DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.23 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 2.46€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Christmas Calendar

Spring Circle Potholders

Gehaakte pannenlappen in DROPS Paris. Het werk wordt in de rondte gehaakt vanuit het midden en naar buiten toe met strepen en bobbels. Thema: Pasen.

DROPS Extra 0-1600

#springcirclepotholders

DROPS design: Patroon w-908
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
Het werk meet ongeveer 19 cm in diameter.

GAREN:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
50 g kleur 06, cerise
50 g kleur 12, rood
50 g kleur 17, naturel
50 g kleur 33, pink
50 g kleur 35, vanillegeel
50 g kleur 41, mosterdgeel

Gebruik ongeveer 100 g DROPS Paris voor 2 effen pannenlappen.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 3.5 mm.

STEKENVERHOUDING:
18 stokjes in de breedte en 10.5 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.23 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 2.46€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste/half stokje/stokje breed is.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Begin iedere toer met vasten/halve stokjes/stokjes met 1/2/3 lossen, de lossen vervangen niet de eerste vaste/half stokje/stokje op de toer maar worden aanvullend gehaakt. Eindig de toer met 1 halve vaste in 1e /2e /3e losse op het begin van de toer.

WISSELEN VAN KLEUR:
Om een mooie overgang te maken bij het wisselen van kleuren, haakt u de laatste halve vaste op de toer met de kleur die gebruikt wordt voor de volgende streep.
LET OP! Op de 6e en 11e toer haakt u met twee kleuren op de toer, om mooie overgangen te maken, haak dan als volgt:
Haak verder met naturel voor de laatste omslag en doorhaling op het stokje voor een bobbel. Haak verder met de kleur waarin de stokjes gemaakt moeten worden voor de losse aan het einde van de bobbel die gehaakt moet worden.
Plaats de draden die niet gebruikt worden, over de steken van de vorige toer zodat u om de draden haakt. De draden worden verborgen en lopen mee in de rondte op de toer.

STREPEN:
OPZETTEN + TOER 1: vanillegeel
TOER 2: cerise
TOER 3: naturel
TOER 4: mosterdgeel
TOER 5: rood
TOER 6: de bobbel worden gehaakt in naturel en de stokjes worden gehaakt in pink, LET OP! Op pannenlap-2 haakt u geen bobbels, alleen stokjes in pink.
TOER 7: vanillegeel
TOER 8: cerise
TOER 9: mosterdgeel
TOER 10: rood
TOER 11: de bobbel worden gehaakt in naturel en de halve stokjes worden gehaakt in mosterdgeel. LET OP! Op pannenlap-2 haakt u geen bobbels, alleen stokjes in mosterdgeel.
TOER 12: pink
TOER 13: vanillegeel
TOER 14: cerise

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

PANNENLAPPEN - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt in de rondte gehaakt vanuit het midden en naar buiten toe. Haak 1 pannenlap met bobbels en strepen en 1 pannenlap met alleen strepen.

PANNENLAP-1:
Gebruik DROPS Paris in vanillegeel en haaknaald 3.5 mm.
Haak 5 LOSSEN - lees uitleg hierboven, vorm een ring met 1 halve vaste in de 1e losse. Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, STREPEN en WISSELEN VAN KLEUR en haak telpatroon A.1 12 keer in totaal om de lossenring.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het laatste telpatroon klaar is, zijn er 108 steken op de toer, knip de draad niet af als de toer klaar is. Haak 1 toer met omgekeerde vasten, dus haak 1 vaste in iedere steek van de laatste toer op de pannenlap, maar haak van links naar rechts (achterstevoren).
Als u bij het begin van de toer bent, haak dan 20 lossen voor het lusje, hecht het lusje af met 1 halve vaste in de eerste steek. Hecht af.

PANNENLAP-2:
Gebruik DROPS Paris vanillegeel en haaknaald 3.5 mm. Haak 5 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste in de 1e losse. Denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN, STREPEN en WISSELEN VAN KLEUR en haak telpatroon A.2 12 keer in totaal om de lossenring.
Als het laatste telpatroon klaar is, zijn er 108 steken op de toer, knip de draad niet af als de toer klaar is. Haak 1 toer met omgekeerde vasten, dus haak 1 vaste in iedere steek van de laatste toer op de pannenlap maar haak van links naar rechts (achterstevoren).
Als u bij het begin van de toer bent, haak dan 20 lossen voor het lusje, hecht het lusje af met 1 halve vaste in de eerste steek. Hecht af.

Telpatroon

symbols = Begin hier. Haak 5 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste in de 1e losse - zie punt op de cirkel. Als u aan het einde van de haaknaald haakt is de losse vaak te strak. 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste/stokje/dubbel stokje breed is.
symbols = 1 stokje in de steek hieronder
symbols = 1 vaste in de steek hieronder
symbols = 1 half stokje om de lossenlus/in de steek hieronder
symbols = BOBBEL: Denk om WISSELEN VAN KLEUR en haak verder met naturel voordat u de bobbel haakt. Haak 4 stokjes in de steek hieronder - wacht met laatste omslag en doorhaling op ieder stokje (5 lussen op de haaknaald), haak verder met de andere kleur op de toer en haal dan de omslag door alle lussen op de haaknaald. Haak 1 losse die de stokjes samen houdt, duw het een beetje om op te poffen. Op de volgende toer haakt u alleen in de bovenkant van de bobbel, sla de losse over.
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #springcirclepotholders of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1600

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Kristin schreef:

On the instructions to crochet the stitch on the stitch BELOW, I may be mistaken, but I always assumed it meant on the row BELOW the one you SHOULD be working- that is, on row (or round!) 3, one would be stitching into row/round 1. stitches- thus avoiding the row/round previously worked, and going one below that one! I hope this is not confusing :)

19.07.2024 - 21:53

country flag Sofia Caiman schreef:

Hur söker jag för att få upp samtliga "Drops Extra 0"-mönster? Finns de i speciella kataloger? Vad skriver jag i sökfältet?

01.08.2023 - 11:50

DROPS Design antwoorde:

Hej Sofia, det er bare at klikke på ordet extra øverst i opskriften: DROPS Extra

07.08.2023 - 13:48

country flag Susana Araujo schreef:

What does it mean symbols = 1 treble crochet in stitch below symbols = 1 double crochet in stitch below. What is the stitch below? Not the normal next stitch? Is this the one even previous to this?

23.03.2023 - 14:29

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Araujo, this means you have to crochet the double crochet in one stitch (not between stitch, not around the stitch but in the stitch on previous round), ie just normally. This lesson might help you to understand how to read crochet diagrams. Happy crocheting!

23.03.2023 - 14:55

country flag Susana Araujo schreef:

Hi there, I think I am missing on how to increase in this pattern despite having read it 5 times...could you clarify?

23.03.2023 - 14:22

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Araujo, the increases are shown in the diagrams, ie when 2 symbols are pointing towards the same stitch on previous round, this means you have to work 2 stitches in the same stitch. for ex. on 2nd round you will work 2 half-treble crochets (UK-English) in each treble crochet on previous round (= 24 half-treble crochets at the end of 2nd round). Happy crocheting!

23.03.2023 - 14:54