DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Wave Romance Cardigan

Gebreid vest in 2 draden DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan en golfpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 232-4
DROPS Design: Patroon ks-190
Garengroep A + A of C
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
175-200-200-225-250-275 g kleur 38, kalk

DROPS KNOPEN NR 522: 6-6-7-7-8-8 stuks.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Meerder in elke overgang tussen het lijf en de mouwen door te meerderen voor/na A.1/A.2. De meerderingen zijn verschillend op het lijf en de mouwen, dus soms meerdert u 8 steken en de andere keer 4 steken op de meerdernaald.
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt).
1 knoopsgat = Als er 3 steken over zijn op de naald aan de goede kant, maak dan 1 omslag. Brei op de volgende naald (verkeerde kant), de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat en brei dan 2 recht samen.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als de boordsteek op de hals 3 cm meet. Brei dan de andere 5-5-6-6-7-7 knoopsgaten met ongeveer 9-10-8½-9-8-8½ cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.


HALS MET GOLFRAND:
Zet 101-101-105-109-113-117 steken op met rondbreinaald 4 mm en 2 draden DROPS Kid-Silk. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan als volgt aan de goede kant:
6 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 1 recht 1 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 1 recht en 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor nog 3 naalden.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant:
6 voorbiessteken in ribbelsteek, 1 recht, * 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, steek de rechter naald vanaf de voorkant in het breiwerk en onder de opzetrand door, gebruik dan de rechter naald om de buitenste steek van de linker naald op de rechter naald te zetten, haal dan de rechter naald terug onder de opzetrand door (alleen de buitenste steek op de rechter naald is nu door de opzetrand gehaald), zet deze steek terug op de linker naald en brei de steek recht (zorg ervoor dat de steek niet gedraaid wordt) *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn en brei 6 voorbiessteken in ribbelsteek. De hals heeft nu kleine golfjes over de opzetrand.
Ga verder met de boordsteek zoals hiervoor met 1 recht, 1 averecht tot de boordsteek 5 cm meet na de golfjes – denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.
Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste naald, 6-6-2-2-2-2 steken verdeeld = 107-107-107-111-115-119 steken.
Als de boordsteek klaar is, voeg dan een markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald – de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 5 mm.
Brei dan als volgt aan de goede kant: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, 1-1-1-2-3-4 steken in tricotsteek, A.1 (voorpand), * 1 omslag, 1 recht *, brei van *-* 2 keer, 1 omslag (mouw), A.1, 3-3-3-5-7-9 steken in tricotsteek, A.1 (achterpand), * 1 omslag, 1 recht *, brei van *-* 2 keer, 1 omslag (mouw), A.1, 1-1-1-2-3-4 steken in tricotsteek en 6 voorbiessteken in ribbelsteek (voorpand).
Er zijn 131-131-131-135-139-143 steken op de naald. Brei dit patroon terug aan de verkeerde kant, maar zonder te meerderen op de mouwen; de 4 omslagen van de vorige naald worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL – lees het hele deel hieronder door voordat u verder gaat.
Ga verder in patroon met 6 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant. Als A.1 1 keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.2 over de 25 steken in A.1. Herhaal dan A.2 in de hoogte.
Begin TEGELIJKERTIJD op naald 3 in A.1 met meerderen voor de raglan zoals uitgelegd hieronder.

RAGLAN:
Meerder voor de RAGLAN door 1 steek te meerderen voor/na A.1/A.2 – lees beschrijving hierboven.
De meerderingen op de voorpanden/het achterpand en de mouwen zijn verschillend als volgt:
VOORPAND/ACHTERPAND:
Meerder iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal 10-15-19-22-25-30 keer, dan iedere 4e naald 6-4-3-3-3-1 keer.
MOUWEN:
Meerder iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal 21-23-25-29-30-31 keer.

Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 279-299-319-351-371-391 steken. Brei verder zonder verdere meerderingen tot het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet vanaf de markeerdraad.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen: Brei de eerste 48-51-54-58-62-66 steken (voorpand), zet de volgende 49-53-57-65-67-69 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei 85-91-97-105-113-121 steken (achterpand), plaats de volgende 49-53-57-65-67-69 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 steken (in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 48-51-54-58-62-66 steken (voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

LIJF:
= 193-205-221-237-257-273 steken. Brei A.2, tricotsteek en 6 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant zoals hiervoor – de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder elke mouw worden in tricotsteek gebreid.
Brei tot het lijf 25 cm meet vanaf de scheiding – zorg ervoor dat u 3 of 5 naalden tricotsteek heeft na een naald van omslagen/minderingen in A.2.
Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 18-20-22-24-26-26 steken verdeeld meerdert (meerder niet over de biezen) = 211-225-243-261-283-299 steken.
Ga verder met rondbreinaald 34 mm en brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 1 averecht en 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 5 cm. Kant ietwat losjes af. Het vest meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Zet de 49-53-57-65-67-69 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder de mouw = 55-59-65-73-77-79 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad meet tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw.
Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte voor 4-4-3-3-2-2 cm. Minder nu 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 5-4-3-2-2-1½ cm in totaal 6-7-9-12-13-13 keer = 43-45-47-49-51-53 steken.
Brei verder tot de mouw 34-33-31-30-28-26 cm meet vanaf de scheiding.
Brei 1 naald recht terwijl u 3 steken verdeeld meerdert = 46-48-50-52-54-56 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 5 cm boordsteek (1 recht, 1 averecht). Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 39-38-36-35-33-31 cm. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag averecht zodat er gaatjes ontstaan
symbols = 5 RECHT SAMEN: 5 recht, zet ze terug op de linker naald, haal steek 2 over de eerste steek, dan steek 3 over de eerste steek en zo verder tot alle 4 steken over de eerste steek zijn gehaald (= 4 steken geminderd), zet de eerste steek terug op de rechter naald.
symbols = 5 GEDRAAID RECHT SAMEN: 5 recht, haal de volgende-tot-laatste steek over de laatste steek, herhaal tot alle 4 steken over de laatste steek zijn gehaald (= 4 steken geminderd).
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 232-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (47)

country flag Taina Pemberton wrote:

Hi! I printed out the instructions for this pattern in Finnish but read them in English first. I noticed that in English it says to use needle sizes 5 mm and 3.5 mm but in Finnish it says 5 mm and 4 mm. Which is it, please?

16.04.2024 - 15:14

DROPS Design answered:

Dear Mrs Pemberton, English pattern is here wrong, you need needle size 5 mm and 4 mm, thanks for noticing. Happy knitting!

16.04.2024 - 15:55

country flag Hélène wrote:

Bonjour Je ne comprends pas dans l'empiècement "mais sans augmenter dans les manches" est ce que ça veut dire que les 4 jetés des manches sont "lâchés" ou doit on les tricoter torse? Merci beaucoup Hélène

18.03.2024 - 19:07

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, au rang suivant sur l'envers, tricotez toutes les mailles comme avant, continuez A.1 et tricotez les mailles jersey à l'envers mais n'augmentez pas encore une fois comme au rang précédent. Les jetés des manches se tricotent torse pour éviter les trous, comme les jetés de A.1. Bon tricot!

19.03.2024 - 11:40

country flag Janne wrote:

Skal det økes på ermene 1 kast/1 rettx3+1 kast på alle rette pinner videre? Eller bare på den første pinnen etter vrangbord?

26.12.2023 - 08:05

DROPS Design answered:

Hej Janne, du øger kun på første pind i A.1, så du har nok masker til at strikke diagram A.2 over 25 masker :)

02.01.2024 - 10:26

country flag Lindberg wrote:

Hej! När jag är på tredje varvet A1 ska jag börja öka till raglan före och efter A1. Samtidigt står det i beskrivningen att jag ska fortsätta mönstret som ovan när jag stickar A1-varven. Betyder det att jag ska fortsätta ökningen * 1 omslag, 1 rätmaska *, sticka *-* totalt 3 gånger också varje varv på rätsidan medan jag stickar A1? Men inte öka för ärm mer gånger?

29.10.2023 - 15:27

country flag Martine wrote:

Je ne comprends pas du tout les augmentations. Sur le modèle il est écrit d'augmenter avant/après A1/A2 et aussi avant et après les manches. Or je compte sur un rang 12 augmentations, soit 2 pour le devant, 2 pour la manche droite, 4 pour le dos, 2 pour la manche gauche et 2 pour le côté gauche. Or vous dites que l'on augmente parfois 8 ou parfois seulement 4 . Pouvez-vous m'expliquer s'il vous plaît ? Merci par avance.

