DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Virginia

Gebreide DROPS trui met boordsteek en raglan, van boven naar beneden gebreid van ”Snow”. Maat: S - XXXL.

DROPS 157-29
DROPS design: Patroon nr. ee-504
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SNOW van Garnstudio
650-700-750-850-950-1000 gr kleur nr. 53, lichtgrijs

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 11 st x 15 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Meerder aan elke kant van elke A.1 door 1 OMSL te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor het lijf):
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 OMSL, 2 r, 1 OMSL = 2 st gemeerderd. Herhaal aan de andere kant.
Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder voor de markeerder en 1 st als volgt: 2 r samen.
Minder na de markeerder en 1 st als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 52-52-56-56-56-56 st op met rondbreinld 8 mm en Snow. Brei dan boordsteek als volgt vanaf middenachter: 1 r, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, 1 r. Brei als de boordsteek 3 cm meet 1 nld in tricotst en meerder TEGELIJKERTIJD 10-10-8-8-10-10 st gelijkmatig = 62-62-64-64-66-66 st. Brei nu in patroon als volgt: 5-5-5-5-6-6 st in tricotst (= achterpand), A.1, 3 st in tricotst (= mouw), A.1, 10-10-11-11-12-12 st in tricotst (= voorpand werk), A.1, 3 st in tricotst (= mouw ), A.1, 5-5-6-6-6-6 st in tricotst (= achterpand). Er is nu 1 herhaling A.1 in elke raglan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga zo verder in patroon en begin TEGELIJKERTIJD in de volgende nld met meerderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven! Meerder verschillend op het lijf en de mouwen:
LIJF:
Herhaal dit meerderen elke nld 0-2-5-8-10-12 keer, dan om de nld 4-4-3-4-4-8 keer en elke 4e nld 5-5-5-4-4-2 keer.
MOUW:
Herhaal dit meerderen elke nld 6-6-7-7-10-11 keer, om de nld 3-4-4-5-4-4 keer en elke 4e nld 4 keer voor alle maten.

Als alle meerderingen gemaakt zijn en het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet, zijn er 150-162-176-192-210-230 st in totaal op de nld. Ga dan verder in tricotst als volgt: brei de eerste 18-20-22-25-28-32 st, zet de volgende 39-41-43-45-49-51 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 nieuwe st op onder de mouw, plaats een markeerder in het midden tussen deze st, brei de volgende 36-40-45-51-56-64 st, zet de volgende 39-41-43-45-49-51 st op een hulpdraad voor de mouw, zet op 8 nieuwe st op onder de mouw, plaats een markeerder in het midden tussen deze st, brei de overgebleven 18-20-23-26-28-32 st. Brei de nieuwe st onder elke mouw in tricotst.

LIJF:
Er zijn nu 88-96-106-118-128-144 st voor het lijf.
Ga verder in tricotst. Begin bij een hoogte van 4 cm vanaf de nieuwe st onder de mouw met meerderen aan elke kant van de markeerders - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen elke 5½-4½-5-5-6½-7 cm nog 3-4-4-4-3-3 keer = 104-116-126-138-144-160 st. Meerder bij een hoogte van 51-53-55-57-59-61 cm gemeten vanaf de schouder 0-0-2-2-0-0 st = 104-116-128-140-144-160 st. Brei nu boordsteek vanaf middenachter als volgt: 1 r, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, 1 r. Ga zo verder tot de boordsteek 5 cm meet en kant af met recht boven recht en av boven av.

MOUW:
Zet de st terug op de breinld zonder knop. Brei in tricotst en zet 8 nieuwe st op aan het einde van de nld = 47-49-51-53-57-59 st. Plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe st onder de mouw. MEET NU HET WERK VANAF HIER. Brei dan in tricotst in de rondte – minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan elke kant van de markeerder – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen om de nld nog 2 keer in alle maten = 41-43-45-47-51-53 st. Minder dan elke 4-3½-4-3½-3-3 cm 9-10-9-10-12-11 keer = 23-23-27-27-27-31 st.
Meerder als de mouw 42-42-41-41-41-41 cm meet 1 st in alle maten = 24-24-28-28-28-32 st. Ga verder in boordsteek als volgt: 1 r, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, 1 r. Ga zo verder tot de boordsteek 5 cm meet. Kant af met recht boven recht en av boven av.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 157-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (59)

country flag Marie-France Dionne wrote:

