Hana Hacunda schreef:
Guten Tag, ich habe das rechte Vorderteil für Größe 68/74 mit Rundnadel 4.0 gestrickt, nachdem ich ein 10x10cm Strickmuster 10x10cm erstellt hatte mit 24 Maschen x 48 Reihen. Das rechte Vorderteil stimmt nun nur teilweise mit Ihrer Maßskizze überein. Schultermaß 33cm und Ärmel 8cm stimmen überein, der untere Rand und die Mittellinie scheinen zu schmal zu sein. Bitte senden Sie mir das Maß NUR für die Breite des rechten Vorderteils - Unten und Mitte. Vielen Dank und Grüße Hana Hacunda
09.09.2021 - 08:26DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Hacunda, mit 24 M = 10 cm sollen die 60 M beim Vorderteil ca 25 cm messen, nach den Abnahmen sind es noch 53 Maschen übrig = ca 22 cm. Sollte Ihre Maschenprobe stimmen, dann werden die Maßen von den Vorderteilen auch stimmen. Viel Spaß beim stricken!
09.09.2021 - 09:06
Susan schreef:
Is an edge stitch counted as part of the total number of stitches cast on (in this case 52 for the size I want to make), or do I cast on an additional stitch for a total of 53?
14.08.2021 - 06:10DROPS Design antwoorde:
Hi Susan, an edge stitch is counted as part of the total number of stitches. So you need to cast on 52 sts. Happy knitting!
15.08.2021 - 20:55
Marchandet schreef:
Bonjour D'après les explications mon rendu pour la bordure au crochet sur ke 2 ele rang Ne fait pas apparaître comme sur photos une bordure picot dentelé Pouvez-vous m'aider Merci d'avance Iu he fait le 2 ème rang en picot simple pour avoir le rendu Merci beaucoup cordialement Jacqueline
30.03.2021 - 20:49DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Marchandet, le 2ème rang de la bordure se crochète comme le montre cette vidéo; en espérant qu'elle puisse vous aider. Bonne continuation!
06.04.2021 - 10:07
Jacqueline schreef:
"erst Reihe = Hin-Reihe, sie wird ab der Seite gestrickt" Also ich weiß das ich die linke Seite gegelgleich zur rechten stricke aber wie soll ich diesen satz verstehen?
05.03.2021 - 15:27DROPS Design antwoorde:
Liebe Jacqueline, beim rechten Vorderteil werden die Hinreihen ab dem vorderen Rand in Richtung Seite gestrickt, beim linken Vorderteil werden die Hinreihen ab der Seite in Richtung vorderem Rand gestrickt. Hoffentlich kann es Ihnen helfen. Viel Spaß beim stricken!
05.03.2021 - 15:36
Petra schreef:
Hallo, können Sie mir sagen was dies bedeutet? Habe keine Ahnung was ich da stricken soll. Danke im Voraus. "Der Markierer kennzeichnet die Schultermitte und damit die ”Grenze” zwischen den Vorderteilen und dem Rückenteil, später wird die Arbeit am Markierer daher doppelt gelegt. Ab dem Markierer wird nachfolgend gemessen. Weiter Krausrippen stricken und dabei 2 neue Maschen am Ende der nächsten 2 Rück-Reihen anschlagen (d.h. in Richtung Halsausschnitt) = (56) 68-76-83-93 (103)
22.02.2021 - 18:12DROPS Design antwoorde:
Liebe Petra, diese Markierer wird später für die Länge benutzt, der liegt ganz oben bei der Schulter und hier wird die Arbeit dann gefaltet. Jetzt haben Sie die Hälfte der Arbeit gestrickt, und die Arbeit wird dann von diesem Markierer gemessen. Viel Spaß beim stricken!
23.02.2021 - 09:24
Sacramento Moreno Garrido schreef:
Buenas tardes, tienen un tutorial sobre como hacer el reborde de crochet? Muchas gracias Sacri
20.02.2021 - 16:17DROPS Design antwoorde:
Hola Sacramento Moreno Garrido, mira el video tutorial sobre la fila 2 del reborde – picot AQUI. Para la fila 1 lee las instrucciones. Buen trabajo!
23.02.2021 - 19:12
Petra schreef:
Die Anleitung ist leider total unverständlich, obwohl ich eine geübte Strickerin bin. Erst heißt es von oben stricken, dann lese ich jetzt von untern stricken. Wird die Arbeit von unten nach oben gestrickt oder wie? Gibt es irgendwo eine verständlichere Anleitung?
18.02.2021 - 09:59DROPS Design antwoorde:
Liebe Petra, die Vorderteile werden separat von unten nach oben gestrickt - Maschen werden für die Ärmel angeschlagen, dann wird das Rückenteil von oben nach unten gestrickt, dh von den beiden Vorderteile - die Maschen von den Ärmeln werden dann abgekettet. Kann es Ihnen helfen?
