DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Virginia

Gebreide DROPS trui met boordsteek en raglan, van boven naar beneden gebreid van ”Snow”. Maat: S - XXXL.

DROPS 157-29
DROPS design: Patroon nr. ee-504
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SNOW van Garnstudio
650-700-750-850-950-1000 gr kleur nr. 53, lichtgrijs

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 11 st x 15 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Meerder aan elke kant van elke A.1 door 1 OMSL te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor het lijf):
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 OMSL, 2 r, 1 OMSL = 2 st gemeerderd. Herhaal aan de andere kant.
Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder voor de markeerder en 1 st als volgt: 2 r samen.
Minder na de markeerder en 1 st als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 52-52-56-56-56-56 st op met rondbreinld 8 mm en Snow. Brei dan boordsteek als volgt vanaf middenachter: 1 r, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, 1 r. Brei als de boordsteek 3 cm meet 1 nld in tricotst en meerder TEGELIJKERTIJD 10-10-8-8-10-10 st gelijkmatig = 62-62-64-64-66-66 st. Brei nu in patroon als volgt: 5-5-5-5-6-6 st in tricotst (= achterpand), A.1, 3 st in tricotst (= mouw), A.1, 10-10-11-11-12-12 st in tricotst (= voorpand werk), A.1, 3 st in tricotst (= mouw ), A.1, 5-5-6-6-6-6 st in tricotst (= achterpand). Er is nu 1 herhaling A.1 in elke raglan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga zo verder in patroon en begin TEGELIJKERTIJD in de volgende nld met meerderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven! Meerder verschillend op het lijf en de mouwen:
LIJF:
Herhaal dit meerderen elke nld 0-2-5-8-10-12 keer, dan om de nld 4-4-3-4-4-8 keer en elke 4e nld 5-5-5-4-4-2 keer.
MOUW:
Herhaal dit meerderen elke nld 6-6-7-7-10-11 keer, om de nld 3-4-4-5-4-4 keer en elke 4e nld 4 keer voor alle maten.

Als alle meerderingen gemaakt zijn en het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet, zijn er 150-162-176-192-210-230 st in totaal op de nld. Ga dan verder in tricotst als volgt: brei de eerste 18-20-22-25-28-32 st, zet de volgende 39-41-43-45-49-51 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 nieuwe st op onder de mouw, plaats een markeerder in het midden tussen deze st, brei de volgende 36-40-45-51-56-64 st, zet de volgende 39-41-43-45-49-51 st op een hulpdraad voor de mouw, zet op 8 nieuwe st op onder de mouw, plaats een markeerder in het midden tussen deze st, brei de overgebleven 18-20-23-26-28-32 st. Brei de nieuwe st onder elke mouw in tricotst.

LIJF:
Er zijn nu 88-96-106-118-128-144 st voor het lijf.
Ga verder in tricotst. Begin bij een hoogte van 4 cm vanaf de nieuwe st onder de mouw met meerderen aan elke kant van de markeerders - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen elke 5½-4½-5-5-6½-7 cm nog 3-4-4-4-3-3 keer = 104-116-126-138-144-160 st. Meerder bij een hoogte van 51-53-55-57-59-61 cm gemeten vanaf de schouder 0-0-2-2-0-0 st = 104-116-128-140-144-160 st. Brei nu boordsteek vanaf middenachter als volgt: 1 r, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, 1 r. Ga zo verder tot de boordsteek 5 cm meet en kant af met recht boven recht en av boven av.