17.09.2023 - 13:26

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, au 1er rang de A.1 vous allez augmenter 4 mailles dans chaque A.1 (en plus des augmentations des raglans), mais ensuite, vous augmenterez seulement pour le raglan, quand A.1 est terminé, vous répétez A.2. Vous augmentez ensuite avant/après A.2 tous les 2 rangs puis tous les 4 rangs, mais à un rythme différent selon votre taille, autrement dit vous augmenterez par ex tous les 2 rangs 8 mailles (dos, devants et manches), puis alternativement tous les 2 rangs 4 mailles (manches seulement quand on doit augmenter tous les 4 rangs pour le dos et les devants mais toujours tous les 2 rangs pour les manches). Bon tricot!

18.09.2023 - 15:43

country flag Inger Marie Toft wrote:

Hvordan skal 3. omgang forstå'e. ?? Efter mønster A 1, skal der så strikkes glat til man når om til sidste A1 inden forkant. ?? Altså kun glatstrikning imellem de to mønstre .??

21.08.2023 - 14:45

DROPS Design answered:

Hei Inger Marie Du strikker A.1 4 ganger pr rad (2 foran og 2 bak). Første gang du strikker A.1 økes det 4 masker på hver erme, disse maskene strikkes vrang fra vrangen (=glattstrikk). På neste rad fra retten (3.rad / A.1) starter økningene til raglan og det strikkes glattstrikk i begynnelsen av raden (etter de 6 kantmaskene), over 1. erme, på bakstykket, over 2. erme og på slutten av raden (før de 6 kantmaskene). mvh DROPS Design

28.08.2023 - 10:27

country flag Tim wrote:

Bij de pas staat: recht OMSLAG, recht OMSLAG, OMSLAG en dat 2x. Dat maakt 6x OMSLAG. En je moet er 4 gedraaid breien om geen gaatje te krijgen. Welke 4 moet je gedraaid breien? Het zijn er 6 niet 4.

14.08.2023 - 22:25

DROPS Design answered:

Dag Tim,

Tussen de sterretjes staat: 1 omslag en 1 recht. Dat wat tussen de sterretjes staat herhaal je nog 2 keer, dus dan heb je 3 omslagen in totaal. Dan staat er nog 1 omslag. Hetzelfde is het geval bij de andere mouw, daar heb je ook 4 omslagen.

16.08.2023 - 19:31

country flag M Radius wrote:

Bij de pas staat omslag recht (2x herhalen) omslag. Dat staat er ook voor de andere schouder. Dat is 6x een omslag. Daaronder staat dat je 4 omslagen gedraaid moet breien op de terugweg. Welke 2 dan niet? Is er niet een patroon met gewoon meerderen in plaats van uitzoeken op de weg terug. Als ik ze allemaal als meerderingen maak en niet als gaatje dan kom ik ook niet uit, hou 2 steken over. klopt de tekening?

09.08.2023 - 17:37

DROPS Design answered:

Dag M Radius,

Als het goed is heb je op 2 plekken 4 omslagen zitten. Deze brei je alle 4 gedraaid.

14.08.2023 - 14:15

country flag Radhika wrote:

Sorry my mistake I have 6 balls left so maybe that's enough

17.07.2023 - 12:25

country flag Radhika wrote:

Hi, I'm making this cardigan in Drops Brushed Alpaca silk, using 1 strand as per the instructions, in size 'L'. I've almost completed the body section and have used almost 5 balls of yarn (125g). The yarn converter showed that I would need about 150g for the whole cardigan, but since I only have 1 ball (25g) left, and still 2 sleeves to knit I'm wondering if the yarn converter is wrong. Please advise how much yarn do I need for the complete cardigan. Thank you Radhika

16.07.2023 - 15:40

DROPS Design answered:

Dear Radhika, the amount is correct. It should be 6 balls of Drops Brushed Alpaca Silk. Check if the gauge in the body is correct. If the gauge doesn't exactly match, you should have a margin in the amount of grams/ balls to account for the differences. Since you need 147gr of Brushed Alpaca Silk, it would be good to have one extra ball just in case. Happy knitting!

17.07.2023 - 11:24