DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Alpaca yarn
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Ready, Set, Go

De set bestaat uit: Trui met strepen en raglan voor baby, gebreid van boven naar beneden. Muts met strepen en oorflappen en sokken voor baby. Maat prematuur - 4 jaar De set wordt gebreid in DROPS Alpaca.

DROPS Baby 31-18

#readysetgosweater

DROPS design: Patroon z-099-by
Garengroep A
----------------------------------------------------------

VOOR DE HELE SET HEEFT U NODIG:
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar.
De maat komt overeen met ongeveer de lengte van het kind in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Hoofdomtrek: 40/42 - 42/44 - 44/46 (48/50 - 50/52) cm.
Voor voetlengte: 10-11-12 (14-16) cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-200-200 (200-250) g kleur 618, licht beige
50-50-50 (50-50) g kleur 506, antraciet
50-50-50 (50-50) g kleur 101, wit
50-50-50 (50-50) g kleur 3900, donkerrood

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 cm) MAAT 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 steken en 34 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS HAAKNAALD 3 mm - voor het koord

DROPS HOUTEN KNOPEN Eiken NR 503: 4 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

TRUI:
Maat: (prematuur) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar.
De maat komt overeen met ongeveer de lengte van het kind in cm: (40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
(100) 100-100-100-150 (150-150) g kleur 618, licht beige
(50) 50-50-50-50 (50-50) g kleur 506, antraciet
(50) 50-50-50-50 (50-50) g kleur 101, wit
(50) 50-50-50-50 (50-50) g kleur 3900, donkerrood

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 cm) MAAT 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS HOUTEN KNOPEN Eiken NR 503: 4 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

MUTS:
Maat: (<0) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Hoofdomtrek: (28/32) 34/38 - 40/42 - 42/44 - 44/46 (48/50 - 50/52) cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
(50) 50-50-50-50 (50-50) g kleur 618, licht beige
(50) 50-50-50-50 (50-50) g kleur 506, antraciet
(50) 50-50-50-50 (50-50) g kleur 101, wit
(50) 50-50-50-50 (50-50) g kleur 3900, donkerrood

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS HAAKNAALD 3 mm - voor het koord.
----------------------------------------------------------

SOKKEN:
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Voor voetlengte: 10-11-12 (14-16) cm
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
50-50-50 (50-50) g kleur 618, licht beige

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 steken en 34 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid – geldt voor de trui en de muts):
1 ribbel = 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de trui):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder met 1 omslag, brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de trui):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor de sok):
Minder 1 steek voor de 1 steek averecht als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de 1 steek averecht, 2 recht samen.
Minder 1 steek na de 1 steek averecht als volgt: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

MINDEREN VOOR DE TEEN (geldt voor de sok):
Minder 3 steken voor de markeerdraad als volgt: 2 recht samen, 1 recht.
Minder als volgt na de markeerdraad: 1 recht, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt van boven naar beneden gebreid. Brei eerst de pas heen en weer, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, brei dan de mouwen op breinaalden zonder knop. Neem steken op in een voorbies aan elke kant van de raglanopening en brei op het einde een halsrand heen en weer gebreid.

