Cissis schreef:
Brauche Tipp für die Mütze: nachdem man die Krausrippen beendet hat, mit Glattstricken weiterfahren. Wieviel cm stricken bis zu den Abnahmen? Es steht dort:" Wenn 13-15-16 (18-18) cm misst" bedeutet das, die Gesamthöhe der Mütze, dann hätte man nur ca. 3 cm gestrickt oder heißt das, noch 13 cm glattstricken? Das ist entscheidend! Wieviel mißt die Mütze in der Gesamthöhe nach der Fertigstellung? Vielen Dank.
09.10.2018 - 11:18DROPS Design antwoorde:
Liebe Cissis, die 13-15-16 (18-18) cm werden vom Anfang (= Anschlag) gemessen, dh Sie stricken noch 5-5-6 (6-6) cm glatt rechts (nach der Krausrippen). Die Mütze misst ca 14-15-16 (17-18) cm + die untersten 4-5-5 (6-6) cm von der Krausrippekante, die doppelt gefaltet wird. Viel Spaß beim stricken!
09.10.2018 - 12:15
Tanja Hoffmann schreef:
Mir ist aufgefallen, dass die Angaben für die Maschenprobe auf der Banderole ziemlich von der Maschenprobe bei diesem Modell abweicht. Auch meine Maschenprobe mit 33Maschen ist einiges breiter als 10cm. Kann es sein, dass sich hier ein Fehler eingeschlichen hat? Gruß Tanja
09.08.2018 - 21:20DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Hoffmann, die Maschenprobe auf der Banderole wird nicht mit der gleichen Maschenprobe gestrickt. Die Angabe der Nadelstärke ist nur eine Orientierungshilfe. Wenn Sie für 10 cm weniger Maschen als in der Maschenprobe angegeben benötigen, versuchen Sie eine neue Maschenprobe mit einer dünneren Nadelstärke. Viel Spaß beim stricken!
10.08.2018 - 08:31
Zitzmann schreef:
Ich stricke zur Zeit das Jäckchen und wüste gern: ab 16 cm auf 146 M abketten, soll das heißen, die Differenz zwischen Anschlag und 146M gleichmäßig verteilt abnehmen? Das wären in diesem Fall 35 M?
18.06.2015 - 09:42DROPS Design antwoorde:
Ja genau, es sollen 146 M auf der Nadel bleiben.
21.06.2015 - 20:34
Anna schreef:
Det är ju rätstickning!
29.04.2015 - 20:08
Annette Green schreef:
Det kan väl inte stämma att det skall vara 52 varv för att få 10 cm
29.04.2015 - 15:10DROPS Design antwoorde:
Hei Annette. Jo, det er rillestrik (rätst) paa en lille pind - og rätst traekker sig meget mere sammen end f.eks glatstrik (slätst)
30.04.2015 - 15:41
Claudia schreef:
Grüezi. bin grösse 86/92 am stricken und nun am 1. ärmel. können sie mir den durchmesser des ärmels unten am bündchen angeben? er erscheint mir riesig und viel zu weit. passend für einen erwachsenen! besten dank!
22.01.2015 - 21:59DROPS Design antwoorde:
Im Muster vor den Zunahmen müsste sich ein Umfang von ca. 16 cm ergeben. Stimmt denn Ihre Maschenprobe im Muster?
27.01.2015 - 23:21Jenny Cyr schreef:
Bonjour, Je me demande comment faire les augmentations au dessous des manches? Je ne comprend pas le texte suivant...augm 1 md de chaque côté des 3 m du mileu sous la manche... Est-ce que c'est toujours à l'end, et si oui je voudrais que vous me précisez si je doit faire le motif ou toujours rester les mailles à l'end. Merci à l'avance de votre attention.
28.05.2013 - 12:15DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Cyr, pour les manches on augmente 1 m avant les 3 m qui se trouvent au milieu sous la manche et 1 m après ces 3 m (= fin de rang/début de rang), les augmentations se tricotent au fur et à mesure en point fantaisie. Bon tricot !
