Claudia schreef:
Werden die Maschen bei der Jacke abgekettet, bevor man neue aufnimmt für den Hals? Wäre ja eigentlich doppelte Arbeit... Bin etwas verwirrt...
06.05.2011 - 15:58
Drops Design schreef:
Noen uker til ;)
30.09.2008 - 18:40
Ellen schreef:
Hei! bare et generelt spørsmål,- når kommer neste babykolleksjon? vil ellers takke for veldige bra nettside, supert at man kan laste ned gratis oppskrifter!
30.09.2008 - 14:49
DROPS Design schreef:
.....de økte m strikkes inn i mønsteret fortløpende, dvs de første 3 m som økes strikkes vrang, de 3 neste rett osv.....
21.05.2008 - 08:36
Elisa schreef:
Hei. Når jeg er ferdig med å øke på ermet så er de 9 midterste maskene vrange. For at mønsteret skal bli riktig så burde vel de 3 midterste bli omgjort til rette masker? Eller stemmer det at det skal være så mange vrange masker etter hverandre?
19.05.2008 - 12:29
Drops Design schreef:
Det skal være 72 m tilbake på p etter alle fellinger. Du har 226 m før fellingene starter. Det felles totalt 120 m i raglanfellingen (15 fellinger) og 10+7 m i hver side til hals = 72 m. Når raglanfellingen er ferdig skal jakken måle 29 cm opp til skulderen - dette målet er uten halskant. De 3 cm øverst på målskissen kommer fra de resterende m øverst på ermet.
01.08.2007 - 14:37
Marianne schreef:
Hei! har felt ferdig til hals, men jeg har 92 masker igjen på pinnen (str 6/9mnd) i tillegg til de 10 på tråd på hver side i steden for 72..og stemmer det at jakken nå skal måle 29 cm?? min er ca 26 cm nå.. på tegningen ser det ut til at den skal være 29 cm når man har laget halskanten også. Takk for hjelp
27.07.2007 - 16:48
Drops Design schreef:
Jo det stemmer, når man øger på hver side af de 3 midterste vr masker, så skal de første 3 udtagninger strikkes i vrang på hver side, og de næste 3 udtagninger skal derefter strikkes ret på hver side (de 3 midterste m skal altid strikkes i vrang)Mvh Garnstudio/Drops Design
12.06.2007 - 14:30
Karin schreef:
Hei! jeg skjønner ikke helt hvordan de økte maskene på ermene skal strikkes inn i mønsteret? det økes jo bare 2 m pr øking?blir det da 5 vrange etter hverandre etter 1.øking? og så 7? takk for hjelp!!
12.06.2007 - 10:44
camilla schreef:
meget smukt
21.03.2006 - 16:40
Seaport Baby#seaportbabyset |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
DROPS Setje bestaande uit: Vestje met ajourmotief en raglanmouwen, broekje, muts, inktvis en dekentje. Maat 1/3 maanden - 3/4 jaar.
DROPS Baby 13-2 |
|||||||||||||
VESTJE: Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht. Motief: zie teltekening M.1. De teltekening toont het motief op de heeng nld. Knoopsgat: kant af voor de knoopsgaten in het rechter voorpand. 1 knoopsgat = brei de 2e en 3e randst r samen, en maak 1 omsl. Brei in de volgende nld deze omslag verdraait r (dwz in het achterste deel van de st in plaats van voorin). Kant af voor de knoopsgaten bij: Maat 1/3 maanden: 15 en 19 cm. Maat 6/9 maanden: 16 en 20 cm. Maat 12/18 maanden: 19 en 24 cm. Maat 2 jaar: 22 en 27 cm. Maat 3/4 jaar: 24 en 29 cm. NB: het laatste knoopsgat wordt in het halsboord gemaakt. Tips minderen (geldt voor de raglan): Alle minderingen komen op de heengaande nld! In elke overgang tussen de mouwen en de panden minderen als volgt (begin 3 st voor de merkdraad): 2 st r sam.br, 2 r (de merkdraad zit tussen deze 2 st), haal 1 st r af, brei 1 r en haal de afgeh st daarover. Rug- en voorpand: het vestje wordt heen en weer gebreid vanaf de middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. Lees a.u.b het hele patroon voordat u begint met breien! Zet met rondbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 163-181-199 (223-241) st op (incl. 5 randst van de voorpandbiezen aan beide kanten langs het midden). Brei 4 nld ribbelst (1e nld = heeng nld). Brei de volgende heeng nld als