Schaap No. 627
BestelAls u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Reindeer Dance Cardigan / DROPS Children 47-17
Change language:
Nederlands#reindeerdancecardigan
DROPS Design: Patroon da-003-bn
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
Schaap No. 627
BestelAls u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
= marsepein | |
= amandel | |
= karmijnrood | |
= papegaaigroen | |
= mosgroen | |
= meerdernaald |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Pradnya schreef:
Can I knit on straight needles? not comfortable on circular or two way needles.Thanking you
28.12.2023 - 08:12DROPS Design antwoorde:
Dear Pradnya, please read the following lesson on how to adapt for straight needles: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=13&cid=19. Take into account that the raglan may be difficult to adjust to straight needles. Happy knitting!
28.12.2023 - 20:09
Reindeer Dance Cardigan |
|||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
Gebreid vest voor kinderen in DROPS Daisy. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met dubbele halsrand, ronde pas en veelkleurige rendierpatroon. Maten 2 – 14 jaar.
DROPS Children 47-17 |
|||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 recht naalden. BIEZEN: OP HET BEGIN VAN DE NAALD: Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 4 ribbelsteken. OP HET EINDE VAN DE NAALD: Brei tot er 6 steken over zijn, brei 4 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. VERHOGING: Om een verhoging te maken aan de achterkant als u een ronde pas breit, brei dan zoals beschreven hieronder. Sla dit deel over als u geen verhoging wilt. Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek op de naald. Begin aan de goede kant en brei 11-12-13-14-15-16-17 steken recht voorbij de markeerdraadsteek, keer het werk, trek de draad aan en brei 23-25-27-29-31-33-35 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 34-37-40-43-46-49-52 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 45-49-53-57-61-65-69 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 56-61-66-71-76-81-86 averecht, keer het werk, trek de draad aan en brei 67-73-79-85-91-97-103 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot het einde van de naald, keer het werk en brei 1 naald averecht (brei de voorbies zoals hiervoor). Ga verder met de pas. PATROON: Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat. Het hele patroon wordt in tricotsteek gebreid. TIP VOOR HET BREIEN: Om te voorkomen dat het werk haar elasticiteit verliest wanneer u in patroon breit, is het belangrijk dat de draden aan de achterkant niet te strak zijn. Gebruik een naald in een maat groter wanneer u in patroon breit en het wordt wat te strak. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. KNOOPSGATEN: Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 4 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant), de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald aan de goede kant gebreid na de hals. De andere 5-5-5-5-6-6-6 knoopsgaten worden daarna met ongeveer 5½-6½-7-8-7-7½-7½ cm tussen elk gebreid. Het onderste knoopsgat wordt in de overgang tussen de tricotsteek en de boordsteek gemaakt. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop. DUBBELE HALSRAND: Zet 81-85-87-89-91-95-97 steken op met marsepein DROPS Daisy, met rondbreinaald maat 3 en 4 mm samen gehouden. Verwijder naald 4 mm (dit zorgt voor een elastische opzetrand). Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 1 recht, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 recht, 1 ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek. Als de hals 3 cm meet, zet dan 5 steken op aan het einde van de volgende 2 naalden = 91-95-97-99-101-105-107 steken. Ga verder met de boordsteek met 6 voorbiessteken aan elke kant – lees beschrijving hierboven. Als de hals 6 cm meet en de volgende naald is aan de goede kant, vouw dan de hals dubbel naar de binnenkant en brei als volgt: 6 voorbiessteken zoals hiervoor, ga verder met de boordsteek, maar brei iedere 2e steek samen met zijn corresponderende steek op de opzetrand, en tot er 6 steken over zijn, 6 voorbiessteken zoals hiervoor. U heeft nu een dubbele halsrand. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant en meerder 24-26-28-30-32-32-34 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (meerder niet over de biezen, welke zoals hiervoor worden gebreid) = 115-121-125-129-133-137-141 steken. Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald. De pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad. U kunt nu een VERHOGING breien op de achterkant – lees beschrijving hierboven. Sla dit deel over als u geen verhoging wilt. Brei tricotsteek heen en weer gebreid met 6 voorbiessteken aan elke kant zoals hiervoor. DENK OM DE STEKENVERHOUDING en KNOOPSGATEN op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven. Als de pas 2-2-3-3-4-4-5 cm meet vanaf de markeerdraad, meerder dan 26-28-32-36-40-44-48 steken verdeeld (meerder niet over de biezen) = 141-149-157-165-173-181-189 steken. Brei tot de pas 3-3-4-4-5-5-6 cm meet vanaf de markeerdraad – en de volgende naald is aan de goede kant. Brei nu A.1 en meerder zoals beschreven hieronder – lees TIP VOOR HET BREIEN en PATROON hierboven. De biezen worden in marsepein gebreid. Brei 6 voorbiessteken zoals hiervoor, A.1 16-17-18-19-20-21-22 keer, brei de eerste steek in A.1 zodat het patroon symmetrisch is, 6 voorbiessteken zoals hiervoor. Ga verder met dit patroon. Meerder TEGELIJKERTIJD, op elke naald met een pijl in het telpatroon aan de goede kant als volgt (meerder niet over de biezen): PIJL-1: Meerder 32-32-32-40-40-40-48 steken verdeeld = 173-181-189-205-213-221-237 steken. PIJL-2: Meerder 24-24-32-32-40-40-40 steken verdeeld = 197-205-221-237-253-261-277 steken. PIJL-3: Meerder 16-16-16-16-16-16-16 steken verdeeld = 213-221-237-253-269-277-293 steken. PIJL-4: Meerder 4-8-8-4-0-4-0 steken verdeeld = 217-229-245-257-269-281-293 steken. Als A.1 klaar is, ga dan verder met tricotsteek in marsepein en 6 voorbiessteken aan elke kant zoals hiervoor. VERDEEL HET WERK VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Als de pas 13-14-15-16-17-18-19 cm meet vanaf de markeerdraad, brei dan als volgt: 36-38-41-43-45-47-49 steken zoals hiervoor (voorpand), plaats de volgende 42-44-46-48-50-52-54 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei 61-65-71-75-79-83-87 tricotsteken (achterpand), plaats de volgende 42-44-46-48-50-52-54 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 36-38-41-43-45-47-49 steken zoals hiervoor (voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten. LIJF: = 149-157-169-177-185-193-201 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid met marsepein en 6 voorbiessteken aan elke kant zoals hiervoor voor nog een 15-18-21-24-25-26-27 cm. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 14-14-14-14-16-16-18 steken verdeeld (meerder niet over de biezen) = 163-171-183-191-201-209-219 steken. Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 6 voorbiessteken zoals hiervoor, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 1 averecht, 6 voorbiessteken zoals hiervoor. Ga verder met deze boordsteek voor 4 cm. Kant ietwat losjes af. Het vest meet ongeveer 36-40-44-48-50-52-54 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 42-44-46-48-50-52-54 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 8 opgezette steken onder de mouw met marsepein = 50-52-54-56-58-60-62 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw en neem deze mee tijdens het breien in de hoogte, het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 2-2-3-4-4-4-4 cm meet, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-3½-4-4½-5-6-7cm in totaal 6 keer = 38-40-42-44-46-48-50 steken. Brei verder tot de mouw 18-22-26-30-34-38-41 cm meet vanaf de scheiding (of tot de gewenste lengte. Er is ongeveer 4 cm over). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 1 naald recht en meerder 4-4-4-4-4-6-6 steken verdeeld = 42-44-46-48-50-54-56 steken. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 4 cm. Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 22-26-30 -34-38-42-45 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de opening op de hals dicht met kleine steken. Naai de knopen op de linker voorbies. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 30 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site Heeft u dit patroon gemaakt? |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 309 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11671 boeken en 11378 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Laat een opmerking achter voor DROPS Children 47-17
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.