28.05.2013 - 13:45Ienke schreef:
Het is een leuk patroon maar het lijkt me dat bij de beschrijving van de mouw elke keer dat er "tr" staat, "nld" moet zijn. Ook vind ik dat de bies in ribbelsteek korter wordt dan de rest in patroonsteek omdat het gelijk gebreid wordt.
21.12.2012 - 22:47
Gerd-Hege schreef:
Veldig fint sett, skal nå øke under armene og er ikke helt fornøyd med økingen som står på mønsteret, øker på hver side av 1 merkemaske ,merkemasken følger deg oppover, menskifter fra vr til r ettersom hvordan det passer i mønsteret, på det meste får jeg da 5 vrange etterhverandre og ikke 9, bare et tips :-))
18.10.2012 - 20:22
DROPS Deutsch schreef:
Sie können die Maschen natürlich auch auf der Nadel lassen oder auf einen Hilfsfaden legen.
09.05.2011 - 08:42
Seaport Baby#seaportbabyset |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
DROPS Setje bestaande uit: Vestje met ajourmotief en raglanmouwen, broekje, muts, inktvis en dekentje. Maat 1/3 maanden - 3/4 jaar.
DROPS Baby 13-2 |
|||||||||||||
VESTJE: Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht. Motief: zie teltekening M.1. De teltekening toont het motief op de heeng nld. Knoopsgat: kant af voor de knoopsgaten in het rechter voorpand. 1 knoopsgat = brei de 2e en 3e randst r samen, en maak 1 omsl. Brei in de volgende nld deze omslag verdraait r (dwz in het achterste deel van de st in plaats van voorin). Kant af voor de knoopsgaten bij: Maat 1/3 maanden: 15 en 19 cm. Maat 6/9 maanden: 16 en 20 cm. Maat 12/18 maanden: 19 en 24 cm. Maat 2 jaar: 22 en 27 cm. Maat 3/4 jaar: 24 en 29 cm. NB: het laatste knoopsgat wordt in het halsboord gemaakt. Tips minderen (geldt voor de raglan): Alle minderingen komen op de heengaande nld! In elke overgang tussen de mouwen en de panden minderen als volgt (begin 3 st voor de merkdraad): 2 st r sam.br, 2 r (de merkdraad zit tussen deze 2 st), haal 1 st r af, brei 1 r en haal de afgeh st daarover. Rug- en voorpand: het vestje wordt heen en weer gebreid vanaf de middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. Lees a.u.b het hele patroon voordat u begint met breien! Zet met rondbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 163-181-199 (223-241) st op (incl. 5 randst van de voorpandbiezen aan beide kanten langs het midden). Brei 4 nld ribbelst (1e nld = heeng nld). Brei de volgende heeng nld als volgt: 5 randst in ribbelst, M.1A over de volgende 150-168-186 (210-228) st, M.1B (= 3 st) en sluit af met 5 randst in ribbelst. Brei door op deze manier (de 5 randst aan beide kanten steeds in ribbelst breien). Brei vanaf een hoogte van ca 15-16-19 (22-24) cm – de volgende nld moet een terugg nld zijn en er moeten 2 nld tricotst na de laatste nld met gaatjes zijn gebreid - 3 nld ribbelst over alle st (vergeet niet de knoopsgaten in het rechter voorpand – zie beschrijving hierboven). Tegelijkertijd in de 2e nld met ribbelst gelijkmatig minderen naar een totaal van 130-146-160 (176-192) st – niet in de voorbiezen minderen. Brei de volgende heeng nld op deze manier: brei 31-35-38 (41-45) st (= rechter voorpand), kant 8-8-8 (10-10) st af voor het armsgat, brei 52-60-68 (74-82) st (= rugpand), kant 8-8-8 (10-10) st af voor het armsgat en brei de laatste 31-35-38 (41-45) st (= linker voorpand). Leg het werk terzijde en brei de mouwen. Mouw: de mouwen worden in