DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
Product image DROPS Lace yarn
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 161-12

#lemaraisshawl

DROPS design: Model nr. la-023
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: ongeveer 69 cm gemeten in het midden vanaf de hals naar beneden en ongeveer 138 cm langs de bovenrand.
Materiaal:
DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 6410, turkoois

Of gebruik:
DROPS ALPACA van Garnstudio
250 gr. kleur nr. 2918, donkerturkoois

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3,5 mm – LET OP: Lees over de stekenverhouding onder.

STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 23 st x 30 nld in tricotst / 45 nld in ribbelst met nld 3.5 mm = ongeveer 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.19. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

IN VORM BRENGEN BIJ ANDER GAREN:
Als u een ander garen van garengroep A gebruikt dan Lace, dan hoeft u het werk niet op te spannen om de juiste maten te krijgen, maar u kunt het vochtig maken, in vorm trekken en laten drogen.
Herhaal dit proces elke keer dat u het werk wast.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
De omslagdoek wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanaf de hals naar beneden zodat alle st goed op de nld passen. Zet 5 st op met rondbreinld 3,5 mm en Lace en brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei in ribbelst en meerder als volgt: 1 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r (= middelste st), 1 omsl, 1 r, 1 omsl en 1 r = 9 st. brei recht en brei de omsl ook recht zodat gaatjes ontstaan.
Ga verder in ribbelst en meerder met 1 omsl naast 3 kant st aan elke kant en 1 omsl aan elke kant van de middelste st = 4 st gemeerderd elke nld aan de goede kant. Meerder zo tot er 49 st op de nld staan (dus er zijn 24 st aan elke kant van de mid st).

Brei volgens telpatroon A.1-A.6 als volgt: 3 kant st in ribbelst, A.1 over 2 st, herhaal A.2 tot er 3 st over zijn voor de mid st, A.3 over 3 st, 1 r (= mid st), A.4 over 3 st, A.5 tot er 5 st over zijn, A.6 over 2 st en 3 kant st in ribbelst. Brei de mid st in tricotst en de kant st in ribbelst. Als A.1-A.6 een keer in de hoogte is gebreid is er ruimte voor 2 patroonherhalingen meer van A.2/A.5 aan elke kant van de omslagdoek. Als telpatroon A.1-A.6 acht keer in totaal in de hoogte zijn gebreid, staan er 305 st op de nld (dus 152 st aan elke kant van de mid st).

Brei volgens telpatroon A.7-A.12 als volgt: 3 kant st in ribbelst, A.7 over 2 st, herhaal A.8 tot er 3 st over zijn voor de mid st, A.9 over 3 st, 1 r (= mid st), A.10 over 3 st, herhaal A.11 tot er 5 st over zijn, A.12 over 2 st en 3 kant st in ribbelst. Als telpatroon A.7-A.12 een keer in de hoogte zijn gebreid, staan er 359 st op de nld (dus 179 st aan elke kant van de mid st).

Brei volgens telpatroon A.13-A.19 als volgt: 3 kant st in ribbelst, A.13 over 4 st, herhaal A.14 tot er 4 st over zijn voor de mid st, A.15 over 1 st, A.16 over 7 st (= mid st is staat in midden van deze st), A.17 over 1 st, herhaal A.18 tot er 7 st over zijn, A.19 over 4 st en 3 kant st in ribbelst.
Als de telpatronen een keer in de hoogte zijn gebreid, kant dan losjes alle st af. LET OP! Brei de dubbele omsl in de laatste nld van het telpatroon als volgt als u afkant: brei de 1e omsl recht en brei de 2e omsl gedraaid recht.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Als u Alpaca gebruikt – lees dan IN VORM BRENGEN BIJ ANDER GAREN!
Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat en zet vast met spelden. Trek het midden van de herhalingen van A.13-A.19 naar buiten en zet ze vast; zo krijgt u de mooie puntjes. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de omslagdoek gewassen is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 08.12.2015
Correctie: 3e rij van telpatroon A.16
Gewijzigd online: 29.09.2016
Nieuw telpatroon A.10 (omsl toegevoegd in rij 11), nieuw telpatroon A.9 (2 r samen toegevoegd in rij 11) en nieuw telpatroon A.15 en A.17 (wijziging in rij 3).
Gewijzigd online: 05.04.2018
Er is een aanpassing gemaakt in telpatronen A.9 en A.10
Gewijzigd online: 25.03.2019
Correcties in telpatronen A.13, A.18 en A.19 zodat de meerderingen en minderingen kloppen.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant<br />
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
1 omsl tussen 2 st, brei de omsl recht de volgende nld zodat u gaatjes krijgt<br />
= 1 omsl tussen 2 st, brei de omsl recht de volgende nld zodat u gaatjes krijgt
2 omsl tussen 2 st<br />
= 2 omsl tussen 2 st
2 r samen<br />
= 2 r samen
1 r afh, 1 r, afgeh st overh<br />
= 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh<br />
= 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
Diagram for DROPS 161-12
Diagram for DROPS 161-12
Diagram for DROPS 161-12
Diagram for DROPS 161-12
Diagram for DROPS 161-12
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 161-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (92)

country flag Susanne schreef:

Hat es jemand geschafft, dieses Tuch nach der Anleitung zuende zu stricken - und das Ergebnis sieht so aus wie auf dem Foto? Für eine Antwort wäre ich sehr dankbar!