PAS:
Zet (88) 88-92-92-96 (100-100) steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant van het werk) op rondbreinaald 3 mm met licht beige. Brei nu heen en weer vanaf één raglanlijn (dus tussen het voorpand en de linkermouw).
Brei dan als volgt aan de goede kant:
Brei 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, brei 1 steek in tricotsteek en voeg de 1e markeerdraad in deze steek, brei (16) 16-14-14-14 (16-14) steken in tricotsteek en meerder (2) 4-4-6-6 (6-6) steken verdeeld (= linker mouw) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN, brei 1 steek in tricotsteek en voeg de 2e markeerdraad in deze steek, (24) 24-28-28-30 (30-32) steken in tricotsteek, brei 1 steek in tricotsteek en voeg de 3e markeerdraad in deze steek (= achterpand), (20) 20-18-18-18 (20-18) steken in tricotsteek en meerder (2) 4-4-6-6 (6-6) steken verdeeld (= rechter mouw), brei 1 steek in tricotsteek en voeg de 4e markeerdraad in deze steek, brei (21) 21-25-25-27 (27-29) steken in tricotsteek, brei 1 steek in tricotsteek en voeg de 5e markeerdraad in deze steek en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek = (92) 96-100-104-108 (112-112) steken.
Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant van het werk.
Meerder op de volgende naald aan de goede kant voor de raglan als volgt: Meerder 1 steek na de 1e markeerdraad, 1 steek aan elke kant van de 2e, de 3e en de 4e markeerdraad (= 2 steken gemeerderd in totaal aan elke kant van deze markeerdraden) en meerder 1 steek voor de 5e markeerdraad (= 8 steken gemeerderd op iedere meerdernaald). Meerder om de naald (2) 4-8-9-13 (14-20) keer in totaal, meerder dan iedere naald (4) 4-3-3-2 (2-0) keer in totaal (= (6) 8-11-12-15 (16-20) keer in totaal) = (140) 160-188-200-228 (240-272) steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Zet bij een hoogte van (7) 8-9-10-11 (12-13) cm, 2 nieuwe steken op aan het einde van de volgende 2 naalden = (144) 164-192-204-232 (244-276) steken. Brei nu het werk in de rondte in tricotsteek (de naald begint in de overgang tussen de linkermouw en het voorpand) tot het werk (8) 9-10-11-12 (13-14) cm meet. Brei nu het lijf en de mouwen als volgt: Zet de eerste (34) 40-44-48-54 (58-64) steken op een hulpdraad voor de mouw (= linkermouw), zet 8 steken op onder de mouw, brei (38) 42-52-54-62 (64-74) steken recht, zet de volgende (34) 40-44-48-54 (58-64) steken op een hulpdraad voor de mouw (= rechter mouw), zet 8 steken op onder de mouw, brei de laatste (38) 42-52-54-62 (64-74) steken recht.

LIJF:
= (92) 100-120-124-140 (144-164) steken. Voeg 1 markeerdraad in werk, MEET NU HET WERK VANAF HIER! Ga verder in de rondte in tricotsteek als volgt: Brei bij een hoogte van (6) 9-12-13-14 (17-20) cm, A.1. Als A. 1 keer 1 is gebreid, brei dan de volgende naald averecht (= vouwrand). Brei 12 naalden recht met licht beige. Kant af met recht.

MOUW:
Zet de (34) 40-44-48-54 (58-64) steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3 mm. Neem 1 steek op in elk van de 8 opgezette steken onder de mouw = (42) 48-52-56-62 (66-72) steken. Voeg 1 markeerdraad in midden onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte. Bij een hoogte van 2 cm vanaf waar het werk gescheiden is van het lijf, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder zo iedere (2e) 4e-4e-4e-4e (4e-5e) naald (3) 5-7-9-11 (12-14) keer in totaal = (36) 38-38-38-40 (42-44) steken. Brei bij een hoogte van (4) 8-10-12-15 (18-23) cm A.2 (de laatste 12 naalden van A.2 wordt gevouwen en later aan de mouw genaaid). Kant af met licht beige. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

RAGLANOPENING:
Maak nu 1 voorbies aan de binnenkant van de 1 kantsteek op het voorpand heen en weer gebreid als volgt: Neem (17) 19-22-24-26 (29-31) steken op met rondbreinaald 3 mm met licht beige aan de goede kant. Brei A.3 (brei de eerste naald op de verkeerde kant, de laatste 10 naalden van A.3 wordt gevouwen en op de verkeerde kant aan de trui genaaid). Minder TEGELIJKERTIJD op de 6e naald (= aan de goede kant) voor 3 knoopsgaten verdeeld op de naald door 2 steken recht samen te breien en 1 omslag te maken (maak het eerste knoopsgat ongeveer 2 cm naar beneden vanaf de hals, maak de 2 overgebleven knoopsgaten verdeeld op de bies). Minder voor het knoopsgat op dezelfde manier op de 16e naald. Denk erom dat de knoopsgaten later boven elkaar moeten komen als de rand omgevouwen is, zodat de knopen door beide gaatjes gaan.
Maak nu 1 voorbies aan de binnenkant van de 1 kantsteek op de linkermouw heen en weer gebreid als volgt: Neem (17) 19-22-24-26 (29-31) steken op met rondbreinaald 3 mm met licht beige aan de goede kant. Brei 10 naalden in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant), kant af met recht op de verkeerde kant.

AFWERKING:
Vouw de rand op het lijf naar boven en naai het netjes aan het lijf op de verkeerde kant met licht beige.
Vouw de rand op de mouwen naar boven en naai ze netjes aan de mouw op de verkeerde kant met licht beige.
Vouw de voorbies op het voorpand dubbel, plaats de voorbies op de linkermouw eronder en naai aan de onderkant waar de 2 steken opgezet zijn met licht beige.