MOUW:
Zet de st terug op de breinld zonder knop. Brei in tricotst en zet 8 nieuwe st op aan het einde van de nld = 47-49-51-53-57-59 st. Plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe st onder de mouw. MEET NU HET WERK VANAF HIER. Brei dan in tricotst in de rondte – minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan elke kant van de markeerder – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen om de nld nog 2 keer in alle maten = 41-43-45-47-51-53 st. Minder dan elke 4-3½-4-3½-3-3 cm 9-10-9-10-12-11 keer = 23-23-27-27-27-31 st.
Meerder als de mouw 42-42-41-41-41-41 cm meet 1 st in alle maten = 24-24-28-28-28-32 st. Ga verder in boordsteek als volgt: 1 r, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, 1 r. Ga zo verder tot de boordsteek 5 cm meet. Kant af met recht boven recht en av boven av.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 157-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (59)

country flag Von Stumpff wrote:

Hallo :-) Nach der ersten Raglanreihe ist die Rede davon, das man für das Rumpfteil in jeder runde 2 und für die Ärmel in jeder Runde 6 Maschen zunehmen soll. Danach in jeder 2. und danach in jeder 4.. Was ist denn mit "in jeder Runde" gemeint. Gilt die Angabe für die Maschenzunahme jeweils für eine Runde? Und wenn nicht, auf wieviele Runden bezieht sich die Angabe über die zuzunehmenden Maschen? Ich freu mich über Ihre HIlfe!

14.02.2017 - 18:26

DROPS Design answered:

Liebe Frau Von Stumpff, Sie die Raglanzunahmen am Rumpfteil und am Ärmel in unterschiedlichen Rhythmus arbeiten, dh je nach der Größe werden Sie nur 4 Maschen bzw 8 M pro ZunahmenRd zunehmen. 4 M wenn nur am Rumpfteil oder am Ärmel zugenommen wird, 8 M wenn überall zugenommen wird.Viel Spaß beim stricken!

15.02.2017 - 09:27

country flag Kelly wrote:

I love this sweater, but the pattern is just too confusing. I have been knitting for years, and can't figure it out. I've become so frustrated, I just gave up!

16.01.2017 - 03:33

DROPS Design answered:

Dear Kelly, you are always welcome to ask your question here, or even contact the store where you bought your yarn (even per mail or telephone) for any individual assistance. Happy knitting!

16.01.2017 - 10:55

country flag Anette wrote:

Hvor skal "mærket" placeres?! Det er ret uklart hvor udtagningerne skal være, når det ikke er beskrevet hvor mærkerne - der henvises til - skal placeres.

28.06.2016 - 21:48

DROPS Design answered:

Hej Anette. Du skal först placere maerkerne naar du er faerdig med at tage ud til raglan. Da staar der i mönstret: Når alle udtagninger er færdige og arb måler 24-25-26-27-28-29 cm er der totalt 150-162-176-192-210-230 m på p. Nu fortsættes der i glatstrik således: Strik de første 18-20-22-25-28-32 m, sæt de næste 39-41-43-45-49-51 m på tråd til ærme, slå 8 nye m op under ærmet, sæt et mærke midt mellem disse m, strik de næste 36-40-45-51-56-64 m, sæt de næste 39-41-43-45-49-51 m på tråd til ærme... osv.

29.06.2016 - 12:37

country flag Annikken Imsland wrote:

Hei. Er denne å finne i barnestørrelse? Skulle gjerne strikket en lignende til min datter. Eventuelt anbefalinger om hvor mange masker som bør legges opp? Eventuelt ha smalere mønster?

14.06.2016 - 14:18

DROPS Design answered:

Hej Annikken. Der er ikke et identisk mönster til barn, men maaske kan du bruge et af disse barnemönstre med raglan og tilpasse med samme type raglan? Ellers kan du tilpasse mhf strikkefastheden, (hvor mange m/p per 10 cm)

14.06.2016 - 15:40

Janice wrote:

Hello there I am knitting the 2nd size of this pattern and it doesn't look like the increases work out correctly. For the yoke, you start with 62 stitches and then work 12 increases rounds giving you an extra 8 stitches each time which takes your stitch count to 158 stitches. However the pattern thinks you get to 162 stitches. The problem also affects the largest size. Could you let me know what the fix is? I'm knitting it with your Drops Andes - lovely and soft.

