DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 169-8
DROPS design: Model nr. la-026
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maten (na opspannen):
Ongeveer 154 cm langs de rand aan de bovenkant en ongeveer 50 cm hoog gemeten vanaf de hals middenachter.
Materiaal:
DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 7120, lichtgrijs groen

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm – LET OP: Lees over stekenverhouding onder.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 24 st x 32 nld in tricotst met nld 3 mm = ongeveer 10 x 10 cm.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid av, dus brei in de achterste lus van de st in plaats van de voorste lus om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 72 st op met rondbreinld 3 mm en Lace, plaats 2 markeerders in het werk aan elke kant van de middelste 60 st. Ga verder in tricotst met 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven, aan elke kant van het werk – en meerder TEGELIJKERTIJD als volgt - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st aan elke kant naast de kant st in ribbelst elke nld en meerder 1 st aan elke kant van de middelste 60 st om de nld. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga zo verder tot er 48 keer in totaal gemeerderd is aan elke kant van de 60 st en 96 keer aan elke kant = 360 st op de nld. Brei nu 1 ribbel en meerder TEGELIJKERTIJD 3 st gelijkmatig op 1e nld in ribbel = 363 st. Het werk meet nu ongeveer 30 cm middenachter.
Ga verder en brei in patroon aan de goede kant als volgt: 1 kant st in ribbelst, A.1 (= 10 st), A.2 (= 10 st) 34 keer in de breedte, A.3 (= 11 st), 1 kant st in ribbelst. Herhaal A.1-A.3 4 keer in totaal in de hoogte. Het werk meet ongeveer 43 cm. Kant af met een picotrand.

AFKANTRAND MET PICOTS:
Kant de eerste 2 st op de nld af, (* steek rechternld in tussen de 2 eerste st op de linkernld, (dus tussen st op de nld, niet door st), maak 1 omsl op rechter nld, haal omsl tussen st door en zet omsl op linkernld *, herhaal van *-* nog 2 keer = er zijn nu 3 nieuwe st op linkernld, ** brei eerste/volgende st op linkernld, haal 2e st op rechternld over deze st, dus 1 st naast laatst gebreide st **), herhaal van **-** 7 keer in totaal en herhaal van (-) langs de hele afkantrand tot er 1 st overblijft, kant de laatste st af. Knip de draad af en rijg deze door de laatste st.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat.
De omslagdoek moet ongeveer 50 cm hoog zijn middenachter. Plaats spelden langs de bovenrand en steek ook 1 speld in elke picot langs de afkantrand zodat de puntjes meer opvallen. Laat de omslagdoek drogen.
Herhaal dit proces elke keer als u de omslagdoek wast.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 29.04.2016
Correctie op de afkantrand met picots

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl recht. Er moet een gaatje ontstaan
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Falling in Lace

Marta, Czech Republic

Falling in lace shawl

Dorothea24, Luxembourg

Laat een opmerking achter voor DROPS 169-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (48)

country flag Mimi wrote:

Je suis complètement perdue. Tel que je lis les instructions, le haut doit mesurer 154cm mais est constitué de 72 mailles au départ, ce qui correspond à environ 60 cm. Comment peut-on arriver à la forme finale? Si c'est tricoté de haut en bas, le plus grand nombre de mailles devrait se trouver en haut, non? Merci de m'éclairer

23.03.2024 - 15:44

country flag Filo Rojas wrote:

Cuando empiezas el calado no se aumenta en los estrenos ? Se sigue siempre con los 363 puntos hasta terminar la labor?

24.09.2023 - 19:24

DROPS Design answered:

Hola Filo, como puedes ver, los calados descritos en los diagramas tienen aumentos que se contrarrestan con disminuciones. Por lo tanto, no se aumenta el número de puntos en la labor.

24.09.2023 - 23:31

country flag Suk wrote:

DROPS Design 02.03.2020 kl. 11:24: Dear Suk, you increase 4 sts on every other row (= every row from RS) and 2 sts on every row, ie you increase a total of 6 sts after each set of 2 rows (= 1 row from RS + 1 row from WS) = 48 x 6 = 288 sts increased. I understand the increase 4 sts on every row, but how to increase 2 sts on the WS ? (ie the purl row). thanks

02.03.2020 - 13:16

DROPS Design answered:

Dear Suk, from WS you will increase 1 stitche on each side, inside the edge stitch: Inc 1 st in each side inside 1 edge st in garter st on every row ie from RS you will work 1 edge st, YO, work to marker, YO, K60, YO, K to last st, YO, K last st and every row from WS work: K1, YO, P to the edge st, YO, K1. Happy knitting!