het rond gebreid. Zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 42-48-48 (54-54) st op. Brei 1 tr r, 1 tr av, 1 tr r en 1 tr av. Brei door volgens teltekening M.1A – begin bij het pijltje in de teltekening en plaats 1 merkdraad in deze eerste st (= midden van de ondermouw). Meerder vanaf een hoogte van 5 cm 12-12-15(15-18) x 1 st aan weerskanten van de 3 middelste st van de ondermouw voor Maat 1/3 + 6/9 maanden + 12/18 maanden: in elke 3e tr. Voor Maat 2 + 3/4 jaar: in elke 4e tr = 66-72-78 (84-90) st - de nieuwe st waar mogelijk meebreien in het motief, dwz de eerste 3 gemeerderde st av breien, de volgende 3 r enz. Brei bij een hoogte van ca 16-18-20 (24-28) cm – er zijn 2 tr tricotst na de laatste tr met gaatjes gebreid – 1 tr av. Brei nu 1 tr r en minder tegelijkertijd gelijkmatig naar een totaal van 52-56-62 (68-72) st. Brei nog 1 tr av. Brei nu 1 tr r en kant tegelijkertijd 8-8-8 (10-10) st af op het midden van de ondermouw = 44-48-54 (58-62) st op de breinld. Leg het werk terzijde en brei nog 1 mouw. Bovenstuk: zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden, boven de armsgaten = 202-226-252 (272-296) st. Plaats 1 merkdraad in elke overgang tussen de mouwen en de panden (= 4 merkdraden). Lees a.u.b. het volgende stukje voordat u gaat breien. Er wordt heen en weer over alle st gebreid – vergeet niet de knoopsgaten in het rechter voorpand – zie beschrijving hierboven. Raglanmouwen: brei 1 nld r op de terugg nld voordat het minderen begint. 1 st minderen aan elke zijde van alle merkdraden (= 8 st minderen per nld) – lees Tips minderen! Minderen in elke 4e nld: 9 keer en vervolgens in elke 2e nld: 4-6-9 (9-11) keer. Hals: zet tegelijkertijd bij een hoogte van 22-24-28 (31-34) cm de eerste 8-10-10 (13-15) st aan beide kanten op 1 draad (of hulpnld) voor de hals. Kant hierna af voor de hals langs de voorkant in elke 2e nld: 2 x 2 st en 3 x 1 st . Als het minderen voor de raglan en de hals zijn voltooid, staan er 68-72-74 (88-92) st op de nld en heeft het werk een totale hoogte van ca 27-29-33 (37-40) cm tot de schouder. Afwerken: neem met breinld nr. 2,5 en ijsblauw ca 96 tot 138 st op rondom de hals (incl. de st van de hulpdraden). Brei 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens 1 nld r op de heeng nld en minder tegelijkertijd gelijkmatig tot een totaal van 79-79-85 (91-97) st (niet tussen de voorkantbiezen minderen). – Kant tegelijkertijd af voor het laatste knoopsgat in de rechter voorkant. Brei door in boordsteek als volgt (1e nld = terugg nld): 5 randst in ribbelst, * 3 r, 3 av *, herhaal steeds *-* en sluit af met 3 r en 5 randst in ribbelst. Brei verder in boordsteek als volgt: (op de goede kant worden het dan 5 voorrandst en 3 av aan beide kanten). Kant als boord een hoogte van 1,5 tot 2 cm heeft af in patroon. Sluit de openingen onder de mouwen. Naai de knopen aan. BROEKJE: Rechterpijp: zet met breinld nr. 2,5 en ijsblauw mix 52-60-64 (70-74) st op (incl. 1 kantst aan beide kanten) en brei ribbelst. Plaats bij een hoogte van 4 cm 1 merkdraad in het werk (= omslag) – vanaf hier het werk meten! Vanaf een hoogte van 4 cm 8 x1 st meerderen aan beide kanten op elke 1,5.-2.-2,5. (3.