Bonjour je suis au tout début et j'aimerais savoir combien de marqueur je met et ou je les mets merci

20.10.2017 - 13:08

DROPS Design answered:

Bonjour Madame Dionne, les augmentations indiquées avec les jetés de chaque côté des 2 m endroit se font lorsque l'on tricote le dos et le devant en rond, après avoir séparé les mailles des manches, pour le raglan, augmentez comme indiqué sous RAGLAN. Vous pouvez placer un marqueur avant et après chaque A.1 pour délimiter cette zone si vous le souhaitez. Bon tricot!

20.10.2017 - 14:20

country flag MARIE-FRANCE DIONNE wrote:

Bonjour je ne comprend pas cette instruction: Tricoter jusqu'à ce qu'il reste 1 m avant le marqueur, 1 jeté, 2 m end, 1 jeté = 2 m en plus. Comment je tricote 2 m end si j'arrete une maille avant le marqueur? merci (est ce que les 2 m end c'est une avant le marqueur et une apres?)

20.10.2017 - 04:19

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Dionne, tout à fait, le marqueur se trouve entre ces 2 m end, soit ainsi: tricotez jusqu'à ce qu'il reste 1 m avant le marqueur, faites 1 jeté, tricotez 1 m end, glissez le marqueur, tricotez 1 m end et faites 1 jeté (= le marqueur est entre ces 2 m end et on a augmenté 1 m de chaque côté des 2 m end). Bon tricot!

20.10.2017 - 09:19

country flag Tina Torvik Hansen wrote:

Det står man skal øke på hver side av A1 med kast. Men så står det at man skal øke forskjellig på bol og erme. Når skal man bruke kast ved A1 og når skal man øke forskjellige ved bol og ermer? A1 strikkes jo på hver side av både bol og ermer.jeg har spurt mange og ingen skjønner hva som menes

14.10.2017 - 11:16

DROPS Design answered:

Hei Tina, Man skal bruke kast til å øke både på bolen og på ermene, men det er antall økninger som er forskjellige:BOL: Gjenta økningen på hver omg 0-2-5-8-10-12 ganger, på hver 2.omg 4-4-3-4-4-8 ganger og på hver 4.omg 5-5-5-4-4-2 ganger. ERME: Gjenta økningen på hver omg 6-6-7-7-10-11 ganger, på hver 2.omg 3-4-4-5-4-4 ganger og på hver 4.omg 4 ganger i alle str. God fornøyelse!

15.10.2017 - 13:29

country flag Jessica wrote:

Merci beaucoup pour votre réponse rapide ainsi que pour votre super site, complet, vos vidéos très explicites, vos patrons pour tous les goûts, les liens pour acheter la laine ! Le top! J'adore!

27.09.2017 - 20:25

country flag Jessica wrote:

Bonjour, je fais le modèle en taille L, j'ai fais l'empiècement sans problème, et le premier rang avec le raglan mais après je ne comprends pas du tout les augmentations raglan, dos/devant, manches, combien, comment, tous les rangs...? pourriez-vous me détailler les augmentations pour la taille L s'il vous plait? Merci d'avance!

27.09.2017 - 15:58

DROPS Design answered:

Bonjour Jessica, en taille L, vous allez augmenter pour le raglan du dos et du devant: 5 x tous les tours, 3 x tous les 2 tours et 5 x tous les 4 tours (soit 5+3+5=13 x 4 m = 52 m au total) + en même temps, vous augmentez pour les manches: 7x tous les tours, 4 x tous les 2 tours et 4x tous les 4 tours (soit 7+4+4 x 4 m au total = 60 m). Vous aviez 64 m + 52 + 60 = 176 m. Bon tricot!

