DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 3.69 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.83€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Wave Romance

Gebreide trui in 2 draden DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan en golfpatroon. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 232-3

#waveromancesweater

DROPS Design: Patroon ks-191
Garengroep A + A of C
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
175-200-200-225-250-275 g kleur 38, kalk

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 3.69 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.83€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

RAGLAN:
Meerder in elke overgang tussen het lijf en de mouwen door voor/na A.1/A.2 te meerderen. De meerderingen zijn verschillend op het lijf en de mouwen, dus soms meerdert u 8 steken en een andere keer 4 steken op de meerdernaald.
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, vanaf de rechterschouder en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.


HALS MET GOLFRAND:
Zet 84-88-92-96-100-104 steken op met korte rondbreinaald 4 mm en 2 draden DROPS Kid-Silk. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek (1 recht, 1 averecht).
Na 4 naalden boordsteek, breit u de volgende naald als volgt: 1 recht, * 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, steek de rechter naald vanaf de voorkant in het breiwerk en onder de opzetrand door, gebruik dan de rechter naald om de buitenste steek van de linker naald op de rechter naald te zetten, haal dan de rechter naald terug onder de opzetrand door (alleen de buitenste steek op de rechter naald is nu door de opzetrand gehaald), zet deze steek terug op de linker naald en brei de steek recht (zorg ervoor dat de steek niet gedraaid wordt) *, brei van *-* over de hele naald – LET OP: De laatste keer dat de steek «doorgehaald» wordt, is de eerste steek op de volgende naald. De hals heeft nu kleine golfjes langs de opzetrand.
Ga verder in boordsteek zoals hiervoor met 1 recht, 1 averecht tot de boordsteek (na de golfjes) 5 cm meet – meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste naald 20-16-12-12-8-8 steken verdeeld = 104-104-104-108-108-112 steken.
Als de boordsteek klaar is, voeg dan 1 markeerdraad in op het begin van de naald. De pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 5 mm.
Brei de eerste naald als volgt: * 1 omslag, 1 recht *, brei van *-* 3 keer in totaal, 1 omslag (mouw), A.1, 7-7-7-9-9-11 steken in tricotsteek, A.1 (voorpand), * 1 omslag, 1 recht *, brei van *-* 3 keer in totaal, 1 omslag (mouw), A.1, 7-7-7-9-9-11 steken in tricotsteek, A.1 (achterpand).
Er zijn 128-128-128-132-132-136 steken. Brei nog 1 naald in patroon zoals beschreven hierboven zonder te meerderen op de mouwen - de 4 gemeerderd steken op elke mouw van de vorige naald worden gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL – lees het hele deel door voordat u verder gaat:
Ga verder in patroon. Als A.1 1 keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.2 over de 25 steken in A.1. Herhaal A.2 in de hoogte.
Begin TEGELIJKERTIJD op naald 3 in A.1 met meerderen voor de raglan zoals uitgelegd hieronder.

RAGLAN:
Meerder voor de RAGLAN door 1 steek te meerderen voor/na A.1/A.2 – lees beschrijving hierboven.
De meerderingen op het voor-/achterpand en de mouwen zijn verschillend als volgt:
VOORPAND/ACHTERPAND:
Meerder iedere 2e naald in totaal 7-11-14-17-23-27 keer, dan iedere 4e naald 7-6-6-6-4-3 keer.
MOUWEN:
Meerder iedere 2e naald in totaal 21-23-25-29-30-31 keer.

Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 268-288-308-340-360-380 steken. Brei verder zonder verdere meerderingen tot het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet vanaf de markeerdraad.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen: Plaats de eerste 49-53-57-65-67-69 steken op een hulpdraad voor de mouw (de steken tussen A.2 op het achter- en voorpand), zet 6-6-8-8-10-10 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 85-91-97-105-113-121 steken (voorpand), plaats de volgende 49-53-57-65-67-69 steken op een hulpdraad voor de mouw (de steken tussen A.2 op het achterpand en het voorpand), zet 6-6-8-8-10-10 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei de overgebleven 85-91-97-105-113-121 steken (achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