-4.) cm = 68-76-80 (86-90) st. Kant bij een hoogte van 18-21-24 (29-34) cm 2 st af aan beide kanten. Kant hierna 2-4-6(10-12) x 1 st af aan de ene kant (= midden voor) in elke 2e nld = 62-68-70 (72-74) st. Brei door tot een hoogte van 36-42-46 (52-58) cm. Brei vervolgens 2 cm tricotst voor de omvouw en kant losjes af. Linkerpijp: als de rechterpijp breien maar in spiegelbeeld. Afwerken: Leg de rechterpijp dubbel en sluit de naad aan de binnenkant van de pijp in de 1 kantst – naai vanaf de merkdraad naar beneden, maar naai de laatste 4 cm dicht op de goede kant, zodat de naad van de omslag naar binnen zit. Sluit de linkerpijp op dezelfde manier. Sluit de naad tussen de benen in de 1 kantst. De rand in de taille omvouwen en op de binnenkant vastnaaien met mooie kleine steken – een klein stukje open laten om het elastiek door te rijgen. De 4 cm beneden aan de pijpen naar buiten omslaan. MUTS: Voor hoofdomtrek: ca 40/42 - 42/44 - 44/46 (46/48 - 48/50) cm. Ribbelst (op de rondbreinld): 1 tr r en tr av. Muts: de muts wordt in het rond op sokkenbreinld gebreid. Zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en ijsblauw 95-100-105 (110-115) st losjes op en brei ribbelst – zie beschrijving hierboven. Brei vanaf een hoogte van 8-10-10 (12-12) cm door in tricotst. Plaats bij een hoogte van 13-15-16 (18-18) cm 5 merkdraden in het werk met 19-20-21 (22-23) st tussen elke merkdraad. Vervolgens 1 st minderen weerskanten van alle merkdraden in elke 2e tr totdat er totaal 15-20-15 (20-15) st op de nld zijn. NB: de st minderen als volgt: (begin 2 st voor de 1e merkdraad): haal 1 st r af , brei 1 r en haal de afgeh st daarover, 2 st r sam.br. Trek een dubbele draad door de overige st, aantrekken en afhechten. De eerste 4-5-5 (6-6) cm van de ribbelst rand omvouwen naar de goede kant en aan elke zijde even vastzetten met een paar kleine steken – naai op de binnenkant van de rand, zodat de steken niet op de buitenkant te zien zijn. De muts heeft een totale hoogte van ca 14-15-16 (17-18) cm. Oorklepjes: de oorklepjes worden van beneden naar boven gebreid. Zet met breinld nr. 2,5 en ijsblauw 13 st op en brei r – plaats 1 merkdraad in de middelste st. Tegelijkertijd na de 2e nld meerderen in elke 6e nld totaal 7-7-7 (8-8) keer als volgt: 1 st meerderen aan beide kanten vlak naast de 1 kants en hierna 1 st meerderen aan elke kant van de middelste st met de merkdraad (= 4 st meerderen per nld) – maak 1 omsl om 1 st te meerderen. Brei in de volgende nld deze omsl verdraaid r zodat er geen gaatje ontstaat.. (de st verdraaid r breien door in het achterste deel van de st te breien in plaats van voorin) = 41-41-41 (45-45) st. Als het meerderen is voltooid heeft het klepje een hoogte van ca 8-8-8 (9-9) cm. Kant losjes af. Leg het klepje dubbel en sluit de zijnaad en langs de onderrand – in de eerste st naaien, zodat de naad niet te dik wordt. Naai een oorklepje aan elke zijde van de muts – met een afstand van ca 11-12-12 (13-14) cm aan de voorkant (naai de oorklepjes aan op de binnenkant van de muts, zodat de naad niet zichtbaar is – de zijnaad van elk oorklepje moet naar de achterkant wijzen). Inktvis: zie het patroon bij model nr. B13-8 of B13-27. Dekentje: zie het patroon bij model B13-10. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #seaportbabyset of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 25 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 13-2
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.