DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Cotton Merino yarn
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

California Dream

Gehaakte top met kantpatroon en ruche. Maat: S - XXXL Het werk wordt gehaakt in DROPS Cotton Merino.

Markeer maat:
DROPS 190-21

#californiadreamtop

DROPS design: Patroon cm-091
Garengroep B
----------------------------------------------------------
TOP:
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-300-300-350-350-400 g kleur 01, naturel

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep B)” - zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 18 stokjes x 9 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.

DROPS HAAKNAALD 5 mm - voor de opzetsteken.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.

HAAK TIP-1 (geldt voor het lijf maar niet voor het telpatroon):
Vervang het eerste stokje op het begin van iedere toer met 3 lossen.

HAAK TIP-2 (geldt voor het lijf maar niet voor het telpatroon):
Als u in de rondte haakt, vervang dan het eerste stokje met 3 lossen, eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder door 2 stokjes samen te haken.


TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, gebruik het totaal aantal stokjes op de toer (dus 146 stokjes) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 22) = 6.6. In dit voorbeeld meerdert u door 2 stokjes in hetzelfde stokje te haken, afwisselend ongeveer ieder 6e en 7e stokje.
----------------------------------------------------------

BOVENKANT:
Het werk wordt heen en weer gehaakt, van boven naar beneden, haak het voor- en achterpand apart naar beneden tot het armsgat, haak dan in de rondte over beide delen. Haak dan de bandjes van onder naar boven en haak dan ruches heen en weer gehaakt op de bandjes, hecht het ruche aan het voor-/achterpand.

VOORPAND:
Haak 51-53-53-55-57-59 lossen (inclusief 3 lossen om het werk mee te keren) op haaknaald 5 mm met Cotton Merino. Haak verder met haaknaald 4 mm, keer het werk en haak 1 stokje in de 4e losse van de haaknaald (= 2 stokjes), haak 1 stokje in elk van de volgende 47-49-49-51-53-55 lossen = 49-51-51-53-55-57 stokjes.
Begin op de volgende toer met meerderen aan elke kant van het werk en haak TEGELIJKERTIJD in patroon als volgt:
Meerder 1 stokje aan elke kant van het werk (= 2 stokjes gemeerderd) - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere toer 3-5-8-13-14-15 keer in totaal, en dan iedere andere toer 5-5-3-0-0-0 keer in totaal = 65-71-73-79-83-87 stokjes op de laatste toer.
Haak de volgende toer als volgt, begin aan de goede kant: Lees HAAK TIP-1 – haak 1 stokje in elk van de eerste 0-1-1-2-3-4 stokjes, A.1a over de volgende 10 stokjes, herhaal A.1b over de volgende 30 stokjes (= 5 keer in totaal in de breedte), A.1c over de volgende 9 stokjes en 1 stokje in elk van de laatste 0-1-1-2-3-4 stokjes. Ga verder tot A.1 1 keer in de hoogte is gehaakt. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Haak dan als volgt, begin op de verkeerde kant: Haak 1 stokje in ieder stokje tot er 1 stokje over is voor de eerste lossenlus, haak A.2c, herhaal A.2b 3 keer in totaal in de breedte, A.2a en 1 stokje in iedere stokje over de hele toer. Ga verder tot A.2 in de hoogte is gehaakt.
Haak dan als volgt, begin op de verkeerde kant: Haak 1 stokje in iedere stokje tot de eerste lossenlus, haak A.3 en 1 stokje in ieder stokje over de rest van de toer. Ga verder tot A.3 in de hoogte is gehaakt. Haak nu 1 stokje in iedere steek tot het werk 14-15-15-16-16-17 cm meet. Hecht af, keer het werk. Leg het werk terzijde.

ACHTERPAND:
Haak 51-53-53-55-57-59 lossen (inclusief 3 lossen om het werk mee te keren) op haaknaald 5 mm met Cotton Merino. Haak verder met haaknaald 4 mm, keer het werk en haak 1 stokje in de 4e losse van de haaknaald (= 2 stokjes), haak 1 stokje in elk van de volgende 47-49-49-51-53-55 lossen = 49-51-51-53-55-57 stokjes.
Haak dan 1 stokje in iedere stokje - Meerder tegelijkertijd 1 stokje aan elke kant van het werk - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere toer 8-10-11-13-14-15 keer in totaal = 65-71-73-79-83-87 stokjes op de laatste toer. Hecht af bij een hoogte van 14-15-15-16-16-17 cm (pas aan volgens voorpand), keer het werk.

