Roxane schreef:
Bonjour j ai lu diminution 2 mais je n’es pas compris donc je vous repose la question comme dans mon précédent message, si je diminue après la maille lisière avant A2 comment je garde le motif puisque on diminue mais on augmente pas ?
16.04.2019 - 17:48DROPS Design antwoorde:
Bonjour Roxane. Sur le devant droit, en début de rang, vous tricotez 1 maille lisière, diagramme A.2 et puis vous diminuez 1 m comme expliqué dans les VOIR DIMINUTIONS-2: Glisser 1 maille à l'endroit, 1 maille endroit, passer la maille glissée par-dessus la maille tricotée. De même façon, sur le devant gauche,vous diminuez à la fin du rang, avant le diagramme A2. Le nombre de mailles sur lesquelles vous tricotez le diagramme A2, ne change pas. Bon tricot!
16.04.2019 - 19:11
Roxane schreef:
Bonjour pour l encolure on dois diminuer avant et après A2 ? Si oui comment on garde le motif vu qu on remonte pas de maille ? Cordialement roxane
15.04.2019 - 23:04DROPS Design antwoorde:
Bonjour Roxane, on diminue après et avant la maille lisière et A.2, a voir DIMINUTIONS-2 (gilet). Bon travail!
16.04.2019 - 16:41
Susan Kisbye schreef:
I opskriften står under diagrammerne: sort firkant = ingen maske, spring denne rude over. Hvad menes der med det ? jeg kan ikke få mønstrene til at passe MVH Susan Kisbye
27.03.2019 - 16:41DROPS Design antwoorde:
Hei Susan. Det betyr at du skal ignorere denne ruten, og gå videre til neste symbol. Ruten er lagt inn slik at det er plass til økningen i diagrammet. Feks i A.2 strikkes første rad slik: 2 masker vrang, 1 rett, 1 kast, 1 rett, 2 masker vrang. På neste omgang er den økte masken fra kastet lag inn slik at du har 3 masker rett mellom de 2 maskene med vrang. God fornøyelse
02.04.2019 - 14:57
Maj schreef:
Jeg skal til at strikke huen i en str 1/3 mdr og er faktisk lidt i tvivl ang hvilken diagram jeg skal følge. For i selve opskriften stor der bare : Hue: Se diagram A.1. Men der er altså flere forskelle A.1 diagrammer, og bliver derfor i tvivl om jeg skal forstå det på den måde og sortere dem efter, hvor mange masker jeg har på pinden eller ej?
01.03.2019 - 15:07DROPS Design antwoorde:
Hei Maj. Det står hodemål på hvert diagram. Så om du strikker størrelse 1/3 mnd, blir dette 34/38 (om du ser under størrelse øverst i oppskriften). Følg diagram A.1 for 34/38 så blir det riktig - dette går over 33 masker. God fornøyelse
04.03.2019 - 12:48
Kisti schreef:
Jag förstår inte hur jag ska montera/sy ihop mössan 29-9. Jag antar att jag ska sy ihop mössan i sidorna, sedan ska jag sy ihop uppläggningskanten. Men hur menar ni då? Jag förstår inte. Tacksam för svar.
12.02.2019 - 15:22DROPS Design antwoorde:
Hei Kisti. Du har strikket frem og tilbake fra midt bak, rundt hodet, til midt bak. Altså: øreklaff, midt foran, øreklaff. Først syr du sammen sidene av arbeidet ditt (= sømmen midt bak). Du har nå et hull på toppen av hodet (= oppleggskanten), sy igjen dette hullet. God fornøyelse.
13.02.2019 - 13:34
Martina schreef:
Prosím, u čepičky je popsáno, že se plete do výše 16cm. Je to 16cm od lemu nebo celkově 16cm včetně lemu? Děkuju moc.
25.11.2018 - 00:09DROPS Design antwoorde:
Milá Martino, jde o celkovou výšku, včetně lemu. Hodně pohody při pletení! Hana
25.11.2018 - 17:55
Elisabet Rygaard schreef:
Börjat med byxan. Men förstår inte mönstret A3 . Inte nybörjare! Svart ruta? Tredje varv? Tacksam för svar MVH
06.11.2018 - 12:10DROPS Design antwoorde:
Hej, denna svarta ruta ska du hoppa över, det är en maska som har minskats bort och inte finns i arbetet längre. Fortsätt bara med följande ruta i diagrammet.