18.02.2021 - 10:16
Laura Möller schreef:
Guten Tag, ich habe eine Frage zur Strickanleitung. Ich stricke in Größe 56/62 und bin beim rechten Vorderteil an der Stelle, an der nach allen Zu- und Abnahmen 72 Maschen für Schulter/Ärmel vorhanden sind. Stricke ich nun bis die Arbeit 56cm lang ist, setze dann einen Markierer und stricke 4 weitere Reihen (unter Zunahme von je 2x2 Maschen)? Oder setze ich den Markierer bereits nach Erreichen der 72 Maschen, nehme wie angegeben Maschen auf und stricke dann bis 56cm? Vielen Dank
26.10.2020 - 13:59DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Möller, Markierer setzen Sie ein, wenn die Arbeit 56 cm misst => Mitte von Schulter, dann stricken Sie ein paar Reihen (= 4 Reihen mit jeweils 2 neuen Maschen für Halsausschnitt am Rückenteil) und legen die Maschen Still. Die Markierung soll die höchste Stelle = Schulter zeigen, später folgen Sie die Arbeit an der Markierung, die extra Reihen sind schon die ersten vom Rückenteil. Viel Spaß beim stricken!
27.10.2020 - 11:32
Gesine Eschenburg schreef:
Warum kann ich in der Anleitung keine Abbildungen und keine bemaßten Zeichnungen sehen? Danke, Gesine.
19.10.2020 - 12:29DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Eschenburg, aktualisieren die Seite, die Maßskizze ist wieder da :) Viel Spaß beim stricken!
19.10.2020 - 13:09
Birgitta schreef:
Hej! Jag köpte garn och läste inte mönser först. Blev besviken då jag trodde påsen stickades i ett stycke. Denna ska sys ihop. Till min fråga: Ska kantmaskan vara i slätstickning så man lättare kan sy ihop sidorna och ärmarna ? och vilket varv räknar Ni som första varvet, är det uppläggningsvarvet eller första stickade varvet (jag räknar alltid första stickade som baksidan, är det fel tänkt?)
17.06.2020 - 16:53DROPS Design antwoorde:
Hej Birgitta. Kantmaskan ska vara i rätstickning (vi har en video på hur man syr ihop rätstickade stycken). Det första stickade varvet blir enligt mönstret rätsidan. Lycka till!
18.06.2020 - 09:14
Catch a Wink#catchawinkbuntingbag |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trappelzak voor baby’s in DROPS BabyMerino. Het werk wordt gebreid in ribbelsteek met overslag, gehaakte randen en koorden. Maten prematuur - 4 jaar.
DROPS Baby 33-6 |
|
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten van het voorpand en over de halslijn): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Minder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Minder als volgt na de 1 kantsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. Minder als volgt voor de 1 kantsteek: Begin 2 steken voor de 1 kantsteek en brei 2 recht samen. TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten van het achterpand): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt! Meerder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen. TIP VOOR HET BREIEN: Er worden 10 extra steken opgezet aan de onderkant van elke mouw voor de omkeerrand. Als u deze omkeerrand niet wilt, zet dan alleen (9) 9-12-12-10 (13) steken op aan de onderkant van elke mouw in plaats van (19) 19-22-22-20 (23) steken. Denk erom dat u dan 10 steken minder heeft aan elke kant al u het totaal aantal steken telt. KNOOPSGATEN (voor de vouw aan de onderkant van de trappelzak): 1 knoopsgat = kant 2 steken af, zet op de volgende naald 2 nieuwe steken op over de afgekante steken. De buitenste knoopsgaten worden ongeveer 2 cm vanaf elke kant gebreid. Brei dan de andere knoopsgaten met ongeveer (7) 6-5½-6-7 (8) cm tussen elk. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRAPPELZAK – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald. U begin met een van de voorpanden, zet steken op voor de mouw en ga verder met de schouder. Brei dan het andere voorpand op dezelfde manier, maar dan omgekeerd. De 2 voorpanden worden samen gebreid en brei dan naar beneden het achterpand tot de gewenste lengte. Het achterpand is langer dan de voorpanden en wordt eroverheen gevouwen – zie foto. Extra steken worden opgezet voor de omkeerrand aan de onderkant van elke mouw. Als u geen omkeerrand wilt, haal deze steken dan af van het totaal aantal opgezette steken voor de mouwen – lees TIP VOOR HET BREIEN! RECHTER VOORPAND: Zet (44) 49-52-60-67 (71) steken op (inclusief 1 kantsteek in de zijkant) met rondbreinaald 3 mm en lichtgrijs. Brei RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven (eerste naald = goede kant en