HALSRAND:
Wordt heen en weer gebreid. Begin op de voorbies op het voorpand en neem ongeveer 70-97 steken op aan de goede kant rondom de hele hals tot aan de voorbies op de mouw (neem steken op door beide lagen op de voorbies op het voorpand). Brei A.3 over alle steken (1e naald = verkeerde kant). Minder TEGELIJKERTIJD op de 6e naald voor 1 knoopsgat, door de 4e en 5e steek recht samen te breien en maak 1 omslag, Minder voor het knoopsgat op dezelfde manier op de 16e naald.
Als A.3 is gebreid, kant dan af met licht beige. Vouw de rand dubbel en naai netjes vast waar de steken opgenomen zijn voor de hals met licht beige op de verkeerde kant. Naai de opening aan elke kant op de hals samen in de buitenste lus van de kantsteek met licht beige aan de goede kant. Naai de knopen op de halsrand en de voorbies op de linkermouw.
----------------------------------------------------------

MUTS:
Brei in de rondte op naalden zonder knop.
Zet (70) 82-92-96-98 (108-112) steken op breinaalden zonder knop maat 3 mm met licht beige. Brei 5 cm in tricotsteek. Brei 1 naald averecht (= vouwrand). Voeg 1 markeerdraad in het werk, MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei A.4 over alle steken. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met licht beige. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder bij een hoogte van (9) 8-9-10-10 (10-11) cm (4) 4-2-0-2 (0-4) steken verdeeld = (66) 78-90-96-96 (108-108) steken. Voeg dan 6 markeerdraden in, (11) 13-15-16-16 (18-18) steken uit elkaar. Er blijft ongeveer (5) 6-6-6-6 (7-7) cm over op de muts. Minder nu 1 steek na iedere markeerdraad door iedere andere naald 2 steken recht samen te breien (7) 8-6-5-5 (6-6) keer in totaal, dan iedere naald (2) 3-7-9-9 (10-10) keer in totaal = 12 steken. Brei alle steken 2 aan 2 recht samen = 6 steken. Knip het garen af en haal het door de overgebleven steken en trek samen. De hele muts meet ongeveer (19) 19-20-21-21 (22-23) cm (inclusief de vouwrand).
Vouw de rand van de muts naar boven en naai het netjes op de verkeerde kant met licht beige.

1e OORFLAP:
Houd de muts met de punt naar u toe en neem met een naald zonder knop 3 mm en licht beige (18) 22-24-24-24 (28-30) steken op aan de onderkant langs één kant - neem 1 steek op in iedere steek. Brei in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven - heen en weer gebreid over de steken op de naald – minder TEGELIJKERTIJD
1 steek aan elke kant door de 2 volgende tot de laatste steken recht samen te breien, minder iedere 4e naald (5) 3-2-4-6 (5-6) keer en dan iedere andere naald (2) 6-8-6-4 (7-7) keer = 4 steken, brei deze steken 2 aan 2 samen en haal de 2 overgebleven steken over elkaar, knip het garen af en haal het door de overgebleven steek.
De flap meet ongeveer (5) 5-5-6-6½ (7-8) cm.

2e OORFLAP:
Neem (22) 26-28-32-34 (34-34) steken na de eerste oorflap (deze (22) 26-28-32-34 (34-34) steken = midden voor op de muts), steken op met een naald zonder knop 3 mm met licht beige. Neem 1 steek op in elk van de volgende (18) 22-24-24-24 (28-30) steken. Er zijn nu (12) 12-16-16-16 (18-18) steken tussen de oorflappen op de achterkant. Brei deze oorflap op dezelfde manier als de eerste.

KOORDEN:
Haak met licht beige op haaknaald 3 mm als volgt: Haak 1 halve vaste door de punt op de oorflap, haak lossen voor ongeveer 20-30 cm, keer het werk en haak 1 halve vaste in iedere losse, eindig met 1 halve vaste in de punt op de oorflap. Hecht af. Haak 1 koord in elk van de oorflappen.
----------------------------------------------------------

