Petra schreef:
Bei mir wellt sich der Häkelrand leider, was kann ich dagegen tun.? Und in der Anleitung steht lediglich man soll Stäbchen häkeln.macht man das mit 2 Umschlägen wird das sehr löcherig. Ich habe jetzt einfache Stäbchen mit nur einem Umschlag gehäkelt. Ist das korrekt?
12.04.2025 - 22:29
Petra schreef:
Mir ist nicht klar, wie die Vorderteile zusammen genäht werden. Nur an der Unterkante?
08.04.2025 - 09:23DROPS Design antwoorde:
Liebe Petra, die Vorderseiten werden nicht zusammengenäht, sie sind beide am Rückenteil genäht (Seiten) - unten wird man die Häkelkante durch beide Vorderteile häkeln, so nicht zusammengenäht sonder nur zusammengehäkelt. Viel Spaß beim Weiterstricken!
08.04.2025 - 14:40
Josephine schreef:
Hallo, ik ben bijna aan het eind van het rechter voorpand. Het stukje van waar de markeerdraad komt en de steken opzetten, hoe ik dat moet doen. Kun je dat uitleggen?
28.12.2024 - 21:55
Josephine schreef:
Dankjewel voor de snelle reactie. Ik snap het.
11.12.2024 - 11:08
Josephine schreef:
Hallo, De maat klopt niet. Mijn proeflapje: ik moet met naald 4 breien om de juiste verhouding te krijgen: 24 steken en 48 naalden is 10x10cm. Met naald 4 is erg los. Nu brei ik het voorpand maat 1/3 maanden, dus zet ik 52 steken op. Maar het voorpand is nu maar 22 cm breed en dat moet zijn 26 cm volgens de tekening. Volgens mij klopt het patroon niet?!
10.12.2024 - 11:56DROPS Design antwoorde:
Dag Josephine,
Bij een stekenverhouding van 24 steken in de breedte = 10 cm, zou een lapje met 52 steken ruim 20 cm moeten zijn, want dat is het dubbele aantal steken. Dat klopt dus wel. (De tekening geeft de maat aan als het werk klaar is, het voorpand is smaller.
11.12.2024 - 09:02
Josephine schreef:
Hallo, ik ga de trappelzak breien maar weet niet hoe ik de kantsteek moet breien. Kunt u me helpen?
03.12.2024 - 20:40DROPS Design antwoorde:
Dag Josephine,
De kantsteken worden altijd in ribbelsteek gebreid, dus recht aan de goede kant en recht aan de verkeerde kant.
04.12.2024 - 20:05
Josephine schreef:
Hallo, ik ga de trappelzak breien. Hoe moet ik de kantsteek breien?
03.12.2024 - 20:05
Nicole schreef:
Hallo, ich würde sehr gern den Schlafsack Stricken, kann aber mit der Anzahl der g Angaben nicht deuten. Benötige ich für eine 80/86 350g oder 1200g?
15.11.2024 - 23:14DROPS Design antwoorde:
Liebe Nicole, in 12/18 Monate/80/86 cm, brauchen Sie 350 g einer Farbe + 50 g von der 2. Farbe in Baby Merino/50 g das Knäuel = 7 Knäuel einer Farbe + 1 Knäuel einer anderen Farbe. Viel Spaß beim Stricken !
18.11.2024 - 07:22
Norma Deckers schreef:
Goedendag. Helaas moet ik constateren dat 400 gr wol voor de trappelzak voor 2 jaar, te weinig is. Ik ben nu begonnen aan het rugpand, en ik heb nog maar 1,5 bol wol over. Ik moet nu wol bij gaan bijbestellen, ik heb hierdoor het probleem dat de kleur afwijkt, En weer extra verzendkosten. Met vriendelijke groet. Norma Deckers
10.11.2024 - 10:53
Nerys Moses schreef:
I have almost completed the lovely knit but am confused about the tie cords. If they extend from the point on each front piece where the neck shaping starts, how can they be used to secure a wrap around? Thank you
09.06.2024 - 07:00DROPS Design antwoorde:
Dear Nerys, the corner of the front piece is the pointy end, which you can see around the waist more or less; you can see this better in the photos. So they can secure the wrap easily. Happy knitting!