wordt gebreid vanaf midden voor). Als het werk (6) 6-6-8-8 (8) cm meet, minder dan 1 steek in de zijkant (dus aan het einde van de naald aan de goede kant) – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere (5) 5½-7-7-5½ (5½) cm in totaal (5) 6-6-7-10 (12) keer = (39) 43-46-53-57-59 steken. HALSLIJN: Als het werk (29) 36-43-52-61 (70) cm meet, minder dan 1 steek voor de hals op het begin van de naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald (dus elke naald aan de goede kant) in totaal (20) 20-22-26-28 (29) keer en dan iedere 4e naald (dus iedere andere naald aan de goede kant) in totaal 2 keer in alle maten. MOUW: Zet TEGELIJKERTIJD als het werk (32) 39-47-56-65 (74) cm meet, nieuwe steken op voor de mouw aan het einde van de naald aan de goede kant als volgt: Zet in totaal (4) 4-4-4-6 (6) keer (4) 6-7-8-7 (8) steken op en dan 1 keer (19) 19-22-22-20 (23) steken. Na alle minderingen en meerderingen zijn er (52) 64-72-79-89 (99) steken op de naald voor de schouder/mouw. Ga verder heen en weer gebreid met ribbelsteek tot het werk (40) 48-56-66-76 (86) cm meet. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald aan de goede kant (dus richting de hals). De markeerdraad geeft het midden van de bovenkant van de schouder aan en het werk wordt hier later omgevouwen. De markeerdraad wordt tevens gebruikt om het werk vanaf hier te meten. Ga verder met ribbelsteek en zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de volgende 2 naalden aan de verkeerde kant (dus richting de hals) = (56) 68-76-83-93 (103) steken op de naald en de laatste naald wordt gebreid aan de verkeerde kant. Plaats alle steken op een hulpdraad of laat ze op de naald staan. Brei het linker voorpand zoals beschreven hieronder. LINKER VOORPAND: Zet (44) 49-52-60-67 (71) steken op (inclusief 1 kantsteek in de zijkant) met rondbreinaald 3 mm en lichtgrijs. Brei ribbelsteek (eerste naald = goede kant en wordt gebreid vanaf de zijkant). Als het werk (6) 6-6-8-8 (8) cm meet, minder dan 1 steek in de zijkant (dus op het begin van elke naald aan de goede kant) – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere (5) 5½-7-7-5½ (5½) cm in totaal (5) 6-6-7-10 (12) keer = (39) 43-46-53-57-59 steken. HALSLIJN: Als het werk (29) 36-43-52-61 (70) cm meet, minder dan 1 steek voor de hals aan het einde van elke naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald (dus iedere naald aan de goede kant) in totaal (20) 20-22-26-28 (29) keer en dan iedere 4e naald (dus iedere andere naald aan de goede kant) in totaal 2 keer in alle maten. MOUW: Zet TEGELIJKERTIJD als het werk (32) 39-47-56-65 (74) cm meet, nieuwe steken op voor de mouw aan het einde van de naald aan de verkeerde kant als volgt: Zet in totaal (4) 4-4-4-6 (6) keer (4) 6-7-8-7 (8) steken op en dan 1 keer (19) 19-22-22-20 (23) steken. Na alle minderingen en meerderingen zijn er (52) 64-72-79-89 (99) steken op de naald voor de schouder/mouw. Ga verder heen en weer gebreid met ribbelsteek tot het werk (40) 48-56-66-76 (86) cm meet. Voeg 1 markeerdraad in aan het einde van de naald aan de goede kant (dus richting de hals). De markeerdraad geeft het midden van de bovenkant van de schouder aan en het werk wordt hier later gevouwen. De markeerdraad wordt tevens gebruikt om het werk vanaf hier te meten. Ga verder met ribbelsteek en zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de volgende 2 naalden aan de goede kant (dus richting de hals) = (56) 68-76-83-93 (103) steken op de naald. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei nu het achterpand zoals beschreven hieronder. ACHTERPAND: Brei aan de goede kant recht over alle (56) 68-76-83-93 (103) steken op het linker voorpand, zet (8) 8-12-12-12 (14) nieuwe steken op de naald voor de hals op de achterkant en brei dan recht aan de goede kant over alle (56) 68-76-83-93 (103) steken van het rechter voorpand = (120) 144-164-178-198 (220) steken. HET WERK WORDT NU GEMETEN VANAF DE MARKEERDRADEN OP DE SCHOUDERS! Ga verder heen en weer gebreid met ribbelsteek over alle steken. Als het werk (6) 7-7-8-8 (9) cm meet vanaf de markeerdraden kant dan de mouwsteken als volgt af: Kant af op het begin van elke naald aan elke kant 1 keer (19) 19-22-22-20 (23) steken en dan in totaal (4) 4-4-4-6 (6) keer (4) 6-7-8-7 (8) steken aan elke kant = (50) 58-64-70-74 (78) steken over op de naald. Brei verder tot het werk (14) 14-15-16-18 (17) cm