DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Nepal yarn
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
DROPS 174-14

#twinriversweater

DROPS design: Model nr. ne-236

Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
650-750-800-900-1000-1100 gr. kleur nr. 6314, denimblauw

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 24 nld in patroon A.1 = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

RAGLAN:
Minder als volgt voor A.2: brei tot er 2 st over zijn voor A.2, brei de volgende 2 st r samen.
Minder als volgt na A.2: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh

TIP VOOR HET MEERDEREN (LIJF):
Meerder 4 st op de nld als volgt:
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder aan de zijkant, 1 omsl, brei 2 st in ribbelst, 1 omsl (= 2 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen aan de andere zijkant van het werk.
Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei de nieuwe st in ribbelst.

TIP VOOR HET MEERDEREN (MOUW):
Meerder als volgt midden onder de mouw:
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 omsl, brei 2 st in ribbelst, 1 omsl. Brei op de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde st gaandeweg mee in het patroon. LET OP: brei de st aan elke kant van de markeerder in ribbelst.

RAGLAN MINDEREN (RONDING):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder als volgt na A.2: 3 gedraaid r samen.
Minder als volgt voor A.2: brei tot er 3 st over zijn voor A.2, 3 r samen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid.

LIJF:
Zet 150-162-168-192-210-234 st op met Nepal op rondbreinld 5 mm. * 1 av, (1 r, 2 av), herhaal (-) nog 23-25-26-30-33-37 keer, 1 r, 1 av, plaats een markeerder hier (= zijkant) *, herhaal van *-* nog 1 keer. LET OP: neem de markeerders gaandeweg mee in de hoogte. Ga zo verder in boordsteek in de rondte tot het werk 4 cm meet. Brei nu in PATROON A.1 als volgt: brei de laatste 2 st in A.1, herhaal dan A.1 de hele nld tot er 1 st overblijft op de nld, brei de eerste st in A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van 13-13-14-14-15-15 cm, meerder dan 1 st aan elke kant van elke markeerder – zie TIP VOOR HET MEERDEREN (LIJF). Herhaal dit meerderen bij een hoogte van 27-28-29-29-30-30 cm = 158-170-176-200-218-242 st. Brei tot een hoogte van 41-41-42-42-42-42 cm (pas zo aan dat de volgende nld een 2e nld is in A.1) en minder dan st voor de armsgaten als volgt: kant de eerste 5 st op de nld af, brei de volgende 69-75-78-90-99-111 st, kant de volgende 10 st af voor het armsgat, brei de volgende 69-75-78-90-99-111 st, kant de overgebleven 5 st af. Knip de draad af. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Brei de mouwen in de rondte op breinld zonder knop.
Zet 42-42-42-48-48-48 st op met Nepal op breinld zonder knop 5 mm. Plaats een markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw. Brei boordsteek als volgt: 1 av, 1 r, * 2 av, 1 r *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft op de nld, 1 av. Ga zo verder in de rondte tot de boordsteek 4 cm meet. Brei nu in PATROON als volgt: brei de laatste 2 st in A.1, A.1 tot er 1 st overblijft op de nld, brei de eerste st in A.1. Brei tot een hoogte van 9-8-7-6-10-9 cm, meerder dan 1 st aan elke kant van de markeerder – zie TIP VOOR HET MEERDEREN (MOUW). Meerder zo ongeveer elke 13e-9e-7e-7e-6e-5e nld 8-11-14-14-14-17 keer in totaal = 58-64-70-76-76-82 st. Brei tot een hoogte van 51-50-49-48-47-46 cm - pas zo aan dat volgende nld een 2e nld is in A.1 – en kant dan de middelste 10 st af onder de mouw (= 5 st aan elke kant van de markeerder) = 48-54-60-66-66-72 st. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld 5 mm als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 234-258-276-312-330-366 st. Doe dit zonder de steken eerst te breien. Plaats een markeerder in elke overgang tussen mouwen en lijf = 4 markeerders. Begin de nld op het achterpand, 4 st na de markeerder tussen mouw en achterpand.
Ga nu verder in patroon als hiervoor en brei ook A.2 (= 8 st) in elke overgang tussen lijf en mouwen (de markeerders staan steeds in het midden van A.2). Begin op de volgende nld met minderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven! LET OP: minder verschillend op lijf en mouwen als volgt:
RAGLAN LIJF:
Minder om de nld 21-24-24-24-26-26 keer en elke nld 0-0-0-6-7-13 keer (= 21-24-24-30-33-39 keer in totaal).
RAGLAN MOUWEN:
Minder elke 4e nld 6-6-4-3-5-5 keer en om de nld 9-12-17-21-19-22 keer (= 15-18-21-24-24-27 keer in totaal).