27.09.2017 - 17:12

country flag Jane wrote:

Hallo, Beim Nachzählen der einzelnen aufzunehmenden Maschen ist mir aufgefallen, dass in der Anleitung zu wenig Maschen aufgenommen werden. stricke Modell in L müsste laut Anleitung 43 Maschen auf der Nadel haben, komme aber nur auf 33. 3 M zu beginn des Raglan, dann werden 14 aufgenommen, dann 8 und dann nochmals 8. wo bekomme ich die restlichen 10 Maschen her? Freue mich über eine schnelle Antwort. Viele Grüsse Jane

23.09.2017 - 12:25

DROPS Design answered:

Liebe Jane, in L wird es so zugenommen: Rumpfteil: in jeder Rd 5 x, danach in jeder 2. Rd 3 x und danach in jeder 4. Rd 5 x (= 4 M x 13 = 52) und Ärmel: in jeder Rd 7 x, danach in jeder 2. Rd 4 x und danach in jeder 4. Rd 4 x (= 4 M x 15 = 60). Es gab 64 M + 52 + 60 = 176 M. Viel Spaß beim stricken!

25.09.2017 - 09:55

country flag Clara wrote:

Bonjour je souhaiterais faire ce modèle avec 3 fils en même temps 2 delight et 1 brushed alpaca silk, j'ai 150 g coloris 05, beige/gris/rose, 150 g coloris 06, rose/mauve de delight et 75 g de DROPS BRUSHED ALPACA SILK beige, est-il possible de faire ce modèle ?

10.07.2017 - 10:30

DROPS Design answered:

Bonjour Clara, vous pouvez remplacer 1 fil du groupe E (= Eskimo) par 2 fils du groupe A + 1 fil du groupe C, donc c'est tout à fait possible (voir ici). Rappelez-vous juste que la composition des fils étant différente, vous aurez un résultat différent, votre magasin DROPS saura vous aider et vous conseiller si besoin. Bon tricot!

10.07.2017 - 10:52

country flag Marte Kjær Galtung wrote:

Jeg skjønner ikke økningen på bolen (etter ermene er satt på tråd).Det står øke to masker under hver arm tre ganger = 12 masker. Det er 88 masker i utgangspunktet, så det burde blitt 100 masker, men det står at det skal bli 104 i oppskriften. Kan dere hjelpe?

13.04.2017 - 15:53

DROPS Design answered:

Hei Marte. Når du har 88 masker til bol, fortsett du så videre i glstrikk. Når arb måler 4 cm fra de nye m under ermene starter økningen på hver side av merkene - LES ØKETIPS hvordan det skal gjøres. Når du har strikket en omgang med økningene skal dette gjentas for hver 5½.cm 3 ganger til, altså 4 ganger totalt. Altså du har 88 masker, øker 4 masker pr omgang 4 ganger = 16 økte masker + 88 masker = 104 masker. God Fornøyelse!

26.04.2017 - 13:06

country flag Stina wrote:

Hej! Upprepar man A1 någon gång? På bilden i mönstret ser det nämligen ut som att A1 mönstret fortgår i mer än 10 varv, men det står inget i beskrivningen om att det ska upprepas. Om det är så att man inte ska upprepa A1, hur vet man då var man ska göra raglan-ökningarna? Hälsningar Stina

20.02.2017 - 20:19

DROPS Design answered:

Hej Stina. Du gentager A.1 hele vejen mens de du tager ud til raglan. Det er först naar du er faerdig med raglan at du fortsaetter i kun glatstrik

21.02.2017 - 16:17

country flag Antonia Von Stumpff wrote:

Ich versteh Ihre Hilfestellung überhaupt nicht. Tut mir leid. Ich stricke in Größe M. Vielleicht können Sie es ein bisschen ausführlicher erklären. Vielen Dank :)

15.02.2017 - 23:25

DROPS Design answered:

Liebe Frau Von Stumpff, in Größe M werden Sie für Raglan so zunehmen: Rumpfteil: in jeder Rd 2x, in jeder 2. Rd: 3 x und in jeder 4. Rd 5 x Gleichzeitig nehmen Sie an den Ärmel so zu: in jeder Rd 6 x, in jeder 2. Rd 4x und in jeder 4. Rd 4x. Dh, bei den beiden ersten Runde werden Sie 8 M pro Runde zunehmen, dann an der nächsten Runde nehmen Sie nur an den Ärmeln zu (+ 4M)... Es wird dann nicht in jeder Zunahmen Runde 8 M zugenommen, aber manchmal nur 4, wie in der Anleitung beschrieben. Viel Spaß beim stricken!

16.02.2017 - 09:42