DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Nepal yarn
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.91 € /50g
DROPS AW2425
DROPS 142-17

#solveigset

DROPS design: Model nr. ne-096
Garengroep C
-----------------------------------------------------------
MUTS:
Maat: één-maat
Hoofdomtrek: ongeveer 55/57 cm
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 0206, lichtbeige

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 19 st x 25 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD 3 mm (40 cm) - voor de boordsteek.

HALSWARMER:
Maat: S/M - M/L
Lengte (voor het in elkaar naaien): ongeveer 72 - 76 cm
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
150-150 gr. kleur nr. 0206, lichtbeige

DROPS RECHTE BREINLD 4.5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 st x 23 nld in tricotst = 10 x 10 cm.

WANTEN:
Gebreide DROPS wanten met kantpatroon van "Nepal".
Maat S - L.
DROPS design: Model nr. ne-097
Garengroep C
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - M/L
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
100-100 gr. kleur nr. 0206, lichtbeige

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 19 st x 25 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP 3 mm – voor de boordsteek
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.91 € /50g

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.6. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.
--------------------------------------------------------

MUTS:
Wordt in de rondte gebreid.
Zet 98 st op met rondbreinld 3 mm en Nepal en brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek volgens telpatroon A.1 (= 2 patroonherhalingen in de rondte). Ga als A.1 een keer in de hoogte is gebreid verder met rondbreinld 4 mm. Brei dan in PATROON volgens telpatroon A.2. Brei en minder bij een hoogte van ongeveer 21 cm – pas zo aan dat het na een hele herhaling in de hoogte is van het kantpatroon - volgens telpatroon A.3 (= 2 patroonherhalingen in de rondte) – ga verder met breinld zonder knop indien nodig. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 24 st over op de nld. Brei alle st gedraaid recht 2 aan 2 samen. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. De muts meet ongeveer 26 cm in de hoogte.

HALSWARMER:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 40-44 st op met nld 4.5 mm en Nepal. Brei 4 nld recht (1e nld = goede kant) – meerder TEGELIJKERTIJD in de 3e nld 5-5 st gelijkmatig (meerder niet over de buitenste 2 st aan elke kant) = 45-49 st. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 2 kant st in RIBBELST – zie uitleg boven, brei A.4 (= 6 st), 2-3 st av, A.5 (= 6 st), 2-3 st av, A.6 (= 9 st), 2-3 st av, A.4, 2-3 st av, A.5 en 2 kant st in RIBBELST. Ga zo verder in patroon (brei aan de verkeerde kant de 2-3 st tussen elk telpatroon recht). Brei bij een hoogte van ongeveer 71-75 cm – pas zo aan dat het na een hele herhaling in de hoogte van het kantpatroon in het midden is - 4 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 5-5 st gelijkmatig in de 1e nld = 40-44 st. Kant dan af met rechte st aan de verkeerde kant.

AFWERKING:
Leg de 2 uiteinden schuin op elkaar zodat de punt aan de voorkant dubbel is. Naai de afkantrand tegen de zijkant aan een lange kant en naai de opzetrand aan de lange kant aan de andere kant.

WANTEN:
PATROON:
Zie telpatroon A.7. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Het telpatroon wordt in de rondte gebreid.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken, brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt (begin 3 st voor de markeerder): 2 st r samen, 2 st r (markeerder staat tussen deze 2 st), 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
--------------------------------------------------------