LIJF:
= 182-194-210-226-246-262 steken. Ga verder in de rondte met A.2 en tricotsteek – de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder elke mouw worden gebreid in tricotsteek.
Brei tot het werk 25 cm meet vanaf de scheiding – zorg ervoor dat u 3 of 5 naalden tricotsteek heeft na een naald van omslagen/minderingen in A.2.
Brei 1 naald recht terwijl u 18-18-20-22-24-26 steken verdeeld meerdert = 200-212-230-248-270-288 steken.
Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 5 cm boordsteek (1 recht, 1 averecht). Kant losjes af. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Zet de 49-53-57-65-67-69 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder de mouw = 55-59-65-73-77-79 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw.
Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte voor 4-4-3-3-2-2 cm. Minder nu 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 5-4-3-2-2-1½ cm in totaal 6-7-9-12-13-13 keer = 43-45-47-49-51-53 steken. Brei verder tot de mouw 34-33-31-30-28-26 cm meet vanaf de scheiding.
Brei 1 naald recht terwijl u 3 steken verdeeld meerdert = 46-48-50-52-54-56 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 5 cm boordsteek (1 recht, 1 averecht). Kant dan losjes af. De mouw meet ongeveer 39-38-36-35-33-31 cm. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

recht = recht
averecht = averecht
maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen
maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslagen recht om gaatjes te maken = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslagen recht om gaatjes te maken
5 RECHT SAMEN: 5 recht, plaats ze terug op de linker naald, haal steek 2 over de eerste steek, dan steek 3 over de eerste steek en zo verder, tot alle 4 steken over de eerste steek zijn gehaald (= 4 steken geminderd), zet de eerste steek terug op de rechter naald. = 5 RECHT SAMEN: 5 recht, plaats ze terug op de linker naald, haal steek 2 over de eerste steek, dan steek 3 over de eerste steek en zo verder, tot alle 4 steken over de eerste steek zijn gehaald (= 4 steken geminderd), zet de eerste steek terug op de rechter naald.
5 GEDRAAID RECHT SAMEN: 5 recht, haal de volgende-tot-laatste steek over de laatste steek, herhaal tot alle 4 steken over de laatste steek zijn gehaald (= 4 steken geminderd). = 5 GEDRAAID RECHT SAMEN: 5 recht, haal de volgende-tot-laatste steek over de laatste steek, herhaal tot alle 4 steken over de laatste steek zijn gehaald (= 4 steken geminderd).
zet 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald = zet 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
zet 1 steek op een kabelnaald voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald = zet 1 steek op een kabelnaald voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 232-3
Diagram for DROPS 232-3

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 232-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (72)

country flag Mrs Vanessa Mann schreef:

There are cable instructions: hold 1 to the back (or front) on a cable needle...

28.05.2025 - 16:32

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Mann, you will find how to work such a small cable in this video - both way: in front/back. Happy knitting!

28.05.2025 - 16:58

country flag Mrs Vanessa Mann schreef:

I am struggling to do the cables on my very fine yarn. Can you suggest an alternative stitch instead of the cable?

27.05.2025 - 19:02

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Mann, there are no cables in this pattern, but to work the decreases (5 sts together) in both diagrams you will find these videos: How to knit 5 together and how to knit 5 twisted together, this might help you. You can also use a crochet hook to help if it can help. Happy knitting!

28.05.2025 - 08:28

country flag Nicole Anconina schreef:

Bonjour J'en suis au 2ème rang de l'empiècement qu'il faut faire comme le 1er. Sans tenir compte des manches, il y a des augmentations à ce 1er rang, comment donc faire que les mailles envers se superposent d'autre part les diagrammes représentent-ils les rangs envers? Merci pour votre réponse

20.04.2025 - 20:13

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Anconina, au 1er tour de l'empiècement, vous augmentez comme indiqué pour les manches et vous augmentez dans A.1 comme le montre le diagramme (4 m dans chaque A.1.) - au 2ème tour, tricotez le 2ème tour de A.1 les mailles endroit et les mailles envers vont se trouver naturellement comme il faut: les augmentations sont faites au milieu et pas sur les côtés) et les autres mailles à l'endroit (tricotez les jetés torse à l'endroit pour éviter des trous). Le nombre de mailles reste ainsi le même qu'à la fin du 1er tour. Bon tricot!

22.04.2025 - 15:28

country flag Alice schreef:

Maat Xxxl: klopt de eerste naald van de pas wel? Ik hou steken over. Moet A1 in de eerste naald 3x of 4x in totaal gebreid worden?

06.03.2025 - 22:35

DROPS Design antwoorde:

Dag Alice,

A.1 wordt 4 keer in totaal gebreid.

12.03.2025 - 11:43

country flag Muriel schreef:

Bonjour, j'aimerais bien savoir au 3ème tour de A1 combien de mailles avant de A1? Doit-on les tricoter en jersey? idem entre le devant et la manche qui finit le tour ?