volgt: 5 randst in ribbelst, M.1A over de volgende 150-168-186 (210-228) st, M.1B (= 3 st) en sluit af met 5 randst in ribbelst. Brei door op deze manier (de 5 randst aan beide kanten steeds in ribbelst breien). Brei vanaf een hoogte van ca 15-16-19 (22-24) cm – de volgende nld moet een terugg nld zijn en er moeten 2 nld tricotst na de laatste nld met gaatjes zijn gebreid - 3 nld ribbelst over alle st (vergeet niet de knoopsgaten in het rechter voorpand – zie beschrijving hierboven). Tegelijkertijd in de 2e nld met ribbelst gelijkmatig minderen naar een totaal van 130-146-160 (176-192) st – niet in de voorbiezen minderen. Brei de volgende heeng nld op deze manier: brei 31-35-38 (41-45) st (= rechter voorpand), kant 8-8-8 (10-10) st af voor het armsgat, brei 52-60-68 (74-82) st (= rugpand), kant 8-8-8 (10-10) st af voor het armsgat en brei de laatste 31-35-38 (41-45) st (= linker voorpand). Leg het werk terzijde en brei de mouwen. Mouw: de mouwen worden in het rond gebreid. Zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 42-48-48 (54-54) st op. Brei 1 tr r, 1 tr av, 1 tr r en 1 tr av. Brei door volgens teltekening M.1A – begin bij het pijltje in de teltekening en plaats 1 merkdraad in deze eerste st (= midden van de ondermouw). Meerder vanaf een hoogte van 5 cm 12-12-15(15-18) x 1 st aan weerskanten van de 3 middelste st van de ondermouw voor Maat 1/3 + 6/9 maanden + 12/18 maanden: in elke 3e tr. Voor Maat 2 + 3/4 jaar: in elke 4e tr = 66-72-78 (84-90) st - de nieuwe st waar mogelijk meebreien in het motief, dwz de eerste 3 gemeerderde st av breien, de volgende 3 r enz. Brei bij een hoogte van ca 16-18-20 (24-28) cm – er zijn 2 tr tricotst na de laatste tr met gaatjes gebreid – 1 tr av. Brei nu 1 tr r en minder tegelijkertijd gelijkmatig naar een totaal van 52-56-62 (68-72) st. Brei nog 1 tr av. Brei nu 1 tr r en kant tegelijkertijd 8-8-8 (10-10) st af op het midden van de ondermouw = 44-48-54 (58-62) st op de breinld. Leg het werk terzijde en brei nog 1 mouw. Bovenstuk: zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden, boven de armsgaten = 202-226-252 (272-296) st. Plaats 1 merkdraad in elke overgang tussen de mouwen en de panden (= 4 merkdraden). Lees a.u.b. het volgende stukje voordat u gaat breien. Er wordt heen en weer over alle st gebreid – vergeet niet de knoopsgaten in het rechter voorpand – zie beschrijving hierboven. Raglanmouwen: brei 1 nld r op de terugg nld voordat het minderen begint. 1 st minderen aan elke zijde van alle merkdraden (= 8 st minderen per nld) – lees Tips minderen! Minderen in elke 4e nld: 9 keer en vervolgens in elke 2e nld: 4-6-9 (9-11) keer. Hals: zet tegelijkertijd bij een hoogte van 22-24-28 (31-34) cm de eerste 8-10-10 (13-15) st aan beide kanten op 1 draad (of hulpnld) voor de hals. Kant hierna af voor de hals langs de voorkant in elke 2e nld: 2 x 2 st en 3 x 1 st . Als het minderen voor de raglan en de hals zijn voltooid, staan er 68-72-74 (88-92) st op de nld en heeft het werk een totale hoogte van ca 27-29-33 (37-40) cm tot de schouder. Afwerken: neem met breinld nr. 2,5 en ijsblauw ca 96 tot 138 st op rondom de hals (incl. de st van de hulpdraden). Brei 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens 1 nld r op de heeng nld en minder tegelijkertijd gelijkmatig tot een totaal van 79-79-85 (91-97) st (niet tussen de voorkantbiezen minderen). – Kant tegelijkertijd af voor het laatste knoopsgat in de rechter voorkant. Brei door in boordsteek als volgt (1e nld = terugg nld): 5 randst in ribbelst, * 3 r, 3 av *, herhaal steeds *-* en sluit af met 3 r en 5 randst in ribbelst. Brei verder in boordsteek als volgt: (op de goede kant worden het dan 5 voorrandst en 3 av aan beide kanten). Kant als boord een hoogte van 1,5 tot 2 cm heeft af in patroon. Sluit de openingen onder de mouwen. Naai de knopen aan. BROEKJE: Rechterpijp: zet met breinld nr. 2,5 en ijsblauw mix 52-60-64 (70-74) st op (incl. 1 kantst aan beide kanten) en brei ribbelst. Plaats bij een hoogte van 4 cm 1 merkdraad in het werk (= omslag) – vanaf hier het werk meten! Vanaf een hoogte van 4 cm 8 x1 st meerderen aan beide kanten op elke 1,5.