DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Snow yarn
DROPS Snow
100% wol
vanaf 1.64 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.04€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
Markeer maat:
DROPS 181-13

#cozyweekendsweater

DROPS Design: Patroon nr. ee-604
Garengroep E of C + C
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SNOW van garnstudio (behoort tot garengroep E)
550-600-700-750-800-900 g kleur 01, naturel

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep E)" – zie de link hieronder.

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 10 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 9 steken en 12 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 9 MM voor de boordsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 10 steken en 14 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
-----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 1.64 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.04€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

----------------------------------------------------------

TRUI:
De trui wordt in de rondte gebreid met rondbreinaald, van onder naar boven. Het werk wordt verdeeld als u mindert voor het armsgat en het achterpand en voorpand worden verder apart heen en weer gebreid. Neem steken op rondom het armsgat voor de mouwen en brei de mouw heen en weer naar beneden toe. De kraag wordt tot slot gebreid met de korte rondbreinaald.

LIJF:
Zet 99-107-115-123-131-143 steken op met rondbreinaald 9 mm en Snow. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek in de verschillende maten als volgt:
S-L- XXL-XXXL:
* 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de eerste 12-16-20-24 steken, 2 recht, brei A.1 (= 25 steken), * 2 recht, 2 averecht * over de overgebleven 60-72-84-92 steken.
M-XL:
* 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* over de eerste 16-20 steken, brei A.1 (= 25 steken), * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de volgende 64-76 steken en eindig met 2 steken recht.

ALLE MATEN:
Ga verder met boordsteek op deze manier tot het werk 6 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 10 mm. Brei 0-0-0-0-0-1 steek tricotsteek, de naald begint nu hier, voeg 1 markeerdraad in (de naald is nu 0-0-0-0-0-1 ste(e)k(en) verplaatst). Brei de volgende naald als volgt: Brei tricotsteek over de eerste 14-16-18-20-22-25 steken, A.2 (= 25 steken) over A.1, tricotsteek over de volgende 14-16-18-20-22-25 steken, voeg 1 markeerdraad in (= voorpand), brei tricotsteek over de laatste 46-50-54-58-62-68 steken.
Ga verder in patroon in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 35-36-37-38-39-40 cm meet kant dan de steken voor het armsgat af op de volgende naald als volgt (pas zo aan dat de volgende naald de 1e-3e-5e-7e-9e-11e of 13e naald in A.2): Kant de eerste 2-2-2-2-2-3 steken af op de naald, brei de volgende 49-53-57-61-65-69 steken zoals hiervoor (= voorpand), kant de volgende 4-4-4-4-4-6 steken af, brei tot er 2-2-2-2-2-3 steken over zijn, kant deze steken af. Knip de draad af. Elk deel wordt nu apart verder gebreid.

ACHTERPAND:
= 42-46-50-54-58-62 steken. Ga verder met tricotsteek over alle steken (de eerste naald wordt gebreid aan de verkeerde kant). Als het werk 17-18-19-20-21-22 cm meet vanaf waar u steken heeft afgekant voor het armsgat (het werk meet in totaal 52-54-56-58-60-62 cm) kant dan de middelste 16-16-18-18-20-20 steken af voor de hals en elk schouder wordt apart verder gebreid = 13-15-16-18-19-21 steken op de schouder. Ga verder met tricotsteek en minder 1 steek op de volgende naald vanaf de hals = 12-14-15-17-18-20 steken over op de schouder. Brei verder tot het werk 19-20-21-22-23-24 cm meet vanaf waar u steken afgekant heeft voor het armsgat (het werk meet in totaal 54-56-58-60-62-64 cm). Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 49-53-57-61-65-69 steken. Brei verder tot het werk 48-50-50-52-52-54 cm meet (de eerste naald wordt gebreid aan de verkeerde kant). Plaats nu de steken op 1 hulpdraad voor de hals als volgt: Brei 16-18-19-21-22-24 steken zoals hiervoor, brei de volgende 17-17-19-19-21-21 steken zoals hiervoor maar minder 7 steken verdeeld over deze steken, plaats deze dan op een draad (= 10-10-12-12-14-14 steken op de draad), brei de overgebleven 16-18-19-21-22-24 steken zoals hiervoor.
Elk schouder wordt nu apart verder gebreid. Ga verder met recht en averecht zoals hiervoor over de overgebleven steken in A.2 en kant af voor de hals op het begin van elke naald vanaf de hals als volgt: Kant 1 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 12-14-15-17-18-20 steken over op de schouder. Brei verder tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet, pas aan met het achterpand. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden met maassteken.

