Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Dit patroon is gecorrigeerd. Klik hier om de correcties te bekijken.
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant | |
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant | |
= maak 1 omslag tussen 2 steken | |
= 2 recht samen | |
= 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek | |
= haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken | |
= laat 1 herhaling in de hoogte zien en hoe de kantpatronen boven elkaar geplaatst worden | |
= dit vierkant is geen steek, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon | |
= begin het lijf op deze naald |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Dripping Diamonds |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui met raglan in DROPS Big Merino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon. Maat: S - XXXL
DROPS 210-13 |
||||||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 78 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 8) = 9.75. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 10e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De halsrand, de pas en het lijf worden in de rondte gebreid op de rondbreinaald. Begin de naald in de overgang tussen de linkerschouder en het achterpand. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden. HALSRAND: Zet 80-80-80-88-88-88 steken op rondbreinaald 4.5 mm met Big Merino. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek 2 recht/2 averecht. Brei bij een hoogte van 3 cm, 1 ribbel in RIBBELSTEEK over alle steken – lees uitleg hierboven. Brei 1 naald recht en meerder 6-6-6-18-18-18 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 86-86-86-106-106-106 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. PAS: Brei dan als volgt: A.1 A (= 5 steken), A.1 B over de volgende 20-20-20-30-30-30 steken ( = 2-2-2-3-3-3 herhalingen van 10 steken), A.1 C (= 6 steken), 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), maak 1 omslag, 8 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag, 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), A.1 A, A.1 B over de volgende 20-20-20-30-30-30 steken, A.1 C, 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), maak 1 omslag, 8 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag, 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn) = 8 steken gemeerderd. Er zijn nu 94-94-94-114-114-114 steken op de naald. Ga zo verder in patroon. Op het voor- en achterpand meerdert u aan elke kant zoals te zien is in A.1, op de mouwen meerdert u met omslagen aan elke kant van de steken op de mouw (raglanlijn = altijd 2 steken). Meerder zo iedere andere naald. Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek op de mouwen. Op het voor- en achterpand breit u de gemeerderde steken in patroon zoals te zien is in A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 166-166-166-186-186-186 steken op de naald. Ga verder in patroon op dezelfde manier in de hoogte, dus het patroon wordt herhaald zoals te zien is in A.1. Iedere keer dat er 20 naalden in de hoogte zijn gebreid, is er ruimte voor nog 2 herhalingen van A.1B in de breedte op het achterpand/voorpand. Als het meerderen in totaal 22-22-27-27-27-32 keer aan elke kant van A.1 gedaan is, zijn er 262-262-302-322-322-362 steken op de naald, en meet het werk ongeveer 24-24-28-28-28-33 cm vanaf de halsrand. Brei de volgende naald als volgt: Brei 75-75-85-95-95-105 steken zoals hiervoor (= achterpand), zet de volgende 56-56-66-66-66-76 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-8-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 75-75-85-95-95-105 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 56-56-66-66-66-76 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-8-12-14 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET HET WERK NU VANAF HIER! LIJF: = 162-166-186-206-214-238 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant, in het midden van de 6-8-8-8-12-14 steken die opgezet zijn onder elke mouw. Neem de markeerdraden gaandeweg mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt voor het meerderen. Brei de eerste naald als volgt, begin 3-4-4-4-6-7 steken na de markeerdraad (begin op de naald gemarkeerd met een pijl in elk telpatroon): A.2 (= 7 steken), brei A.3 over de volgende 60-60-70-80-80-90 steken (= 6-6-7-8-8-9 herhalingen van 10 steken), A.4 (= 8 steken), brei 6-8-8-8-12-14 steken in tricotsteek (markeerdraad is in het midden van deze 6-8-8-8-12-14 steken), A.2 (= 7 steken), brei A.3 over de volgende 60-60-70-80-80-90 steken (= 6-6-7-8-8-9 herhaling van 10 steken), A.4 (= 8 steken), brei 6-8-8-8-12-14 steken in tricotsteek (markeerdraad is in het midden van deze 6 steken), Ga zo verder in patroon, herhaal A.2, A.3 en A.4 in de hoogte. Meerder bij een hoogte van 5 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 4 steken gemeerderd. Meerder zo iedere 7 cm 4 keer in totaal = 178-182-202-222-230-254 steken. Brei tot het werk ongeveer 29-31-29-31-33-31 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Kant af. De trui meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Zet de 56-56-66-66-66-76 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-8-8-8-12-14 opgezette steken onder de mouw = 62-64-74-74-78-90 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-8-8-8-12-14 steken onder de mouw - neem de markeerdraad gaandeweg mee in de hoogte tijdens het breien, het wordt later gebruikt voor het minderen. Begin de naald bij de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2½-2½-2-1½-1½-1 cm 12-12-16-16-17-22 keer in totaal = 38-40-42-42-44-46 steken. Ga verder tot het werk ongeveer 32-33-30-28-29-26 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een langere pas). Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm. Brei 1 naald recht terwijl u het aantal steken aanpast naar 40-40-44-44-44-48. Brei 1 naald averecht. Brei 4 cm boordsteek in de rondte met 2 recht/2 averecht. Kant af met recht, maar zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is. De mouw meet ongeveer 36-37-34-32-33-30 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. |
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (21)
Sylvie wrote:
Bonjour, j’ai une laine dont l’échantillon donne 18 mailles, et donc il me faut augmenter de 10 mailles pour le corps. Normalement pour un small on dit d’augmenter 22 fois au total de chaque côté de A1 et si je le fais une fois de plus j’aurai 8 mailles de plus et je pourrais monter 7 mailles sous les bras au lieu de 6 ce qui me donnera mes 10 mailles . Est-ce que ça peut fonctionner avec le motif????