LIJF:
Haak nu de twee delen samen als volgt:
Haak 4-4-7-8-12-15 lossen voor het armsgat, 1 stokje in elk van de 65-71-73-79-83-87 stokjes van het achterpand, haak 8-8-14-16-24-30 lossen voor het armsgat, 1 stokje in elk van de 65-71-73-79-83-87 stokjes van het voorpand, haak 4-4-7-8-12-15 lossen voor het armsgat en eindig met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer. Haak dan het werk in de rondte, ga verder met 1 stokje in ieder stokje/losse = 146-158-174-190-214-234 stokjes. Als u in de rondte haakt, keer dan het werk na iedere toer om afwisselend aan de goede kant en de verkeerde kant te haken. Dit wordt gedaan, zodat de textuur op de hele bovenkant hetzelfde is - lees HAAK TIP-2. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant, in het midden van de 8-8-14-16-24-30 lossen. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Ga zo verder tot het werk 8-9-10-11-12-13 cm meet.
Haak nu in de rondte volgens telpatroon A.4 terwijl u tegelijkertijd op de eerste toer (toer gemarkeerd met pijl in telpatroon) als volgt meerdert: Haak A.4b 28-30-33-36-39-43 keer in totaal op de toer – A.4a laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen en wordt aanvullend op A.4b gehaakt – Meerder tegelijkertijd 11-11-12-13-10-12 lossenlussen (= 1 stokje + 1 losse) verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 84-90-99-108-117-129 lossenlussen (= 1 stokje + 1 losse). Ga verder in de rondte, dus haak altijd in patroon aan de goede kant. Als A.4 klaar is in de hoogte, hecht dan af.

BANDJES:
Haak nu een bandje heen en weer gehaakt in de opzetrand op het voorpand over de eerste 8-9-9-9-10-10 stokjes. Haak 1 stokje in ieder stokje tot het bandje 10-10-11-11-12-12 cm meet. Hecht af. Haak 1 bandje over de eerste 8-9-9-9-10-10 stokjes aan de andere kant op dezelfde manier. Haak de bandjes op dezelfde manier op het achterpand. Naai de bandjes samen op de schouder.

RUCHE:
Haak heen en weer over iedere toer op het bandje (= 20-20-22-22-24-24 cm). Begin op de verkeerde kant en haak 1 stokje in de eerste toer, * 1 losse, 1 stokje om de toer *, haak van *-* over de het hele eerste bandje – pas zo aan dat er 26-26-28-28-30-30 lossenlussen zijn (= 1 losse + 1 stokje) op deze toer, eindig met 1 stokje in de laatste toer = 1 stokje aan elke kant en 26-26-28-28-30-30 lossenlussen (= 1 losse + 1 stokje). Keer het werk en haak dan als volgt aan de goede kant: A.5a, A.5b 13-13-14-14-15-15 keer in totaal in de breedte, eindig met A.5c. Ga verder met dit patroon tot A.5 klaar is in de hoogte, hecht af. Haak een ruche op het andere bandje op dezelfde manier.

HALSRAND:
Haak 1 vaste in ieder stokje/2 vasten langs iedere toer met stokjes over de hele hals.

MOUWRAND:
Haak 1 vaste in ieder stokje/2 vasten langs iedere toer met stokjes langs het armsgat – begin gelijk na het ruche, haak over het armsgat en tot het ruche. Plaats het ruche rand tot rand tegen deze mouwrand (op zowel voor- en achterpand) en hecht aan met kleine, nette steken. Haak de andere mouwrand op dezelfde manier en hecht het ruche aan.

KOORD:
Knip 3 lengtes van 3 meter elk van Cotton Merino. Draai de draden samen tot ze niet verder willen, vouw ze dubbel zodat ze opnieuw gaan draaien. Maak een knoop op elk einde. Rijg het garen op en neer door de eerste toer met gaatjes - begin midden voor. Zet vast met een strik op de voorkant.