09.06.2024 - 23:07
Catch a Wink#catchawinkbuntingbag |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trappelzak voor baby’s in DROPS BabyMerino. Het werk wordt gebreid in ribbelsteek met overslag, gehaakte randen en koorden. Maten prematuur - 4 jaar.
DROPS Baby 33-6 |
|
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten van het voorpand en over de halslijn): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Minder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Minder als volgt na de 1 kantsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. Minder als volgt voor de 1 kantsteek: Begin 2 steken voor de 1 kantsteek en brei 2 recht samen. TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten van het achterpand): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt! Meerder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen. TIP VOOR HET BREIEN: Er worden 10 extra steken opgezet aan de onderkant van elke mouw voor de omkeerrand. Als u deze omkeerrand niet wilt, zet dan alleen (9) 9-12-12-10 (13) steken op aan de onderkant van elke mouw in plaats van (19) 19-22-22-20 (23) steken. Denk erom dat u dan 10 steken minder heeft aan elke kant al u het totaal aantal steken telt. KNOOPSGATEN (voor de vouw aan de onderkant van de trappelzak): 1 knoopsgat = kant 2 steken af, zet op de volgende naald 2 nieuwe steken op over de afgekante steken. De buitenste knoopsgaten worden ongeveer 2 cm vanaf elke kant gebreid. Brei dan de andere knoopsgaten met ongeveer (7) 6-5½-6-7 (8) cm tussen elk. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRAPPELZAK – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald. U begin met een van de voorpanden, zet steken op voor de mouw en ga verder met de schouder. Brei dan het andere voorpand op dezelfde manier, maar dan omgekeerd. De 2 voorpanden worden samen gebreid en brei dan naar beneden het achterpand tot de gewenste lengte. Het achterpand is langer dan de voorpanden en wordt eroverheen gevouwen – zie foto. Extra steken worden opgezet voor de omkeerrand aan de onderkant van elke mouw. Als u geen omkeerrand wilt, haal deze steken dan af van het totaal aantal opgezette steken voor de mouwen – lees TIP VOOR HET BREIEN! RECHTER VOORPAND: Zet (44) 49-52-60-67 (71) steken op (inclusief 1 kantsteek in de zijkant) met rondbreinaald 3 mm en lichtgrijs. Brei RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven (eerste naald = goede kant en wordt gebreid vanaf midden voor). Als het werk (6) 6-6-8-8 (8) cm meet, minder dan 1 steek in de zijkant (dus aan het einde van de naald aan de goede kant) – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere (5) 5½-7-7-5½ (5½) cm in totaal (5) 6-6-7-10 (12) keer = (39) 43-46-53-57-59 steken. HALSLIJN: Als het werk (29) 36-43-52-61 (70) cm meet, minder dan 1 steek voor de hals op het begin van de naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald (dus elke naald aan de goede kant) in totaal (20) 20-22-26-28 (29) keer en dan iedere 4e naald (dus iedere andere naald aan de goede kant) in totaal 2 keer in alle maten. MOUW: Zet TEGELIJKERTIJD als het werk (32) 39-47-56-65 (74) cm meet, nieuwe steken op voor de mouw aan het einde van de naald aan de goede kant als volgt: Zet in totaal (4) 4-4-4-6 (6) keer (4) 6-7-8-7 (8) steken op en dan 1 keer (19) 19-22-22-20 (23) steken. Na alle minderingen en meerderingen zijn er (52) 64-72-79-89 (99) steken op de naald voor de schouder/mouw. Ga verder heen en weer gebreid met ribbelsteek tot het werk (40) 48-56-66-76 (86) cm meet. