DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
DROPS Big Delight
DROPS Big Delight
100% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Spring Fjords Cardigan

Gebreid vest met ronde pas in DROPS Big Delight en DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met 2-kleurig structuurpatroon. Maten XS - XXL.

DROPS 210-10
DROPS Design: Patroon nr. ai-249
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
250-250-250-300-300-350 g kleur 01, naturel

En gebruik:

DROPS BIG DELIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep C)
200-200-200-300-300-300 g kleur 12, denimblauw/teal

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 522: 7-7-7-8-8-8 stuks.

-------------------------------------------------------
De getoonde kleurcombinaties zijn (in dezelfde volgorde als de materialenlijst hierboven):
A) DROPS Air 02, DROPS Big Delight 01.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
DROPS Big Delight
DROPS Big Delight
100% wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.
Als de draad later opgenomen wordt in het patroon zou de lengte gelijk moeten zijn aan 4-5 steken (dus 1-2 steken meer dan overgehaald) – zie ster naast telpatroon A.2.
Als de draad aan de linker kant ligt, zou de lengte gelijk moeten zijn aan de overgehaalde steken.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 80 steken) minus de kantsteken (= 2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 17) = 4.58.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 4e en 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elk 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant en de omslagen worden als normale steken afgekant.

KNOOPSGATEN:
Brei 7-7-7-8-8-8 knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt).
1 knoopsgat = Brei 2 steken samen, 1 omslag – LET OP: Het is het mooist als u de knoopsgaten maakt door 2 steken averecht samen te breien in een deel van 2 averechte steken (aan de goede kant gezien). Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het onderste knoopsgat wordt ongeveer 4 cm vanaf de onderkant gebreid en dan worden de andere 6 knoopsgaten verdeeld gebreid met ongeveer 7½-9 cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden. De biezen worden op het einde gebreid.

HALS:
Zet 76-80-84-88-92-96 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant van het werk) met rondbreinaald 4.5 mm en Air. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant).
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant:
Brei 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn op de naald, 2 recht en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 4 cm. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm en voeg 1 markeerdraad in na de kantsteek op het begin van de naald; de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei verder in tricotsteek. Meerder nu steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN, op elke naald aan de goede kant als volgt:
Meerder 1 keer 17-21-25-23-19-23 steken, dan 15-21-23-20-19-20 steken in totaal 2-2-2-3-4-4 keer = 123-143-155-171-187-199 steken.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder op de naalden met een pijl in telpatroon A.1 als volgt:
Brei A.1 (= 1 kantsteek), herhaal A.2 (= 4 steken) – lees PATROON, tot er 2 steken over zijn (= 30-35-38-42-46-49 herhalingen in de breedte), A.3 (= 1 steek) en eindig met A.1 over de laatste steek (= 1 kantsteek).
Meerder in het patroon als volgt:
MEERDERNAALD 1: Brei patroon zoals hiervoor en meerder 24-24-36-36-36-36 steken verdeeld = 147-167-191-207-223-235 steken.
A.2 is nu 36-41-47-51-55-58 keer in de breedte herhaald.
MEERDERNAALD 2: Brei patroon zoals hiervoor en meerder 24-24-24-24-24-36 steken verdeeld = 171-191-215-231-247-271 steken.
A.2 is nu 42-47-53-57-61-67 keer in de breedte herhaald.
Als A.1b tot A.3b 1 keer in de hoogte zijn gebreid, herhaal dan A.1b tot A.3b 0-0-0-0-1-1 keer in de hoogte (= in totaal 1-1-1-1-2-2 keer in de hoogte). Ga dan verder met patronen A.1 tot A.3.
MEERDERNAALD 3: Brei patroon zoals hiervoor en meerder 24 steken verdeeld = 195-215-239-255-271-295 steken.
A.2 is nu 48-53-59-63-67-73 keer in de breedte herhaald.
MEERDERNAALD 4: Brei patroon zoals hiervoor en meerder 24 steken verdeeld = 219-239-263-279-295-319 steken.
A.2 is nu 54-59-65-69-73-79 keer in de breedte herhaald.
MEERDERNAALD 5: Brei patroon zoals hiervoor en meerder 0-0-0-12-24-24 steken verdeeld = 219-239-263-291-319-343 steken.
A.2 is nu 54-59-65-72-79-85 keer in de breedte herhaald.
U breit nu het patroon veder in de hoogte en verdeeld tevens het werk voor het lijf en de mouwen, dus lees het volgende deel helemaal door voordat u verder gaat!
Als A.1d tot A.3d 1 keer in de hoogte zijn gebreid, herhaal dan A.1d tot A.3d 1-1-2-2-2-2 keer in de hoogte (= in totaal 2-2-3-3-3-3 keer in de hoogte).
Brei dan A.1c over A.1d, A.2c over A.2d en A.3c over A.3d.
TEGELIJKERTIJD als het werk 18-20-21-23-25-27 cm meet vanaf de markeerdraad, pas zo aan de volgende naald met Air wordt gebreid aan de goede kant, verdeelt u het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei patroon over de eerste 31-35-37-41-47-53 steken (= voorpand), plaats de volgende 46-50-56-62-66-68 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 steken op onder de mouw, brei 64-68-76-84-92-100 steken (= achterpand), plaats de volgende 46-50-56-62-66-68 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 steken op onder de mouw en brei de laatste 32-36-38-42-48-54 steken (= voorpand).