RECHTER WANT:
Zet 40-40 st op met breinld zonder knop 3 mm en Nepal en brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek (= 2 st r/2 st av). Brei als de boordsteek 6-7 cm meet de volgende nld als volgt: * 5 st r, brei de volgende 2 st r samen *, herhaal van *-* nog 2 keer, 1 st r, 2 st av, * 2 st r samen, 2 st r *, herhaal van *-* nog 1 keer, 2 st r samen, 2 st av en eindig met 4 st r = 34-34 st. Ga verder met breinld zonder knop 4 mm, brei de volgende nld als volgt: 19 st in tricotst (= onderkant hand), A.7 (= 11 st) en 4 st in tricotst. Ga zo verder in patroon. Meerder bij een hoogte van 8-9 cm 1 st aan elke kant van de eerste st op de nld voor de duim - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen aan elke kant van de gemeerderde st om de nld nog 4-5 keer = 44-46 st. Zet nu de 11-13 duim st op een hulpdraad. Ga verder in de rondte als hiervoor en zet TEGELIJKERTIJD 1 nieuwe st op achter duim st in de volgende nld = 34-34 st. Plaats als de want ongeveer 21-23 cm meet (pas de want aan, er moet nog ongeveer 4 cm te breien zijn tot de want klaar is) 1 markeerder na de eerste 16 st op de nld en 1 markeerder na de volgende 17 st (er blijft 1 st over op de nld na de laatste markeerder). Minder nu 1 st aan elke kant van beide markeerders - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen om de nld nog 2 keer en dan elke nld in totaal 3 keer = 10 st over op de nld – LET OP: Als er niet genoeg ruimte is voor meer patroonherhalingen van A.7 in de hoogte, eindig dan het patroon na een hele herhaling in de hoogte en brei verder in tricotst over de overgebleven st in het patroon ze geminderd worden. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

DUIM:
Zet de 11-13 duim st van de hulpdraad terug op de breinld zonder knop 4 mm. Neem nog 4-3 st op achter de duim st = 15-16 st. Brei in tricotst in de rondte tot de duim ongeveer 4½-5 cm meet (pas de want aan, er moet nog ongeveer ½ cm gebreid worden tot de duim klaar is). Brei 2 nld recht en brei TEGELIJKERTIJD alle st 2 aan 2 r samen op beide nld = 4-4 st over op de nld. Knip de draad en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

LINKER WANT:
Zet op en brei als de rechter want maar in spiegelbeeld. Dus begin de boordsteek met 2 st av (in plaats van 2 st r). Brei de 1e nld na de boordsteek als volgt: 4 st r, 2 st av, * 2 st r samen, 2 st r *, herhaal van *-* nog 1 keer, 2 st r samen, 2 st av, 1 st r, * 2 st r samen, 5 st r *, herhaal van *-* nog 2 keer. Meerder voor de duim aan elke kant van de laatste st op de nld. En plaats voor het minderen aan de bovenkant van de want de 1e markeerder na de 1e st op de nld en de 2e markeerder na de volgende 17 st (= 16 st over op de nld na de laatste markeerder).

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant<br />
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant<br />
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
geen steek, sla dit vierkantje over<br />
= geen steek, sla dit vierkantje over
1 omsl tussen 2 st<br />
= 1 omsl tussen 2 st
2 st r samen<br />
= 2 st r samen
1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh<br />
= 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
2 st av samen<br />
= 2 st av samen
1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh<br />
= 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh
zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 3 st r, 3 st r van de kabelnld<br />
= zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 3 st r, 3 st r van de kabelnld
zet 3 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 3 st r, 3 st r van de kabelnld<br />
= zet 3 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 3 st r, 3 st r van de kabelnld
Diagram for DROPS 142-17
Diagram for DROPS 142-17
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 142-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (21)

country flag Belinda schreef:

What comes after k2, p4, k6, p2, k2 in chart A.2?

05.12.2016 - 01:27

DROPS Design antwoorde:

Dear Belinda, in row 1 in A.2 work: K2, P4, K6, P4, K2, P2, K11, P2, K2, P4, K6, P4. When you have worked the lace pattern 1 time in height repeat the lace pattern from row 1 - continue cables as before, ie with 5 rows between each cable. Happy knitting!

05.12.2016 - 10:05

country flag Kay schreef:

In the A2 diagram, the top 2 rows are empty for the central design. How do I knit across? Should I knot across the central design for the top 2 rows? This A2 needs to be repeated several times, so it isn't clear how to knit the top 2 rows for the central design. Any help would be appreciated. Thanks, Kay

12.01.2015 - 18:50

DROPS Design antwoorde:

Dear Kay, in A.2 there are 2 different kind of repetition: the cables and the lace pattern, both patterns are not worked over the same number of rows, when the lace pattern in the middle of A.2 is finished, work these sts on next row as in 1st row - when cables are done in height, work these sts as in 1st row and repeat in height as before. Happy knitting!