06.11.2018 - 14:25
Hali schreef:
Hallo. Ich bin dabei dir Hose zu stricken und komme mit dem Muster nicht ganz zurecht. Es wird beschrieben, dass es immer 10 Maschen sind. Aber in der 2. Und 3. Reihe komme ich doch auf 12 machen? Danke und liebe Grüße
21.10.2018 - 16:42DROPS Design antwoorde:
Liebe Hali, A.3 wird über die nächsten 10 Maschen gestrickt, aber es stimmt, daß am Ende der 1. Reihe und bei der 2. Reihe 12 Maschen sind (wegen die beiden Umschläge). Bei der 3. und 4. Reihe haben Sie 10 Maschen wieder. Das Video unten zeigt wie man dieses Muster strickt. Viel Spaß beim stricken!
22.10.2018 - 09:37
Marina schreef:
Buongiorno vorrei sapere se è possibile lavorare i pantaloni con i ferri diritti (purtroppo non so usare i ferri circolari)o se avete un modello da lavorare con ferri diritti. Grazie e buona giornata Marina
04.09.2018 - 13:28DROPS Design antwoorde:
Buongiorno Marina. Questo modello è lavorato avanti e indietro sui ferri dritti . In base alla sua esperienza, può adattarlo inserendo la lavorazione del diagramma sulla parte esterna delle gambe. Per un aiuto più personalizzato, può rivolgersi al suo rivenditore Drops di fiducia. Buon lavoro!
04.09.2018 - 14:38
Anna schreef:
Olen vaiheessa, missä pitää päättää silmukoita juuri ennen lahkeen aloittamista. Miten päätän silmukat?
14.08.2018 - 11:54DROPS Design antwoorde:
Silmukat päätetään seuraavalla tavalla: Neulo 2 silmukkaa, vedä sitten ensimmäiseksi neulottu silmukka toisen silmukan yli, neulo vasemman käden puikon seuraava silmukka, vedä aiemmin neulottu silmukka äsken neulotun silmukan yli, jne.
07.09.2018 - 13:23
Hello Kitten#hellokittenset |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
De set bevat: Muts voor baby met ribbelsteek, golfpatroon en oorflappen. Overslagvest en broek met ribbelsteek en kantpatroon. Maten prematuur – 4 jaar. De set wordt gebreid in DROPS BabyMerino.
DROPS Baby 29-9 |
||||||||||||||||||||||
INFORMATIE VOOR HET PATROON: RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Muts: Zie telpatroon A.1. Vest: Zie telpatroon A.2. Broek: Zie telpatroon A.3. De telpatronen laten alle naalden in de patronen aan de goede kant zien. Kies het telpatroon voor uw maat. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de muts): Alle minderingen worden gemaakt aan de goede kant! Minder als volgt: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd), brei ribbelsteek tot er 3 steken over zijn, 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), 1 kantsteek in ribbelsteek. TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor het vest): Alle minderingen worden gemaakt aan de goede kant! Minder als volgt na de 1 kantsteek en A.2 (voor het rechter voorpand): 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd). Minder als volgt voor de 1 kantsteek en A.2 (voor het linker voorpand): 2 recht samen (= 1 steek geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN-3 (voor de broek): Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, brei dan 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei 2 steken (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) en dan 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek geminderd). TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de broek): Meerder 2 steken door 1 omslag te maken aan elke kant van de 2 steken, op de volgende naald worden de omslagen gedraaid gebreid om gaatjes te vermijden. ---------------------------------------------------------- MUTS: De muts wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden. Zet (79) 89-99-103-107 (115-121) steken op met rondbreinaald 3 mm en Baby Merino. Brei RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, tot het werk 3 cm meet. Brei dan als volgt: (25) 28-32-34-35 (39-42) steken in ribbelsteek, A.1 over (29) 33-35-35-37 (37-37) steken en brei (25) 28-32-34-35(39-42) steken in ribbelsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei op deze manier tot het werk (14) 14-15-16-16 (18-19) cm meet. Brei 2 ribbels. Hecht op de volgende naald aan de goede