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald aan de goede kant (dus richting de hals). De markeerdraad geeft het midden van de bovenkant van de schouder aan en het werk wordt hier later omgevouwen. De markeerdraad wordt tevens gebruikt om het werk vanaf hier te meten. Ga verder met ribbelsteek en zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de volgende 2 naalden aan de verkeerde kant (dus richting de hals) = (56) 68-76-83-93 (103) steken op de naald en de laatste naald wordt gebreid aan de verkeerde kant. Plaats alle steken op een hulpdraad of laat ze op de naald staan. Brei het linker voorpand zoals beschreven hieronder. LINKER VOORPAND: Zet (44) 49-52-60-67 (71) steken op (inclusief 1 kantsteek in de zijkant) met rondbreinaald 3 mm en lichtgrijs. Brei ribbelsteek (eerste naald = goede kant en wordt gebreid vanaf de zijkant). Als het werk (6) 6-6-8-8 (8) cm meet, minder dan 1 steek in de zijkant (dus op het begin van elke naald aan de goede kant) – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere (5) 5½-7-7-5½ (5½) cm in totaal (5) 6-6-7-10 (12) keer = (39) 43-46-53-57-59 steken. HALSLIJN: Als het werk (29) 36-43-52-61 (70) cm meet, minder dan 1 steek voor de hals aan het einde van elke naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald (dus iedere naald aan de goede kant) in totaal (20) 20-22-26-28 (29) keer en dan iedere 4e naald (dus iedere andere naald aan de goede kant) in totaal 2 keer in alle maten. MOUW: Zet TEGELIJKERTIJD als het werk (32) 39-47-56-65 (74) cm meet, nieuwe steken op voor de mouw aan het einde van de naald aan de verkeerde kant als volgt: Zet in totaal (4) 4-4-4-6 (6) keer (4) 6-7-8-7 (8) steken op en dan 1 keer (19) 19-22-22-20 (23) steken. Na alle minderingen en meerderingen zijn er (52) 64-72-79-89 (99) steken op de naald voor de schouder/mouw. Ga verder heen en weer gebreid met ribbelsteek tot het werk (40) 48-56-66-76 (86) cm meet. Voeg 1 markeerdraad in aan het einde van de naald aan de goede kant (dus richting de hals). De markeerdraad geeft het midden van de bovenkant van de schouder aan en het werk wordt hier later gevouwen. De markeerdraad wordt tevens gebruikt om het werk vanaf hier te meten. Ga verder met ribbelsteek en zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de volgende 2 naalden aan de goede kant (dus richting de hals) = (56) 68-76-83-93 (103) steken op de naald. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei nu het achterpand zoals beschreven hieronder. ACHTERPAND: Brei aan de goede kant recht over alle (56) 68-76-83-93 (103) steken op het linker voorpand, zet (8) 8-12-12-12 (14) nieuwe steken op de naald voor de hals op de achterkant en brei dan recht aan de goede kant over alle (56) 68-76-83-93 (103) steken van het rechter voorpand = (120) 144-164-178-198 (220) steken. HET WERK WORDT NU GEMETEN VANAF DE MARKEERDRADEN OP DE SCHOUDERS! Ga verder heen en weer gebreid met ribbelsteek over alle steken. Als het werk (6) 7-7-8-8 (9) cm meet vanaf de markeerdraden kant dan de mouwsteken als volgt af: Kant af op het begin van elke naald aan elke kant 1 keer (19) 19-22-22-20 (23) steken en dan in totaal (4) 4-4-4-6 (6) keer (4) 6-7-8-7 (8) steken aan elke kant = (50) 58-64-70-74 (78) steken over op de naald. Brei verder tot het werk (14) 14-15-16-18 (17) cm meet vanaf de markeerdraden. Meerder nu 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo iedere (5) 5½-7-7-5½ (5½) cm in totaal (5) 6-6-7-10 (12) keer aan elke kant = (60) 70-76-84-94 (102) steken. Brei verder tot het werk (40) 48-56-66-76 (86) cm meet vanaf de markeerdraden. Voeg nu 1 nieuwe markeerdraad in aan elke kant van het achterpand. Deze markeerdraden geven de vouwrand aan de onderkant van de trappelzak aan; het werk wordt nu gemeten vanaf de nieuwe markeerdraden. Ga verder met ribbelsteek tot het werk (4) 4-4-6-6 (6) cm meet vanaf de nieuwe markeerdraden. Op de volgende naald aan de goede kant, brei (4) 5-6-6-6 (6) KNOOPSGATEN verdeeld– lees