Ruffles Dream by DROPS Design

Gebreide omslagdoek in DROPS BabyAlpaca Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon, bobbels en ruches.

Trefwoorden: kantpatroon, omslagdoek, popcorn, ruche, van boven naar beneden

DROPS 229-9
DROPS Design: Patroon nr. bs-169
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MAAT:
Hoogte: Naar beneden over het midden = ongeveer 64 cm.
Breedte: Langs de bovenkant = ongeveer 200 cm.

MATERIAAL:
DROPS BABYALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
300 g kleur 0100, naturel

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 80 cm.
Vanwege het aantal steken heeft u misschien meer dan 1 rondbreinaald nodig wanneer het aantal steken toeneemt.

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Stekenverhouding – Kijk hier hoe u deze moet opmeten en waarom
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

	DROPS BabyAlpaca Silk 70% alpaca, 30% zijde	Uit het assortiment find alternatives
	Naalden & Haaknaalden		Bestel

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald en van boven naar beneden. Vanwege het aantal steken heeft u misschien meer dan 1 rondbreinaald nodig wanneer het aantal steken toeneemt.

OMSLAGDOEK:
Zet 7 steken op met rondbreinaald 3 mm en DROPS BabyAlpaca Silk. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant.
Brei dan als volgt:
NAALD 1 (goede kant): 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, 1 omslag, 2 recht, 1 omslag, 1 tricotsteek (= middelste steek – deze steek wordt altijd in tricotsteek gebreid), 1 omslag, 2 recht, 1 omslag en 1 kantsteek in ribbelsteek (= 4 steken gemeerderd).
NAALD 2 (verkeerde kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 omslag, recht tot de middelste steek, brei de middelste steek averecht, brei recht tot er 1 steek over is, 1 omslag en 1 kantsteek in ribbelsteek (= 2 steken gemeerderd).
NAALD 3 (goede kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 omslag, brei recht tot de middelste steek, 1 omslag, 1 tricotsteek (= middelste steek), 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is, 1 omslag en 1 kantsteek in ribbelsteek (= 4 steken gemeerderd).
NAALD 4 (verkeerde kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 omslag, brei recht tot de middelste steek, brei de middelste steek averecht, recht tot er 1 steek over is, 1 omslag en 1 kantsteek in ribbelsteek (= 2 steken gemeerderd) = 19 steken.
Herhaal naalden 3 en 4 tot het werk 10 cm meet = 151 steken op de naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Brei nu in patroon volgens de telpatronen – lees PATROON voordat u verder gaat.
Ga TEGELIJKERTIJD verder met meerderen zoals hiervoor (4 steken aan de goede kant en 2 steken aan de verkeerde kant) tot de omslagdoek klaar is.

PATROON:
Begin elk telpatroon aan de goede kant, na de meerdering op het begin van de naald. Brei in patroon tot de middelste steek, eindig na een hele herhaling in de breedte en brei tricotsteek indien nodig tot de middelste steek.
Meerder aan elke kant van de middelste steek en brei hetzelfde aantal steken in tricotsteek na de middelste steek, brei dan in patroon zodat het symmetrisch is aan elke kant van de middelste steek.
De gemeerderde steken worden in tricotsteek gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant van de omslagdoek en de middelste steek in tricotsteek. Brei de telpatronen als volgt:

Brei A.1 zoals beschreven hierboven. Als A.1 klaar is, zijn er 229 steken.

Brei A.2 voor 3 cm. Als A.2 klaar is, zijn er 271 steken.

Brei A.3. Als A.3 klaar is, zijn er 325 steken.

Brei A.2 voor 6 cm. Als A.2 klaar is, zijn er 409 steken.

Brei A.1, maar eindig na de naald met een pijl in A.1 = 463 steken.