14.05.2024 - 20:45DROPS Design answered:
Bonjour Sylvie, vérifiez votre échantillon (Indépendamment de ce qui est indiqué sur votre laine), vous devez avoir 16 brides x 8 rangs = 10 x 10 cm pour obtenir les mêmes mesures que celles du schéma pour chacune des tailles. Si vous n'avez pas cet échantillon, il vous faudra alors recalculer pour votre taille ou bien simplement trouver un modèle avec une tension correspondante. Bon tricot!
15.05.2024 - 07:32Sabine wrote:
Guten Tag, ich bin am Anfang des Pullovers und habe an der Halsblende gleichmäßig verteilt Maschen zugenommen. In der nächsten Runde muss ich u.a. zwei Maschen rechts zusammen stricken. Können Sie mir sagen wie man das macht, wenn eine der beiden Maschen nur ein Umschlag ist? Bei meinem bisherigen Versuch ist ein Loch entstanden, das da sicher nicht sein soll. Vielen Dank und viele Grüße Sabine
05.05.2023 - 15:47DROPS Design answered:
Liebe Sabine, so stricken Sie A.1A bei der 1. Runde: Umschlag, 1 M rechts, Umschlag, 2 M rechts, 1 M abheben, 1 M rechts, die abgehobene Masche über die gestrickte Masche ziehen; A.1B: 1 M links, 2 M re zs, 2 M re, Umschlag, 1 M re, Umschlag, 2 M re, 1 M abheben, 1 M rechts, die abgehobene Masche über die gestrickte Masche ziehen, A.1C: 1 M li, 2 M re zs, 2 M re, Umschlag, 1 M re, Umschlag. Bei der nächsten Runde stricken Sie alle Umschläge rechts, es sollen Löcher entstehen. Viel Spaß beim stricken!
05.05.2023 - 17:06Melanie wrote:
Bonjour, j ai deux questions : la première on augmente bien de 8mailles (4 par manches) tous les 2 rangs ? La deuxième est sur le fait de faire 2 fois A1b après on doit faire A1a et a1c 1 fois du coup ?
19.09.2022 - 12:29DROPS Design answered:
Bonjour Melanie, on augmente 8 mailles par tour: 1 maille de chaque côté des 2 mailles du raglan tricotées en jersey à la transition du dos/devant et des manches. Quand on a tricoté 20 rangs (et augmenté comme dans les diagrammes A et C), on a augmenté 10 mailles dans A et dans C = soit 1 motif de B en plus de chaque côté; tricotez A.1A au-dessus des 5 premières m de A.1A précédent et les 10 m suivantes en B, puis les 10 premières m du C précédent en B et les 6 dernières mailles en C. Bon tricot!
20.09.2022 - 09:37Diana wrote:
Siempre me respondieron las consultas, no se que pasa que con esta no tengo novedades. Me gustaría poder avanzar con el tejido, sigo esperando la respuesta a mi pregunta. Gracias!!!
22.07.2022 - 01:24Diana wrote:
Hola! Estoy tejiendo este patrón en talla XL. La indicación dice que al terminar 20 vueltas de A1 debería tener 186 puntos, pero sumando los aumentos de las mangas yo tengo 230 puntos. Los aumentos de las mangas van en todas las vueltas? Por otro lado, no me queda claro como comenzar la segunda repetición, ya que en lo que sería A1.A y A1. C ahora hay más puntos, no se como distribuírlos.