MOUW:
De mouw wordt van boven naar beneden en heen en weer gebreid. Neem 34-36-38-40-42-44 steken op over het armsgat in de buitenste steek/naald met rondbreinaalden maat 10 mm en Snow. Brei tricotsteek. Als het werk 4 cm meet minder dan 1 steek aan elke kant van het werk (= 2 steken geminderd) –Minder op deze manier iedere 9-7-5-6-5-4 cm in totaal 5-6-7-6-7-8 keer = 24-24-24-28-28-28 steken. Als het werk 45-44-43-41-40-39 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald maat 9 mm en brei boordsteek (= 2 recht/ 2 averecht). Als de mouw 50-49-48-46-45-44 cm meet, ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 10 mm en kant af met recht over alle steken.

HALS:
Het werk wordt in de rondte gebreid. Neem 56-56-60-60-64-64 steken op rondom de hals (inclusief de steken op de hulpdraad) op de korte rondbreinaald 9 mm en Snow. Brei 1 naald averecht en brei 1 naald recht, brei dan 12 cm boordsteek (= 2 recht/ 2 averecht). Kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de mouwen in, in de buitenste lus van de buitenste steek.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 09.11.2018
Correctie: VOORPAND: Elk schouder wordt nu apart verder gebreid. Ga verder met recht en averecht zoals hiervoor over de overgebleven steken in A.2 (voorheen A.1)

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant. recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant. recht aan de verkeerde kant
plaats 5 steken op de kabelnaald voor het werk, 5 steken recht, 5 steken recht van de kabelnaald = plaats 5 steken op de kabelnaald voor het werk, 5 steken recht, 5 steken recht van de kabelnaald
plaats 5 steken op de kabelnaald achter het werk, 5 steken recht, 5 steken recht van de kabelnaald = plaats 5 steken op de kabelnaald achter het werk, 5 steken recht, 5 steken recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 181-13
Diagram for DROPS 181-13
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #cozyweekendsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 181-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (33)

country flag Renie schreef:

3. At the beginning it should also say that the back piece is only knitted in stocking stitch (that's why there are less stitches than for the front piece with the special). 4. At the beginning of "Front Piece" please say that the cable stitch pattern A.2 requires more stitches (so you prevent another possible confusion). 5. The description of the first round re.: the front piece (when A.2 cable pattern begins) should be directly placed under "Front Piece", it only belongs there.

16.12.2018 - 09:07

country flag Renie schreef:

2. I understand why those quite simple ribs are being made an extra pattern "A.1". But by placing it directly under the main pattern A.2 without a certain note right by the pattern (NOT only in the text, the description) that A.1 is only to be knitted for 6 cm whereas A.2 is to be repeated until the respective piece ends (at the shoulders), this seems to confuse, obviously. Additionally, what about a small space between A.1 and A.2 for better optics? -> 3.

16.12.2018 - 08:43

country flag Renie schreef:

Hi Drops-Team, this is such an easy pattern, but you are complicating it. 1. At the beginning, it says "Knit up stitches around the armhole for sleeves and continue working IN THE ROUND with double pointed needles down the sleeve." Later, and in your answers, you say "The sleeve are worked BACK AND FORTH, top down." (By the way, it must say "sleeveS" - plural). -> 2.