Brei A.4 als volgt: Brei A.4A na de meerdering op het begin van de naald, dan A.4B tot er nog 4 of meer steken over zijn voor de middelste steek, brei A.4C, dan tricotsteek indien nodig tot de middelste steek, meerder aan elke kant en brei de middelste steek zoals hiervoor, brei hetzelfde aantal steken in tricotsteek, brei A.4A, brei A.4B hetzelfde aantal keer als voor de middelste steek en eindig met A.4C voordat u meerdert aan het einde van de naald. Ga verder met dit patroon tot A.4 klaar is.

De omslagdoek meet ongeveer 58 cm over de middelste steek en er zijn 505 steken.
Brei 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht aan de verkeerde kant (meerder zoals hiervoor – zorg ervoor dat het aantal steken deelbaar is door 4 + 1. Brei een ruche-rand zoals beschreven hieronder.

RUCHE-RAND:
De ruche-rand wordt gebreid over alle steken; meerder niet aan elke kant van de middelste steek.
NAALD 1 (goede kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, meerder zoals hiervoor (de gemeerderde steken worden nu averecht gereid aan de goede kant en recht aan de verkeerde kant), * 3 recht, 1 omslag, 1 averecht, 1 omslag *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn, 3 recht, meerder zoals hiervoor en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 2 (verkeerde kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, meerder zoals hiervoor, 1 recht, * 3 averecht, 3 recht (de omslagen worden recht gebreid zodat er gaatjes ontstaan) *, brei van *-* tot er 5 steken over zijn, 3 averecht, 1 recht, meerder zoals hiervoor en 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 3 (goede kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, meerder zoals hiervoor, 2 averecht, * 3 recht, 1 omslag, 3 averecht, 1 omslag *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn, 3 recht, 2 averecht, meerder zoals hiervoor en 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 4 (verkeerde kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, meerder zoals hiervoor, 3 recht, * 3 averecht, 5 recht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 3 averecht, 3 recht, meerder zoals hiervoor en 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met meerderen voor de ruches op elke naald aan de goede kant in totaal 5 keer in de hoogte (= 11 steken in elk averecht deel aan de goede kant gezien).
De rand meet ongeveer 3 cm. Kant ietwat losjes af aan de verkeerde kant met recht boven recht en averecht boven averecht.

Telpatroon

	= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
	= recht op de verkeerde kant
	= maak 1 omslag tussen 2 steken
	= 2 recht samen
	= 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
	= 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
	= bobbel: 1 recht, 1 omslag, 1 recht, 1 omslag, 1 recht in dezelfde steek (= 5 steken), brei 5 naalden tricotsteek over deze steken, brei op naald 6 alle 5 steken gedraaid recht samen

Heeft u hulp nodig voor dit patroon?

Bedankt dat u een patroon van DROPS Design kiest. We zijn er trots op dat we patronen aanbieden die correct en makkelijk te volgen zijn. Alle patronen zijn uit het Noors vertaald en u kunt altijd het origineel patroon controleren (DROPS 229-9) voor de afmetingen en de berekiningen.

Heeft u moeite met het volgen van het patroon? Hieronder vindt u een lijst met bronnen die u kunnen helpen om uw project vlot af te maken - of om eenvoudig iets nieuws te leren.

Heeft u moeite met het volgen van het patroon? Hieronder vindt u een lijst met bronnen die u kunnen helpen om uw project vlot af te maken - of om eenvoudig iets nieuws te leren.

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:

We hebben tevens een stap-voor-stap uitleg voor verschillende technieken, welke u hier kunt vinden.

En een heel handig technisch woordenboek!

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ).

1) Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?

2) Wat zijn de garengroepen?

3) Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

4) Hoe gebruik ik de garenvervanger?

5) Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?

6) Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?

7) Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?

8) Wat is een herhaling?

9) Hoe brei ik volgens een telpatroon?

10) Hoe haak ik volgens een telpatroon?

11) Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer

12) Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?

13) Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?

14) Waarom meerderen in de afkantrand?

15) Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?

16) Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?

17) Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?

18) Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?

19) Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?

20) Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?

21) Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?

22) Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??

23) Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?

1) Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

Misschien vindt u deze ook leuk...