SOK:
Zet 40-44-48 (52-56) steken op breinaalden zonder knop maat 2.5 mm met licht beige. Brei in de rondte in boordsteek (= 2 recht/2 averecht) tot het werk 5-6-7 (9-10) cm meet.
Zet de laatst gebreide steek op dezelfde naald als de eerste 19-19-23 (23-27) steken op de naald = 20-20-24 (24-28) steken op de naald voor de hiel.
Zet de andere 20-24-24 (28-28) steken (= op de bovenkant van de voet) op 1 hulpdraad – de boordsteek op de bovenkant van de voet begint en eindigt nu met 1 steek averecht.
Brei in tricotsteek heen en weer over de hielsteken voor 3-3-4 (4-4) cm. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken (= 10-12-12 (14-14) steken aan elke kant van de markeerdraad). Minder op de volgende naald aan de goede kant als volgt:
NAALD 1 (= aan de goede kant): Brei recht tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), 4 steken recht, brei de volgende 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei de rest van de naald = 18-18-22 (22-26) steken.
NAALD 2 (= op de verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 3: Brei recht tot er 3 steken over zijn voor de markeerder, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), 2 steken recht, brei de volgende 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei de rest van de naald recht = 16-16-20 (20-24) steken. Kant de overgebleven steken af en naai samen in de buitenste lus van de kantsteek (= midden onder voet).
Neem dan 24-24-28 (28-32) steken op in de buitenste lus van de kantsteek over de hiel. Zet de steken van de hulpdraad terug op de naald = 44-48-52 (56-60) steken. Ga verder in de rondte. LET OP! Brei boordsteek over de 20-24-24 (28-28) steken op de bovenkant van de voet en tricotsteek over de 24-24-28 (28-32) steken onder de voet. Minder TEGELIJKERTIJD in iedere tweede naald 1 steek aan elke kant van de boordsteek op de bovenkant van de voet - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1! Minder zo 2 keer in totaal = 40-44-48 (52-56) steken.
Als de sok 7½-8½-9 (11-12) cm meet vanaf de achterkant op de hiel (er is dan ongeveer 2½-2½-3 (3-4) cm over tot de gewenste afmetingen), verdeel dan de steken zodat er 20-22-24 (26-28) steken zijn op zowel de bovenkant van de voet als onder de voet. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant. Brei in tricotsteek in de rondte over alle steken - terwijl u tegelijkertijd 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad mindert – lees MINDEREN VOOR DE TEEN!
Minder zo om de naald 5-5-6 (6-7) keer in totaal = 20-24-24 (28-28) steken. Brei alle steken 2 aan 2 recht samen = 10-12-12 (14-14) steken. Knip het garen af en haal het door de overgebleven steken, trek samen en hecht af. De sok meet ongeveer 10-11-12 (14-16) cm. Brei de andere sok op dezelfde manier.

Telpatroon

recht met donkerrood = recht met donkerrood
recht met licht beige = recht met licht beige
recht met antraciet = recht met antraciet
recht met wit = recht met wit
averecht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant met licht beige (= vouwrand) = averecht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant met licht beige (= vouwrand)
breirichting = breirichting
Diagram for DROPS Baby 31-18
Diagram for DROPS Baby 31-18

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 31-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (20)

country flag FranceDuchamp schreef:

Excusez moi mais votre réponse ne correspond pas à la question.dans la plus petite taille pour le pull on met 16 mailles pour manche gauche et 20 pour manche droite!

07.08.2019 - 13:06

DROPS Design antwoorde:

Bonjour FranceDuchamp, d'un côté on va avoir la bordure du raglan, donc on aura moins de mailles pour la manche gauche que pour la manche droite où il n'y a pas de bordure à tricoter ensuite. Bon tricot!

30.09.2019 - 15:54

country flag France Duchamp schreef:

Bonjour,je ne comprends pas pourquoi ni comment le nombre de mailles est différent pour chaque manche au premier rang et se trouve identique dans la suite merci pour votre patience

07.08.2019 - 11:03

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Duchamp, le nombre de mailles est différent pour chaque taille et a été calculé selon la taille et l'aisance nécessaire telle que la styliste l'a souhaité pour ce modèle. Bon tricot!

07.08.2019 - 12:43

country flag Barbara schreef:

Hallo, wenn ich bei den Raglanzunahmen zunächst in jeder 2. Reihe, dann nach Anweisung in jeder Reihe zunehme, dann habe ich in Gr. 0/1 die 160 Maschen bereits in der Höhe von 4cm statt 8 cm. Was stimmt denn da nicht?

28.06.2019 - 00:14

DROPS Design antwoorde:

Liebe Barbara, dann stricken Sie ohne Zunahme aber wie zuvor bis die 8 cm. Viel Spaß beim stricken!