beschrijving hierboven. Brei verder tot het werk (6) 6-6-8-8 (8) cm meet vanaf de nieuwe markeerdraden (de hele trappelzak meet ongeveer (46) 54-62-74-84 (94) cm vanaf de markeerdraden op de schouders). Kant dan losjes af met recht aan de goede kant. AFWERKING: Vouw het werk dubbel op de markeerdraden op de schouders. Naai de onder-mouwnaden en zijnaden in een keer dicht, aan de binnenkant van de 1 kantsteek. GEHAAKTE RAND OVER DE OPENING VAN DE TRAPPELZAK: Begin aan de verkeerde kant op de onderkant van de linker hoek van het linker voorpand en haak met haaknaald 2.5 mm en naturel over de opening van de trappelzak als volgt: TOER 1 (= verkeerde kant): 1 vaste in de eerste steek, * 1 losse, sla ongeveer 1-2 steken over (test dit; de rand moet plat liggen), haak 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* naar boven over het hele linker voorpand, maar op de hoek waar de minderingen voor de hals beginnen, haakt u een koord als volgt: Haak 1 vaste in de hoek, haak dan lossen voor ongeveer 20-25 cm, keer het werk en haak terug met 1 halve vaste in elke losse, haak dan opnieuw 1 vaste in de hoek van het voorpand. Ga verder met de gehaakte rand rondom de hals tot de hoek na de minderingen voor de hals op het andere voorpand. Haak een koord op dezelfde manier als op het linker voorpand en ga dan verder naar beneden langs het hele rechter voorpand en eindig met 1 halve vaste in de hoek, keer het werk. TOER 2 (= goede kant): Haak 2 lossen, 1 vaste om de eerste losse, * 4 lossen, 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald, sla 1 vaste + 1 losse + 1 vaste over, haak 1 vaste om de volgende losse *, haak van *-* tot het einde van de toer (zorg ervoor dat u over de koorden heen haakt, zodat deze eronder liggen) en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op het begin van de vorige toer. Knip en hecht de draad af. Haak eenzelfde rand langs de onderkant van de voorpanden als volgt: Leg het rechter voorpand over het linker voorpand. Begin aan de verkeerde kant en haak over de onderrand, maar waar de voorpanden overlappen haakt u door beide lagen. Knip en hecht de draad af. GEHAAKTE RAND OVER DE OMKEERRAND AAN DE ONDERKANT VAN DE TRAPPELZAK: Begin aan de verkeerde kant en haak eenzelfde rand over de omkeerrand op dezelfde manier als beschreven hierboven. Vouw de rand naar boven op de markeerdraden. Naai de knopen op het voorpand. GEHAAKTE RAND OM DE MOUWEN: Begin aan de verkeerde kant en haak dan als volgt: TOER 1: Haak 1 vaste in de eerste steek, * 1 losse, sla ongeveer 1 ribbel over, haak 1 vaste in de volgende steek *, haak vanaf *-* om de hele mouw en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste op het begin van de toer. TOER 2: Haak 2 lossen, 1 vaste om de eerste losse, * 4 lossen, 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald, sla 1 vaste + 1 losse + 1 vaste over, haak 1 vaste om de volgende losse *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 2e losse op het begin van de toer. Knip en hecht de draden af. Haak eenzelfde rand om de andere mouw. Keer het werk naar boven op de mouwen. KOORDEN: Maak 1 koord aan elke kant van de trappelzak zoals ook aan elke hoek op de voorpanden gemaakt zijn. Het koord op de goede kant wordt aan de binnenkant van de naad gemaakt (dus op de verkeerde kant van het werk) en het koord op de linkerkant wordt op de buitenkant van de naad gemaakt (dus op de goede kant van het werk) – zorg ervoor dat deze koorden op dezelfde hoogte komen als de andere twee. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #catchawinkbuntingbag of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 22 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 33-6
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.