Mountain Pass |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid, met dubbele hals, zadelschouders, kabels en kantpatroon. Maten S - XXXL.
DROPS 221-40 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.6. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1 en A.5). TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert/mindert verdeeld, tel het totaal aantal steken op de naald (dus 82 steken), en deel deze door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 18) = 4.6. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 4e en 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Bij het minderen breit u afwisselend (ongeveer) elke 3e en 4e en elke 4e en 5e steek samen. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de schouders, de mouwen en de pas): VOOR DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek draait richting rechts. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op van achteren en brei recht in de voorste lus. NA DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek draait richting links. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 6e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, beginnend vanaf de rechterschouder en brei van boven naar beneden. Er worden steken gemeerderd voor de schouders, dan voor de mouwen en tot slot voor de pas. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden. DUBBELE HALS: Zet 82-84-88-92-96-100 steken op met korte rondbreinaald 4 mm en Paris of Bomull-Lin. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 8 cm. Als de boordsteek is klaar, brei dan 1 naald recht terwijl u 18-16-20-28-32-28 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 100-100-108-120-128-128 steken. Brei 1 naald recht (de omslagen worden gedraaid gebreid). PAS: Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 33-33-37-40-44-44 steken op de naald (= midden voor) – de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad! Voeg daarnaast 4 nieuwe markeerdraden in zoals beschreven hieronder – zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt ingevoegd tussen 2 steken. Deze markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de schouders. Voeg markeerdraad 1 in voor de eerste steek op de naald (= achterkant van de rechterschouder als het kledingstuk gedragen wordt). Tel 16-16-20-20-24-24 steken vanaf markeerdraad 1 (= schouder), voeg markeerdraad 2 in voor de volgende steek. Tel 34-34-34-40-40-40 steken vanaf markeerdraad 2 (= voorpand), voeg markeerdraad 3 in voor de volgende steek. Tel 16-16-20-20-24-24 steken vanaf markeerdraad 3 (= schouder), voeg markeerdraad 4 in voor de volgende steek. Er zijn 34-34-34-40-40-40 steken over op de naald na markeerdraad 4 (= achterpand). Neem deze 4 markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; u meerdert op elke markeerdraad. ZADELSCHOUDERS: Lees het volgende deel helemaal door voordat u verder gaat – op de eerste naald begint u het patroon en begin met meerderen voor de schouders! PATROON: Brei (begin van de naald = markeerdraad 1) 0-0-2-2-0-0 steken in tricotsteek, A.2 in totaal 2-2-2-2-3-3 keer in de breedte, 0-0-2-2-0-0 steken in tricotsteek, markeerdraad 2, A.1 over de volgende 34-34-34-40-40-40 steken (= voorpand), markeerdraad 3, 0-0-2-2-0-0 steken in tricotsteek, A.3 in totaal 2-2-2-2-3-3 keer in de breedte, 0-0-2-2-0-0 steken in tricotsteek, markeerdraad 4, A.1 over de laatste 34-34-34-40-40-40 steken (= achterpand). MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDERS: Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 4 steken voor de schouders als volgt: Meerder VOOR markeerdraden 1 en 3 en meerder NA markeerdraden 2 en 4 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. U meerdert alleen op de voor- en achterpanden en het aantal steken op de schouders blijft hetzelfde. Ga zo verder in de rondte en meerder iedere naald in totaal 20-22-24-26-28-28 keer = 180-188-204-224-240-240 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! LET OP: De gemeerderde steken worden in A.1 gebreid op de voor- en achterpanden zoals te zien is in het telpatroon, dan worden de volgende meerderingen in tricotsteek gebreid. LET OP: Herhaal in de hoogte zoals te zien is in A.4, A.5 en A.6. Na de laatste meerdering meet het werk 9-10-11-12-13-13 cm vanaf de markeerdraad op de hals. Ga verder met meerderen voor de mouwen zoals beschreven hieronder. MEERDERINGEN OP DE MOUWEN: Ga verder met het patroon in de rondte. Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald 4 steken als volgt: Meerder NA markeerdraden 1 en 3 en VOOR markeerdraden 2 en 4 – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. U meerdert nu alleen op de mouwen en het aantal steken op de voor- en achterpanden blijft hetzelfde. De gemeerderde steken worden in A.2 en A.3 gebreid. LET OP: De steken op de voor- en achterpanden worden verder gebreid zoals te zien is in A.1, en u herhaalt in de hoogte zoals te zien is in A.4, A.5 en A.6 – de andere steken worden in tricotsteek gebreid. Meerder zo voor de mouwen iedere 2e naald in totaal 11-10-9-9-7-8 keer = 224-228-240-260-268-272 steken. Het werk meet ongeveer 19-19-19-20-19-20 cm vanaf de markeerdraad op de hals. Meerder nu voor de pas zoals beschreven hieronder. MEERDERINGEN OP DE PAS: Verplaats de 4 markeerdraden zodat elke markeerdraad in de buitenste steek aan elke kant van het voor- en achterpand zit. Er zijn 38-36-38-38-38-40 steken tussen de markeerdraden op elke mouw. Meerder op de volgende naald 8 steken voor de pas, door voor en na elke markeerdraadsteek te meerderen – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. U meerdert nu op zowel de achter- en voorpanden als op de mouwen. De gemeerderde steken worden in tricotsteek gebreid op de voor- en achterpanden en in A.2/A.3 op de mouwen. Meerder zo iedere 2e naald in totaal 1-3-4-5-7-9 keer = 232-252-272-300-324-344 steken. Als alle meerderingen klaar zijn, meet het werk ongeveer 20-22-23-25-26-28 cm vanaf de markeerdraad op de hals. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder tot de juiste lengte, zonder verdere meerderingen. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen als volgt: Begin 0-1-1-3-2-0 steken voor de eerste markeerdraadsteek, plaats de volgende 42-46-50-56-58-60 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 12-12-14-16-16-18 steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 74-80-86-94-104-112 steken (= voorpand), plaats de volgende 42-46-50-56-58-60 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 12-12-14-16-16-18 steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 74-80-86-94-104-112 steken (= achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN. LIJF: = 172-184-200-220-240-260 steken. Ga verder in de rondte met tricotsteek en patroon zoals hiervoor – zorg ervoor dat de herhalingen van A.4, A.5 en A.6 overeenkomen met de pas. De 12-12-14-16-16-18 opgezette steken onder elke mouw worden in tricotsteek gebreid. Brei tot het werk 22 cm meet vanaf de scheiding in alle maten. Er is ongeveer 5 cm over tot de gewenste lengte – pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Meerder nu steken om te voorkomen dat de boordsteek te strak wordt. Brei 1 naald recht terwijl u 18-18-20-22-24-26 steken verdeeld meerdert – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 190-202-220-242-264-286 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 5 cm boordsteek (1 recht, 1 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUWEN: Plaats de 42-46-50-56-58-60 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 12-12-14-16-16-18 opgezette steken onder de mouw = 54-58-64-72-74-78 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 12-12-14-16-16-18 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw. Ga verder met A.2/A.3 in de rondte zoals hiervoor – de steken die niet in patroon onder de mouw passen worden in tricotsteek gebreid. Als de mouw 3-3-2-2-2-2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-3-2-1½-1½-1½ cm in totaal 3-4-6-10-10-11 keer = 48-50-52-52-54-56 steken. Brei tot de mouw 34-33-33-32-32-30 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 5 cm over tot de gewenste lengte – pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Minder nu steken om de boordsteek een goede pasvorm te geven. Brei 1 naald recht terwijl u 14 steken verdeeld mindert = 34-36-38-38-40-42 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei 5 cm boordsteek (1 recht, 1 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 39-38-38-37-37-35 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (3)
Laurence Roquet wrote:
Bonjour, ce puul over ne possede pas de rangs raccourcis pour avoir un plus belle et agréable encolure comment en faire une avec ces emmanchures et le motif ? merci
14.02.2023 - 13:19DROPS Design answered:
Bonjour Mme Roquet, essayez de voir si vous pouvez adapter cette technique utilisée pour les raglans de haut en bas de nos dernières collections. Bon tricot!
14.02.2023 - 13:58Corinne D wrote:
I'd name this one "broken arrow"
13.01.2021 - 15:18Arndt wrote:
Namensvorschlag: Kühle Brise
09.01.2021 - 10:41