Elena schreef:
Supersöt kofta och mycket praktiskt mössa och brallo!!
15.03.2006 - 12:48lena schreef:
jättesöta barnplagg lätt modell att falla för
15.03.2006 - 10:53Mikaëla schreef:
Kul med flera plagg som passar ihop!
15.03.2006 - 10:33Mikaëla schreef:
Jättesöt kofta, den stickar jag gärna! Kul med flera p
15.03.2006 - 10:32
marlene Neltoft schreef:
Rigtig sødt, lige noget jeg har lyst til at gå i gang med. Piget men alligevel anderledes
14.03.2006 - 14:04
Seaport Baby#seaportbabyset |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
DROPS Setje bestaande uit: Vestje met ajourmotief en raglanmouwen, broekje, muts, inktvis en dekentje. Maat 1/3 maanden - 3/4 jaar.
DROPS Baby 13-2 |
|||||||||||||
VESTJE: Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht. Motief: zie teltekening M.1. De teltekening toont het motief op de heeng nld. Knoopsgat: kant af voor de knoopsgaten in het rechter voorpand. 1 knoopsgat = brei de 2e en 3e randst r samen, en maak 1 omsl. Brei in de volgende nld deze omslag verdraait r (dwz in het achterste deel van de st in plaats van voorin). Kant af voor de knoopsgaten bij: Maat 1/3 maanden: 15 en 19 cm. Maat 6/9 maanden: 16 en 20 cm. Maat 12/18 maanden: 19 en 24 cm. Maat 2 jaar: 22 en 27 cm. Maat 3/4 jaar: 24 en 29 cm. NB: het laatste knoopsgat wordt in het halsboord gemaakt. Tips minderen (geldt voor de raglan): Alle minderingen komen op de heengaande nld! In elke overgang tussen de mouwen en de panden minderen als volgt (begin 3 st voor de merkdraad): 2 st r sam.br, 2 r (de merkdraad zit tussen deze 2 st), haal 1 st r af, brei 1 r en haal de afgeh st daarover. Rug- en voorpand: het vestje wordt heen en weer gebreid vanaf de middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. Lees a.u.b het hele patroon voordat u begint met breien! Zet met rondbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 163-181-199 (223-241) st op (incl. 5 randst van de voorpandbiezen aan beide kanten langs het midden). Brei 4 nld ribbelst (1e nld = heeng nld). Brei de volgende heeng nld als volgt: 5 randst in ribbelst, M.1A over de volgende 150-168-186 (210-228) st, M.1B (= 3 st) en sluit af met 5 randst in ribbelst. Brei door op deze manier (de 5 randst aan beide kanten steeds in ribbelst breien). Brei vanaf een hoogte van ca 15-16-19 (22-24) cm – de volgende nld moet een terugg nld zijn en er moeten 2 nld tricotst na de laatste nld met gaatjes zijn gebreid - 3 nld ribbelst over alle st (vergeet niet de knoopsgaten in het rechter voorpand – zie beschrijving hierboven). Tegelijkertijd in de 2e nld met ribbelst gelijkmatig minderen naar een totaal van 130-146-160 (176-192) st – niet in de voorbiezen minderen. Brei de volgende heeng nld op deze manier: brei 31-35-38 (41-45) st (= rechter voorpand), kant 8-8-8 (10-10) st af voor het armsgat, brei 52-60-68 (74-82) st (= rugpand), kant 8-8-8 (10-10) st af voor het armsgat en brei de laatste 31-35-38 (41-45) st (= linker voorpand). Leg het werk terzijde en brei de mouwen. Mouw: de mouwen worden in het rond gebreid. Zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 42-48-48 (54-54) st op. Brei 1 tr r, 1 tr av, 1 tr r en 1 tr av. Brei door volgens teltekening M.1A – begin bij het pijltje in de teltekening en plaats 1 merkdraad in deze eerste st (= midden van de ondermouw). Meerder vanaf een hoogte van 5 cm 12-12-15(15-18) x 1 st aan weerskanten van de 3 middelste st van de ondermouw voor Maat 1/3 + 6/9 maanden + 12/18 maanden: in elke 3e tr. Voor Maat 2 + 3/4 jaar: in elke 4e tr = 66-72-78 (84-90) st - de nieuwe st waar mogelijk meebreien in het motief, dwz de eerste 3 gemeerderde st av breien, de volgende 3 r enz. Brei bij een hoogte van ca 16-18-20 (24-28) cm – er zijn 2 tr tricotst na de laatste tr met gaatjes gebreid – 1 tr av. Brei nu 1 tr r en minder tegelijkertijd gelijkmatig naar een totaal van 52-56-62 (68-72) st. Brei nog 1 tr av. Brei nu 1 tr r en kant tegelijkertijd 8-8-8 (10-10) st af op het midden van de ondermouw = 44-48-54 (58-62) st op de breinld. Leg het werk terzijde en brei nog 1 mouw. Bovenstuk: zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden, boven de armsgaten = 202-226-252 (272-296) st. Plaats 1 merkdraad in elke overgang tussen de mouwen en de panden (= 4 merkdraden). Lees a.u.b. het volgende stukje voordat u gaat breien. Er wordt heen en weer over alle st gebreid – vergeet niet de knoopsgaten in het rechter voorpand – zie beschrijving hierboven. Raglanmouwen: brei 1 nld r op de terugg nld voordat het minderen begint. 