Dripping Diamonds Cardigan |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Paris. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, kantpatroon en korte mouwen. Maat: S - XXXL
DROPS 220-38 |
||||||||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = brei 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.9. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 92 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven 82 steken door het aantal te maken meerderingen (dus 5) = 16.4. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend ongeveer iedere 16e en 17e steek, meerder niet over biezen. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen, brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te maken. Minder voor het eerste knoopsgat als het werk ongeveer 1½-2 cm meet. Minder dan de volgende 5-5-5-6-6-6 met ongeveer 9½-9½-10-9-9-9 cm tussen elk. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei de halsrand en de pas heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden. HALSRAND: Zet 92-92-92-98-98-98 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 4.5 mm met Paris. Brei 1 ribbel in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 5-5-5-18-18-18 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 97-97-97-117-117-117 steken. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant (brei de omslagen gedraaid recht). Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Begin aan de goede kant en brei volgens het telpatroon in de verschillende maten als volgt: MAAT S-M-L: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1 over de volgende 10 steken, A.2 over de volgende 6 steken (= voorpand), 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), maak 1 omslag, 8 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag, 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), A.3 over de volgende 5 steken, A.4 over de volgende 20 steken, A.2 over de volgende 6 steken (= achterpand), 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), maak 1 omslag, 8 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag, 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), A.3 over de volgende 5 steken, A.5 over de volgende 11 steken en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Er zijn 8 steken gemeerderd op de naald = 105-105-105 steken op de naald. MAAT XL-XXL-XXXL: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.6 over de volgende 5 steken, A.4 over de volgende 10 steken, A.2 over de volgende 6 steken (= voorpand), 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), maak 1 omslag, 8 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag, 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), A.3 over de volgende 5 steken, A.4 over de volgende 30 steken, A.2 over de volgende 6 steken (= achterpand), 2 steken in tricotsteek (= raglanlijn), maak 1 omslag, 8 steken in tricotsteek (= mouw), maak 1 omslag, 2 steken in tricotsteek (= raglan lijn), A.3 over de volgende 5 steken, A.4 over de volgende 10 steken, A.7 over de volgende 6 steken en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Er zijn 8 steken gemeerderd op de naald = 125-125-125 steken op de naald. ALLE MATEN: Ga verder met dit patroon in de hoogte en minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies - lees uitleg hierboven. Meerder op het voor- en achterpand aan elke kant zoals te zien is in de telpatronen, meerder op de mouwen met 1 omslag aan elke kant van de steken op de mouw (de raglanlijn heeft altijd 2 steken in tricotsteek). Meerder zo op iedere andere naald (dus iedere naald aan de goede kant). LET OP! Brei op de naalden op de verkeerde kant de omslag averecht om gaatjes te maken. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek op de mouwen. Brei op het voor- en achterpand de gemeerderde steken in patroon zoals te zien is in de telpatronen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als de telpatronen een keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 177-177-177-197-197-197 steken op de naald. Ga verder in patroon op dezelfde manier in de hoogte, dus het patroon wordt herhaald zoals te zien is in de telpatronen. Iedere keer dat er 20 naalden in de hoogte zijn gebreid, is er ruimte voor nog 1 herhaling van A.4 op het linker voorpand, nog 2 herhalingen van A.4 in de breedte op het achterpand en nog 1 herhaling van A.4 op het rechter voorpand. Als het meerderen in totaal 22-22-27-27-27-32 keer is gedaan, zijn er 273-273-313-333-333-373 steken op de naald en meet het werk ongeveer 21-21-26-26-26-30 cm vanaf de opzetrand. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 43-43-48-53-53-58 steken zoals hiervoor (= linker voorpand), zet de volgende 56-56-66-66-66-76 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-8-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 75-75-85-95-95-105 steken zoals hiervoor (= achterpand), zet de volgende 56-56-66-66-66-76 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-8-12-14 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw), brei 43-43-48-53-53-58 steken zoals hiervoor (= rechter voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 173-187-197-217-225-249 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant, in het midden van de 6-8-8-8-12-14 steken die opgezet zijn onder elke mouw. Neem de markeerdraden gaandeweg mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt voor het meerderen. Brei de naald op de verkeerde kant zoals hiervoor maar brei de nieuwe steken aan elke kant in tricotsteek (dus averecht op deze naald). Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei in patroon zoals hiervoor tot er 8 steken voor de steken in tricotsteek onder de mouw zijn, brei patroon A.8 over 8 steken (de eerste naald moet de naald zijn die gemarkeerd is met een pijl in telpatroon A.8/A.9), brei 6-8-8-8-12-14 steken in tricotsteek, brei patroon A.9 over 7 steken, ga dan verder in patroon zoals hiervoor tot er 8 steken over zijn voor de steken in tricotsteek in de zijkant, brei A.8 over 8 steken, brei 6-8-8-8-12-14 steken in tricotsteek, brei A.9 over 7 steken, brei patroon zoals hiervoor tot er 5 steken over zijn en brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon in de hoogte. Meerder bij een hoogte van 5 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 4 steken gemeerderd. Meerder zoals dit op iedere 7 cm 4 keer in totaal = 189-193-213-233-241-265 steken op de naald. Brei tot het werk ongeveer 32-34-31-33-35-33 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en Kant af met recht. Het vest meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Zet de 56-56-66-66-66-76 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-8-8-8-12-14 opgezette steken onder de mouw = 62-64-74-74-78-90 steken. Brei 2-2-3-3-4-4 naalden in tricotsteek. Brei verder met korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 4.5 mm. Brei 2 ribbels in de rondte. Ga verder met korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 5 mm, en kant af met recht. |
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (2)
Qweqwe wrote:
Qwqw21
09.06.2021 - 12:58Gabriele wrote:
Danke,Danke,Danke
07.05.2021 - 10:30