16.12.2018 - 08:33

country flag Boize schreef:

I have the same problem, it seems that 34 sts makes a sleeve too narrow

09.12.2018 - 18:13

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Boize, if your tension is right (9 sts = 10 cm in width), the 34 sts should measure 38 cm = 19 cm when folded double as shown in measurement chart. Happy knitting!

10.12.2018 - 10:42

Marcia Miller schreef:

I am confused about the sleeve. It seems that 35 stitches for size small is not nearly big enough for the armhole. Are we picking up the stitches from the body of the sweater or knitting the sleeve separately and then setting it into the armhole?

07.12.2018 - 21:45

DROPS Design antwoorde:

Hi Marcia! The sleeves are worked back and forth, top down. If knitting tension is right, 36 stitches is 40 cm. Should be enough for armhole. You can always pick a few more. Happy knitting!

09.12.2018 - 19:20

country flag Emmanouela Evanggelatou schreef:

THAT I WANT TO UNDERSTAND.. BEFORE I WAS WORKING in A.2 AND AT THE BEGGINING THE RIB IN A.1. SO YOU ARE TELLING ME TO CHANGE AND WORK THE SHOULDERS IN A.1 (KNIT 2 PURL 2 ..) AS THE RIB. IS THAT CORRECT?

08.11.2018 - 15:10

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Evanggelatou, there might have been a typo in the previous answer - you will work the sts on each shoulder as before : on back piece: all sts will be worked in stocking stitch, and on front piece: either P or K as before in A.2 - there might be a typo in the pattern, our Design team will check this. Happy knitting!

08.11.2018 - 15:49

Emmanouela Evanggelatou schreef:

Hello again , i can't understand that.." Each shoulder is now finished separately. Continue with ...... in the same way." That paragraphe concernes the shoulders? and I knit them also in A1 as the rib? please explain me this paragr. for the front piece. Thank you!

07.11.2018 - 20:59

DROPS Design antwoorde:

Hi Emmanouela, After you have placed the middle stitches on a thread for the neck, you continue working one shoulder only, with knit and purl over the remaining stitches in A.1 as before. Decrease for the neck as described and continue working until this shoulder is finished. Then work the other shoulder in the same way. Happy knitting!

08.11.2018 - 08:24

Emmanouela Evanggelatou schreef:

Hello , i would like some help conserning the armholes...."Cast off the first 2-2-2-2-2-3 stitches on the round, work the next 49-53-57-61-65-69 stitches as before (= front piece), cast off the next 4-4-4-4-4-6 stitches, work until there are 2-2-2-2-2-3 stitches left, cast off these stitches. Cut the strand. ".... Please explain me this paragraphe. I cast off 2 stitches for each armhole or 1 stitche for each? and how i continue to cast off ?

04.11.2018 - 01:16

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Evanggelatou, on this round in the first 5 sts you start casting off 2 sts at the beg of round, work the next 49-53-57-61-65 sts as before, cast off the next 4 sts for armhole, work the next sts as before until 2 sts remain before end of round (= before the first 2 sts cast off at the beg of the round) and cast off these last 2 sts, cut the yarn = there are now 4 sts cast off for each armhole on each side. You finish now each part separately joining the yarn at the beg of back piece first. Happy knitting!

05.11.2018 - 09:22

country flag Geke schreef:

Kunt u me uitleggen hoe ik 0-0-0-0-1 steek tricotsteek moet breien? Ik begrijp het niet.

04.10.2018 - 06:45

country flag Geke schreef:

Ik begrijp niet wat 0-0-0-0-0-1 steek tricot betekent. Kunt u me dat uitleggen?

02.10.2018 - 19:57

DROPS Design antwoorde:

Dag Geke, In maat S brei je 0 steken in tricot, in maat M 0 steken enz. De getallen staan in volgorde van de maten en je hoeft dus alleen maar in de grootste maat een steek in tricotsteek te breien.

04.10.2018 - 11:59