21.07.2022 - 01:21DROPS Design answered:
Hola Diana, A.1A y A.1C se trabajan siempre en los extremos. Después de cada 20 filas trabajas 2 repeticiones más de A.1B entre A.1A y A.1C. Los aumentos para el cuerpo están en A.1A y A.1C. Los aumentos de la manga son aparte y se trabajan cada 2ª fila. Después de la 1ª fila con aumentos tienes 114 pts. En la siguiente fila no aumentas. En cada fila con aumentos (que es cada 2ª fila, es decir, una sí y en la siguiente no) aumentas 8 pts. En las 18 filas de A.1 restantes, aumentas 8 pts en cada fila y aumentas en filas alternas/ cada 2ª fila, así que has aumentado 72 pts más. En total, deberías tener 186 pts, incluyendo todo tipo de aumentos.
24.07.2022 - 19:13Diana wrote:
Buenos días! Estoy tejiendo este patrón en talla XL. La indicación dice que al terminar 20 vueltas de A1 debería tener 186 puntos, pero sumando los aumentos de las mangas yo tengo 230 puntos. Por otro lado, no me queda claro como comenzar la segunda repetición, ya que en lo que sería A1.A y A1. C ahora hay más puntos, no se como distribuírlos.
20.07.2022 - 15:28DROPS Design answered:
Hola Diana, puedes ver la respuesta arriba.
24.07.2022 - 19:14Andrea Rademacher wrote:
Hallo! Nach welchen Schema wird das Vorder bzw. Rückenteil gestrickt? Bitte um Rückmeldung. Danke! Lg Andrea Rademacher
08.11.2021 - 17:20DROPS Design answered:
Liebe Frau Rademacher, meinen Sie Rumpfteil nach der Verteilung am Ende der Passe? Die werden mit A.2, A.3 und A.4 gestrickt mit jeweils glatt rechte Maschen an den Seiten. Viel Spaß beim stricken!
09.11.2021 - 12:47Alicja wrote:
Dzień dobry, mam problem z liczbą oczek dla rozmiaru M w Karczku - po zsumowaniu wszystkich oczek wychodzi mi 90 - a w opisie podano 94 oczka. Dodatkowo napisano, że "dodano 8 oczek", a przecież są tylko 4 narzuty. Proszę o pomoc w zrozumieniu tego opisu..
08.11.2021 - 07:36DROPS Design answered:
Witaj Alicjo, przed rozpoczęciem karczku w rozmiarze M masz 86 oczek. W 1-szym okrążeniu karczku wykonujesz 4 narzuty i dodatkowo będziesz miała 4 dodane oczka w schematach A.1A i A.1C. W sumie po przerobieniu 1-szego okrążenia karczku jest 94 oczka. Powodzenia i miłej pracy!
08.11.2021 - 07:57Martine MARCHERON wrote:
Bonjour Madame, Je vous serais reconnaissante de bien vouloir m'indiquer si je peux réaliser ce modèle avec Drops belle uni colour, ayant fait une erreur inexplicable lors de ma commande ; cela m'éviterait de retourner mes pelotes. Je vous remercie. Cordialement. Mme Marcheron
04.08.2021 - 22:48DROPS Design answered:
Bonjour Mme Marcheron, ce pull se tricote en DROPS Big Merino, qui appartient au groupe C de nos fils alors que Belle appartient au groupe B et ne peut donc pas être utilisé ici, l'échantillon serait différent, vous trouverez ici tous les modèles de pulls femme en laine/fil du groupe B où vous pourrez utiliser Belle, vous trouverez peut-être un autre modèle qui vous conviendra? Utilisez le convertisseur pour obtenir la quantité nécessaire en Belle si besoin. Bon tricot!
05.08.2021 - 09:06MARCHERON Martinr wrote:
Bonjour Madame, Dans empiècement, tricoter A.1A =5mailles, A.1B au dessus des 20 mailles suivantes. Au dessus ? Je ne comprends pas comment faire au dessus. Je vous remercie d'avance de me renseigner avant que j'effectue ma commande Cordialement Martine
13.05.2021 - 14:25DROPS Design answered:
Bonjour Mme Marcheron. cela veut dire que vous devez tricoter 20 mailles suivantes ainsi: 2 x diagramme A.1B (1 rapport compte 10 mailles). Bon tricot!
13.05.2021 - 15:41