Jasmins schreef:
I am knitting this pattern in the size XL, and I just finished the increases after the garter ridge to 120 stitches. But the pattern calls for me to place markers every 29 stitches, which leaves 4 stitches between the first and last marker in the round.
09.02.2021 - 08:20DROPS Design antwoorde:
Dear Jasmins, the markers should be inserted in a stitch, not between stitches, so that you have: (1 stitch with marker, 29 sts) x 4 = 120 sts in the round. Happy knitting!
09.02.2021 - 09:02
Ilona Schmiedel schreef:
Ich habe die Größe 34 und möchte den Pullover von oben stricken wieviel Maschen muss ich anschlagen.
21.01.2021 - 16:58DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Schmiedel, siehe die Antwort unten :)
22.01.2021 - 07:41
Ilona Schmiedel schreef:
Ich habe die Größe 34 und möchte den Pullover von oben stricken wieviel Maschen muss ich anschlagen.
21.01.2021 - 16:43DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Schmiedel, messen Sie einen ähnlichen Pullover, den Sie gerne haben und vergleichen Sie mit den Maßen in der Skizze - so können Sie dann die Größe wählen - hier lesen Sie mehr über Größen. Viel Spaß beim stricken!
21.01.2021 - 16:58
Nicolas schreef:
Bonjour, dans A2, faut-il diminuer à chaque rang autour du marqueur, ou bien un rang sur 2 comme avant, donc sur chaque rang endroit? Et au début de A2, on rabat la maille avec le marqueur + une autre maille ? Car il est dit de rabattre 2 mailles au début de chaque rang. Ou c'est au rang suivant seulement. Merci pour votre aide !
07.01.2021 - 22:57DROPS Design antwoorde:
Bonjour Nicolas, quand on commence les côtés = A.2, on commence par rabattre la maille au milieu devant/milieu dos, puis on continue en jersey en diminuant de chaque côté de la maille sur le côté comme avant tous les 2 tours (= tous les rangs sur l'endroit) et en même temps, vous rabattez 2 mailles au début de chaque rang de chaque côté (= sur l'endroit et sur l'envers). Bon tricot!
08.01.2021 - 07:40
Claudia Fodor schreef:
Ich bin jetzt soweit die Maschen für die Ärmel still zu legen und jeweils 8 Maschen aufzunehmen, allerdings ist mir nicht klar, nach welcher Aufnahmemethode ich vorgehen soll.
22.11.2020 - 21:00DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Fodor, diese Lektion zeigt im Bild 11) wie die neuen Maschen unter den Ärmeln angeschlagen werden. Viel Spaß beim stricken!
23.11.2020 - 09:51
Peter Jacobsen schreef:
Øv i ge svar
02.11.2020 - 17:17
Claudia Fodor schreef:
Ich bin noch am Anfang und habe gerade mal 11 von 44 Zunahmen gemacht. Nun hat das gesamte Muster A1 nur etwas über 50 Reihen. Soll das Muster dann wiederholt werden? So ganz verstehe ich das nicht.
29.10.2020 - 22:20DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Fodor, ja genau, wenn A.1 einmal in der Höhe fertig ist, dann wiederholen Sie A.1 von der 1. Reihe. Viel Spaß beim stricken!
30.10.2020 - 07:30
Peter Jacobsen schreef:
Sendte et spørgsmål 8/9
12.10.2020 - 16:16
Peter Jacobsen schreef:
Fint nok at man kan stille spørgsmål men hvad med et svar
04.10.2020 - 10:41
MARIA schreef:
Bardzo dziękuję za miły kontakt. Sweterek kończę. W dalszym ciągu będę korzystać z Państwa wzorów. Włóczkę i akcesoria kupuję także w Państwa sklepach. Pozdrawiam, do następnego projektu.