Als alle minderen klaar is, staan er nog 90-90-96-96-102-102 st op de nld (= 144-168-180-216-228-264 st in totaal geminderd).

Brei nu in PATROON als hiervoor over de eerste 72-72-78-78-84-84 st. Steek een markeerder hier (= tussen A.2 en de rechtermouw). Brei dan een ronding heen en weer voor de hals in patroon als hiervoor en minder TEGELIJKERTIJD voor de raglan elke nld aan de goede kant over de st die u breit – LEES RAGLAN MINDEREN (RONDING) als volgt: LET OP: trek de draad aan elke keer dat u het werk keert om gaatjes te voorkomen.
NLD 1 (= goede kant): brei 55-55-58-58-61-61 st (incl. de 8 geminderde st),
NLD 2 (= verkeerde kant): keer en brei 45-45-48-48-51-51 st,
NLD 3: keer en brei 43-43-46-46-49-49 st (incl. de 8 geminderde st),
NLD 4: keer en brei 33-33-36-36-39-39 st.
Er zijn nu 74-74-80-80-86-86 st op de nld.
Keer en ga verder in de rondte als volgt: brei recht boven recht en av over st in ribbelst tot het werk 4 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet 64-66-68-70-72-74 cm vanaf de opzetrand tot de schouder. Hecht af.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Telpatroon

r = r
av = av
Diagram for DROPS 174-14
Diagram for DROPS 174-14

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 174-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (211)

country flag Anni Lumpus schreef:

En ymmärrä tätä. Onko tähän videota? Ota kaikki s:t samalle pyöröpuikolle nro 5, hihat kädenteitä varten päätettyjen silmukoiden tilalle = 234-258-276-312-330-366 s. Tämä tehdään neulomatta s:t. Kiinnitä 1 merkki jokaiseen kappaleiden rajakohtaan (= 4 merkkiä). Krs:n vaihtumiskohta on takakappaleessa, 4 s oikean hihan ja takakappaleen välisen merkin jälkeen.

16.03.2020 - 14:15

country flag Thérèse schreef:

Hallo, ik brei maat L en heb nu mouwen en lijf op de rondbreinaald gezet. Minderingen voor de raglan bij het lijf snap ik (elke 2e nld 24x, dan moet ik 48 nld breien)Bij de mouw niet: moet ik eerst 4x elke 4e nld minderen (4,8,12,16) en daarna om de nld 17x elke 2e nld, (dus beginnen bij nld 18?)dan moet ik 50 nld breien om alle minderingen te doen. Of is het anders? Ik hoor het graag, vr groet, Thérèse

24.02.2020 - 20:23

DROPS Design antwoorde:

Dag Thérèse,

Ja, het klopt precies zoals je het zegt. Het kan helpen om de minderingen voor het lijf en de mouwen op ruitjespapier te noteren of in exceldocument te zetten per naald, zodat je overzicht houdt.

28.02.2020 - 19:49

country flag Fabienne Gerardo schreef:

-Klein vraagje ivm Drops 174-14 : moet de boordsteek en de hals niet met een andere naalddikte gebreid worden ? Dat staat niet in het patroon, en meestal is dat het geval. Alvast bedankt.

01.02.2020 - 09:29

DROPS Design antwoorde:

Dag Fabienne,

Dat is meestal inderdaad het geval, maar bij deze trui worden er geen kleinere naalden gebruikt voor de boord.

09.02.2020 - 21:05

country flag Patricia schreef:

Adding to Coni's question: ok, we knit 58 st on RS (in continuation to the 78st) and decr 8 st (4 times before and after A2, each time 2 st, by knitting 3 tog). Indeed we are left with 50 st on the needle (besides the 38 st left for A2+front side+A2); when we turn on WS we knit only 48 st. what happens with the remaining 2 st? this obviously changes the next row where we are asked to knit 46 st, but then we have only 44 st left. Like this we cannot keep the symmetry. please advise.