kant af voor de oorflappen als volgt: Hecht de eerste (5) 8-10-10-9(11-12) steken af, brei de volgende (20) 20-22-24-26 (28-30) steken recht (= eerste oorflap) en plaats deze steken op een hulpdraad, hecht de volgende (29) 33-35-35-37 (37-37) steken af, brei recht over de volgende (20) 20-22-24-26 (28-30) steken (= 2e oorflap) en plaats deze steken op een hulpdraad, hecht de laatste (5) 8-10-10-9 (11-12) steken af. Knip de draad af. OORFLAPPEN: = (20) 20-22-24-26 (28-30) steken. Plaats de steken van een van de hulpdraden terug op de naald, brei ribbelsteek en minder 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant van het werk – LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1, als volgt: Minder 1 steek aan elke kant van het werk iedere 4e naald in totaal (6) 6-5-5-6 (6-7) keer en 1 steek aan elke kant van het werk iedere 2e naald in totaal (2) 2-4-5-5 (6-6) keer = 4 steken. De oorflap meet ongeveer (6) 6-6-6-7 (8-8) cm. Hecht de draad af. Herhaal op de andere oorflap. AFWERKING: Naai de zijkanten samen, van rand tot rand in de buitenste steek. Vouw de muts zodat deze naad in het midden achter is en naai dan de opzetrand samen op dezelfde manier. STRIKBAND: Knip 6 draden van ongeveer 60 cm en rijg deze halverwege door de punt van de oorflap, met andere woorden, er zijn 12 draden om te vlechten. Maak 1 vlecht. Zet 1 knoop op de onderkant. Doe hetzelfde in de andere oorflap. --------------------------------------------------------- VEST: Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Begin met een van de voorpanden en zet steken op voor de mouw en brei tot aan het schouder. Brei het andere voorpand, brei de 2 voorpanden samen en brei het achterpand terug naar beneden. RECHTER VOORPAND: Zet LOSJES (34) 37-44-48-52 (55-62) steken op met rondbreinaald 3 mm en Baby Merino en brei 3 RIBBELS – zie uitleg hierboven (eerste naald = goede kant). Brei dan als volgt aan de goede kant: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.2 over 6 steken en brei in ribbelsteek tot het einde van de naald. Ga verder in patroon op deze manier tot het werk (9) 12-16-16-17 (20-23) cm meet – pas zo aan dat de volgende naald wordt gebreid aan de goede kant. Brei 1 korte naald (beginnend aan de goede kant) als volgt: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.2, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande naald zoals hiervoor. Keer het werk. LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT! U HECHT AF VOOR DE HALS TERWIJL U TEGELIJKERTIJD STEKEN OPZET VOOR DE SCHOUDER/MOUW. MINDER VOOR DE HALS: Minder 1 steek voor de hals aan de binnenkant van de 1 kantsteek en A.2 op het begin van de naald – LEES TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder op deze manier iedere 2e naald in totaal (18) 18-22-24-26 (28-32) keer, minder dan iedere 4e naald in totaal 2 keer. SCHOUDER/MOUW: Als het werk (12) 15-19-20-21 (24-27) cm meet zet dan nieuwe steken aan het einde van elk naald op aan de goede kant (= richting de zijkant) voor de mouw als volgt: Zet (3) 4-6-6-6 (6-6) steken op in totaal (4) 4-4-5-6 (7-8) keer en (16) 19-19-18-19 (23-26) steken in totaal 1 keer. Na alle meerderingen en minderingen zijn er (42) 52-63-70-79 (90-102) steken op de naald voor de schouder/mouw. Ga verder met ribbelsteek en A.2 tot het werk (20) 24-28-30-32 (36-40) cm meet – pas zo aan dat u eindigt met de 4e naald in A.2, ga nu verder met ribbelsteek over alle steken. Voeg 1 markeerdraad in = midden van de bovenkant van het schouder. Zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de naald richting de hals (= aan de verkeerde kant) in totaal 2 keer = (46) 56-67-74-83 (94-106) steken (laatste naald = verkeerde kant). Plaats alle steken op een hulpdraad. LINKER VOORPAND: Zet LOSJES (34) 37-44-48-52 (55-62) steken op met rondbreinaald 3 mm en Baby Merino en brei 3 ribbels (eerste naald = goede kant). Ga verder als volgt aan de goede kant: Brei ribbelsteek tot er 7 steken over zijn op de naald, A.2 over 6 steken en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder in patroon op deze manier tot het werk (9) 12-16-16-17 (20-23) cm meet – pas zo aan dat de volgende naald wordt gebreid aan de verkeerde kant. Brei 1 korte naald (beginnend aan de verkeerde kant) als volgt: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.2, keer het werk, trek de draad aan en brei terug aan de goede kant. Keer het werk en brei de teruggaande naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT! U MINDERT VOOR DE HALS TERWIJL U TEGELIJKERTIJD STEKEN OPZET VOOR DE SCHOUDER/MOUW. MINDER VOOR DE HALS: Minder 1 steek voor de hals voor A.2 en 1 kantsteek aan het einde van de naald. Minder op deze manier iedere 2e naald in totaal (18) 18-22-24-26 (28-32) keer, minder dan iedere 4e naald in totaal 2 keer. SCHOUDER/MOUW: Als het werk (12) 15-19-20-21 (24-27) cm meet zet dan nieuwe steken op aan het einde van elke naald aan de verkeerde kant (= richting de zijkant) voor de mouw als volgt: Zet (3) 4-6-6-6 (6-6) steken op in totaal (4) 4-4-5-6 (7-8) keer en (16) 19-19-18-19 (23-26) steken in totaal 1 keer. Na alle meerderingen en minderingen zijn er (42) 52-63-70-79 (90-102) steken op de naald voor de schouder/mouw. Ga verder met ribbelsteek en A.2 tot het werk (20) 24-28-30-32 (36-40) cm meet – pas zo aan dat u eindigt met de 4e naald in A.2, ga nu verder met ribbelsteek over alle steken. Voeg 1 markeerdraad in = midden van de bovenkant van het schouder. Zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de naald richting de hals (= aan de goede kant) in totaal 2 keer = (46) 56-67-74-83 (94-106) steken. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. ACHTERPAND: Brei recht over het linker voorpand aan de goede kant (= (46) 56-67-74-83 (94-106) steken), zet (8) 8-10-10-12 (14-16) nieuwe steken op (= achterkant van de hals) en brei het rechter voorpand op de rondbreinaald (= recht aan de goede kant) = (100) 120-144-158-178 (202-228) steken. HET WERK WORDT NU GEMETEN VANAF DE MARKEERDRADEN OP DE SCHOUDERS. Ga verder met ribbelsteek heen en weer gebreid op de naald. Als het werk (6) 7-7-7½-8 (9-9) cm meet hecht dan mouwsteken af als volgt: Hecht af op het begin van elke naald aan elke kant van het werk als volgt: 1 keer (16) 19-19-18-19 (23-26) steken en in totaal (4) 4-4-5-6 (7-8) keer (3) 4-6-6-6 (6-6) steken = (44) 50-58-62-68 (72-80) steken. Brei verder tot het werk ongeveer (20) 24-28-30-32 (36-40) cm meet – vouw het werk dubbel op de markeerdraden op de schouders en zorg ervoor dat de voor- en achterpanden dezelfde lengte hebben – kant dan losjes af. AFWERKING: Naai de zijnaden en mouwnaden rand tot rand in de buitenste lus van de buitenste steek. GEHAAKTE RAND: Haak met haaknaald 2.5 mm om de gehele opening van het vest als volgt (aan de goede kant): Brei 1 vaste in de eerste steek, * 1 losse, sla ongeveer 2 steken/naalden over, 1 vaste in de volgende steek *, herhaal vanaf *-* om het gehele vest, maar in elk van de hoeken (waar de minderingen voor de hals beginnen op het voorpand) haak de strikband als volgt: 1 vaste in de punt, brei lossen voor ongeveer 20-25 cm, keer het werk en brei terug met 1 halve vaste in elke losse, haak opnieuw 1 vaste in de punt van het voorpand. De toer eindigt met 1 halve vaste in de eerste vaste. Maak 2 losse strikbanden: Haak ongeveer 20-25 cm lossen, keer het werk en haak terug met 1 halve vaste in elke losse. Knip de draad af en maak nog 1 strikband op dezelfde manier. Bevestig 1 strikband op de binnenkant aan de rechter zijkant en 1 strikband op de buitenkant aan de linker zijkant. Zorg ervoor dat de strikbanden op dezelfde hoogte geplaatst worden als de band op de buitenkant. --------------------------------------------------------- BROEK: Het werk wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden. De naald begint midden achter. Zet (88) 96-104-120-128 (136-144) steken op met rondbreinaald 2.5 mm en Baby Merino. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden achter) en 1 markeerdraad na (44) 48-52-60-64 (68-72) steken (= midden voor). Brei boordsteek als volgt vanaf midden achter: 1 recht, * 2 averecht, 2 recht *, herhaal vanaf *-* en eindig met 2 averecht en 1 recht. Als het boordsteekdeel 4 cm meet brei dan een naald van gaatjes voor de strikband als volgt: * 1 recht, 1 omslag, 2 averecht samen, 2 recht, 1 omslag, 2 averecht samen, 1 recht *, herhaal vanaf *-* de hele naald. Brei 1 naald boordsteek met 2 recht / 2 averecht. Brei een verhoging op de achterkant van het boordsteekdeel als volgt: Brei (7) 7-9-9-9 (9-9) steken, keer het werk, trek de draad aan, brei (14) 14-18-18-18 (18-18) steken terug, keer het werk, trek de draad aan, brei (20) 20-26-26-26 (26-26) steken, keer het werk, trek de draad aan, brei (26) 26-34-34-34 (34-34) steken terug. Ga verder op deze manier door steeds(6) 6-8-8-8 (8-8) meer steken te breien elke keer wanneer u het werk keert totdat u in totaal (50) 50-66-66-82 (82-82) steken heeft gebreid. Keer het werk. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei dan als volgt vanaf midden achter: Brei (17) 19-21-25-27 (29-31) steken in RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, A.3 (= 10 steken), brei (34) 38-42-50-54 (58-62) steken in ribbelsteek, A.3 over 10 steken, brei (17) 19-21-25-27 (29-31) steken in ribbelsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk (10) 12-13-16-15 (16-17) cm meet midden voor, meerder dan 1 steek aan elke kant van de 2 middelste steken op de voorkant en achterkant – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder op deze manier iedere 2e naald in totaal (8) 8-8-8-12 (12-12) keer = (120) 128-136-152-176 (184-192) steken. Als het werk (15) 17-18-21-22 (23-24) cm meet midden voor (u zou de meerderingen nu klaar moeten hebben) hecht dan steken af voor de inzet op de volgende naald van recht als volgt: Begin midden achter en kant de eerste (6) 6-6-6-8 (8-8) steken af, brei ribbelsteek tot er (6) 6-6-6-8 (8-8) steken over zijn voor de markeerdraad aan de voorkant en hecht (12) 12-12-12-16 (16-16) steken af, brei ribbelsteek tot er (6) 6-6-6-8 (8-8) steken over zijn op de naald, hecht de laatste (6) 6-6-6-8 (8-8) steken af. Plaats de steken voor een van de pijpen op een hulpdraad en brei elke pijp apart verder. PIJP: Het werk wordt in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop. = (48) 52-56-64-72 (76-80) steken. Verdeel de steken op 4 breinaalden zonder knop maat 3 mm en voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= aan de binnenkant van de pijp). Ga verder met ribbelsteek en A.3 in de zijkant zoals hiervoor over (1) 1-1-2-2 (2-3) cm – pas zo aan dat de volgende naald 1 naald recht is. Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – LEES TIP VOOR HET MINDEREN-3, als volgt: MAAT PREMATUUR - 12/18 MAANDEN: Op iedere 4e naald. MAAT 2 JAAR: Op iedere 6e naald. MAAT 3/4 JAAR: Op iedere 8e naald in totaal (8) 10-10-12-12 (12-12) keer = (32) 32-36-40-48 (52-56) steken. Als het werk (24) 28-32-38-42 (48-55) cm meet ga dan verder met A.3 zoals hiervoor maar brei de ribbelsteken in 2 recht / 2 averecht tot het werk ongeveer (26) 30-34-40-44 (50-57) cm meet vanaf de opzetrand – pas zo aan dat de laatste naald de 4e naald in A.3 is. Brei boordsteek over alle steken tot het werk (27) 31-35-41-45 (51-58) cm meet vanaf de opzetrand. Hecht af met recht boven recht en averecht boven averecht. Plaats de steken van de andere pijp terug op breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei zoals voor de eerste pijp. AFWERKING: Naai de (12) 12-12-12-16 (16-16) afgehechte steken tussen de pijpen, aan elkaar. STRIKBAND: Haak een strikband op de taille met haaknaald 2.5 mm als volgt: Haak lossen voor ongeveer 110 cm, keer het werk en haak terug met 1 halve vaste in elke losse, knip en hecht de draad af. Rijg de strikband door de gaatjes die gemaakt zijn in de boordsteek en maak een knoop op de voorkant. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #hellokittenset of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 40 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 29-9
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.