13.01.2015 - 09:08

country flag Catia schreef:

Cortesemente non riesco a capire cosa significa la casella tutta nera , forse devo fare una diminuzione? grazie mille catia

03.08.2014 - 11:56

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Catia. Quando lavora il diagramma A.3 deve saltare le caselle nere. Sono maglie diminuite nei giri precedenti. P.es al giro 4, deve lavorare: 2 m dir, 3 m rov, 4 m dir, 3 m rov e così via. Buon lavoro!

03.08.2014 - 12:23

Natalia schreef:

Hello, Could you please help me with diagram A2 rows 11 and 12. What should I do after I knit 2 sts, P4, K6, P4, K2, P2???? Where will be 11 stitches, which after previous row are on my left needle?

26.01.2014 - 06:31

DROPS Design antwoorde:

Dear Natalia, when lace pattern is finished repeat the lace pattern from row 1, at the same time, continue cable pattern in A.2 as shown in diagram. Happy knitting!

27.01.2014 - 08:52

country flag Froilein Zak schreef:

Hallo, ich habe eine Frage bzgl der Musterzeichnungen. Sind dort nur die Hinreihen gezeichnet oder auch dieRückreihen ? Vielen Dank

22.01.2014 - 12:37

DROPS Design antwoorde:

Liebes Froilein Zak, es sind die Hin-und Rück-R dargestellt.

23.01.2014 - 07:48

country flag Maria Antonia schreef:

No puedo imprimir el patrón, la foto sí, pero el patrón no.

04.12.2013 - 20:04

DROPS Design antwoorde:

Hola Maria Antonia! He entrado en el patrón por si había algún error pero funciona bien. Pinchas en imprimir patrón y te salta una imagen de promoción, en la parte superior derecha aparece en letra pequeña "imprime el patrón" y al pinchar ahí te salen las 5 hojas de las que consta para que imprimas

06.12.2013 - 21:16

country flag Annika schreef:

Hej, hur är det meningen att man ska sticka de 11 mittersta maskorna i mönster A2? Varför är det helt tomt där?/Annika

14.10.2013 - 22:38

country flag Angélique schreef:

Bonjour, pouvez-vous m'aider à comprendre ce qu'il faut faire pour le bonnet à partir du rang 21 (partie A.2)il y a un blanc de la 21ème maille jusqu'à la 32ème, je ne comprends pas pourquoi et ce qu'il faut faire. Merci par avance pour votre réponse. Cordialement. Merci par avance pour votre réponse.

26.11.2012 - 20:40

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Angélique, dans le diagramme A.2, on répète les torsades et le point ajouré, ainsi, mais ils ne se tricotent pas sur le même nombre de rangs, ainsi, quand le point ajouré est terminé, on reprend au 1er rang du point ajouré dans A2, tout en continuant les torsades de chaque côté comme avant. Bon tricot !

27.11.2012 - 08:59

country flag Anna schreef:

Chiedo anch'io delucidazioni sulle due righe centrali vuote dello schema A2: non ho capito come devo riempirle! Riprendo la prima riga A2? Scusate se han già fatto questa domanda, ma non riesco a tradurre dal tedesco.....

08.11.2012 - 15:41

DROPS Design antwoorde:

E' un po' difficile, e ho cercato di chiedere l'aiuto anche dalle mie colleghe. Ti farò sapere molto presto.

21.11.2012 - 15:57

country flag Sirmele schreef:

In der Anleitung verstehe ich die Auslassung beim Muster A2 ganz oben in der Mitte nicht. Mit einem Mal A2 stricken ist es bei mir nicht getan, um die gewünschten 21cm für die Mütze zu errichen. Eben die Mitte von Reihe 11 und 12 ist mir nicht klar. Über eine baldige Antwort würde ich mich freuen, C. Maushake

03.10.2012 - 16:43

DROPS Design antwoorde:

Hallo Frau Maushake, Muster A2 wird nicht nur 1 x gestrickt sondern bis zu einer Höhe von 21 cm. Wenn der Mustersatz in der Mitte beendet ist, beginnen Sie dort wieder mit der ersten R von A2. Der mittlere Mustersatz ist weniger hoch als der seitliche, daher wird es so dargestellt.

04.10.2012 - 09:51