meet vanaf de markeerdraden. Meerder nu 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo iedere (5) 5½-7-7-5½ (5½) cm in totaal (5) 6-6-7-10 (12) keer aan elke kant = (60) 70-76-84-94 (102) steken. Brei verder tot het werk (40) 48-56-66-76 (86) cm meet vanaf de markeerdraden. Voeg nu 1 nieuwe markeerdraad in aan elke kant van het achterpand. Deze markeerdraden geven de vouwrand aan de onderkant van de trappelzak aan; het werk wordt nu gemeten vanaf de nieuwe markeerdraden. Ga verder met ribbelsteek tot het werk (4) 4-4-6-6 (6) cm meet vanaf de nieuwe markeerdraden. Op de volgende naald aan de goede kant, brei (4) 5-6-6-6 (6) KNOOPSGATEN verdeeld– lees beschrijving hierboven. Brei verder tot het werk (6) 6-6-8-8 (8) cm meet vanaf de nieuwe markeerdraden (de hele trappelzak meet ongeveer (46) 54-62-74-84 (94) cm vanaf de markeerdraden op de schouders). Kant dan losjes af met recht aan de goede kant. AFWERKING: Vouw het werk dubbel op de markeerdraden op de schouders. Naai de onder-mouwnaden en zijnaden in een keer dicht, aan de binnenkant van de 1 kantsteek. GEHAAKTE RAND OVER DE OPENING VAN DE TRAPPELZAK: Begin aan de verkeerde kant op de onderkant van de linker hoek van het linker voorpand en haak met haaknaald 2.5 mm en naturel over de opening van de trappelzak als volgt: TOER 1 (= verkeerde kant): 1 vaste in de eerste steek, * 1 losse, sla ongeveer 1-2 steken over (test dit; de rand moet plat liggen), haak 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* naar boven over het hele linker voorpand, maar op de hoek waar de minderingen voor de hals beginnen, haakt u een koord als volgt: Haak 1 vaste in de hoek, haak dan lossen voor ongeveer 20-25 cm, keer het werk en haak terug met 1 halve vaste in elke losse, haak dan opnieuw 1 vaste in de hoek van het voorpand. Ga verder met de gehaakte rand rondom de hals tot de hoek na de minderingen voor de hals op het andere voorpand. Haak een koord op dezelfde manier als op het linker voorpand en ga dan verder naar beneden langs het hele rechter voorpand en eindig met 1 halve vaste in de hoek, keer het werk. TOER 2 (= goede kant): Haak 2 lossen, 1 vaste om de eerste losse, * 4 lossen, 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald, sla 1 vaste + 1 losse + 1 vaste over, haak 1 vaste om de volgende losse *, haak van *-* tot het einde van de toer (zorg ervoor dat u over de koorden heen haakt, zodat deze eronder liggen) en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op het begin van de vorige toer. Knip en hecht de draad af. Haak eenzelfde rand langs de onderkant van de voorpanden als volgt: Leg het rechter voorpand over het linker voorpand. Begin aan de verkeerde kant en haak over de onderrand, maar waar de voorpanden overlappen haakt u door beide lagen. Knip en hecht de draad af. GEHAAKTE RAND OVER DE OMKEERRAND AAN DE ONDERKANT VAN DE TRAPPELZAK: Begin aan de verkeerde kant en haak eenzelfde rand over de omkeerrand op dezelfde manier als beschreven hierboven. Vouw de rand naar boven op de markeerdraden. Naai de knopen op het voorpand. GEHAAKTE RAND OM DE MOUWEN: Begin aan de verkeerde kant en haak dan als volgt: TOER 1: Haak 1 vaste in de eerste steek, * 1 losse, sla ongeveer 1 ribbel over, haak 1 vaste in de volgende steek *, haak vanaf *-* om de hele mouw en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op het begin van de toer. TOER 2: Haak 2 lossen, 1 vaste om de eerste losse, * 4 lossen, 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald, sla 1 vaste + 1 losse + 1 vaste over, haak 1 vaste om de volgende losse *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 2e losse op het begin van de toer. Knip en hecht de draden af. Haak eenzelfde rand om de andere mouw. Keer het werk naar boven op de mouwen. KOORDEN: Maak 1 koord aan elke kant van de trappelzak zoals ook aan elke hoek op de voorpanden gemaakt zijn. Het koord op de goede kant wordt aan de binnenkant van de naad gemaakt (dus op de verkeerde kant van het werk) en het koord op de linkerkant wordt op de buitenkant van de naad gemaakt (dus op de goede kant van het werk) – zorg ervoor dat deze koorden op dezelfde hoogte komen als de andere twee. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #catchawinkbuntingbag of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 22 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 33-6
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.