LIJF:
= 143-155-167-183-203-223 steken.
Brei patroon over de opgezette steken onder elke mouw, dus A.2 wordt in totaal 35-38-41-45-50-55 keer in de breedte herhaald.
Als A.1c tot A.3c 1 keer in de hoogte zijn gebreid, brei dan 2 naalden tricotsteek en meerder 7-7-7-6-7-8 steken verdeeld op de eerste naald = 150-162-174-189-210-231 steken.
Brei dan A.4 (= 1 steek) over de kantsteek, herhaal A.5 (= 3 steken) tot er 2 steken over zijn (= 49-53-57-62-69-76 keer in de breedte), A.6 (= 1 steek) en eindig met A.4 over de kantsteek.
Als A.4 tot A.6 1 keer in de hoogte zijn gebreid, brei dan 2 naalden tricotsteek met Air en meerder 9-5-9-10-5-8 steken verdeeld op de eerste naald = 159-167-183-199-215-239 steken.
Brei dan A.1a over de kantsteek, herhaal A.2a tot er 2 steken over zijn (= 39-41-45-49-53-59 keer in de breedte), A.3a over 1 steek en eindig met A.1a over de kantsteek.
Als A.1a tot A.3a 1 keer in de hoogte zijn gebreid, brei dan 2 naalden tricotsteek met Air en meerder 0-1-0-2-1-1 steken op de eerste naald = 159-168-183-201-216-240 steken.
Brei dan A.4 over de kantsteek, herhaal A.5 tot er 2 steken over zijn (= 52-55-60-66-71-79 keer in de breedte), A.6 over 1 steek en eindig met A.4 over de kantsteek.
Brei 2 naalden van tricotsteek met Air en minder 0-1-0-2-1-1 steken op de eerste naald = 159-167-183-199-215-239 steken.
Brei A.1c over de kantsteek, herhaal A.2c tot er 3 steken over zijn (= 39-41-45-49-53-59 herhalingen in de breedte), A.3c over 1 steek en eindig met A.1c over de kantsteek.
Eindig nu het werk met Air.
Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het lijf 27-27-28-28-28-28 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek op de volgende naald aan de goede kant = 160-168-184-200-216-240 steken.
Brei 1 naald aan de verkeerde kant. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei boordsteek als volgt (= aan de goede kant):
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek.
Als de boordsteek 4 cm meet, kant dan af met recht aan de goede kant – lees TIP VOOR HET AFKANTEN!

MOUW:
Plaats de 46-50-56-62-66-68 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 5.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8 opgezette steken onder de mouw = 54-58-64-70-74-76 steken.
Brei A.2 in de rondte zoals op het lijf; pas het patroon aan op waar u geëindigd was op de pas. De overgebleven steken die niet in het patroon passen onder de mouw worden gebreid met Air (op de naalden met Big Delight zet u de steken die niet passen op de rechter naald, dus brei deze niet).
Brei hetzelfde patroon als op het lijf als volgt:
Als A.2c 1 keer in de hoogte is gebreid, brei dan 2 naalden recht met Air.
Brei A.5 in de rondte.
Brei 2 naalden recht met Air.
Brei A.2a in de rondte (in de eerste en laatste herhaling van A.2a laat u de losse draad over de steken liggen in plaats van deze 4 naalden op te halen).
Brei 2 naalden recht met Air.
Brei A.5 in de rondte.
Eindig nu het werk met Air. Brei tot de mouw 27-26-25-24-22-21 cm meet. Meerder nu 10-10-8-6-6-4 steken verdeeld = 64-68-72-76-80-80 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 4.5 mm en brei 4 cm boordsteek (= 2 recht / 2 averecht). Kant af met recht. De mouw meet ongeveer 31-30-29-28-25 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

BIEZEN:
Begin op de bovenkant van het linker voorpand en neem ongeveer 90-118 steken op aan de binnenkant van de 1 kantsteek (deelbaar door 4 + 2) aan de goede kant met rondbreinaald 4.5 mm en Air. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei dan als volgt – aan de goede kant: 2 steken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek tot de voorbies 3 cm meet. Kant af met ribbelsteek over ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht. Brei eenzelfde voorbies op het rechter voorpand maar begin aan de onderkant en denk om de KNOOPSGATEN – lees beschrijving hierboven.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = brei met Big Delight: recht aan de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = brei met Big Delight: recht op de verkeerde kant (op de pas en het lijf) en averecht aan de goede kant (op de mouwen)
symbols = 1 steek afhalen op de rechter naald met Big Delight in de voorkant van de steken; zorg ervoor dat de draad niet strak is (dus aan de goede kant ligt de draad op de goede kant en op de verkeerde kant ligt de draad op de verkeerde kant)
symbols = 1 steek afhalen op de rechter naald met Big Delight in de voorkant van de steken aan de verkeerde kant en achter de steken aan de goede kant (dus de draad blijft op de verkeerde kant)
symbols = brei met Big Delight: haal de draad op aan de goede kant 4 naalden eronder op de linker naald en brei deze recht samen met de steek
symbols = brei met Air: recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = brei met Air: recht op de verkeerde kant
symbols = meerdernaald – dit meerderen is beschreven in de tekst; meerder alleen de eerste keer dat deze naald wordt gebreid
symbols = op deze naald wordt de draad later opgehaald in het patroon, dus de draden die aan de goede kant liggen hebben een lengte die gelijk staat aan 4 steken (dus 1 steek meer dan degenen die overgehaald zijn)
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 210-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (1)

country flag Mm wrote:

Wanneer begint het motief en hoe begin ik met kleur.hoe lees ik het van A1 naara2 naar A3 ofa1 naara1b naar a1c naar A1 d

28.09.2020 - 16:39

DROPS Design answered:

Dag Mm,

In de beschrijving van het patroon staat aangegeven waar je precies moet beginnen met de telpatronen. De telpatronen lees je van onder naar boven en van rechts naar links. Bij de veel gestelde vragen vind je ook uitleg over hoe je volgens een telpatroon breit.

20.11.2020 - 11:34