,5 mm en grijs. Brei 1 nld recht, brei dan boordsteek = 2 r/2 av. Brei tot de boordsteek 25 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen en naai de mouwen in de trui.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 05.11.2023
ACHTERPAND:..Brei tot een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm, kant dan de middelste 24-26-28-30-32-34 st af voor de hals

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
symbols = 2 av samen
symbols = geen steek, sla dit vierkant over
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Snow Tracks

Clare, United Kingdom

Snow Tracks

Elisabeth, France

Snow Tracks

Micha, Germany

Laat een opmerking achter voor DROPS 171-20

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (80)

country flag Annica Åkermark wrote:

Men ett så vansinnigt mönster 🤢

04.03.2024 - 22:29

country flag Jane Clarke wrote:

I asked about the decreasing of 50 stitches in the rib and you replied that " So you have A.1 4 times, A.2 4 times and A.3 twice. That is 2x4 +3 x4 + 2x5 = 30 decreases. “ However I can’t see where in A1, A.2 and A.3 where I put these 30 decreases in on rows 1 and 2 of these diagrams. I’m so confused

29.01.2024 - 07:59

DROPS Design answered:

Dear Jane, the decreases are in the last 2 rounds of A.1-A.3. As stated in the pattern: "Repeat the first 2 rounds in A.1 - A.3 until piece measures 8 cm, Then work the last 2 rounds in A.1 - A.3, AT THE SAME TIME dec 10-10-14-20-18-16 sts evenly over the 30-38-46-62-70-78 sts rib in each side = 172-188-196-216-236-256 sts." So the decreases are worked at the same time as you work the last 2 rounds in A.1-A.3. As shown above, A.1 to A.3, repeated as stated in the first row, will have 30 decreases (you can see the triangle/ purl 2 together symbol in these rows of the charts). So you will have 30 decreases + the decreases on each side = 50 decreases. Happy knitting!

29.01.2024 - 23:16

country flag Jane Clarke wrote:

I have knitted to the last two rows of the rib of the body where I did cast on 238 stitches. I am now to decrease to 188 stitches so a decrease of 50 stitches. 20 decreases to be made over A1 - A3 and 10 stitches decreased evenly over the 38 rib stitches on each side. This only comes to a decrease of 40 stitches not 50, unless my interpretation is wrong. Can you help me please? Thank you

28.01.2024 - 22:28

DROPS Design answered:

Dear Jane, there are 30 decreases in A.1-A.3: "* P 1, rib K 2/P 2 over the first 12-16-20-28-32-36 sts, K 2, A.1 (= 10 sts) A.2 (= 15 sts), P 2, A.3 (= 27 sts), P 2, A.2, A.1, K 2, rib P 2/K 2 over the next 12-16-20-28-32-36 sts, P 1 *, repeat from *-* 1 more time. " So you have A.1 4 times, A.2 4 times and A.3 twice. That is 2x4 +3 x4 + 2x5 = 30 decreases. Then decrease 10 sts over the rib stitches on each side (so 10+10). In total, you should have 50 decreases. Happy knitting!

28.01.2024 - 23:30

country flag Katinka wrote:

Ik kom niet uit de halsmindering van het achterpand. Na de armsgatminderingen heb ik voor de kleinste maat 66 steken. Dan kant ik voor de hals 20 steken af, over 46 steken dus 23 aan elke schouder. Vervolgens zou ik in de volgende naald 1 steek aan elke kant af moeten kanten, dan heb ik dus 22 steken aan elke kant over niet 20. Bij het voorpand kom ik wel op 20 steken aan iedere kant uit.

05.11.2023 - 09:32

DROPS Design answered:

Dag Katinka,

Het aantal steken dat je af moet kanten voor de hals aan de achterkant klopte niet. Dit is nu aangepast en het zou nu wel moeten kloppen.

05.11.2023 - 19:26

country flag Katrien wrote:

Bij de beschrijving van de mouw staat... brei tot een hoogte van 11cm,meerder 1 st aan elke kant van de markeerder....is het 11 cm van in het begin, met de boord erbij ,of na de 10 cm van de boord,op een totaal van 21 cm beginnen met meerderen?Groetjes,Katrien.

28.07.2023 - 17:26

DROPS Design answered:

Dag Katrien,

De 11 cm wordt gemeten vanaf het begin, dus vanaf het opzetten.

01.08.2023 - 20:50

country flag Christine wrote:

C'est toujours moi, désolée. A4, A5 et A6 : au rang suivant, doit-on tricoter le jeté en maille torse (en fait, je ne l'avais pas vu sur le diagramme) ? Sur la photo du modèle, on voit nettement un trou, bien ouvert. Merci

24.03.2023 - 17:21

DROPS Design answered:

Bonjour Christine, les jetés de A.4, A.5 et A.6 se tricotent normalement (dans le brin avant) = à l'endroit sur l'endroit (quand on tricote en rond) et à l'envers sur l'envers (quand on tricote en allers et retours). Bon tricot!

27.03.2023 - 08:41

country flag Christine wrote:

Merci beaucoup. Le petit signe de la troisième maille sur le diagramme ressemble à un petit trait et non un petit rond, alors j'avais peur de me tromper. Je voyais un petit trait, "env sur end ou end sur env", pas "jeté", ça n'avait pas de sens... :-)

24.03.2023 - 16:28

country flag Christine wrote:

Bonjour, Je ne comprends pas A4 et A6 : la troisième maille ne doit-elle pas être un jeté ? Merci

24.03.2023 - 13:08

DROPS Design answered:

Bonjour Christine, si tout à fait, ainsi, on tricote le 1er rang de A.4 et de A.6 ainsi: glisser 1 m à l'end, 1 m end, passer la m glissée par-dessus la m tricotée, 1 jeté, 1 m env, 6 m end, 1 m env, 1 jeté, 2 m ens à l'end (= 12 m). Bon tricot!

24.03.2023 - 13:34

country flag Anneli Mäkelä wrote:

Hej! Jag försöker sticka model 170-20. Resåren gick bra, men sedan sa det stopp: det sägs att jag skall sticka de två sista varven av A1-A3 och samtidigt minska 10 maskor över de 30 maskorna resor. Men det sägs inget hur dessa resormaskor nu skall stickas? Och mellan A1 -A3 finns det några extra maskor. Hur skall de stickas. Jag har stickat en hel del, över 200 tröjor, men jag har svårt med denna modells förklaringar. Kan ni hjälpa mig? Anneli

19.12.2022 - 13:48

DROPS Design answered:

Hej Anneli, når du har strikket resåren og har minskat de 10 masker i hver side fortsætter du så här: * 10-14-16-21-26-31 rm, 8 am, A.4 (= 12 m), 2 am, A.5 (= 22 m), 2 am, A.6 (= 12 m), 8 am, 10-14-16-21-26-31 rm *, upprepa *-* 1 gång till.

20.12.2022 - 09:24

country flag Ans Schouten wrote:

Misschien een idee om de omslagen in A4 en A6 wat duidelijker weer te geven!? Ze zijn nauwelijks zichtbaar, wat verwarrend kan werken. Zou je ze nl niet meenemen , minder je in maat M ook 48 st. (188-140) en wordt het verhaal van minderingen onduidelijk. Alleen iemand die kabels kan breien, begrijpt dan dat hier iets niet klopt.

05.09.2022 - 14:23