05.03.2025 - 17:31

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Muriel, vous avez le même nombre de mailles pour le devant et le dos entre chaque A.1 au 2ème et au 3ème tour car vous n'avez pas encore augmenté pour le raglan, de même pour les manches. Les augmentations du raglan ne commencent qu'avec le 3ème rang de A.1, et vous augmentez avant/après le diagramme (avant au début des manches, du devant et du dos / après à la fin des manches, du devant et du dos). Bon tricot!

06.03.2025 - 11:18

country flag Sylvie schreef:

Également, lorsque sur le 3eme tours, nous devons augmenter , manches, raglans et devant dos, cela veut dire que l'on fini la section manche par un jeté, et on commence le raglan par un autre jeté ???2de suite ?? Merci d'avance

08.02.2025 - 09:30

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Sylvie, au 3ème tour de l'empiècement, tricotez comme avant en jersey avec A.1 pour chaque raglan et commencez maintenant à augmenter pour le raglan avant/après chaque A.1 comme indiqué sous RAGLAN:, quand on augmente pour les manches, le dos et le devant, le nombre de mailles de chaque pièce augmente de 2 à chaque tour d'augmentations, on a 1 m jersey en plus au début + 1 m jersey en plus à la fin de ces mailles jersey, entre les diagrammes. Bon tricot!

10.02.2025 - 09:38

country flag Sylvie schreef:

Bonjour. Concernant les augmentations..devant/dos, augmentations tous les 2tours, puis ts les 4tours, manches, tous les 2tours, mais concernant les raglans, avavt et aprèsA1/À2, est- ce tous les tours, ou tous les 2tours? Merci d'avance

08.02.2025 - 09:03

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Sylvie, lorsque vous devez augmenter tous les 4 tours pour le devant et le dos, augmentez après A.2 (A.1 ne se tricote qu'une seule fois en hauteur), au début du devant et du dos et augmentez avant le A.2 suivant à la fin du dos et du devant; pour les manches, on augmente toujours tous les 2 tours, ainsi, augmentez après le A.2 au début des manches et avant le A.2 suivant à la fin des manches. Bon tricot!

10.02.2025 - 09:25

country flag Savin Mireille schreef:

Je vais tricoter votre modèle Wave … pour lequel vous conseillez des aiguilles doubles pointes …. Mais je voudrais savoir comment elles s’utilisent ?? Existe t il un tuto pour voir ?? Avec mes remerciements.

03.02.2025 - 11:41

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Savin, retrouvez ici en vidéo comment monter les mailles (non utilisé ici) et comment tricoter ensuite du jersey sur aiguilles doubles pointes - notez que vous pouvez également tricoter en magic loop si vous préférez. Bon tricot!

03.02.2025 - 13:47

country flag Savin schreef:

Désolée , je ne comprends pas pas bien le2ieme rang de l’empiecement. Quand vous dites (manche)(dos)(devant ) s’agit il des mailles qui précèdent ou bien qui suivent les parenthèses ??? D’autre part les augmentations des manches à supprimer correspondent elles à des points points noirs du motifs A1 quand ??? Remerciements anticipés

21.01.2025 - 14:46

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Savin, tout à fait, les mailles indiqué avant (manche) ou bien (devant)(dos) sont celles qui correspondent à la mention indiquée après ces mailles. Je ne suis pas sûre de comprendre ce que vous entendez par "les augmentations des manches à supprimer", pouvez-vous m'en dire plus? Au 1er rang de A.1, on doit augmenter pour avoir le bon nombre de mailles correspondant à la largeur souhaitée (il faut plus de mailles au point de vagues qu'en jersey pour la même largeur). Bon tricot!

21.01.2025 - 17:14

country flag Savin schreef:

Bonjour Mme J’ai commandé le fil alpaga bridges Silk Pour le modèle 232-3 . je ne comprends vraiment pas les explications pour réaliser le « feston »de l’encolure . ??? D’autre part que conseillez vous comme type de montage et d’arrêt aux aiguilles pour avoir des côtes 1et1 très souples . Avec mes remerciements

17.01.2025 - 11:40

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Savin, dans cette vidéo, nous montrons comment tricoter ce type de "festons". Pour le montage, utilisez votre technique habituelle en veillant à ce que les mailles montées ne soient pas trop serrées - retrouvez ici différentes techniques de montage. Bon tricot!

17.01.2025 - 13:21