24.09.2019 - 14:25

country flag Filiz schreef:

Hallo, Ich verstehe nicht was '8 M unter dem Arm anschlagen' bedeutet. Und auch die Passage mit 'zusätzlich je 1 M aus den unter dem Arm angeschlagenen Maschen auffassen' ist mir unklar. Wie komme ich wenn ich eine M aufnehme dann auf 52 (die angegebene Maschenanzahl für die 3. Größe)? Ich hoffe sie können mir helfen. Vielen Dank

18.05.2019 - 16:33

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Filiz, dieses Video zeigt wie man die Maschen der Ärmel stilllegt und wie man die neuen Maschen unter dem Arm anschlägt (ab ca 07:00) - dann wie man die Maschen aufnimt und die Ärmel strickt (ab ca 9:35). Viel Spaß beim stricken!

20.05.2019 - 10:28

country flag Ella schreef:

Hallo! Ich habe verstehe leider die Ranlanzunahmen in der Passe nicht. Ich habe bei Gr. 56 100M und beginne dann je 8M in der Hinreihe zuzunehmen. Wie oft mache ich denn das? Und wann genau beginne ich damit in jeder Reihe 3M zuzunehmen? Wie ich es auch hin und her rechne ich komme am Ende nicht auf die 188M

20.04.2019 - 19:36

DROPS Design antwoorde:

Liebe Ella, bei der 3. Größe nehmen Sie für den Raglan 8 Mal in jeder Hinreihe dann 3 Mal in jeder Reihe (= Hin sowie Rückreihe) = 11 Mal insgesamt x 8 Zunahmen = 88 Zunahmen + 88 = 188 Maschen. Viel Spaß beim stricken!

23.04.2019 - 12:49

country flag Teresa schreef:

Ich habe eine Frage zu den Zunahmen im Passe. Erfolgen diese tatsächlich in jeder 2.Reihe (also in jeder Hinreihe) oder in jeder 2. Hinrunde (und somit insgesamt in jeder 4.Reihe)? Daran anschließend stellt sich mir nämlich dann die Frage, ob die Zunahmen in"jeder" Reihe auch in Rückrunden erfolgen? Vielen Dank für eine Antwort.

13.09.2018 - 22:11

DROPS Design antwoorde:

Liebe Teresa, wenn Sie in jeder 2. Reihe zunehmen werden Sie nur bei jeder Hinreihe zunehmen. Wenn Sie danach in jeder Reihe zunehmen, werden Sie bei jeder Hin- sowie bei jeder Rückreihe zunehmen. Viel Spaß beim stricken!

14.09.2018 - 08:25

country flag Anika Krupke schreef:

Hallo, ich arbeite am Pullover. Ich möchte gerne wissen, ob ich es richtig verstanden habe, dass ich die letzten Zunahmen in der Passe (in jeder Reihe insgesamt 2 Maschen zunehmen Größe 80/86) in Hin- und Rückreihe aufnehme? In Zunahmehilfe steht ja das nur in Hinreihen zugenommen wird, dann würde aber die Maschenprobe nicht mehr stimmen. Danke!

02.07.2018 - 14:29

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Krupke, in der Größe 80/86 stricken Sie in Reihen bis die Arbeit 12 cm mist, dann (2 neuen Maschen wurden kurz davor auf beiden Seiten angeschlagen) stricken Sie in der Runde = alle Raglanzunahmen werden dann von der Vorderseite = Hinreihen gearbeitet. Viel Spaß beim stricknen!

02.07.2018 - 16:29

country flag Mari schreef:

Hvor mange masker trenger man på den bredeste delen av hovedstykket til størrelse 10 måneder?

07.04.2018 - 12:18

DROPS Design antwoorde:

Hej Mari, vælger du hovedvidde 44/46 cm som modsvarer ca 12/18 mnd, skal du legge opp 98 masker. God fornøjelse!

13.04.2018 - 10:41

country flag Tove Damgaard schreef:

Hvorfor er der så stor forskel på maskeantallet på de to ærmer i trøjen? Man starter med henholdsvis 14 og 18 masker inden udtagninger?

28.03.2018 - 21:41

DROPS Design antwoorde:

Hej Tove, på overgangen til venstre ærme skal der bagefter strikkes kanter, så ærmet bliver lige så stort som højre ærme. God fornøjelse!

04.04.2018 - 13:36

country flag Mu schreef:

Merci d'avoir présenté ce joli modèle avec le concours d'un bout de chou porteur d'un angiome, sans retoucher la photo.

07.03.2018 - 00:08