02.02.2016 - 19:19

DROPS Design answered:

Dear Janice, you inc for raglan 1 st before/after M.1 but inc are worked differently on body and sleeve, ie in size M you start with 62 sts and inc for body (2x4 sts (2 on front piece + 2 on back piece) every round + 4x4 sts every other round + 5x 4 sts every 4th round = 44 sts) and for sleeves (6x 4 sts (2 on each sleeve) everyu round + 4x4 sts every other round + 4x 4 sts every 4th round = 56 sts): 62+44+56=162 sts. Happy knitting!

03.02.2016 - 09:22

country flag Nic wrote:

I made a sketch over the augmentations to map it out, uploaded on the biggest knittingcommunity, my nicname cooldown. It Will probably help clarify that part for you!

26.12.2015 - 10:25

country flag Nic wrote:

I made a sketch over the augmentations to map it out, uploaded on the biggest knittingcommunity, my nicname cooldown. It Will probably help clarify that part for you!

26.12.2015 - 10:25

country flag Covadonga Cocina Villafaina wrote:

Intento tejer mi primer jersey con raglán y no consigo entender. Al montar los puntos en la aguja circular (56) no puedo unirlos porque el cable (80 cm) es demasiado largo, hay que usar las de doble punta?. Tampoco se qué significa "a partir del centro de la espalda" . Resumiendo, estoy echa un lío. Compré la lana eskimo hace un tiempo por internet a una tienda de Alfaz del Pi, Casalis, pero estoy en Madrid. Gracias de antemano por la ayuda.

22.11.2015 - 19:45

DROPS Design answered:

Hola Covadonga, el cuello se trabaja con agujas de doble punta (incluidas en el apartado de materiales). Se comienza desde el pt central de la parte de la espalda. Por otro lado no importa donde compraste la lana de DROPS, puedes acercarte a cualquiera de las tiendas de DROPS en Madrid si tienes dudas. Las tienes en la pestaña "tiendas" junto a "tips y ayuda"

26.11.2015 - 10:33

country flag Silvia wrote:

Hey, Could you please clarify where should be the markers placed? Are they between every side and every raglan? Should a raglan increase be done for each A1: so 4 times by 2; 8 times on each round? Or is it just for A1 on raglan? Thanks a mil. Silvia

20.09.2015 - 19:12

DROPS Design answered:

Dear Silvia, you work A.1 at each raglan, the inc will be done before & after A.1 but inc will not be the same on body and sleeves: work A.1, inc, work body or sleeve sts, inc, work A.1 (see "RAGLAN" at the beg of the pattern): BODY: Repeat inc every round 0-2-5-8-10-12 times, every other round 4-4-3-4-4-8 times and every 4th round 5-5-5-4-4-2 times. SLEEVE: Repeat inc every round 6-6-7-7-10-11 times, every other round 3-4-4-5-4-4 times and every 4th round 4 times in all sizes. Happy knitting!

21.09.2015 - 09:23

country flag Nuria wrote:

No explica cunado hay que poner los marcadores. ¿Hasta que no se acaban los aumentos del raglan antes y después del A.1, no hay que empezar los aumentos del cuerpo y de las mangas?

13.09.2015 - 10:27

DROPS Design answered:

Hola Nuria. Lee atentamente el patrón antes de comenzar. "Tejer los primeros 18-20-22-25-28-32 pts, deslizar los 39-41-43-45-49-51 pts siguientes a un gancho o seguro aux para la manga, montar 8 pts nuevos bajo la manga, insertar un marcapuntos en el centro de estos pts, tejer los 36-40-45-51-56-64 pts siguientes, deslizar los 39-41-43-45-49-51 pts sig a un gancho o seguro aux para la manga, montar 8 pts nuevos bajo la manga, insertar un marcapuntos en el centro de estos pts, tejer los 18-20-23-26-28-32 pts restantes. Y en cuanto a lo segundo si, hasta que no acabes los aum del raglán no hay que empezar los del cuerpo.

15.09.2015 - 09:21