02.03.2020 - 13:21

country flag Suk wrote:

According to the instruction above it says: ' Inc 1 st in each side inside 1 edge st in garter st on every row & inc 1 st on each side of the middle 60 sts every other row. Continue like this until inc have been done 48 times in total on each side of the 60 sts and 96 times in each side = 360 sts on needle.' f only increase on the RS rows, there won't be 360 sts on needle? Please help!! Thanks

02.03.2020 - 10:32

DROPS Design answered:

Dear Suk, you increase 4 sts on every other row (= every row from RS) and 2 sts on every row, ie you increase a total of 6 sts after each set of 2 rows (= 1 row from RS + 1 row from WS) = 48 x 6 = 288 sts increased + 72 sts at the beg = 360 sts. Happy knitting!

02.03.2020 - 11:24

country flag Suk wrote:

Thanks for the explanation on the RS row, how about on the WS row, R2(WS) & R4(WS) - how to increase on these rows? Thanks

28.02.2020 - 12:10

DROPS Design answered:

Dear Suk, you will only increase on the RS rows, from WS work: 1 edge st in garter st, purl until 1 st remain (= purl the yarn over twisted to avoid holes), finish with 1 edge st in garter stitch. Happy knitting!

28.02.2020 - 13:23

country flag Suk wrote:

Inc 1 st in each side inside 1 edge st in garter st on every row and inc 1 st on each side of the middle 60 sts every other row. - What does this mean? Is it like this: Cast on 72 sts, R1(RS): K6, K60, K6 (72 sts) R2(WS): P6, P60, P6 (72 sts) - R3(RS): K1, YO, K5, YO, K60, YO, K5, YO, K1 (76sts) R4(WS): K1,PTBL,K5, PTBL, K60, PTBL,K5,PTBL,K1 (76sts) - how to increase on this row? Thanks

27.02.2020 - 22:19

DROPS Design answered:

Dear Suk, correct, but you start increasing from first row, ie row 1: K1, YO, K5, YO, K60, YO, K5, YO, K1 YO and then work every RS row like this: K1, YO, K to the first marker, YO, slip marker, K60, slip marker, YO, K to the last st, YO, K last st. Happy knitting!

28.02.2020 - 08:11

country flag Cristina De Filippis wrote:

Io non riesco a capire come si fanno gli aumenti...

01.11.2019 - 20:44

DROPS Design answered:

Buonasera Cristina, gli aumenti vanno lavorati su tutti i ferri, all'interno della maglia di vivagno, e un ferro si e uno no ai lati delle 60 maglie centrali. Ci riscriva se ha ancora bisogno di aiuto. Buon lavoro!

01.11.2019 - 23:29

country flag Paula wrote:

Bonjour, J'ai une question sur les augmentations. Il faut augmenter 1 m de chaque côté des 60 m centrales tous les 2 rangs. Est-ce que l'augmentation de fait avant le marqueur ? C'est-à-dire, on arrive au marqueur, on fait une augmentation, in tricote les 60 mailles centrales, marqueur et ensuite une autre augmentation ? C'est ça ? Merci beaucoup !

11.10.2019 - 22:47

DROPS Design answered:

Bonjour Paula, pas exactement, vous tricotez jusqu'au marqueur, augmentez 1 m, glissez le marqueur, tricotez les 60 m, glissez le marqueur, augmentez 1 m = les 60 m entre les marqueurs ne vont pas augmenter, on va augmenter seulement avant et après ces 60 m. Bon tricot!

14.10.2019 - 09:03

country flag Hanne Gram wrote:

Kan det være rigtigt, at sjalet, uden at trække i det, kun måler 15cm i længden ved nakken, når udtagningens er færdige?

17.09.2019 - 08:36

DROPS Design answered:

Hej Hanne, hvis du strikker i DROPS Lace og overholder strikkefastheden, så får du målene som står i opskriften (altså 43 cm inden Picotkanten). Efter det beskriver vi hvordan man gør sjalet vådt og trækker det ud i de rigtige mål. Sørg for at du ikke strikker for stramt. God fornøjelse!

17.09.2019 - 15:41

country flag Madeline wrote:

I’m about to start working on this beautiful shawl but before I do I just want to clarify that all the increases occur before the lace section starts.

23.08.2019 - 13:42

DROPS Design answered:

Dear Madeline, correct, when all increases are done there are 363 sts and you work the lace pattern following the diagrams. Happy knitting!

23.08.2019 - 14:50