Telpatroon

1 losse = 1 losse
2 lossen = 2 lossen
3 lossen = 3 lossen
vaste in de steek = vaste in de steek
vaste om de losse/lossenlus = vaste om de losse/lossenlus
half stokje om de lossenlus = half stokje om de lossenlus
stokje in de steek = stokje in de steek
stokje om de lossenlus = stokje om de lossenlus
driedubbel stokje om de losse = driedubbel stokje om de losse
toer begint met 1 losse. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer = toer begint met 1 losse. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer
toer begint met 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = toer begint met 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer
toer begint met 5 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 5e losse op het begin van de toer = toer begint met 5 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 5e losse op het begin van de toer
deze toer is reeds gehaakt, begin op de volgende toer! = deze toer is reeds gehaakt, begin op de volgende toer!
meerdertoer = meerdertoer
Diagram for DROPS 190-21
Diagram for DROPS 190-21
Diagram for DROPS 190-21
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 190-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (181)

country flag KRAFT Jacqueline schreef:

Merci pour votre réponse, pour la taille M, je dois donc commencer ma 6ème augmentation sur le 7ème rang et non sur le 8ème rang ?

29.04.2025 - 11:02

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Kraft, diminuez comme indiqué auparavant, soit lorsque les 5 x tous les rangs sont faites, diminuez 5 fois tous les 2 rangs (= 1 rang sur 2)- vous diminuez au début et à la fin de chaque rang, indépendamment du point fantaisie. Bon crochet!

29.04.2025 - 13:35

country flag Jacqueline Kraft schreef:

Bonjour, je suis à la fin de A3 en taille M, je devrais avoir 67 mailles, vu que j'ai encore 2 augmentations à faire, or j'en ai 69. Normal puisque dans l'arceau du milieu on fait 1/2 br, 1ms,1/2 br ! N'y a-il pas une erreur ?

28.04.2025 - 18:21

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Kraft, vous devriez avoir le bon nombre de mailles, lorsque vous crochetez le dernier rang de A.3 vous avez 19 mailles dans A.3, soit (3x le motif A.1b/A.2b + 1 m). Au dernier rang de A.3 vous faites l'avant-dernière augmentation et la dernière augmentation doit être au 1er rang de brides après A.3. Bon crochet!

29.04.2025 - 08:45

country flag Françoise schreef:

Merci beaucoup, je vais essayer.

28.04.2025 - 16:28

country flag Françoise schreef:

Je vous remercie beaucoup pour votre réponse. En fait le 1er rang du devant de l'ouvrage se trouve au niveau de la cordelière ? Merci pour votre réponse et votre patience !

28.04.2025 - 11:46

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Françoise, pas exactement car le dos et le devant se crochètent d'abord séparément de haut en bas, donc le 1er rang est au niveau de l'encolure = le 1er rang de brides est le rang que l'on voit au niveau de l'encolure, puis on crochète le point ajouré en augmentant de chaque côté pour la largeur d'emmanchures. (comme pour un raglan par exemple). Quan d les emmanchures sont faites, on crochète le dos (de la même façon mais sans le point ajouré), puis on crochète le dos et le devant ensemble, en rond, d'abord en brides puis en point ajouré - la cordelette sera ensuite enfilée dans le 1er rang ajouré du bas du top. Bon crochet!

28.04.2025 - 13:42

country flag Françoise schreef:

Bonjour, je suis perdue ! pour le devant je suis arrivée à la fin des augmentations. J'ai monté 53 m (taille M) et j'ai maintenant 71 mailles. Vous dites : crocheter le rang suivant en commençant sur l'endroit. A 1a, A 1b, A 1c font à eux 3 un total de 51 mailles et moi j'en ai 71 ???? Merci pour votre aide.

27.04.2025 - 11:34

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Françoise, les augmentations se font en même temps que l'on crochète le point fantaisie, autrement dit, au tout 1er rang, vous avez 49 m (2ème taille), vous crochetez le point fantaisie des diagrammes A.1a, b et c comme indiqué, et, en même temps, vous augmentez de chaque côté tous les rangs, puis tous les 2 rangs. (vous ne devez pas d'abord augmenter puis crocheter le point fantaisie). Bon crochet!

28.04.2025 - 08:17

country flag Alina schreef:

Hallo! Ich komme mit der Stäbchen Anzahl nicht hin. Nach der 1. Reihe mit 49 Stäbchen soll ich 2 im Muster A1 zunehmen. Aber wenn man das Muster genauer ansieht mehrkt man, dass A1a über 10 Stäbchen geht aber 14 Maschen hat. Somit kommt man am Ende nicht auf 65 Maschen. Ich bin nach 3 Reihen Zunahme bereits auf über 70 Maschen. Was übersehen ich? Darf man irgendwas nicht mitzählen? Bitte eine genauere Erläuterung, danke!