-2.-2,5. (3.-4.) cm = 68-76-80 (86-90) st. Kant bij een hoogte van 18-21-24 (29-34) cm 2 st af aan beide kanten. Kant hierna 2-4-6(10-12) x 1 st af aan de ene kant (= midden voor) in elke 2e nld = 62-68-70 (72-74) st. Brei door tot een hoogte van 36-42-46 (52-58) cm. Brei vervolgens 2 cm tricotst voor de omvouw en kant losjes af. Linkerpijp: als de rechterpijp breien maar in spiegelbeeld. Afwerken: Leg de rechterpijp dubbel en sluit de naad aan de binnenkant van de pijp in de 1 kantst – naai vanaf de merkdraad naar beneden, maar naai de laatste 4 cm dicht op de goede kant, zodat de naad van de omslag naar binnen zit. Sluit de linkerpijp op dezelfde manier. Sluit de naad tussen de benen in de 1 kantst. De rand in de taille omvouwen en op de binnenkant vastnaaien met mooie kleine steken – een klein stukje open laten om het elastiek door te rijgen. De 4 cm beneden aan de pijpen naar buiten omslaan. MUTS: Voor hoofdomtrek: ca 40/42 - 42/44 - 44/46 (46/48 - 48/50) cm. Ribbelst (op de rondbreinld): 1 tr r en tr av. Muts: de muts wordt in het rond op sokkenbreinld gebreid. Zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 95-100-105 (110-115) st losjes op en brei ribbelst – zie beschrijving hierboven. Brei vanaf een hoogte van 8-10-10 (12-12) cm door in tricotst. Plaats bij een hoogte van 13-15-16 (18-18) cm 5 merkdraden in het werk met 19-20-21 (22-23) st tussen elke merkdraad. Vervolgens 1 st minderen weerskanten van alle merkdraden in elke 2e tr totdat er totaal 15-20-15 (20-15) st op de nld zijn. NB: de st minderen als volgt: (begin 2 st voor de 1e merkdraad): haal 1 st r af , brei 1 r en haal de afgeh st daarover, 2 st r sam.br. Trek een dubbele draad door de overige st, aantrekken en afhechten. De eerste 4-5-5 (6-6) cm van de ribbelst rand omvouwen naar de goede kant en aan elke zijde even vastzetten met een paar kleine steken – naai op de binnenkant van de rand, zodat de steken niet op de buitenkant te zien zijn. De muts heeft een totale hoogte van ca 14-15-16 (17-18) cm. Oorklepjes: de oorklepjes worden van beneden naar boven gebreid. Zet met breinld nr. 2,5 en ijsblauw 13 st op en brei r – plaats 1 merkdraad in de middelste st. Tegelijkertijd na de 2e nld meerderen in elke 6e nld totaal 7-7-7 (8-8) keer als volgt: 1 st meerderen aan beide kanten vlak naast de 1 kants en hierna 1 st meerderen aan elke kant van de middelste st met de merkdraad (= 4 st meerderen per nld) – maak 1 omsl om 1 st te meerderen. Brei in de volgende nld deze omsl verdraaid r zodat er geen gaatje ontstaat.. (de st verdraaid r breien door in het achterste deel van de st te breien in plaats van voorin) = 41-41-41 (45-45) st. Als het meerderen is voltooid heeft het klepje een hoogte van ca 8-8-8 (9-9) cm. Kant losjes af. Leg het klepje dubbel en sluit de zijnaad en langs de onderrand – in de eerste st naaien, zodat de naad niet te dik wordt. Naai een oorklepje aan elke zijde van de muts – met een afstand van ca 11-12-12 (13-14) cm aan de voorkant (naai de oorklepjes aan op de binnenkant van de muts, zodat de naad niet zichtbaar is – de zijnaad van elk oorklepje moet naar de achterkant wijzen). Inktvis: zie het patroon bij model nr. B13-8 of B13-27. Dekentje: zie het patroon bij model B13-10. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #seaportbabyset of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 25 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 13-2
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.