21.01.2020 - 21:51

DROPS Design antwoorde:

Dear Patricia, you are working short rows, that's why you only work 46 sts on next row (incl. the 8 sts to decrease = 38 sts remain), on next row you work 36 sts (= 2 sts less). Happy knitting!

22.01.2020 - 09:13

country flag Coni schreef:

Hello good afternoon!! Sorry to insist but can you answer my question dated 21/12/19? I would like to complete my project. Thank you very much. Coni

29.12.2019 - 00:25

country flag Coni schreef:

Hello good afternoon. I am working on size L. I am ready to start working on Row 1 and 58 sts. Should I continue decreasing 1 st before and after A2? Or should I apply above instructions (RAGLAN DEC (ELEVATION):\r\nAll dec are done from RS!\r\nDec as follows after A.2: K 3 twisted tog.)\r\nEither way the numbers do not match . I can’t go down from 58 to 48 sts following either instructions. \r\nI am frustrated! Please help! Thank you!!

21.12.2019 - 20:20

DROPS Design antwoorde:

Dear Coni, you continue working the raglan decreases as before (= every other round) but with short rows for the elevation (the dec for raglan will be worked from RS): work from RS first 58 sts dec 8 sts as before (50 sts remain on needle), turn and work 48 sts from WS, turn and work from RS 46 sts dec 8 sts as before, turn and work 36 sts from WS. There are now 80 sts on needle (you have decreased 16 sts = 8 sts on row 1 and 8 sts on row 3). Happy knitting!

02.01.2020 - 09:46

country flag Clémence schreef:

Bonjour ! Je suis en train de faire le corps de ce pull et je vais entamer les premières augmentations. J'aimerai être sûre de comprendre, on augmente 1 maille de chq côté de chq marqueur (donc 4 au total) ce qui casse le motif A1 qui se fait sur 3 mailles. Je vais donc avoir le motif A1 sur le dos et le devant mais il y aura une colonne de point mousse sur les côtés qui va s'élargir avec les augmentations c'est bien ça ?

20.12.2019 - 16:26

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Clémence, le motif va effectivement être "cassé" sur les côtés, on tricote les augmentations au point mousse, on aura ainsi 4 m point mousse de chaque côté après la 1ère augmentation (= 1 m end, 1 m augmentée au point mousse, 1 m point mousse (dernière m du tour = avant le marqueur), 1 m point mousse (1ère m du tour = après le marqueur), 1 m augmentée au point mousse, 1 m end), après la 2ème augmentation, on aura 6 m point mousse sur chacun des côtés - cf AUGMENTATIONS (DOS & DEVANTS). Bon tricot!

20.12.2019 - 16:36

country flag Eva Sakellariou schreef:

Hej jag stickar M och efter resåren ska man sticka mönster i A.1 alltså ska sticka de 2 sista m i A1, sedan upprepas A.1 runt helav. Min fråga är ska de 2 sista m vara am ocg ska sedan upprepa A.1. då får jag flera am i varvet. Vd gör jag för fel

12.12.2019 - 15:15

country flag Eva Sakellariou schreef:

Jag skulle föreslå att ni skriver( inom parentes om de är am eller rm) Jag syftar på de två sista m i A 1 och likaså när det återstår 1v på varvet,sticka den första . i A. 1. Det blir då klart för mig som är ovan.-FRAM -OCH BACKST

10.12.2019 - 17:31

country flag Eva Sakellariou schreef:

Hej! Jag stickar stl M och undrar vad 25 ggr til betyder ifram och bak Jag har redan stickat 8 varv i resåren och detta motsvarar ca 4 cm. Vad syftar 25 ggr till Tack på förhand

08.12.2019 - 10:37

DROPS Design antwoorde:

Hei Eva! 25 ggr står for 25 ganger, det vil si at (1 rett maske, 1 vrang maske) skal gjentas 25 ganger på omgangen før det settes en markør, deretter gjentas det igjen. Om du ønsker å lese mer om strikketerminologi og om hva de forskjellige termene står for kan du gjøre det her . Lykke til!

09.12.2019 - 11:07