10.03.2025 - 19:45

DROPS Design antwoorde:

Liebe Alina, die Zunahmen beginnen mit der 1. Reihe Muster, dh das Muster wird über diese 49 Maschen gehäkelt, und gleichzeitig beginnen die Zunahmen an beiden Seiten. Viel Spaß beim Häkeln!

12.03.2025 - 08:11

country flag Sabrina schreef:

Hallo! Ich habe eine Frage zum Beginn des Vorderteils in Größe S. Ich habe die Luftmaschen angeschlagen und nun 49 Stäbchen gehäkelt. Aber nun weiß ich nicht wie es weitergeht. Ich verstehe nicht wie das gemeint ist mit gleichzeitig im Muster häkeln. Welches Muster? Weil weiter unten steht dann im Diagramm A1a bis A1c häkeln. Welches Muster bzw. Diagramm soll man vorher häkeln mit den Zunahmen? Es wäre toll eine Erklärung zu bekommen. Danke und lg Sabrina

06.03.2025 - 17:54

DROPS Design antwoorde:

Liebe Sabrina, man wird jetzt im Muster häkeln, aber gleichzeitig zunehmen, so in S häkeln Sie: A.1a (10 Maschen), gleicheiztig nehmen Sie 1 Stäbchen am Anfang der Reihe zu, dann häkeln Sie 5 Mal A.1b dann A.1c häkeln, gleichzeitig nehmen Sie 1 Stäbchen am Ende der Reihe zu. Häkeln Sie mit A.1 so weiter, und gleichzeitig insgesamt 3 Mal in jeder Reihe (1. ist oben beschrieben) + 5 Mal in jeder 2. Reihe zunehmen = 65 Maschen. Viel Spaß beim Häkeln!

07.03.2025 - 08:40

country flag Daniela schreef:

No puedo hacer coincidir el final de las vueltas en A.4, he seguido el diagrama pero al cerrar y pasar a la siguiente hilera en el ultimo punto se pierde el patrón. Pienso que estoy haciendo algo mal o no entendí bien como tejerlo en redondo. Hay algún video que explique ese punto en particular?

01.12.2024 - 05:32

DROPS Design antwoorde:

Hola Daniela, A.4a se trabaja 1 vez, al inicio de la vuelta. El símbolo al inicio de la vuelta te explica cómo termina la vuelta también. El resto de la vuelta se trabaja según A.4b. La unión a las cadenetas de inicio, al final de la vuelta, romperá ligeramente el patrón, pero esto es algo que no es posible ocultar demasiado al trabajar a ganchillo, siempre quedará algo visible. Por eso se suele intentar que la unión quede en los lados y no en el centro de la espalda, donde podría estar más visible. Si tienes problemas en una fila concreta puedes indicarnos la fila y el símbolo problemático para que podamos ayudarte mejor.

08.12.2024 - 18:12

country flag Daniela schreef:

No puedo hacer coincidir el final de las vueltas en A.4, he seguido el diagrama pero al cerrar y pasar a la siguiente hilera en el ultimo punto se pierde el patrón. Pienso que estoy haciendo algo mal o no entendí bien como tejerlo en redondo. Hay algún video que explique ese punto en particular?

01.12.2024 - 05:31

DROPS Design antwoorde:

Hola Daniela, A.4a se trabaja 1 vez, al inicio de la vuelta. El símbolo al inicio de la vuelta te explica cómo termina la vuelta también. El resto de la vuelta se trabaja según A.4b. La unión a las cadenetas de inicio, al final de la vuelta, romperá ligeramente el patrón, pero esto es algo que no es posible ocultar demasiado al trabajar a ganchillo, siempre quedará algo visible. Por eso se suele intentar que la unión quede en los lados y no en el centro de la espalda, donde podría estar más visible. Si tienes problemas en una fila concreta puedes indicarnos la fila y el símbolo problemático para que podamos ayudarte mejor.

08.12.2024 - 18:12

country flag Karina Chiriboga schreef:

Hola muchas gracias por el patrón,tal vez tienen ese patrón en video?

25.09.2024 - 11:36

DROPS Design antwoorde:

Hola Karina, puedes encontrar todos los videos relevantes para realizar la labor en la pestaña de videos en la parte superior del patrón. No hay un video paso a paso para este patrón.

29.09.2024 - 19:03