30.09.2020 - 10:48
Spring Lineup#springlineupsweater |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Belle. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in een hoek met strepen. Maat: S - XXXL
DROPS 210-14 |
|||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden, dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht. PATROON: Zie telpatroon A.1. Illustraties A.2 en A.3 laten zien hoe de delen worden gebreid als er heen en weer gebreid wordt. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 104 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 8) = 13. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na iedere 13e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: Meerder 1 steek aan elke kant van de steek met de markeerdraad (= 8 steken gemeerderd op de naald): Meerder als volgt: Brei tot de steek met de markeerdraad, maak 1 omslag, brei de volgende steek recht, maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht (of averecht als het op een naald met averechte steken in A.1 is), om gaatjes te maken. Brei dan de nieuwe steken in patroon A.1 TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog steeds strak is, brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken). ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De halsrand en de pas worden in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf in de rondte, van boven naar beneden. Verdeel dan het werk midden voor/midden achter en brei heen en weer in 2 delen (= zijkanten). Brei een rand in boordsteek op de onderkant aan het einde. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden. Verdeel dan het werk midden op de bovenkant van de mouw en brei heen en weer in één deel (= onderkant van mouw). Brei een rand in boordsteek op de onderkant aan het einde. HALSRAND: Zet 96-100-104-112-116-120 steken op rondbreinaald 3.5 mm met lichtbeige. Brei ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, voor 2 cm. Brei dan 1 naald recht en meerder 0-0-8-8-8-24 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 96-100-112-120-124-144 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg nu 4 markeerdraden in het werk. Voeg de markeerdraad in de steek als volgt: Voeg een markeerdraad in, in de eerste steek op de naald (= midden achter), sla de volgende 23-24-27-29-30-35 steken over, voeg een markeerdraad in, in volgende steek (= midden op de bovenkant van de schouder), sla de volgende 23-24-27-29-30-35 steken over, voeg een markeerdraad in, in de volgende steek (= midden voor), sla de volgende 23-24-27-29-30-35 steken over, voeg een markeerdraad in, in de volgende steek (= midden op de bovenkant van de schouder), er zijn nu 23-24-27-29-30-35 steken tussen de laatste en de eerste markeerdraad op de naald. PAS: Brei nu in patroon als volgt: Brei A.1 in de rondte, Meerder tegelijkertijd 1 steek aan elke kant van de steken met een markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere andere naald 40-44-48-51-56-59 keer in totaal = 416-452-496-528-572-616 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Het werk meet ongeveer 29-31-34-36-40-42 cm vanaf na halsrand en naar beneden in de breirichting (dus gemeten tussen de meerderingen op een schouder en midden voor/midden achter), en ongeveer 35-37-40-43-48-50 cm over de middelste steek op elk van de meerderingen. Brei de volgende naald als volgt: Brei de eerste 65-71-76-82-91-99 steken (= helft van het achterpand), zet de volgende 79-85-97-101-105-111 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-10-12-12-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 129-141-151-163-181-197 steken (= voorpand), zet de volgende 79-85-97-101-105-111 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-10-12-12-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de overgebleven 64-70-75-81-90-98 steken (= helft van het achterpand). Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek op elke schouder, en voeg 1 markeerdraad in, in het midden van het voorpand. Laat de markeerdraad zitten – MEET HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 274-298-322-350-386-418 steken. Voeg een markeerdraad in, in de nieuw opgezette steken onder de mouwen aan elke kant (= 4-4-5-6-6-6 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraad). Ga verder in de rondte met patroon A.1 en meerder 1 steek aan elke kant van de middelste steek op het voorpand en achterpand iedere andere naald zoals hiervoor, TEGELIJKERTIJD op de eerste naald met meerderingen, begint u met minderen aan elke kant - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo om de naald (op dezelfde naald waarop de meerderingen worden gebreid midden voor en midden achter). Ga zo verder tot het werk ongeveer 13-13-12-11-8-8 cm meet midden voor (gemeten vanaf de markeerdraad die ingevoegd is in de middelste steek) – pas aan op het einde op een naald zonder meerderingen en minderingen, en als er 3 strepen in dezelfde kleur zijn gebreid in de hoogte (zodat de 3 strepen in dezelfde kleur niet onderbroken worden). Er is ongeveer 5 cm over met ribbelsteek tot de gewenste afmetingen. Knip het garen af. Zet de steken met de markeerdraad midden achter + de steken tot voor de steek met de markeerdraad midden voor op 1 hulpdraad (= helft van het achterpand + helft voorpand), brei later over deze steken. Er is nu de helft van een voorpand en de helft van een achterpand op de naald. HELFT VOORKANT/ACHTERPAND: Zie afbeelding A.2 voor dit deel. Brei met lichtbeige tot de gewenste afmetingen. Begin aan de goede kant en kant de steek met de markeerdraad midden voor/midden achter af. Ga verder met tricotsteek, lichtbeige en minder aan elke kant van de markeerdraad in de zijkanten – kant TEGELIJKERTIJD 2 steken af op het begin van iedere naald. Ga zo verder tot er 3 steken over zijn op de naald, knip het garen af en haal het door de overgebleven steek en hecht af. HELFT VOORKANT/ACHTERPAND: Zet de steken van de hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en brei op dezelfde manier als het andere halve voorkant/achterpand. RAND AAN DE ONDERKANT: Begin aan een kant en neem ongeveer 202-218-236-256-282-306 steken op langs de hele onderkant op rondbreinaald 3.5 mm met lichtbeige - neem de steken op aan de binnenkant van de afkantrand, zodat de afkantrand niet zichtbaar is. Brei 5 cm ribbelsteek. Kant af - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. MOUWEN: Zet de 79-85-97-101-105-111 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 8-8-10-12-12-12 nieuw opgezette steken in de zijkant onder de mouw = 87-93-107-113-117-123 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuw opgezette steken (= 4-4-5-6-6-6 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraad). Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien. Ga verder in de rondte met A.1 en meerder aan elke kant van de middelste steek op de bovenkant van de mouw iedere andere naald, begin TEGELIJKERTIJD op de eerste naald met meerderingen, te minderen aan elke kant van de markeerdraad midden onder de mouw - denk om TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo op iedere naald 6-10-22-24-24-24 keer (= 6-10-22-24-24-24 steken geminderd in totaal op deze naalden) = 81-83-85-98-93-99 steken. Ga dan verder met minderen onder de mouw en meerderen over de mouw in iedere tweede naald (zodat het aantal steken constant is) tot de gewenste afmetingen. Ga zo verder tot het werk ongeveer 23-21-19-16-11-10 cm meet vanaf de markeerdraad in de middelste steek – pas aan op het einde op een naald zonder meerderingen en minderingen, en als de 3 strepen in dezelfde kleur zijn gebreid in de hoogte (zodat de 3 strepen in dezelfde kleur niet onderbroken worden). Er is ongeveer 3 cm over met ribbelsteek tot de gewenste afmetingen. Knip het garen af. Brei nu heen en weer - zie afbeelding A.3 voor dit deel. Begin aan de goede kant en kant dan de middelste steek in het midden op de bovenkant van de mouw af (dus de steek met meerderingen aan elke kant). Ga verder met tricotsteek en minder op de markeerdraad midden onder de mouw – kant TEGELIJKERTIJD kat 2 steken af op het begin van iedere naald. Ga zo verder tot er 3 steken over zijn op de naald, knip het garen af en haal het door de overgebleven steken. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. MOUWRANDEN: Begin midden onder de mouw en neem ongeveer 59-61-63-65-67-69 steken op langs de hele onderrand op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm met lichtbeige - neem aan de binnenkant van de afkantrand op, zodat de afkantrand niet zichtbaar is. Brei 3 cm ribbelsteek in de rondte. Kant af - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. Brei de andere mouwrand op dezelfde manier. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #springlineupsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 27 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 210-14
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.