11.01.2016 - 22:03

Susanne schreef:

24.08.2015 kl. 07:44: Liebes DROPS-Team, ich würde mich sehr freuen, wenn Ihr den Mustersatz für das Blattmuster an der Spitze des Tuches noch einmal prüfen könntet. Wie Birthe beschrieben hat, geht es um die beiden Lochreihen, die die drei Blätter an der Spitze in der Mitte voneinander trennen. Hier sind im Bild je zwei Löcher, laut Mustersatz aber je vier Umschläge zu stricken. Ich würde das Tuch so gerne zuende stricken!

11.01.2016 - 21:52

country flag Maria schreef:

Hallo, ich habe schon wieder ein Problem mit der Anleitung. In A.15 und A.17 nimmt die Maschenzahl von Reihe 4 zu Reihe 5 zu. Da Reihe 4 jedoch die Rückreihe ist, frage ich mich, wo diese Masche herkommt. Bei mir gibts die nicht 😉 Wird die Anleitung noch korrigiert? Schöne Grüße

05.01.2016 - 16:54

DROPS Design antwoorde:

Ja Sie haben Recht, auch hier stimmt etwas nicht, das wird auch weitergeleitet.

25.01.2016 - 12:26

country flag Maria schreef:

Hallo, ich bin der Meinung, dass in A.10 in der 6. Reihe ein Fehler ist. Strickt man das Muster wie angegeben, hat man in der Folgereihe eine Masche weniger statt mehr. Ich gehe davon aus, dass das Muster wie in A.4 sein soll. Schöne Grüße!

03.01.2016 - 15:27

DROPS Design antwoorde:

Ja, Sie haben Recht, vor den 3 zusammengestrickten M muss ein Umschlag liegen. Das Problem wurde an die Designerinnen weitergeleitet.

25.01.2016 - 11:44

Susanne schreef:

Liebe Designerinnen, ich versuche nun gerade, für die Fehler in der Anleitung (zuviele Lochreihen A.15/A. 16 und A.16/ A.17) selbst Lösungen zu finden. Dabei fiel mir auf, dass auch bereits in A.10 und A.9 in den letzten 6 Reihen je drei Umschläge zuviel auftauchen. Villeicht hilft Ihnen das weiter? Für eine Antwort wäre ich sehr dankbar.

27.12.2015 - 18:56

Martina schreef:

Hi, I don't understand what this sentence means: "When A.1-A.6 have been worked 1 time vertically there is room for 2 repetitions more of A.2/A.5 on each side of shawl." What am I supposed to do?

26.12.2015 - 14:58

DROPS Design antwoorde:

Dear Martina, when you have worked A.1-A.6 1 time in height, you have increased enough sts to work more sts in A.2/A.5 on each side of mid st, ie work as before: A.1, repeat A.2 and finish with A.3 before mid st, work A.4, repeat A.5 and finish with A.6. Happy knitting!

02.01.2016 - 13:48

country flag Rossella schreef:

Salve. Sono proprio all'inizio dello scialle, nel punto in cui si fanno gli aumenti per avere 49 m. sul ferro e non capisco una cosa: "un gettato all'interno di 3 maglie di vivagno a ogni lato". Ma i vivagni non sono 1 per lato? Io ho lavorato così ma non sono sicura che vada bene: 1m. diritto (vivagno), 1 gettato, diritto fino alla m. centrale, 1 m. diritto ( maglia centrale),1 gettato, diritto fino all'ultima maglia, 1 gettato,1 m. diritto ( vivagno)Grazie a chi mi risponderà!!!

18.12.2015 - 17:13

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Rossella, sul 1° ferro di aumenti si lavora il gettato dopo 1 m dir e prima dell'ultima m dir, a partire dal 2° ferro di aumenti le m di vivagno ai lati diventano 3, quindi il gettato viene fatto dopo 3 m di vivagno a dir all'inizio del f e prima delle 3 m dir alla fine del f. Questi sono gli aumenti laterali, poi su ogni f di aumenti viene fatto 1 gettato a ogni lato della m centrale. Buon lavoro!

18.12.2015 - 21:14

country flag Sabine schreef:

Je ne comprends pas la fin du chale ,n'y a t'il pas plus de rang sur le diag a18 et a19 ?

06.12.2015 - 12:09

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Sabine, sauf erreur, je compte le même nombre de rangs pour les diagrammes A.13, A.18 et A.19. Bon tricot!

07.12.2015 - 10:43

country flag Patteet schreef:

Zou het kunnen dat er een fout is in het diagram A16 (3de rij)? Het begint met 2 rechts omslag 2 rechts samenbreien omslag en middelste steek rechts dan spiegelbeeld. Alleen zie ik een omslag extra en dit is volgens mij een fout. Groetjes Marita

22.11.2015 - 15:51

DROPS Design antwoorde:

Beste Patteet. Ik denk dat je gelijk hebt. Ik zou die omslag niet breien. Ik heb gevraagd voor een correctie. Bedankt voor het opmerken.

23.11.2015 - 13:40

country flag Marie schreef:

Ich auch. Danke .

22.11.2015 - 05:48