1 st minderen aan elke zijde van alle merkdraden (= 8 st minderen per nld) – lees Tips minderen! Minderen in elke 4e nld: 9 keer en vervolgens in elke 2e nld: 4-6-9 (9-11) keer. Hals: zet tegelijkertijd bij een hoogte van 22-24-28 (31-34) cm de eerste 8-10-10 (13-15) st aan beide kanten op 1 draad (of hulpnld) voor de hals. Kant hierna af voor de hals langs de voorkant in elke 2e nld: 2 x 2 st en 3 x 1 st . Als het minderen voor de raglan en de hals zijn voltooid, staan er 68-72-74 (88-92) st op de nld en heeft het werk een totale hoogte van ca 27-29-33 (37-40) cm tot de schouder. Afwerken: neem met breinld nr. 2,5 en ijsblauw ca 96 tot 138 st op rondom de hals (incl. de st van de hulpdraden). Brei 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens 1 nld r op de heeng nld en minder tegelijkertijd gelijkmatig tot een totaal van 79-79-85 (91-97) st (niet tussen de voorkantbiezen minderen). – Kant tegelijkertijd af voor het laatste knoopsgat in de rechter voorkant. Brei door in boordsteek als volgt (1e nld = terugg nld): 5 randst in ribbelst, * 3 r, 3 av *, herhaal steeds *-* en sluit af met 3 r en 5 randst in ribbelst. Brei verder in boordsteek als volgt: (op de goede kant worden het dan 5 voorrandst en 3 av aan beide kanten). Kant als boord een hoogte van 1,5 tot 2 cm heeft af in patroon. Sluit de openingen onder de mouwen. Naai de knopen aan. BROEKJE: Rechterpijp: zet met breinld nr. 2,5 en ijsblauw mix 52-60-64 (70-74) st op (incl. 1 kantst aan beide kanten) en brei ribbelst. Plaats bij een hoogte van 4 cm 1 merkdraad in het werk (= omslag) – vanaf hier het werk meten! Vanaf een hoogte van 4 cm 8 x1 st meerderen aan beide kanten op elke 1,5.-2.-2,5. (3.-4.) cm = 68-76-80 (86-90) st. Kant bij een hoogte van 18-21-24 (29-34) cm 2 st af aan beide kanten. Kant hierna 2-4-6(10-12) x 1 st af aan de ene kant (= midden voor) in elke 2e nld = 62-68-70 (72-74) st. Brei door tot een hoogte van 36-42-46 (52-58) cm. Brei vervolgens 2 cm tricotst voor de omvouw en kant losjes af. Linkerpijp: als de rechterpijp breien maar in spiegelbeeld. Afwerken: Leg de rechterpijp dubbel en sluit de naad aan de binnenkant van de pijp in de 1 kantst – naai vanaf de merkdraad naar beneden, maar naai de laatste 4 cm dicht op de goede kant, zodat de naad van de omslag naar binnen zit. Sluit de linkerpijp op dezelfde manier. Sluit de naad tussen de benen in de 1 kantst. De rand in de taille omvouwen en op de binnenkant vastnaaien met mooie kleine steken – een klein stukje open laten om het elastiek door te rijgen. De 4 cm beneden aan de pijpen naar buiten omslaan. MUTS: Voor hoofdomtrek: ca 40/42 - 42/44 - 44/46 (46/48 - 48/50) cm. Ribbelst (op de rondbreinld): 1 tr r en tr av. Muts: de muts wordt in het rond op sokkenbreinld gebreid. Zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 95-100-105 (110-115) st losjes op en brei ribbelst – zie beschrijving hierboven. Brei vanaf een hoogte van 8-10-10 (12-12) cm door in tricotst. Plaats bij een hoogte van 13-15-16 (18-18) cm 5 merkdraden in het werk met 19-20-21 (22-23) st tussen elke merkdraad. Vervolgens 1 st minderen weerskanten van alle merkdraden in elke 2e tr totdat er totaal 15-20-15 (20-15) st op de nld zijn. NB: de st minderen als volgt: (begin 2 st voor de 1e merkdraad): haal 1 st r af , brei 1 r en haal de afgeh st daarover, 2 st r sam.br. Trek een dubbele draad door de overige st, aantrekken en afhechten. De eerste 4-5-5 (6-6) cm van de ribbelst rand omvouwen naar de goede kant en aan elke zijde even vastzetten met een paar kleine steken – naai op de binnenkant van de rand, zodat de steken niet op de buitenkant te zien zijn. De muts heeft een totale hoogte van ca 14-15-16 (17-18) cm. Oorklepjes: de oorklepjes worden van beneden naar boven gebreid. Zet met breinld nr. 2,5 en ijsblauw 13 st op en brei r – plaats 1 merkdraad in de middelste st. Tegelijkertijd na de 2e nld meerderen in elke 6e nld totaal 7-7-7 (8-8) keer als volgt: 1 st meerderen aan beide kanten vlak naast de 1 kants en hierna 1 st meerderen aan elke kant van de middelste st met de merkdraad (= 4 st meerderen per nld) – maak 1 omsl om 1 st te meerderen. Brei in de volgende nld deze omsl verdraaid r zodat er geen gaatje ontstaat.. (de st verdraaid r breien door in het achterste deel van de st te breien in plaats van voorin) = 41-41-41 (45-45) st. Als het meerderen is voltooid heeft het klepje een hoogte van ca 8-8-8 (9-9) cm. Kant losjes af. Leg het klepje dubbel en sluit de zijnaad en langs de onderrand – in de eerste st naaien, zodat de naad niet te dik wordt. Naai een oorklepje aan elke zijde van de muts – met een afstand van ca 11-12-12 (13-14) cm aan de voorkant (naai de oorklepjes aan op de binnenkant van de muts, zodat de naad niet zichtbaar is – de zijnaad van elk oorklepje moet naar de achterkant wijzen). Inktvis: zie het patroon bij model nr. B13-8 of B13-27. Dekentje: zie het patroon bij model B13-10. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #seaportbabyset of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 25 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 13-2
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.